gepubliceerd op 24 augustus 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien voor wat het verstrekken van een schriftelijke opinie betreft in het kader van de Belgische procedure voor het afleveren van uitvindingsoctrooien
17 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien voor wat het verstrekken van een schriftelijke opinie betreft in het kader van de Belgische procedure voor het afleveren van uitvindingsoctrooien
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, inzonderheid op artikel 21, gewijzigd bij de wet van 6 maart 2007;
Gelet op de wet van 6 maart 2007 tot wijziging van de regeling betreffende de aflevering van het uitvindingsoctrooi en het takssysteem inzake uitvindingsoctrooi en inzake aanvullende beschermingscertificaten, inzonderheid op artikel 16;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 mei 1987 en 27 februari 2007;
Gelet op het advies van de Inspectie van Finaciën, gegeven op 14 augustus 2007;
Gelet op het advies nr. 43.218/1 van de Raad van State, gegeven op 21 juni 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat in overeenstemming met artikel 20 van het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, België en de Europese octrooiorganisatie op 19 december 2006 een nieuwe werkovereenkomst hebben afgesloten met name om het Europese octrooibureau in staat te stellen om een voorafgaand en niet-bindend advies uit te brengen over de octrooieerbaarheid van uitvindingen waarvoor Belgische octrooiaanvragen worden ingediend;
Overwegende dat de verstrekking van een schriftelijke opinie de doeltreffendheid van de verleningsprocedure vergroot en de dienstverlening naar de aanvrager toe verbetert, in die zin dat hij voortaan in een vroeg stadium van de procedure over een advies beschikt betreffende de octrooieerbaarheid van de uitvinding waarvoor de bescherming wordt opgeëist;
Overwegende dat deze werkovereenkomst in werking is getreden op 1 januari 2007 en toepasbaar is op alle Belgische octrooiaanvragen die vanaf deze datum bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendom worden ingediend;
Overwegende dat de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien bepaalt dat de octrooiaanvraag aanleiding geeft tot het opstellen door het Europees octrooibureau van een verslag van nieuwheidsonderzoek naar de stand van de techniek;
Overwegende dat de wet van 28 maart 1984 gewijzigd werd door de wet van 6 maart 2007 tot wijziging van de regeling betreffende de aflevering van het uitvindingsoctrooi en het takssysteem inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten om de juridische basis te leggen voor de overhandiging van een schriftelijke opinie over de octrooieerbaarheid van de uitvindingen en om het juridische stelsel dat van toepassing is op deze schriftelijke opinie te preciseren;
Overwegende dat zo de evolutie van de Europese en internationale procedures, die allebei bepalen dat een schriftelijke opinie ter ondersteuning van het verslag van nieuwheidsonderzoek moet worden overhandigd, voortaan geïntegreerd wordt in de door de Belgische wet geregelde procedure voor het verlenen van uitvindingsoctrooien;
Overwegende dat dit besluit de wijziging beoogt van het voornoemde koninklijk besluit van 2 december 1986 om de aspecten betreffende de voornoemde schriftelijke opinie in deze reglementering op te nemen;
Overwegende dat het ook de regeling van de inwerkingtreding van de bepalingen betreffende de schriftelijke opinie van de voornoemde wet van 6 maart 2007 beoogt;
Overwegende dat op grond van artikel 15, eerste lid, van de wet van 6 maart 2007, de bepalingen van deze wet die de schriftelijke opinie betreffen, toepasselijk zijn op de octrooiaanvragen die worden ingediend vanaf 1 januari 2007. Dat dientengevolge de aan het koninklijk besluit van 2 december 1986 aangebrachte wijzigingen eveneens toepasselijk zijn gemaakt op de octrooiaanvragen die vanaf 1 januari 2007 worden ingediend;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het opschrift van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk IV. - Het verslag van het nieuwheidsonderzoek en de schriftelijke opinie. »
Art. 2.Het opschrift van afdeling I van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Afdeling I. - Het opstellen van het verslag van het nieuwheidsonderzoek en van de schriftelijke opinie. »
Art. 3.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 20.De intergouvernementele instelling belast met het opstellen van het verslag van het gevraagde nieuwheidsonderzoek en van de schriftelijke opinie bedoeld in artikel 21, § 1, van de wet is het Europees Octrooibureau. Te dien einde wordt een Akkoord gesloten tussen de Minister en de Europese Octrooiorganisatie. Het Akkoord bepaalt de voorwaarden en termijnen voor het opstellen van de nieuwheidsonderzoeken en van de schriftelijke opinies. »
Art. 4.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 22.§ 1. Indien de octrooiaanvraag niet voldoet aan de vereiste van eenheid van uitvinding, stelt het Europees Octrooibureau een verslag van nieuwheidsonderzoek en een schriftelijke opinie op voor die delen van de octrooiaanvraag die betrekking hebben op de uitvinding, of op de groep van uitvindingen in de zin van artikel 18, § 1, van de wet die als eerste in de conclusies wordt genoemd. § 2. De Dienst deelt de aanvrager mede dat de verslagen van het nieuwheidsonderzoek en de schriftelijke opinies voor de andere uitvindingen alleen kunnen worden opgesteld indien de vereiste taksen worden betaald binnen een termijn van vier maanden vanaf de datum van kennisgeving. Het Europees Octrooibureau stelt de verslagen van het nieuwheidsonderzoek en de schriftelijke opinies op voor die delen van de octrooiaanvraag die betrekking hebben op de uitvindingen waarvoor de taksen voor onderzoek zijn betaald en die het voorwerp hebben uitgemaakt van een indiening van afgesplitste aanvragen overeenkomstig artikel 18, § 2, van dit besluit. »
Art. 5.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de woorden « een gedeeltelijk verslag van nieuwheidsonderzoek op » vervangen door de woorden « een gedeeltelijk verslag van nieuwheidsonderzoek en een schriftelijke opinie op ».
Art. 6.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 24.§ 1. Indien het Europees Octrooibureau reeds een verslag van nieuwheidsonderzoek en de schriftelijke opinie heeft opgesteld in de verleningsprocedure van een buitenlands octrooi of van een Europees octrooi dat betrekking heeft op een uitvinding die identiek is aan die waarvoor een octrooiaanvraag in België wordt ingediend, kunnen dit nieuwheidsonderzoek en deze schriftelijke opinie in de verleningsprocedure van het Belgisch octrooi gebruikt worden indien een verslag van nieuwheidsonderzoek en een schriftelijke opinie verkregen in de verleningsprocedure van een Belgisch octrooi kunnen gebruikt worden in de verleningsprocedure van het buitenlands octrooi of van het Europees octrooi. § 2. Een kopie van het verslag van nieuwheidsonderzoek en een kopie van de schriftelijke opinie worden bij de octrooiaanvraag gevoegd. »
Art. 7.Artikel 25, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. De aanvrager beschikt over een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de datum van kennisgeving door de Dienst van het verslag van nieuwheidsonderzoek en van de schriftelijke opinie om schriftelijk een nieuwe redactie van de conclusies en van het uittreksel alsook, in voorkomend geval, informele schriftelijke commentaren betreffende de schriftelijke opinie in te dienen. Het verzoek tot machtiging om de beschrijving te wijzigen moet binnen dezelfde termijn worden ingediend.
De nieuwe redactie van de conclusies en van het uittreksel, alsook de commentaren, moeten worden voorgelegd op een blad afzonderlijk van de briefwisseling aan de Dienst. De bepalingen van artikel 17 zijn toepasselijk op deze kennisgeving.
Het voorwerp van de kennisgeving moet aangegeven worden op een volledige en duidelijke manier. »
Art. 8.De artikelen 2 tot 4, 6 en 15, eerste lid, van de wet van 6 maart 2007 tot wijziging van de regeling betreffende de aflevering van het uitvindingsoctrooi en het takssysteem inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten treden in werking de dag waarop dit besluit in werking treedt.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
De bepalingen ervan zijn toepasbaar op de octrooiaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2007.
Art. 10.Onze Minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 augustus 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN