Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 april 2023
gepubliceerd op 06 september 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, tot wijziging en coördina-tie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023015250
pub.
06/09/2023
prom.
16/04/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 APRIL 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, tot wijziging en coördina-tie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid" (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 april 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 9 september 2022 onder het nummer 175230/CO/120) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid (PC 120) en op de arbeiders die ze tewerkstellen, met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01) en het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen (PSC 120.03). § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005 tot opheffing van de gecoördineerde statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid" en tot invoering van nieuwe statuten. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt en coördineert de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid".

De gewijzigde en gecoördineerde statuten worden opgenomen in de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Duur van de overeenkomst

Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van onbepaalde duur en treedt in werking op 29 juni 2022, zonder dat zij evenwel afbreuk doet aan de nog geldende bepalingen omtrent de in deze statuten opgenomen aanvullende sociale voordelen, zoals bepaald in eerdere (algemene nationale) collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid (PC 120). § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door elk van de ondertekenende partijen, mits inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de andere ondertekenende partijen. HOOFDSTUK IV. - Algemeen verbindend verklaring

Art. 4.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid I. - Benaming en maatschappelijke zetel

Artikel 1.Deze statuten hebben betrekking op een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid", hierna het "fonds".

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te Gent op het volgende adres : Poortakkerstraat 100, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem). De zetel van het fonds kan bij beslissing van het Paritair Comité voor de textielnijverheid worden overgebracht naar elke andere plaats in België.

II. - Doel

Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1° het innen van de bijdragen, nodig voor zijn werking;2° het innen van de bijdragen in naam en voor rekening van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid" en het "Fonds voor Bestaanszekerheid - Sectoraal Aanvullend Pensioen" (geheroriënteerde bijdrage);3° het innen van de bijdragen in naam en voor rekening van Vacantex vzw met betrekking tot de supplementaire vakantiedagen (Vacantex-dagen);4° het toekennen van de sociale voordelen aan de arbeiders en de uitkering van deze voordelen te verzekeren;5° de terugbetaling aan de werkgevers en/of het ten laste nemen van de aanvullende sociale voordelen voor de arbeiders, vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit;6° het financieren van de opleidings- en tewerkstellingsbevorderende initiatieven voor de arbeiders, georganiseerd door de in het Paritair Comité voor de textielnijverheid vertegenwoordigde organisaties 7° het financieren van sectorale initiatieven in het kader van werkbaar werk;8° de financiering van de syndicale en socioprofessionele vorming van de arbeiders uit de textielnijverheid, evenals van de informatieopdracht met betrekking tot de toepassing van de wettelijke en conventionele bepalingen voor de werkgevers van de textielnijverheid;9° de financiering van de lasten met betrekking tot de verbetering van de industriële relaties en de promotie van werkgelegenheid in de textielnijverheid;10° de bestuurs- en beheerslasten met betrekking tot de uitbetaling van de sociale voordelen aan de vertegenwoordigde organisaties vergoeden. III. - Toepassingsgebied

Art. 4.§ 1. Deze statuten zijn van toepassing op alle textielondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid, met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01) en het Paritair Subcomité voor het vervaardigen en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen (PSC 120.03) (hierna "de arbeider(s)" enerzijds en "de textielonderneming(en)" of "de werkgever(s)" anderzijds). § 2. In afwijking op § 1 hierboven is de afdeling syndicale premie (artikel 5) enkel van toepassing op de arbeiders die lid zijn van één van de in het Paritair Comité voor de textielnijverheid vertegenwoordigde werknemersorganisaties. § 3. In afwijking op § 1 hierboven zijn de artikelen 5 tot en met 13 niet van toepassing op Celanese Production Belgium BV en Celanese BV en de erin tewerkgestelde arbeiders.

IV. - Aanvullende sociale voordelen Sectie I. Syndicale premie - aanvullende sociale toelage - syndicale vorming - internationale solidariteit Afdeling I. - Syndicale premie

Art. 5.§ 1. Aan de arbeiders die zijn gesyndiceerd, wordt jaarlijks een syndicale premie toegekend ten belope van 145 EUR op voorwaarde dat zij tewerkgesteld zijn in een textielonderneming op de referentiedatum, jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer. § 2. De arbeiders die zijn gesyndiceerd, met inbegrip van de langdurig zieken, en die ouder zijn dan of gelijk aan 50 jaar op het ogenblik van de uitdiensttreding en die zijn ontslagen om andere dan dringende redenen, hebben in totaal gedurende 6 jaren recht op de syndicale premie op voorwaarde dat zij gedurende die tijd ononderbroken volledig werkloos of arbeidsongeschikt blijven. § 3. De arbeiders die zijn gesyndiceerd, met inbegrip van de langdurig zieken, en die jonger zijn dan 50 jaar op het ogenblik van de uitdiensttreding en die zijn ontslagen om andere dan dringende redenen, hebben in totaal gedurende 3 jaren recht op de syndicale premie op voorwaarde dat zij gedurende die tijd ononderbroken volledig werkloos of arbeidsongeschikt blijven. § 4. De arbeiders die zijn gesyndiceerd en die toetreden tot het SWT hebben recht op de syndicale premie tot het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en minstens gedurende 6 jaren indien de pensioengerechtigde leeftijd eerder wordt bereikt. § 5. De arbeiders die zijn gesyndiceerd en die met (vervroegd) wettelijk rustpensioen gaan, hebben in totaal gedurende 6 jaren recht op de syndicale premie. § 6. De arbeiders die zijn gesyndiceerd en worden tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd, worden uitgesloten uit de paragrafen 2 tot en met 5 van dit artikel. Zij hebben na het verstrijken van de overeengekomen duur van hun arbeidsovereenkomst of na voortijdig ontslag om andere redenen dan dringende redenen gedurende 1 jaar recht op de syndicale premie op voorwaarde dat zij gedurende die tijd ononderbroken volledig werkloos of arbeidsongeschikt blijven. Afdeling II. - De aanvullende sociale toelage (aanvulling bij de

werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid om economische redenen)

Art. 6.§ 1. De arbeiders hebben in geval van tijdelijke werkloosheid om economische redenen, zoals bedoeld in artikel 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, recht op een supplement of een aanvullende vergoeding die hetzij door de werkgever, hetzij door het fonds ten laste wordt genomen, waarvan het overzicht er als volgt uitziet :

Période couverte par l'allocation sociale supplémentaire


période 1 : jour 1 - 6 = 6 jours (semaine 6 jours)

période 2 : jour 7 - 60 = 54 jours (semaine 6 jours)

période 3 : jour 61 - 86 = 26 jours (semaine 6 jours)

période 4 : à partir du jour 87 (semaine 6 jours)

2,50 EUR/jour (semaine 6 jours) 3,00 EUR/jour (semaine 5 jours)

6,12 EUR/jour (semaine 6 jours)

6,12 EUR/jour (semaine 6 jours)

2,50 EUR/jour (semaine 6 jours) 3,00 EUR/jour (semaine 5 jours)

à charge de l'employeur

à charge du fonds

5,46 EUR/jour (semaine 6 jours) à charge de l'employeur 0,66 EUR/jour (semaine 6 jours) à charge du fonds

à charge de l'employeur

Periode gedekt door de aanvullende sociale toelage


periode 1 : dag 1 - 6 = 6 dagen (6 dagen-week)

periode 2 : dag 7 - 60 = 54 dagen (6 dagen-week)

periode 3 : dag 61 - 86 = 26 dagen (6 dagen-week)

periode 4 : vanaf dag 87 (6 dagen-week)

2,50 EUR/dag (6 dagen-week) 3,00 EUR/dag (5 dagen-week)

6,12 EUR/dag (6 dagen-week)

6,12 EUR/dag (6 dagen-week)

