Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 april 2013
gepubliceerd op 07 mei 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende akkoord van sociale vrede 2011-2012

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2012200257
pub.
07/05/2013
prom.
17/04/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende akkoord van sociale vrede 2011-2012 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende akkoord van sociale vrede 2011-2012.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 april 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 Akkoord van sociale vrede 2011-2012 (Overeenkomst geregistreerd op 16 juni 2011 onder het nummer 104444/CO/109) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op de arbeid(st)ers die zij tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Duur

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, behalve de artikelen 13 en 14 - die van toepassing zijn tot 30 juni 2013 - en bevat de afspraken geldend gedurende deze periode. HOOFDSTUK III. - Arbeidsvoorwaarden

Art. 3.§ 1. Met ingang van 1 april 2012 wordt het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de maaltijdcheque verhoogd met 0,50 EUR. Vanaf 1 april 2012 heeft derhalve de minimale maaltijdcheque een nominale waarde van 2,80 EUR per maaltijdcheque, waarbij de tussenkomst van de werkgever 1,71 EUR bedraagt en de tussenkomst van de werknemer 1,09 EUR bedraagt.

In de ondernemingen waar de hiervoor bedoelde verhoging met 0,50 EUR op 1 april 2012 niet of niet volledig onder de vorm van maaltijdcheques kan worden toegekend, dient voor het resterende saldo met ingang van 1 april 2012 een gelijkwaardig voordeel te worden toegekend. § 2. In de ondernemingen die tenten vervaardigen, behandelen, herstellen, onderhouden, verhuren, plaatsen of er handel in drijven en die nog geen maaltijdcheques toekennen, diende de verhoging met 0,30 EUR op 1 april 2010 te worden vervangen door een gelijkwaardig voordeel. Dit stelsel kan worden verder gezet, met dien verstande dat in dat geval op 1 april 2012 eveneens een bijkomend voordeel dient te worden toegekend dat gelijkwaardig is aan de verhoging van de maaltijdcheques § 3. De gelijkwaardige voordelen, toegekend in verband met het sectorale stelsel van maaltijdcheques en zoals bedoeld in de voorgaande collectieve arbeidsovereenkomsten in dat verband, dienen verder te worden toegekend. HOOFDSTUK IV. - Conventioneel brugpensioen 1. Voltijds brugpensioen Art.4. Het stelsel van het voltijds conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar, destijds ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 1981, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 1981 en sedertdien verder gezet, laatst bij collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2011, wordt verder gezet gedurende de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2012 volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het conventioneel voltijds brugpensioen voor de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2012.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008 betreffende het brugpensioen vanaf 60 jaar wordt verder gezet gedurende de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2012 volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het conventioneel voltijds brugpensioen voor de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2012.

Art. 5.Het stelsel van het voltijds conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden, ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2008, tot invoering van een regeling van conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden wordt verder gezet gedurende de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012 volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van een regeling van conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden voor de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012.

Art. 6.Het stelsel van het voltijds conventioneel brugpensioen ten guste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij worden ontslagen, ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2008 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij worden ontslagen wordt verder gezet gedurende de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012 volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij worden ontslagen voor de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012. 2. Halftijds brugpensioen Art.7. De collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2008 betreffende het halftijds brugpensioen wordt verder gezet gedurende de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012. HOOFDSTUK V. - Werkgelegenheid

Art. 8.Binnen de sector moet blijvende aandacht gaan naar de tewerkstelling. Het paritair comité vraagt de ondernemingen op een permanente basis, binnen de bestaande overlegorganen, overleg te plegen over de tewerkstellingsevolutie en vooruitzichten. In dit overleg dient plaats te zijn voor een toekomstgericht personeelsbeleid en de toekomstige arbeidsorganisatie. Mits akkoord op het vlak van de onderneming kunnen werknemersafgevaardigden zich laten bijstaan door deskundigen. HOOFDSTUK VI. - Vorming en tewerkstelling

Art. 9.De collectieve arbeids overeenkomst van 29 november 2007Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 29/11/2007 pub. 19/12/2007 numac 2007031530 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de aanpassing van de middelenbegroting van de agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2007 type overeenkomst prom. 29/11/2007 pub. 19/12/2007 numac 2007031531 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de agglomeratie Brussel voor het begrogtingsjaar 2007 sluiten betreffende vorming en tewerkstelling wordt voortgezet tot 31 december 2012 en aangepast om deze in overeenstemming te brengen met de doelstellingen, bedoeld in artikel 24 van de wet van 17 mei 2007 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008.

In de schoot van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) zullen de maatregelen worden overlegd die nodig zijn om een jaarlijkse toename van de participatiegraad aan vorming en opleiding met minstens vijf procentpunt te realiseren.

HOOFDDSTUK VII. - Werkzekerheid

Art. 10.De bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 betreffende de werkzekerheid, de invoering van nieuwe technologieën en de tewerkstelling, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 oktober 1999, blijft verder van toepassing.

De ondertekenende partijen komen overeen dat de procedure zoals vastgelegd in artikel 12 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangepast naar een procedure waarbij het paritair comité uitspraak doet over de klachtendossiers. Een verdubbeling van de sanctie voor de werkgever zal worden voorzien in geval van herhaling van dezelfde inbreuk door dezelfde werkgever. HOOFDSTUK VIII. - Sectorale toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis en ter

Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008 betreffende het tijdskrediet wordt verder gezet gedurende de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012. HOOFDSTUK IX. - Sociaal waarborgfonds

Art. 12.Artikel 3, 3°, 7°, 8° en 9° van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité van het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 27 januari 2010, 9 december 2010 en 7 april 2011 wordt respectievelijk vervangen door de volgende bepalingen : "3° het verrichten van de betaling van de aanvullende vergoeding in het kader van het conventioneel brugpensioen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar, in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij worden ontslagen, in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers vanaf 56 jaar met een loopbaan van 40 jaar en in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 60 jaar, evenals de bijzondere werkgeversbijdragen bedoeld in afdeling 2.A. van hoofdstuk VI van titel XI van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), evenwel onverminderd de bepalingen op dit stuk van de hier genoemde collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende brugpensioen, in overeenstemming met het koninklijk besluit van 29 maart 2010.". "7° het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002 betreffende een bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 2 juli 2003, van 26 mei 2005 (artikel 17) en van 7 april 2011 (artikel 18) en verlengd tot 31 december 2012 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 houdende akkoord van sociale vrede 2011-2012.". "8° het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 betreffende vorming en tewerkstelling.". "9° de uitkering van de bijdrage betaald overeenkomstig artikel 14, § 3 van deze statuten, ter financiering van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie en ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 betreffende vorming en tewerkstelling.".

In hetzelfde artikel 3 wordt een nieuw punt 12° toegevoegd als volgt : "12° de uitkering van een toeslag bij tijdelijke werkloosheid zoals bedoeld in artikel 9 van de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de regering met betrekking tot het interprofessioneel akkoord, overeenkomstig een door de Koning algemeen verbindend te verklaren sectorale collectieve arbeidsovereenkomst over dit onderwerp.".

Art. 13.Artikel 14 van de statuten van het sociaal waarborgfonds, bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, wordt gewijzigd als volgt : " § 1. Het fonds beschikt over de door de werkgevers verschuldigde bijdragen, bedoeld in artikel 15 van deze statuten. § 2. Ter uitvoering van artikel 3, 6° van deze statuten maakt het fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kleding- en confectiebedrijf" een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 januari 2002 tot 30 juni 2013 : 0,29 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. § 3. Ter uitvoering van artikel 3, 9°, van deze statuten maakt het fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 januari 2002 tot 30 juni 2013 : 8,82 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen.".

Art. 14.Artikel 15 van de statuten van het sociaal waarborgfonds, bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, wordt gewijzigd als volgt : "Van 1 januari 2002 tot 30 juni 2013 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 3,4 pct. van de brutolonen van de arbeid(st)ers.".

Art. 15.De aanvullende sociale toelage, bedoeld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001 die overeenkomstig artikel 7 van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" wordt toegekend wordt in de jaren 2011 en 2012 vastgesteld op : - 37,18 EUR voor de rechthebbenden vermeld in artikel 6.6 en 6.7 van de genoemde statuten; - 135 EUR voor de overige rechthebbenden.

De aanvullende werkloosheidsvergoeding, bedoeld in hetzelfde artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001 tot vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage wordt voor de periode van 1 april 2011 tot 31 december 2011 pro rata vastgesteld ten opzichte van de periode van 1 april 2009 tot 31 maart 2010. Derhalve wordt voor de drie genoemde kwartalen van 2011 het vereiste aantal dagen tijdelijke werkloosheid op 7 dagen bepaald en wordt het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding op 60 EUR bepaald.Met ingang van 1 januari 2012 wordt deze aanvullende werkloosheidsvergoeding omgevormd naar het stelsel, beschreven in het hierna volgende artikel.

Art. 16.Met ingang van 1 januari 2012 zullen de arbeid(st)ers per dag tijdelijke werkloosheid, zoals bedoeld in artikel 9 van de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord, dat een nieuwe § 8 invoert in artikel 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, aanspraak kunnen maken op een supplement.

Het supplement, bedoeld in de voornoemde wet wordt voor een deel ten laste gelegd van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", namelijk als volgt : - de eerste 35 dagen tijdelijke werkloosheid per kalenderjaar : 3 EUR per dag; - de volgende 10 dagen tijdelijke werkloosheid per kalenderjaar : 2 EUR per dag.

Zodoende zullen de arbeid(st)ers aanspraak kunnen maken op de hiervoor bedoelde dagvergoedingen, onverminderd de voornoemde wettelijke bepalingen die een minimum supplement voorzien voor alle dagen tijdelijke werkloosheid in de zin van de voornoemde wet. Dit betekent dat de niet in dit artikel genoemde bedragen en dagen ten laste zullen zijn van de individuele werkgever.

De modaliteiten die nodig zijn voor de uitvoering van dit artikel zullen worden vastgesteld in een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 17.Binnen het kader van het beheer van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" worden de volgende twee afspraken verder administratief geregeld : - de franchise, voorzien in de sectorale polis "hospitalisatieverzekering" zal ten laste worden genomen door het sociaal waarborgfonds; - voor de bepaling van de looncompensatie voor de werkgevers, bedoeld in artikel 9 van de collectieve arbeids overeenkomst van 26 mei 1997Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 26/05/1997 pub. 29/07/1997 numac 1997022455 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de sociale vorming en voorlichting, wordt het brutoloon vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,75 voor de werkgeverslasten.

Art. 18.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om in 2011 en 2012 een evaluatie op lange termijn te maken teneinde het financieel evenwicht van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" te behouden, rekening houdende met langlopende verbintenissen en desgevallend de nodige maatregelen te treffen om dit financieel evenwicht te behouden. Tevens zal het actuele gebruik van deze middelen worden besproken en een herschikking worden bestudeerd in het kader van een evenwichtige verdeling van deze middelen. HOOFDSTUK X. - Opzeggingstermijnen

Art. 19.De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002 betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid wordt verlengd tot 31 december 2012.

Hierdoor behoudt de sector een eigen stelsel van verruimde stabiliteit van werkgelegenheid of inkomen via een aanvullende bestaanszekerheidsregeling zoals bedoeld in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december 1999, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Verwijzend naar de bepalingen van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 verklaren de sociale partners uitdrukkelijk dat de bestaande regelingen bestaanszekerheid in de sector een gelijkwaardig voordeel bieden als de langere opzeggingstermijn zoals bepaald door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75. De langere opzeggingstermijnen zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 moeten derhalve in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf niet worden toegepast.

Art. 20.Met ingang van 1 januari 2012 worden de in overeenstemming met artikel 59 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten in de sector bestaande opzeggingstermijnen van respectievelijk 28 dagen en 56 dagen verhoogd als volgt : - minder dan 20 jaar ononderbroken dienst bij dezelfde onderneming : 32 kalenderdagen; - 20 jaar ononderbroken dienst en meer bij dezelfde onderneming : 64 kalenderdagen.

Deze nieuwe minimum opzeggingstermijnen zijn vanaf 1 januari 2012 van toepassing in geval van beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd door de werkgever ten aanzien van alle arbeid(st)ers van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, dus zowel voor arbeidsovereenkomsten die reeds zijn aangevangen vóór 1 januari 2012 als arbeidsovereenkomsten die aanvangen vanaf of na die datum.

Deze nieuwe minimum opzeggingstermijnen zijn evenwel niet van toepassing indien het ontslag wordt betekend, hetzij om een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst vanaf het ogenblik dat de arbeid(st)er de leeftijd heeft bereikt die toegang geeft tot het conventioneel brugpensioen, hetzij om een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst vanaf het ogenblik waarop voor de werknemer het wettelijk pensioen ingaat.

Deze regeling geldt als afspraak, bedoeld in artikel 13, § 3, van de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord.

Deze regeling geldt derhalve als een eigen stelsel van verruimde stabiliteit van werkgelegenheid of inkomen, zoals bedoeld in het voornoemde artikel en in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december 1999, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Deze regeling geldt derhalve tevens als een voorstel van het paritair comité zoals bedoeld in de laatste alinea van het voornoemde artikel 13 van de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten en betekent dat de sociale partners, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf de vaststelling van de toepasselijke opzeggingstermijnen in eigen beheer wensen te houden. HOOFDSTUK XI. - Carenzdag

Art. 21.Met betrekking tot de jaren 2011 en 2012 wordt, voor arbeid(st)ers met een anciënniteit van minstens acht jaar in de onderneming en wanneer het een ziekteperiode betreft van minimum zeven kalenderdagen, per kalenderjaar twee carenzdagen zoals bedoeld in artikel 52, § 1 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten door de werkgever ten laste genomen. HOOFDSTUK XII. - Anciënniteitsverlof

Art. 22.Jaarlijks wordt aan de arbeid(st)ers met een anciënniteit van 20 jaar dienst of meer in de onderneming één dag betaald anciënniteitsverlof toegekend. Onder "anciënniteit" wordt verstaan : ononderbroken dienst bij dezelfde werkgever. Eventuele anciënniteit verworven in een onderneming behorende tot dezelfde groep van ondernemingen waarbij de arbeid(st)er is tewerkgesteld wordt volledig in rekening genomen. HOOFDSTUK XIII. - Syndicale vertegenwoordiging

Art. 23.Artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1976 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomsten van 1 oktober 1979, 22 februari 1989 en 19 april 1991, blijft behouden zoals aangevuld door artikel 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2003 houdende akkoord van sociale vrede 2003-2004. HOOFDSTUK XIV. - Voorbereiding van nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten

Art. 24.Binnen de duurtijd van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst worden de werkzaamheden met betrekking tot een nieuwe functieclassificatie afgerond. Dit houdt in dat afspraken gemaakt worden met betrekking tot de invoering van een nieuwe functieclassificatie en de daaraan verbonden functielonen, uiterlijk op 1 januari 2013.

Art. 25.Met betrekking tot de elektronische maaltijdcheques zal een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst wordt uitgewerkt. HOOFDSTUK XV. - Toepassing van bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten

Art. 26.De ondertekenende partijen bevestigen dat desgevallend op ondernemingsniveau de inhoud van de collectieve arbeids overeenkomst van 26 mei 1997Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 26/05/1997 pub. 29/07/1997 numac 1997022455 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de sociale vorming en voorlichting, laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999 zal besproken worden met het oog op het vermijden van geschillen.

De ondertekenende partijen bevestigen dat de inhoud van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 betreffende de nieuwe arbeidsregelingen de basis is voor eventuele besprekingen op ondernemingsniveau.

De inhoud van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2001 tot coördinatie van de regels inzake tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten wordt aangepast aan het inhoud van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers. HOOFDSTUK XVI. - Verlenging van bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten

Art. 27.Ingevolge het huidige akkoord wordt ook de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden (registratienummer 99183/CO/109) verlengd tot 31 december 2012. HOOFDSTUK XVII. - Verbetering van de werkzaamheidsgraad

Art. 28.De ondertekenende partijen komen overeen om een behoeftenonderzoek op te zetten bij de oudere werknemers in verband met het optrekken van de werkzaamheidsgraad en het uitwerken van een flankerend beleid rond de tewerkstelling van deze groep van medewerkers. HOOFDSTUK XVIII. - Sociale vrede

Art. 29.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale vrede, hetgeen het volgende inhoudt : 1) alle bepalingen betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden worden stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht door de werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de arbeid(st)ers of de werkgevers;2) de werknemersorganisaties en de arbeid(st)ers verbinden er zich toe geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op dat van de onderneming aangezien alle individuele normatieve bepalingen geregeld zijn door deze collectieve arbeidsovereenkomst. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 april 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^