Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juni 2010
gepubliceerd op 20 augustus 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010012187
pub.
20/08/2010
prom.
15/06/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JUNI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juni 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009 Nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 28 mei 2009 onder het nummer 92232/CO/207) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door dit paritair comité. § 2. Het toepassingsgebied van artikel 10, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar), van artikel 13 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (fonds voor vorming - risicogroepen) en van artikel 14, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (tijdskrediet) wordt uitgebreid tot alle werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor bedienden. § 3. Het artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst is uitsluitend van toepassing op de werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordiger. HOOFDSTUK II. - Duur

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een duur van 2 jaar, van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010, met uitzondering van artikelen 7, 8 en 10. HOOFDSTUK III. - Omkaderingsafspraken voor het sociaal overleg op ondernemingsvlak

Art. 3.De sociale gesprekspartners van het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid en de onderhandelaars op ondernemingsvlak onderschrijven ten volle en zonder enig voorbehoud alle bepalingen van het uitzonderlijk akkoord van 18 december 2008 voor de onderhandelingen en bevestigen hiermee ondermeer de onderhandelingsenveloppe die in het uitzonderlijk akkoord werd vastgelegd voor de af te sluiten onderhandelingen op ondernemingsvlak in de periode 2009-2010.

De naleving op bedrijfsvlak van het uitzonderlijk akkoord, in bijlage, maakt onlosmakelijk deel uit van de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Vastheid van betrekking

Art. 4.De ondertekenende werkgeversorganisatie verbindt zich ertoe de ondernemingen aan te bevelen om in geval een onderneming genoodzaakt is over te gaan tot collectief ontslag om economische redenen, de maatregelen te onderzoeken die de nadelen van deze ontslagen ten opzichte van de bedienden zouden kunnen milderen, zoals ondermeer brugpensioen, werkverdeling, tijdskrediet, wijze van toepassing van de wet betreffende tijdelijke arbeid en uitzendarbeid.

Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak blijven behouden. HOOFDSTUK V. - Minimumbarema

Art. 5.§ 1. Enkel wanneer het huidige leeftijdsgebonden barema zal omgevormd zijn tot een nieuw salarisevolutiesysteem in overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/78/EG, omgezet in Belgisch recht via de wet van 25 februari 2003, zoals gewijzigd door de wet van 20 juli 2006, kunnen de minimumbarema's terug aangepast worden.

Een eerste verhoging van 5,2 EUR bruto gebeurt op moment van inwerkingtreding van het nieuwe salarisevolutiesysteem en ten vroegste op 1 april 2009.

Het minimumbarema wordt vanaf 1 januari 2010 verhoogd met 12,13 EUR bruto onder de in alinea 1 omschreven opschortende voorwaarde § 2. Deze verhogingen zijn eveneens van toepassing op de bedienden die op moment van de toepassing van de eerste verhoging minder dan 17,33 EUR bruto boven de geldende minimumbarema's betaald worden. § 3. De in § 1 en § 2 van dit artikel vermelde inspanning voor de verhogingen van de minimumbarema's kan niet gebruikt worden als zijnde richtinggevend voor de bedrijfsonderhandelingen. HOOFDSTUK VI. - Weddeverhoging

Art. 6.§ 1. De ondernemingen die, aangaande de eventuele verhoging van de koopkracht voor de periode 2009-2010, niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst over loon- en arbeidsvoorwaarden, gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, zullen op 1 januari 2010, eenmalig, een totaalbedrag aan ecocheques, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, toekennen per gebaremiseerde bediende, dat wil zeggen waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, in dienst bij de werkgever op 1 januari 2010 ter waarde van 250 EUR. Aan de deeltijdse bedienden worden ecocheques toegekend voor hetzelfde totaalbedrag en onder dezelfde voorwaarden als voor voltijdse bedienden.