2,50 EUR/dag (6 dagen-week) 3,00 EUR/dag (5 dagen-week)

ten laste van werkgever

ten laste van fonds

5,46 EUR/dag (6 dagen-week) ten laste van werkgever 0,66 EUR/dag (6 dagen-week) ten laste van fonds

ten laste van werkgever


De werkgever betaalt voor elke dag tijdelijke werkloosheid om economische redenen 3,00 EUR/dag (vijfdagenweek). Dit bedrag bevat het supplement bedoeld in artikel 51, § 8 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. § 2. Periode 1 en periode 4 worden geregeld door artikel 51, § 8 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, alsook de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten binnen het Paritair Comité van de textielnijverheid. Dit supplement van 3 EUR/dag (vijfdagenweek) of 2,50 EUR/dag (zesdagenweek) is ten laste van de werkgever. § 3. Periode 2 en periode 3 : aan de arbeiders wordt een aanvulling bij de werkloosheidsvergoeding toegekend vanaf de zevende dag van tijdelijke werkloosheid om economische redenen en dit voor maximum 80 dagen (zesdagenweek) van tijdelijke werkloosheid om economische redenen per refertedienstjaar (dat loopt van 1 juli van een jaar tot en met 30 juni van het daarop volgende jaar). Deze aanvulling bij de werkloosheidsvergoeding bedraagt 6,12 EUR per dag (zesdagenweek).

Deze aanvulling bij de werkloosheidsvergoeding is volledig ten laste van het fonds voor de 7de tot en met de 60ste dag (periode 2). Vanaf de 61ste dag tot en met de 86ste dag (periode 3) is 5,46 EUR per dag (zesdagenweek) ten laste van de werkgever en 0,66 EUR per dag (zesdagenweek) ten laste van het fonds.

Art. 7.In de loop van de maand december van het betrokken kalenderjaar doet het fonds de afrekening ter attentie van de arbeider en de werkgever : - Aan de arbeider betaalt het fonds voor elke dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen in de in artikel 6 bedoelde periode 2 en periode 3 van het betrokken kalenderjaar een aanvulling bij de werkloosheidvergoeding van 3,62 EUR; - Aan de werkgever stort het fonds voor elke dag (zesdagenweek) van tijdelijke werkloosheid om economische redenen in de in artikel 6 bedoelde periode 2 van het betrokken refertejaar een bedrag van 2,50 EUR terug. Van dit bedrag zal, desgevallend, het bedrag van 2,96 EUR per dag (zesdagenweek) in mindering gebracht worden voor de dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen die zich situeren in de in artikel 6 bedoelde periode 3 van het betrokken refertejaar. Afdeling III. - Uitsluiting van de syndicale premie en de aanvulling

bij de werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid om economische redenen

Art. 8.§ 1. Bij niet-naleving van de verbintenissen inzake sociale vrede, aangegaan krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, kunnen de arbeiders uitgesloten worden van het recht op de syndicale premie zoals bepaald in artikel 5 van deze statuten en de aanvullende sociale toelage zoals bepaald in artikel 6 van deze statuten. § 2. Deze uitsluiting geschiedt van rechtswege tegenover de arbeiders die deelnemen aan een staking die langer duurt dan een kalenderdag, dit evenwel indien de staking is uitgebroken zonder de inachtneming van de procedureregels bepaald door het huishoudelijk reglement van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en door de collectieve arbeidsovereenkomst inzake het statuut van de vakbondsafvaardiging, en voor zover de staking niet het gevolg is van het niet naleven van de bestaande overeenkomsten door de werkgever. § 3. In de andere gevallen wordt de uitsluiting en de draagwijdte ervan, die in verhouding moet zijn tot de belangrijkheid van het niet naleven van de sociale vrede, door het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de textielnijverheid beslist. Afdeling IV. - Syndicale vorming

Art. 9.Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1974 houdende ordening van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 10 december 1971 en 5 mei 1974 inzake de vorming ingericht door de vakorganisaties, stort het fonds aan de werkgevers een bedrag terug overeenstemmend met het loon en de hierop verschuldigde patronale sociale lasten vastgesteld op 50 pct., die aan de arbeiders werd betaald voor de afwezigheid op het werk voor het volgen van vormingscursussen in het kader van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1974. Afdeling V. - Internationale solidariteit

