gepubliceerd op 07 juni 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen
15 MEI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het verzekeringswezen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het verzekeringswezen Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2017 Statuut van de vakbondsafvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 6 maart 2017 onder het nummer 138201/CO/306) Inleiding In uitvoering van het sectorakkoord 2015-2016 van 18 januari 2016 (artikel 17) hebben de sociale partners deze collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten.
De (in de originele overeenkomst van 5 december 1977) aangebrachte wijziging hebben tot doel de verkiezingen van de (bestaande) vakbondsafvaardigingen te laten samenvallen met de sociale verkiezingen voor de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk (die elke 4 jaar plaatsvinden).
In artikel 12 hebben de sociale partners echter de mogelijkheid open gelaten om nieuwe afgevaardigden aan te duiden tijdens het mandaat.
Normaal loopt het mandaat af de dag van de volgende sociale verkiezingen. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het verzekeringswezen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft betrekking op het statuut van de vakbondsafvaardigingen die representatief zijn voor het gehele personeel; wat de oprichting van de vakbondsafvaardigingen betreft, die representatief zijn voor het georganiseerd personeel, doet zij geen afbreuk aan de toepassing van de op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het personeel der ondernemingen; deze collectieve arbeidsovereenkomst werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 juli 1971. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2.De werkgevers van de verzekeringsondernemingen die ten minste honderd werknemers tewerkstellen, alsook de werkgevers van de verzekeringsondernemingen die vijftig tot negenennegentig werknemers tewerkstellen en in welke ondernemingen een comité voor preventie en bescherming op het werk bestaat, erkennen dat al hun personeelsleden het recht hebben zich bij hen te laten vertegenwoordigen door een vakbondsafvaardiging waarvan het statuut bij deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt geregeld.
Onder "onderneming", in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet worden verstaan : de zetel of het filiaal; de technische bedrijfseenheid wordt als één enkele onderneming beschouwd, zelfs indien zij uit verschillende juridische entiteiten is samengesteld, voor zover hun personeel zich in éénzelfde gebouw bevindt en éénzelfde administratieve directie heeft.
Zulk een afvaardiging wordt opgericht op verzoek van één of verschillende werknemersorganisaties die representatief zijn voor het personeel van de onderneming.
Ingeval de werkgever de representativiteit voor het ondernemingspersoneel van één of verschillende eisende organisaties betwist, wordt het personeel verzocht zich door een referendum, bij eenvoudige meerderheid, uit te spreken over zijn wens om door de geëiste vakbondsafvaardiging te worden vertegenwoordigd.
Te dien einde vult het personeel het referendumbulletin in, waarvan het model als bijlage wordt overgenomen, en steekt het in de omslag welke er is bijgevoegd.
Alle maatregelen worden getroffen opdat de meest volledige geheimhouding betreffende dit referendum in acht zal worden genomen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "werknemers" verstaan : al de personen gebonden door een arbeidsovereenkomst, die afhankelijk zijn van de technische bedrijfseenheid in kwestie, met inbegrip van de inspecteurs en de agenten.
Art. 3.De representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties betuigen instemming met de volgende principes : - de werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een gewettigd gezag van de ondernemingshoofden en rekenen het zich tot een eer hun werk nauwgezet te verrichten; - de werkgevers ontzien de waardigheid van de werknemers en rekenen het zich tot een eer hen rechtvaardig te behandelen. Zij verbinden zich ertoe hun vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming direct noch indirect te hinderen.
Art. 4.De B.V.V.O. Beroepsverening der Belgische en buitenlandse verzekeringsondernemingen in België werkzaam) verbindt zich ertoe haar leden aan te bevelen geen enkele druk uit te oefenen op het personeel om het te verhinderen zich bij een werknemersorganisatie aan te sluiten, en aan het niet-aangesloten personeel geen andere voorrechten dan aan het aangesloten personeel toe te kennen.
De representatieve werknemersorganisaties verbinden zich ertoe, onder eerbiediging van de vrijheid van verlenging, aan hun afgevaardigden aan te bevelen in de ondernemingen de paritaire betrekkingen naar de geest van deze collectieve arbeidsovereenkomst na te leven.