De toekenning en/of de bepaling van het bedrag van deze ecocheques gebeurt evenwel na verrekening en/of in voorafname van eventuele verhogingen van het loon en/of andere geldelijke of in geld waardeerbare voordelen die, met uitzondering van deze ten gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006 (koninklijk besluit van 9 oktober 2006; Belgisch Staatsblad van 13 november 2006), gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, zouden toegekend worden aan de bedienden tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun brutowaarde aan te rekenen op de verhoging bepaald door huidige overeenkomst. § 2. Dit artikel is niet van toepassing op de bedienden die genieten van de loonsverhogingen voorzien in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Pensioenplan

Art. 7.§ 1. Voor de ondernemingen die op 1 oktober 2010 geen of een pensioenplan met een lagere jaarlijkse werkgeverkost dan het sectoraal pensioenplan hebben, wordt er een sectoraal pensioenplan uitgewerkt dat in werking zal treden vanaf 1 januari 2011, met een minimale instapkost van 250 EUR per bediende. § 2. Voor de ondernemingen die vallen onder het toepassingsgebied van artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die de éénmalige ecocheques hebben toegekend, als bepaald in alinea 1 van artikel 6, en vallen onder het toepassingsgebied van het sectoraal pensioenplan zal de kost gelijk aan het totaalbedrag aan ecocheques (250 EUR per bediende in 2010) aangewend worden in het sectoraal pensioenplan vanaf 2011.

Voor de andere ondernemingen die voor de periode 2009-2010 een recurrent voordeel hebben toegekend en die onder het toepassingsgebied van het sectoraal pensioenplan vallen, vormt het sectoraal pensioenplan een nieuw voordeel waarvan de kost op te nemen is in de collectieve arbeidsovereenkomst 2011-2012.

De verklarende tabel opgenomen in bijlage maakt integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 3. De sociale partners van de scheikundige nijverheid gaan onmiddellijk over tot de oprichting van een installatiewerkgroep sectoraal pensioenplan ten einde tegen ten laatste eind oktober 2009 alle beginselen en modaliteiten van het nieuw in te richten pensioenplan uit te werken. § 4. Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK VIII. - Verplaatsingskosten

Art. 8.§ 1. Voor wat betreft de tussenkomst van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoersbewijs berekend op basis van de tabel met forfaitaire bedragen opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van de abonnementen vanaf 5 km bepaald volgens de modaliteiten als opgenomen in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft het gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het vervoersbewijs bepaald volgens de modaliteiten als opgenomen in de artikelen 5 en 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer op het grondgebied van een andere lidstaat wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het vervoersbewijs bepaald volgens de modaliteiten als opgenomen in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft de tussenkomst van de werkgevers bij gebruik van een ander vervoermiddel dan het openbaar vervoer voor een afgelegde afstand die minstens 5 km moet bedragen, blijft de tussenkomst van de werkgever, vanaf 1 februari 2009, gekoppeld aan de vroegere tabel op basis van het gemiddelde van 60 pct, jaarlijks aangepast aan de nieuwe tarieven.

Partijen komen overeen de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid, betreffende het vervoer van de bedienden (koninklijk besluit van 23 april 2002; Belgisch Staatsblad van 30 mei 2002) in die zin aan te passen. § 2. Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IX. - Handelsvertegenwoordigers - Eindejaarspremie

Art. 9.De in het artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers, gesloten op 12 juli 2007 (koninklijk besluit van 18 mei 2008; Belgisch Staatsblad van 11 juni 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid vermelde begrenzing van 2.000 EUR wordt, vanaf het jaar 2010, en uiterlijk betaalbaar, wat de eindejaarspremie betreft van het kalenderjaar 2010, in januari 2011, op 2.100 EUR gebracht. HOOFDSTUK X. - Conventioneel brugpensioen

Art. 10.§ 1. Brugpensioen vanaf 58 jaar De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 26 juni 2007 (koninklijk besluit van 2 juli 2008; Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 maart 2011. § 2. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 26 juni 2007 (koninklijk besluit van 24 juli 2008; Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal deze collectieve arbeidsovereenkomst nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 31 maart 2011. § 3. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 40 jaar beroepsloopbaan Een nieuw stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar beroepsloopbaan wordt ingevoerd in de scheikundige nijverheid volgens de voorwaarden en de modaliteiten vastgelegd in de hieromtrent afgesloten interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in de Nationale Arbeidsraad voor de periode lopende van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal deze collectieve arbeidsovereenkomst nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 31 maart 2011. § 4. Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 26 juni 2007 (koninklijk besluit van 19 maart 2008; Belgisch Staatsblad van 9 april 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal deze collectieve arbeidsovereenkomst nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 31 maart 2011. HOOFDSTUK XI. - Syndicale vorming

Art. 11.§ 1. In lid 1 en lid 3 van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 12 juli 2007 (koninklijk besluit van 20 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 9 april 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid wordt het cijfer « 300 », vanaf 1 januari 2009, vervangen door het cijfer « 400 ».

Het vierde lid van artikel 3 van hoger genoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt geschrapt. § 2. Het bedrag van 137.500 EUR per kalenderjaar vermeld in het eerste lid van artikel 8 van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 12 juli 2007 (koninklijk besluit van 20 februari 2008;

Belgisch Staatsblad van 9 april 2008), wordt, met ingang van 1 januari 2009, gebracht op 150.000 EUR per kalenderjaar. § 3. Volgende zin wordt toegevoegd in het eerste lid van artikel 8 van de bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 12 juli 2007 (koninklijk besluit van 20 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 9 april 2008) : « Met ingang van 1 januari 2009 wordt eenzelfde bedrag toegekend aan de Belgische federatie van de chemische industrie en van life sciences VZW (essenscia) met het oog op het vervolmaken van de vorming van de werkgeversvertegenwoordigers in de sociale dialoog. » HOOFDSTUK XII. - Financiering van het voordeel aan de gesyndiceerde bedienden

Art. 12.Artikel 8, tweede lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 12 juli 2007 (koninklijk besluit van 20 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 9 april 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt, ingevolge een uitzonderlijke inspanning, als volgt gewijzigd : « Deze financiële reserve zorgt bovendien voor de dekking van een gedeelte van de jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden onder de in § 1 van artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden, ten belope van 2.350.000 EUR per jaar met ingang van 1 januari 2009. » HOOFDSTUK XIII. - Fonds voor vorming (risicogroepen)

Art. 13.De collectieve arbeidsovereenkomst tot verlenging van het « Fonds voor beroepsvorming van de bedienden uit de scheikundige nijverheid », gesloten op 26 juni 2007 (koninklijk besluit van 19 maart 2008; Belgisch Staatsblad van 16 mei 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, zal voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verlengd.

Wat de collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan voornoemd fonds, eveneens gesloten op 26 juni 2007 (koninklijk besluit van 19 maart 2008; Belgisch Staatsblad van 16 mei 2008) in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreft, zal de bijdrage voor het fonds, vanaf het jaar 2009, verhoogd worden van 0,10 pct. tot 0,20 pct. van de bruto-weddemassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst voor bedienden.

Van de hierboven vermelde totaal gestorte middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage van 0,05 pct. op de brutolonen van de bedienden integraal gebruikt worden voor collectieve opleidingsprojecten.

De sociale partners voor de bedienden van de scheikundige nijverheid bevestigen dat ze met het invoeren van deze maatregelen verder gunstig gevolg geven aan de oproep om de vormingsinspanningen te verhogen. HOOFDSTUK XIV. - Combinatie arbeid-gezin Tijdskrediet - 1/5e loopbaanvermindering

Art. 14.§ 1. Tijdskrediet Het recht op tijdskrediet, voorzien door artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten op 19 december 2001 (Belgisch Staatsblad van 16 februari 2002) in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan.

Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden.

Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve voorwaarden nageleefd te worden : - het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar; - de bedienden die van dat recht op tijdskrediet gebruik wensen te maken dienen minstens vijf jaar anciënniteit bereikt te hebben.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren. § 2. 1/5e loopbaanvermindering De ondernemingen kunnen, overeenkomstig artikel 6 § 2 en artikel 9, § 2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad, de concrete toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel van 1/5e loopbaanvermindering voor de voltijdse bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren. § 3. Overgang van loopbaanvermindering naar conventioneel brugpensioen In geval een bediende overstapt van een vorm van loopbaanvermindering in het kader van tijdskrediet (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis ) naar een vorm van conventioneel brugpensioen zal de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever, als bepaald in de voor de sector geldende desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomsten, berekend worden op basis van een voltijds loon.