Art. 10.Voor de jaren 2021 en 2022 wordt door het fonds een bedrag dat overeenstemt met een patronale bijdrage van 0,05 pct. van de brutolonen aan 100 pct. ter beschikking gesteld van de drie werknemersorganisaties binnen het Paritair Comité voor de textielnijverheid, voor het bevorderen van de internationale solidariteit. De verhoudingsgewijze toewijzing van dit bedrag gebeurt op dezelfde manier als voorzien door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst 2001-2002. Afdeling VI. - Financiering sectie I

Art. 11.Voor de financiering van de syndicale premie, de aanvullende sociale toelage, de syndicale vorming en de bevordering van de internationale solidariteit, zoals voorzien onder sectie I, wordt door het fonds een patronale bijdrage geïnd van 2,15 pct. op de brutolonen aan 100 pct.

Sectie II. - Aanvullende vakantievergoeding Afdeling I. - De aanvullende vakantievergoeding

Art. 12.§ 1. Aan de arbeiders wordt een aanvullende vakantievergoeding toegekend. § 2. Het bedrag vóór de bedrijfsvoorheffing van deze aanvullende vakantievergoeding is vastgesteld op 8,4 pct. van de lonen aan 108 pct. verdiend tijdens de referteperiode gaande over het tweede, derde en vierde kwartaal van het voorgaande kalenderjaar en het eerste kwartaal van het lopende kalenderjaar.

Gelet op de hierboven vermelde referteperiode wordt de actualiseringscoëfficiënt van de refertejaarlonen waarop de aanvullende vakantievergoeding van 8,4 pct. wordt berekend, vastgesteld op 1,012. Deze actualiseringscoëfficiënt heeft tot doel de evolutie van de lonen te dekken voor de tijdspanne gelegen tussen de referteperiode en de uitbetaling van de aanvullende vakantievergoeding. § 3. De dagen waarop de arbeidsovereenkomst geschorst is omwille van arbeidsongeschiktheid, worden gelijkgesteld met effectieve prestaties op de wijze bepaald in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der werknemers. Voor deze gelijkgestelde dagen gebeurt de berekening van de aanvullende vakantievergoeding op het fictief referteloon dat vastgelegd is op 24,79 EUR per gelijkgestelde dag. § 4. Op de toegekende aanvullende vakantievergoeding wordt door het fonds dezelfde forfaitaire, fiscale inhouding gedaan als deze van toepassing op het wettelijk vakantiegeld. Afdeling II. - Financiering van de aanvullende vakantievergoeding

Art. 13.Voor de financiering van de aanvullende vakantievergoeding wordt door het fonds een patronale bijdrage geïnd van 9,60 pct. op de brutolonen aan 100 pct.

Sectie III. - Opleiding

Art. 14.De raad van beheer zal jaarlijks een enveloppe vastleggen voor het sectoraal opleidingsgebeuren. Die enveloppe kan de globale werkgeversbijdrage zoals bepaald in artikel 15 van deze statuten niet overstijgen.

Art. 15.Tijdens de jaren 2021 en 2022 wordt door het fonds een patronale bijdrage geëind van 0,30 pct. van de brutolonen aan 108 pct.

Deze bijdrage is per kwartaal verschuldigd en wordt gebruikt voor de vorming en opleiding van risicogroepen overeenkomstig de betreffende collectieve arbeidsovereenkomst.

Sectie IV. - Werkbaar werk

Art. 16.§ 1. Tijdens de jaren 2021 en 2022 wordt door het fonds een patronale bijdrage geëind van 0,10 pct. van de brutolonen aan 100 pct.

Deze bijdrage is per kwartaal verschuldigd. § 2. Deze middelen worden aangewend volgens de modaliteiten bepaald door de raad van beheer van het fnds voor de ondersteuning van projecten in de textielondernemingen met betrekking tot werkbaar werk en de dienstverlening, begeleiding en projectmatige ondersteuning vanuit Cobot vzw en Cefret asbl.

Art. 17.§ 1. In het kader van het sectoraal beleid inzake werkbaar werk, wordt een sectorale omkadering van de zachte landingsbanen voorzien, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 9 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/01/2018 pub. 25/01/2018 numac 2018200294 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. § 2. De arbeider die overschakelt naar een zachte landingsbaan, zoals bedoeld in artikel 29 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019, gesloten binnen het Paritair Comité voor de textielnijverheid, en verlengd tot 31 december 2022 door artikel 17 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, zal gedurende 12 maanden te rekenen vanaf het ogenblik van de overstap een degressieve tussenkomst in het netto loonverlies genieten ten laste van het fonds. § 3. Het bedrag van deze degressieve tussenkomst is als volgt vastgesteld door artikel 17 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid :

Perte de salaire net

Intervention/mois

Netto loonverlies

Tussenkomst/maand

1er au 4ème mois inclus après la transition

100 EUR

1ste tot en met 4de maand na overschakeling

100 EUR

5ème au 8ème mois inclus après la transition

75 EUR

5de tot en met 8ste maand na overschakeling

75 EUR

9ème au 12ème mois inclus après la transition

50 EUR

9de tot en met 12de maand na overschakeling

50 EUR


De betaling van deze tussenkomst aan de betrokken arbeider gebeurt volgens de modaliteiten vastgesteld door de raad van beheer van het fonds.

V. - Inning

Art. 18.§ 1. De werkgeversbijdragen worden door het fonds geïnd en ingevorderd. § 2. De werkgeversbijdrage wordt op trimestriële basis geïnd en wordt berekend op de brutolonen van het tweede, derde en vierde kwartaal van het voorgaande jaar en het eerste kwartaal van het lopende jaar. § 3. De werkgeversbijdragen zijn op trimestriële basis verschuldigd.

De werkgevers moeten ervoor zorgen dat deze uiterlijk op de volgende vervaldata effectief op de bankrekening van het fonds staan : - tweede kwartaal van het voorgaande jaar : 15 februari van het lopende jaar; - derde kwartaal van het voorgaande jaar : 15 mei van het lopende jaar; - vierde kwartaal van het voorgaande jaar : 15 augustus van het lopende jaar; - eerste kwartaal van het lopende jaar : 15 november van het lopende jaar.

Indien een vervaldag samenvalt met een inactiviteitsdag (wettelijke feestdag, zaterdag of zondag), wordt deze verschoven naar de eerstvolgende werkdag.

Art. 19.§ 1. Bij laattijdige betaling is de werkgever voor elk kwartaal waarop de bijdragen betrekking hebben, vanaf de eerste dag volgend op de in artikel 18 bepaalde vervaldag, verplicht een verhoging van 10 pct. op het bedrag van de verschuldigde werkgeversbijdragen te betalen, verhoogd met een nalatigheidsintrest gelijk aan deze van toepassing op de RSZ-bijdragen, zonder dat hiervoor een ingebrekestelling vereist is. § 2. Zowel voor de inning van de bijdragen als voor de betaling van de sociale vergoedingen geldt de verjaringstermijn toegepast door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 20.Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, kunnen de percentages van de bijdragenvoeten van de werkgeversbijdragen slechts gewijzigd worden bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 21.In geen geval mag de betaling van de in deze statuten bepaalde aanvullende sociale voordelen door het fonds aan de arbeiders, afhankelijk worden gesteld van de storting van de bijdragen die door de werkgever verschuldigd zijn.

Art. 22.§ 1. De werkgeversbijdragen die het fonds int in naam en voor rekening van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid" (met inbegrip van het geheroriënteerde deel ervan, bestemd voor de financiering van het sectoraal aanvullend pensioenstel voor de arbeiders van het Paritair Comité voor de textielnijverheid), worden geïnd overeenkomstig de bijdragevoeten en de modaliteiten zoals bepaald in de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid". § 2. De werkgeversbijdragen die het fonds int in naam en voor rekening van Vacantex vzw, bestemd voor de financiering van de supplementaire vakantiedagen (Vacantex-dagen), worden geïnd overeenkomstig de bijdragevoet en de modaliteiten zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de aanwending van de bijkomende loonmatiging voor de tewerkstelling.

VI. - Beheer

Art. 23.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer die paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgevers en de arbeiders, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de textielnijverheid. Deze raad bestaat uit veertien leden, met name : zeven vertegenwoordigers van de werkgevers en zeven vertegenwoordigers van de arbeiders.

De leden van de raad van beheer worden aangeduid door het Paritair Comité voor de textielnijverheid onder de gewone of de plaatsvervangende leden van dit comité. Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van het Paritair Comité voor de textielnijverheid. In dat geval worden zij vervangen door een lid van het Paritair Comité voor de textielnijverheid dat behoort tot dezelfde groep als het lid van wie het mandaat een einde nam.

Art. 24.leder jaar duidt de raad van beheer onder de leden van de raad van beheer een voorzitter en twee ondervoorzitters aan. Er zal voor het voorzitterschap en het eerste ondervoorzitterschap een beurtregeling worden toegepast onder de vertegenwoordigers van de werkgevers en van de arbeiders. De tweede ondervoorzitter behoort steeds tot de groep van de vertegenwoordigers van de arbeiders.

Art. 25.De raad van beheer vergadert minstens éénmaal per kwartaal en telkens wanneer twee leden van de raad erom verzoeken. De uitnodigingen moeten de agenda vermelden. De notulen worden opgemaakt door de administratie van het fonds en ondertekend door diegene die de vergadering heeft voorgezeten.

De uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders.

De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. De stemming is geldig indien eraan deelgenomen wordt door ten minste één lid van iedere groep en op voorwaarde dat het ter stemming gebrachte punt duidelijk vermeld werd op de agenda van de bijeenroeping van de vergadering.

Art. 26.De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor zijn goede werking.

Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer van het fonds. Hij treedt in rechte op in naam van het fonds.

Art. 27.De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden aan één of meer van zijn leden of aan derden overdragen. Voor alle andere handelingen dan die waarvoor door de raad van beheer bijzondere opdrachten werden gegeven, volstaat de gezamenlijke handtekening van twee leden van de raad van beheer, één van iedere groep, opdat het fonds geldig vertegenwoordigd zou zijn tegenover derden, zonder dat zij enige rechtvaardiging aan derden hoeven voor te leggen van voorafgaande beraadslaging of machtiging.

Art. 28.De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ten gevolge van de uitvoering van hun mandaat van beheerder, ten opzichte van de verbintenissen van het fonds.

VII. - Begrotingen en rekeningen

Art. 29.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.

Art. 30.Elk jaar, uiterlijk tijdens de maand december, wordt een begroting voor het volgende jaar ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de textielnijverheid voorgelegd.

Art. 31.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar afgesloten. De boekhouding wordt gevoerd en de jaarrekeningen worden opgesteld in overeenstemming met het koninklijk besluit van 15 januari 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/1999 pub. 10/02/1999 numac 1999012060 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de Fondsen voor bestaanszekerheid sluiten betreffende de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de fondsen voor bestaanszekerheid.

VIII. - Toezicht

Art. 32.De raad van beheer, alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid door het Paritair Comité voor de textielnijverheid aangewezen revisor, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.

Art. 33.De jaarrekening, het jaarverslag en het verslag van de revisor dienen uiterlijk tijdens de maand juni ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de textielnijverheid voorgelegd te worden.

IX. - Ontbinding en vereffening

Art. 34.Het fonds kan slechts ontbonden worden bij éénparige beslissing van het Paritair Comité voor de textielnijverheid.

Art. 35.Ingeval bij de ontbinding van het fonds gelden beschikbaar blijven, wijst het Paritair Comité voor de textielnijverheid de vereffenaars aan, bepaalt hun bevoegdheden en bezoldiging en beslist over de bestemming van het overblijvende vermogen van het fonds (na vereffening van alle schulden). Deze bestemming zal zo nauw mogelijk aansluiten bij het doel waarvoor het fonds werd opgericht, zoals bepaald in artikel 3 van deze statuten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^