Art. 5.De representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe hun aangeslotenen aan te bevelen : - respectievelijk de ondernemingshoofden en de vakbondsafgevaardigden te verzoeken in alle omstandigheden blijk te geven van zin voor rechtvaardigheid, billijkheid en verzoeningsgezindheid wat bepalend is voor de goede arbeidsbetrekkingen in de onderneming; - ervoor te zorgen dat dezelfde personen de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement naleven en hun inspanningen bundelen opdat het zal worden in acht genomen.
Art. 6.De representatieve werknemersorganisaties verbinden zich ertoe : - het onderling eens te worden, en daartoe eventueel een beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, over de aanwijzing of de verkiezing van een gemeenschappelijke vakbondsafvaardiging in de ondernemingen met inachtneming van het aantal leden dat zij moet tellen en dat elke vertegenwoordigde organisatie, naar verhouding van haar aantal aangeslotenen, toekomt; - ervoor te zorgen dat de aangewezen afgevaardigden of de voorgedragen kandidaten worden gekozen met inachtneming van het gezag dat zij bij het uitoefenen van hun functie alsook voor hun bevoegdheid zullen moeten hebben. HOOFDSTUK III. - Samenstelling en aanwijzing
Art. 7.A. Oprichting van een vakbondsafvaardiging De aanvraag om oprichting van een vakbondsafvaardiging wordt door ten minste één van de representatieve werknemersorganisaties schriftelijk bij het ondernemingshoofd ingediend.
Binnen acht dagen na de ontvangst van deze aanvraag brengt de werkgever de B.V.V.O. hiervan op de hoogte en deelt hij eventueel mee dat hij de organisatie van een referendum eist, zoals wordt bepaald bij artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Binnen een termijn van acht dagen vanaf het verstrijken van de termijn voorzien in de vorige alinea licht de B.V.V.O. de overige representatieve werknemersorganisaties hierover in. Deze inlichting vermeldt de eventuele inrichting van een referendum alsook de data van de procedure beschreven in de volgende alinea's en in artikel 9. De B.V.V.O. deelt deze inlichtingen tevens mede aan de eisende organisatie en aan de werkgever.
Het referendum waarvan sprake is in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt georganiseerd door de betrokken partijen binnen de 15 dagen volgend op het verstrijken van de termijn van 8 dagen waarvan sprake in de derde alinea van onderhavig artikel.
Binnen de 30 dagen volgend op het verstrijken van de termijn bedoeld in alinea 3 of van de termijn van 15 dagen bedoeld in alinea 4 ingeval van een positieve uitslag van het referendum, geven de vakorganisaties andere dan de eisende organisatie aan de B.V.V.O. te kennen of zij afgevaardigden wensen voor te dragen.
Binnen 8 dagen volgend op het verstrijken van de termijn van 30 dagen waarvan sprake in de vorige alinea licht de B.V.V.O. desgevallend de werkgever en de eisende vakorganisatie in over het voornemen van de andere organisaties afgevaardigden voor te dragen.
B. Vernieuwing van een vakbondsafvaardiging De vakbondsafvaardigingen worden elke vier jaar vernieuwd.
De vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen valt samen met de sociale verkiezingen. In dit geval vangt de verkiezingskalender aan met de aanplakking van de datum der verkiezingen en loopt hij verder gelijk met deze voor de sociale verkiezingen.
Art. 8.A. De vakbondsafvaardigingen opgericht krachtens deze collectieve arbeidsovereenkomst en ter vervanging van een personeelsafvaardiging die werkt volgens het statuut van 1 maart 1968 tellen het volgende aantal leden : - 4 gewone afgevaardigden en 4 plaatsvervangende afgevaardigden voor 50 tot 150 werknemers; - 5 gewone afgevaardigden en 5 plaatsvervangende afgevaardigden voor 151 tot 250 werknemers; - 6 gewone afgevaardigden en 6 plaatsvervangende afgevaardigden voor 251 tot 400 werknemers; - 7 gewone afgevaardigden en 7 plaatsvervangende afgevaardigden voor 401 tot 600 werknemers; - 8 gewone afgevaardigden en 8 plaatsvervangende afgevaardigden voor 601 tot 800 werknemers; - 9 gewone afgevaardigden en 9 plaatsvervangende afgevaardigden voor meer dan 800 werknemers.
B. De vakbondsafvaardigingen die werken overeenkomstig deze collectieve arbeidsovereenkomst en de personeelsafvaardigingen die werken volgens het statuut van 1 maart 1968, en die vanaf 1 januari 1973 zijn opgericht, zonder een vroegere bestaande afvaardiging te vervangen, tellen het volgende aantal leden : - 3 gewone afgevaardigden en 3 plaatsvervangende afgevaardigden voor 50 tot 150 werknemers; - 4 gewone afgevaardigden en 4 plaatsvervangende afgevaardigden voor 151 tot 250 werknemers; - 5 gewone afgevaardigden en 5 plaatsvervangende afgevaardigden voor 251 tot 400 werknemers; - 6 gewone afgevaardigden en 6 plaatsvervangende afgevaardigden voor 401 tot 600 werknemers; - 7 gewone afgevaardigden en 7 plaatsvervangende afgevaardigden voor 601 tot 800 werknemers; - 8 gewone afgevaardigden en 8 plaatsvervangende afgevaardigden voor 801 tot 1 000 werknemers; - 9 gewone afgevaardigden en 9 plaatsvervangende afgevaardigden voor meer dan 1 000 werknemers.
C. Om geldig te zijn samengesteld moet de vakbondsafvaardiging steeds ten minste twee afgevaardigden tellen.
Art. 9.De representatieve werknemersorganisaties komen overeen, de afgevaardigden aan te wijzen naar rata van hun respectievelijk aantal aangeslotenen in iedere zetel of filiaal.
Indien hierover een overeenkomst wordt bereikt, zendt ieder van hen aan het ondernemingshoofd de lijst van de afgevaardigden die zij heeft aangewezen toe. Deze mededeling dient te gebeuren binnen de 30 dagen volgend op het verstrijken van de termijn van 30 dagen bedoeld in alinea 5 van artikel 7, A ingeval van oprichting van een vakbondsafvaardiging.
Wanneer tussen de representatieve werknemersorganisaties geen akkoord wordt bereikt over de verdeling van de mandaten, worden verkiezingen gehouden. De eisende organisatie licht de werkgever hierover in eveneens binnen de 30 dagen volgend op het verstrijken van de termijn van 30 dagen voorzien in alinea 5 van artikel 7, A. In dit geval wordt de kalender gevolgd die van toepassing is bij de verkiezingen voor de oprichting van de comités voor preventie en bescherming op het werk. De aanplakking van de datum der verkiezingen geschiedt binnen de 8 dagen na het verstrijken van de termijn van 30 dagen voorzien in alinea 3 (zo gewijzigd door artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 1987, koninklijk besluit van 11 december 1987, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1988).
Art. 10.Om als vakbondsafgevaardigde te kunnen worden aangewezen, moeten de leden aan de volgende voorwaarden voldoen : a. ten minste éénentwintig jaar oud zijn (iedere representatieve werknemersorganisatie mag maximaal één van de afgevaardigden aanwijzen onder de werknemers van achttien tot twintig jaar);b. één jaar werkelijke aanwezigheid hebben in de onderneming;c. zich niet in een opzeggingsperiode bevinden.
Art. 11.(...) Artikel opgeheven door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2017.
Art. 12.Het mandaat van de vakbondsafgevaardigde eindigt : a. wanneer het normaal verstrijkt;b. door ontslag waarvan aan de werkgever schriftelijk kennis wordt gegeven door de representatieve werknemersorganisatie die hem heeft voorgedragen;c. door ontslag van de afgevaardigde, schriftelijk medegedeeld aan de werkgever, die de representatieve werknemersorganisatie verwittigt die de afgevaardigde heeft voorgedragen;d. wanneer de afgevaardigde niet meer behoort tot de onderneming;e. wanneer de afgevaardigde geen lid meer is van de representatieve werknemersorganisatie waarvan hij lid was op het ogenblik van zijn aanwijzing. Wanneer aan het mandaat van een afgevaardigde een einde wordt gemaakt om één van de hierboven aangehaalde redenen, andere dan die welke vermeld zijn onder a, staat het aan de betrokken representatieve werknemersorganisatie een nieuwe afgevaardigde aan te wijzen. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid en werking
Art. 13.Onder voorbehoud van de handhaving van andere bestaande procedures, moet iedere individuele klacht aan het ondernemingshoofd of aan zijn plaatsvervanger langs de hiërarchische weg worden voorgelegd. Op zijn verzoek, mag de werknemer door een vakbondsafgevaardigde van zijn keuze worden bijgestaan.
De klachten waaraan binnen een normale termijn niet is tegemoetgekomen op de wijze(n) vermeld in het vorige lid, kunnen daarna aan het ondernemingshoofd of aan zijn plaatsvervanger opnieuw worden voorgelegd door de vakbondsafvaardiging.
Art. 14.De vakbondsafvaardiging wordt, op haar verzoek, door het ondernemingshoofd of zijn plaatsvervanger ontvangen in geval van een in de onderneming gerezen of dreigend collectief geschil betreffende : a. de overtreding van de fundamentele principes vermeld in de hierboven aangehaalde artikelen 3 tot 6;b. de toepassing van de sociale wetten, van het arbeidsreglement en van de individuele arbeidsovereenkomsten;c. de toepassing op de personeelsleden van de loonschalen en classificatieregels die van kracht zijn in de sector verzekeringen.
Art. 15.Ingeval de in de artikelen 13 en 14 bedoelde tussenkomst zonder gevolg blijft, mag, op initiatief van de bevoegde beroepsorganisatie, een beroep worden gedaan op de directie van de onderneming of op het Paritair Comité voor het verzekeringswezen.
In dit laatste geval, maakt de voorzitter de zaak zo spoedig mogelijk aanhangig bij het beperkt verzoeningscomité. HOOFDSTUK V. - Statuut van de afgevaardigden
Art. 16.De leden van de vakbondsafvaardiging moeten de wettelijke voorschriften betreffende de arbeidsovereenkomst verder naleven. Zij blijven verder in aanmerking komen voor de normale mogelijkheden van bevordering en verhoging in graad.
Art. 17.De vakbondsafvaardiging mag mondeling of schriftelijk alle mededelingen doen welke nuttig zijn voor het personeel, zonder dat zulks de organisatie van het werk mag verstoren.
Deze mededelingen moeten verband houden met het beroep of de vakbond.
Informatievergaderingen voor het personeel van de onderneming mogen in de werkplaats en gedurende de werkuren worden georganiseerd door de vakbondsafvaardiging, zo de werkgever hierin toestemt. Hij mag niet willekeurig toestemming weigeren.
Art. 18.De leden van de vakbondsafvaardiging mogen niet worden ontslagen om redenen welke eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat.
De werkgever die voornemens is een vakbondsafgevaardigde om welke reden ook, met uitzondering van dringende reden, te ontslaan, stelt de vakbondsafvaardiging hiervan vooraf in kennis alsook de representatieve werknemersorganisatie die deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze kennisgeving geschiedt bij aangetekend schrijven en heeft uitwerking op de derde dag na de verzendingsdatum.
De betrokken representatieve werknemersorganisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om te kennen te geven dat zij de geldigheid van het voorgenomen ontslag weigert te erkennen; deze mededeling geschiedt bij aangetekend schrijven.
De termijn van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop de door de werkgever toegezonden brief uitwerking heeft.
Indien de representatieve werknemersorganisatie hierop niet reageert, moet dit worden beschouwd als een erkenning van de geldigheid van het voorgenomen ontslag.
Indien de representatieve werknemersorganisatie weigert de geldigheid van het voorgenomen ontslag te erkennen, mag de meest gerede partij het geval aan het verzoeningsbureau van het paritair comité voorleggen. De maatregel tot ontslag mag niet worden uitgevoerd tijdens deze procedure.
Indien het verzoeningsbureau geen éénparige beslissing heeft kunnen nemen binnen dertig dagen na de aanvraag om tussenkomst, wordt het geschil betreffende de geldigheid van de redenen welke door de werkgever worden aangevoerd ter rechtvaardiging van het ontslag aanhangig gemaakt bij de arbeidsrechtbank.
Art. 19.Ingeval van ontslag om dringende reden van een vakbondsafgevaardigde, moet de vakbondsafvaardiging hieromtrent onmiddellijk worden ingelicht.
Art. 20.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in de volgende gevallen : 1. indien hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat, zonder de bij artikel 18 bepaalde procedure na te leven;2. indien aan het einde van deze procedure de geldigheid van de redenen van het ontslag, rekening houdend met de bepaling van artikel 18, eerste lid, door het verzoeningsbureau of de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3. indien de werkgever een vakbondsafgevaardigde heeft ontslagen om dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;4. indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd wegens een ernstige tekortkoming van de werkgever, zodat dit voor de afgevaardigde een reden is om de overeenkomst op staande voet te beëindigen. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het brutoloon van één jaar, onverminderd de toepassing van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de vakbondsafgevaardigde de vergoeding geniet krachtens de artikelen 16-18 van de wet van 19 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/1991 pub. 22/12/2009 numac 2009000842 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaatpersoneelsafgevaardigden. HOOFDSTUK VI. - Rol van de vakbondsafvaardiging bij ontstentenis van een ondernemingsraad
Art. 21.Bij ontstentenis van een ondernemingsraad mag de vakbondsafvaardiging de taken en opdrachten vervullen en de rechten uitoefenen welke aan deze raad worden toegekend in hoofdstuk II, artikelen 3 en volgende van de collectieve arbeidsovereenkomst op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad gesloten, tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972.
HOODFSTUK VII. - Algemene bepaling
Art. 22.In de ondernemingen waar reeds een personeelsafvaardiging bestaat waarvan de meerderheid aangesloten zijn bij een vakvereniging, wordt deze personeelsafvaardiging, op verzoek van de representatieve werknemersorganisaties, omgevormd tot een vakbondsafvaardiging. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 23.Deze collectieve arbeidsovereenkomst annuleert en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 1977 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (nr. 4985/CO/306).
Art. 24.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2017.
Iedere ondertekenende partij mag deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een opzegging van drie maanden.
Deze opzegging wordt gericht, bij een ter post aangetekende brief, aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het verzekeringswezen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 mei 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen Nota en referendumbulletin A. Nota - De collectieve overeenkomst nr. 5 van de Nationale Arbeidsraad voorziet : 1. dat het gesyndiceerde personeel bij zijn werkgever door een syndicale afvaardiging mag vertegenwoordigd zijn, waarvan de leden door het personeel aangesteld of verkozen worden;2. dat, bij in paritair comité gesloten overeenkomst, deze vertegenwoordiging van de werknemers door een syndicale afvaardiging tot het geheel van het personeel kan uitgebreid worden onder de voorwaarden eigen aan elke sector. - Een op 5 december 1977 in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen tussen de B.V.V.O. en de syndicale organisaties gesloten collectieve overeenkomst bepaalt : - dat een syndicale afvaardiging, die aan de in sub 2 hierboven vermelde voorwaarden voldoet, in elke verzekeringsonderneming die ten minste 100 werknemers tewerkstelt alsook in de verzekeringsondernemingen die 50 tot 99 werknemers tewerkstellen en in welke ondernemingen een comité voor preventie en bescherming op het werk bestaat, kan opgericht worden; - dat deze syndicale afvaardiging representatief zal zijn voor het geheel van het personeel; - dat, indien er een betwisting bestaat wat het representatief karakter betreft van het ondernemingspersoneel van één of meerdere syndicale organisaties, dit personeel zich zal uit te spreken hebben, bij enkelvoudige meerderheid, over de wenselijkheid om door de aanvragende syndicale afvaardiging vertegenwoordigd te worden. - In toepassing van deze laatste clausule wordt aan het personeel van de maatschappij .......................... gevraagd zich uit te spreken, bij middel van een referendum, over zijn wens bij de werkgever vertegenwoordigd te worden door een syndicale afvaardiging.
Wilt u ten dien einde bijgaand referendumbulletin invullen en in bijgaande omslag schuiven.
Alle maatregelen worden getroffen om het meest volledige geheim wat deze raadpleging betreft, te vrijwaren.
Handtekening, Directie Een vertegenwoordiger van elk der aanvragende syndicale organisaties B. Bulletin (model) Referendumbulletin Wenst u dat de belangen van het geheel van het personeel van uw maatschappij aan een syndicale afvaardiging toevertrouwd worden? JA O (*) NEEN O (*) ________________ (*) Het onnodige schrappen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 mei 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS