gepubliceerd op 02 april 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 1974 houdende samenstelling van de commissies belast met het afnemen van examens over de taalkennis voor doctors en licentiaten in de rechten
16 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 1974 houdende samenstelling van de commissies belast met het afnemen van examens over de taalkennis voor doctors en licentiaten in de rechten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, inzonderheid op artikel 43quinquies, gewijzigd bij de wet van 28 juni 1974;
Gelet op de wet van 31 mei 1972 betreffende de wettelijke gevolgen verbonden aan de graad van licentiaat in de rechten;
Gelet op de bepalingen van artikel 1 van het koninklijk besluit van 1 april 1970 tot regeling van de examens waarbij de doctors in de rechten in de gelegenheid gesteld worden te voldoen aan de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 september 1974;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 december 1974 houdende samenstelling van de commissies belast met het afnemen van examens over de taalkennis voor doctors en licentiaten in de rechten, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 mei 1998;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De heer F. Fischer, raadsheer in het Hof van Cassatie, wordt benoemd tot voorzitter van de commissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Franse taal voor doctors en licentiaten in de rechten, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 december 1974, ter vervanging van de heer J.M. Piret, procureur-generaal.
Art. 2.De heer J. Spreutels, advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, wordt benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van de commissie bedoeld in artikel 1 van dit besluit, ter vervanging van de heer F. Fischer.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 1999.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 maart 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS