gepubliceerd op 24 december 2014
Koninklijk besluit tot vastlegging van de voorwaarden en modaliteiten voor de inning en de verdeling van de jaarlijkse aanvullende vergoeding van uitvoerende kunstenaars bepaald in artikel XI.210, § 2, van het Wetboek van economisch recht door een beheersvennootschap
16 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot vastlegging van de voorwaarden en modaliteiten voor de inning en de verdeling van de jaarlijkse aanvullende vergoeding van uitvoerende kunstenaars bepaald in artikel XI.210, § 2, van het Wetboek van economisch recht door een beheersvennootschap
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel XI.210, § 4, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen sluiten;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 29 juli 2014;
Gelet op het advies 56.638/2 van de Raad van State, gegeven op 1 oktober 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de voormelde Richtlijn 2011/77/EU tot wijziging van Richtlijn 2006/116/EG betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten het recht invoert voor sommige uitvoerende kunstenaars op een jaarlijkse aanvullende vergoeding voor ieder volledig jaar direct volgend op het 50ste jaar nadat het fonogram op geoorloofde wijze is gepubliceerd of, indien het fonogram niet op geoorloofde wijze is gepubliceerd, het 50ste jaar nadat het op geoorloofde wijze aan het publiek is medegedeeld;
Overwegende dat krachtens artikel XI.210, § 4, van het Wetboek van economisch recht, de genoemde beheersvennootschap representatief moet zijn voor de uitvoerende kunstenaars en het geldende wetgevende en reglementaire kader moet naleven, onder meer door een billijk en niet-discriminerend beheer van de jaarlijkse aanvullende vergoeding te waarborgen zowel voor de uitvoerende kunstenaars die haar contractueel het beheer van de jaarlijkse aanvullende hebben toevertrouwd, als voor degenen die haar niet contractueel een dergelijk beheer hebben toevertrouwd;
Overwegende dat de beheersvennootschap die de jaarlijkse aanvullende vergoeding moet beheren, een vergunning van de minister moet hebben overeenkomstig artikel XI. 259 van het Wetboek van economisch recht, en het geldende wetgevende en reglementaire kader, en in het bijzonder boek XI van het Wetboek van economisch recht moet naleven;
Overwegende dat het beheer van de jaarlijkse aanvullende vergoeding bedoeld in artikel XI.210, § 2, van het Wetboek van economisch recht moet opgenomen zijn in de statuten van de beheervennootschap;
Op de voordracht van de Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit zet gedeeltelijk Richtlijn 2011/77/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 2006/116/EG betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten om.
Art. 2.Om belast te kunnen worden met de inning en de verdeling van de jaarlijkse aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel XI.210, § 2, van het Wetboek van economisch recht, moet de beheersvennootschap aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° het beheer van de naburige rechten van de uitvoerende kunstenaars in haar statutair doel hebben; 2° het beheer van de jaarlijkse aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel XI.210, § 2, van het Wetboek van economisch recht in haar statutair doel hebben; 3° representatief zijn voor de uitvoerende kunstenaars; 4° vergund zijn door de Minister van Economie overeenkomstig artikel XI.259 van het Wetboek van economisch recht.
Art. 3.§ 1. De beheersvennootschap die belast wordt met het beheer van de bedragen met betrekking tot de jaarlijkse aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel XI.210, § 2 van het Wetboek van economisch recht, identificeert deze bedragen op een duidelijke manier in haar administratieve en in haar boekhoudkundige stukken. § 2. De beheersvennootschap neemt in haar jaarverslag een speciaal verslag over het beheer van de in § 1 bedoelde bedragen op. § 3. De beheersvennootschap neemt de nodige maatregelen om de uitvoerende kunstenaars te identificeren en ze zorgvuldig te informeren over hun recht op een aanvullende jaarlijkse vergoeding.
Zij verdeelt de voornoemde vergoeding op een billijke en niet-discriminatoire wijze tussen uitvoerende kunstenaars die haar contractueel het beheer van de jaarlijkse aanvullende vergoeding hebben toevertrouwd, en degenen die dat beheer niet contractueel hebben toevertrouwd. § 4. De beheersvennootschap waarborgt de uitvoerende kunstenaars een gemakkelijke en transparante toegang tot de informatie over de jaarlijkse aanvullende vergoeding en haar beheer.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
Art. 5.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te 16 december 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, K. PEETERS