Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 maart 2000
gepubliceerd op 22 maart 2000

Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de eerste wijziging van het beheerscontract gesloten tussen De Post en de Staat

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2000014083
pub.
22/03/2000
prom.
16/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/16/2000014083/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 MAART 2000. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de eerste wijziging van het beheerscontract gesloten tussen De Post en de Staat


ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 28 februari 2000 door de Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties verzocht hem, binen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « houdende goedkeuring van de eerste wijziging van het beheerscontract gesloten tussen De Post en de Staat », heeft op 1 maart 2000 het volgende advies gegeven : Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt de motivering als volgt : « (...) door de dringende noodzaak tot wijziging van het tweede beheerscontract gesloten tussen De Post en de Staat, met het oog op de omvorming van De Post in een naamloze vennootschap van publiek recht, (...) ».

Artikel 3, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven luidt als volgt : « Het beheerscontract is geen akte of regelement bedoeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Alle clausules in het beheerscontract worden geacht contractueel te zijn. ».

Deze bepaling heeft tijdens de parlementaire voorbereiding van deze wet niet tot discussie geleid.

Daaruit volgt dat het beheerscontract en de aanvullende overeenkomsten door de afdeling wetgeving niet behoeven te worden onderzocht daar ze niet van reglementaire aard zijn in de zin van artikel 3, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.

Hetzelfde geldt voor een besluit waarbij zo'n contract of de aanhangsels ervan worden goedgekeurd (1).

De kamer was samengesteld uit : de heren : R. Andersen, kamervoorzitter;

P. Liernardy, P. Quertainmont, staatsraden;

F. Delperée, J.-M. Favresse, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. C. Gigot, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Detroux, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer B. Rongvaux, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer. R. Andersen.

De griffier, C. Gigot.

De voorzitter, R. Andersen. _______ Nota (1) Zie advies L.24.307/9, uitgebracht op 29 maart 1995, over een ontwerp van koninklijk besluit houdende goedkeuring van een avenant aan het eerste Beheerscontract afgesloten tussen de Regie der Posterijen en de Belgische Staat, alsmede nr. L. 27.054/4, uitgebracht op 12 november 1997, over een ontwerp van koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van het beheerscontrat tussen de Belgische Staat en de Regie van telegrafie en telefonie.

16 MAART 2000. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de eerste wijziging van het beheerscontract gesloten tussen De Post en de Staat ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid artikelen 3 tot 6 en 133;

Gelet op artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 november 1996 tot wijziging van de wet van 6 juli 1971 houdende oprichting van De Post en van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1997 houdende goedkeuring van het tweede beheerscontract tussen De Post en de Staat;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 februari 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, geven op 17 februari 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de dwingende noodzaak tot wijziging van het tweede beheerscontract gesloten tussen De Post en de Staat, met het oog op de omvorming van De Post in een naamloze vennootschap van publiek recht;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De eerste wijziging van het tweede beheerscontract gesloten tussen De Post en de Staat, en bijgevoegd aan het onderhavig besluit, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit en de bijlage ervan hebben uitwerking met ingang van de datum van de omvorming van het autonome overheidsbedrijf De Post in een naamloze vennootschap van publiek recht

Art. 3.Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS

Bijlage Eerste wijziging van het tweede beheercontract tussen De Post en de Staat en goedgekeurd bij koninklijk besluit van 10 januari 1997 Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1997 houdende goedkeuring van het tweede beheerscontract gesloten tussen De Post en de Staat;

Gelet op het advies van het Paritair Comité van De Post van 17 februari 2000;

Gelet op de beslissing van de Raad van bestuur van De Post van 18 februari 2000;

Is overeengekomen hetgeen volgt : tussen De Post, autonoom overheidsbedrijf bedoeld door artikel 2 van de wet van 21 maart 1991, hierboven vernoemd, vertegenwoordigd door zijn Directiecomité in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 4, § 2 en 19 van de voornoemde wet en De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister onder wie het overheidsbedrijf De Post ressorteert, overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, § 1, van dezelfde wet : Enig artikel. Aan artikel 6 van het voornoemde beheerscontract, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, dat als volgt luidt : « § 3. Omzetting van De Post in een naamloze vennootschap van publiek recht Gelet op de omvorming van De Post in een naamloze vennootschap van publiek recht en de liberalisering van de postmarkten op Europees vlak, komen de partijen overeen over de noodzaak voor de Regering om de modernisering en het in concurrentie brengen van De Post te begeleiden.

In die zin zal De Post aan de Belgische Staat, in afwijking van de preambule van het tweede beheerscontract, vertegenwoordigd door de Ministerraad, de hiernavolgende documenten voorleggen : 1. Een Masterplan, goedgekeurd door de bestuursorganen van De Post, dat de strategische (onder meer de voorgenomen allianties), industriële, commerciële, financiële en sociale aspecten met betrekking tot de door de Post voorgestelde strategie met het oog op het tegemoetkomen aan de uitdagingen met dewelke het zal worden geconfronteerd tot einde 2005.2. Een « human resources » plan, in verbinding met het Masterplan, na overleg met de organisaties die het personeel vertegenwoordigen. Deze twee documenten zullen ten uitzonderlijke titel, het bedrijfsplan dat De Post in 2000 moet opstellen, vervangen in overeenstemming met de paragrafen 1 en 2 van het onderhavige artikel.

Anderzijds verbindt De Post zich ertoe om, bij elk verzoek om volstorting van fondsen uit de door de Regering voorbehouden enveloppe van BEF 12 miljard, dit verzoek te rechtvaardigen, onder meer door het opstellen van de band tussen de noodzakelijke investeringen en de sociale begeleiding die in uitvoering dient te worden gebracht. » Gedaan te Brussel op 18 februari 2000.

In naam van het autonome Overheidsbedrijf De Post : De gedelegeerd bestuurder, Voorzitter van het Directiecomité, F. ROMBOUTS In naam van de Staat : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 16 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS

^