De aanvullende vergoeding wordt geproratiseerd met de verhouding van de periodes voltijdse en deeltijdse tewerkstelling over de gehele loopbaan.

Deze regeling doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op het vlak van de onderneming bestaan. HOOFDSTUK XV. - Basisloonwaarborg voor zwangere bedienden

Art. 15.Voor bedienden die omwille van hun zwangerschap genoodzaakt worden om gedurende deze periode een andere lagere functie binnen de onderneming in te vullen zal het basisloon van de originele functie gewaarborgd blijven.

Deze regeling doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op het vlak van de onderneming bestaan. HOOFDSTUK XVI. - Functieclassificatie

Art. 16.De paritaire werkgroep functieclassificatie met het oog op de actualisering en verfijning van de niveaukenmerken en de voorbeeldfuncties van de huidige functieklassen, zonder afbreuk te doen aan de bestaande functieclassificaties op ondernemingsvlak, zal zijn werkzaamheden tijdens de duur van onderhavig Nationaal Akkoord 2009-2010 verder zetten. HOOFDSTUK XVII. - Arbeidsovereenkomsten

Art. 17.In geval een uitzendkracht wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst bij dezelfde gebruiker, vanaf dan de werkgever genoemd, en dit voor dezelfde functie als waarin hij gedurende minstens 6 maanden, zonder tussentijdse onderbreking van meer dan 4 opeenvolgende weken, heeft gewerkt, zal er geen proefperiode in de arbeidsovereenkomst voorzien worden. HOOFDSTUK XVIII. - Sociale dialoog

Art. 18.Na het afsluiten van het nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden zal de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tijdens deze collectieve arbeidsovereenkomst-periode, het initiatief nemen om een dialoog op te starten tussen de sociale partners van het paritair comité aangaande het versterken van de sociale dialoog, in het bijzonder wat betreft de informatieverstrekking op sociaal-economisch gebied voor K.M.O.'s vanaf een bepaald aantal bedienden.

De ondertekenende organisaties zijn bereid om op dit initiatief positief in te gaan.

Dit positief engagement tot dialoog houdt geen resultaatsverbintenis in. HOOFDSTUK XIX. - Juridische aansprakelijkheid van de werknemers

Art. 19.De paritaire werkgroep betreffende de juridische aansprakelijkheid van de werknemers zal haar werkzaamheden voor de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst verder zetten. HOOFDSTUK XX. - Overleg en sociale vrede

Art. 20.Met inachtneming van de sociale vrede en van de procedures eigen aan de scheikundige nijverheid, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van deze collectieve arbeidsovereenkomsts aan elkaars verwachtingen hebben voldaan.

Zij is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 1 april 2009 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden Uitzonderlijk akkoord voor de onderhandelingen op sector- en ondernemingsvlak in de periode 2009-2010 Bijdrage tot het herstel van het vertrouwen Ons land maakt momenteel een zeer moeilijke periode door. De combinatie van een forse terugval van de binnenlandse en van de buitenlandse vraag, van de effecten van de fors gestegen grondstoffenprijzen (bijvoorbeeld voeding en energie) in de eerste helft van het jaar en van de wereldwijde financiële crisis maakt dat de economische vooruitzichten sinds de zomer aanzienlijk neerwaarts zijn bijgesteld. Terwijl in juni nog een economische groei voor ons land voorspeld werd van 1,7 pct. in 2009, gaan de voorspellingen van eind november er van uit dat de groei negatief zal zijn.

In een dergelijke uitzonderlijke context zijn de sociale partners van oordeel dat ons land nu nood heeft aan een uitzonderlijk akkoord, aangepast aan wat de bevolking en de ondernemers vandaag de dag bezig houdt. Een akkoord dat uitgaat van de realiteit, maar tegelijkertijd een bijdrage wil leveren tot het herstel van het vertrouwen van werknemers en werkgevers. Het is eveneens een akkoord waar de juiste balans tussen concurrentiekracht, koopkracht en werkgelegenheid wordt nagestreefd.

Daarnaast hebben de huidige crisis en de bijhorende moeilijke begrotingstoestand, onder andere ten gevolge van de financiële crisis, bij velen de ogen geopend. Het vertrouwen in het systeem is sterk gedaald. De omslag op de reële economie is intussen een feit. De overheid moet dan ook veel middelen mobiliseren om deze algehele economische crisis het hoofd te kunnen bieden, hetgeen dan op zijn beurt de begrotingstoestand van ons land onder druk zet. Daarom is het onder andere van het grootste belang dat alle inkomsten waarop de overheid recht heeft correct geïnd worden en dat de overheid correct haar schulden ten opzichte van burgers en ondernemingen vereffent. In dit verband vragen de sociale partners om de strijd tegen sociale en fiscale fraude te intensiveren.

De basis voor het onderstaande akkoord is deze van het schema dat door de regeringsbemiddelaar aan de Groep van 10 op 8 december 2008 werd voorgelegd. Hierna wordt in extenso dit schema overgenomen.

Groep van Tien - Voorstellen van de bemiddelaar A. Preambule 1. Het akkoord tussen de sociale partners komt er in een periode van zware crisis;2. Sommige arbitrages zullen slechts uitzonderlijke « one shots » zijn, als antwoord op de crisis, die in het herstelplan moeten worden verwerkt volgens de politieke en financiële evenwichten van de regering.Bij een uitzonderlijke situatie past een uitzonderlijk akkoord; 3. Het compromis binnen de Groep van Tien wordt uitgewerkt volgend het hieronder weergegeven schema;4. De gedeelten van het tripartiete dossier (kredietverzekering, terugvordering van btw, economische werkloosheid, energiekosten) dienen parallel met de voorstellen te worden bekeken;5. De sociale gesprekspartners zijn gewonnen voor de gedachte van het bestrijden van de sociale en fiscale fraude. B. Schema van de voorstellen : De voorstellen zijn ingedeeld in drie grote luiken : de koopkracht van de werknemers, de loonkosten van de ondernemingen, de koopkracht van de sociale-uitkeringtrekkers. Aan deze luiken dienen het werkgelegenheidsprogramma (2009-2010) en de conventionele of contractuele verlengingen te worden toegevoegd.

Koopkracht van de werknemers 1. Behoud van de indexering van de brutolonen volgens de sectorale akkoorden;2. Netto-enveloppe van maximum 250 EUR/werknemer in een volledig jaar, te onderhandelen op sectorvlak, met een maximum van 125 EUR in 2009;3. Aan te rekenen op de enveloppe van 250 EUR : a.sectoraal minimumloon te bespreken door de sectoren; b. groene cheques tegen 1 februari 2009 ten uitvoer te leggen;c. maaltijdcheques sociaal verlof van 6,00 EUR tot 6,50 EUR en 0,50 EUR per cheque aftrekbaar van de vennootschapsbelasting of tot 7 EUR/cheque en 1 EUR aftrekbaar;d. vrijstelling van de verhoging van de mobiliteitsvergoeding in de bouw;e. extra kosten op sector-/ondernemingsniveau voor de andere vervoertakken ten gevolge van de verhoging van de tegemoetkoming in trein/tram/bus;4. Woon-werkverkeer : a.collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 : 60 pct. vanaf 1 februari 2009; b. forfaitabel in de collectieve arbeidsovereenkomst;c. forfait geldig in 2009 en 2010;d. forfait onderhandelbaar voor 2 jaar;e. aanrekening op de enveloppe van 250 EUR van de kosten vermeld onder punt 3, e. Loonkosten van de ondernemingen : 5. Lastenverlaging (428 miljoen EUR - ploegenarbeid, nachtarbeid, overuren, herverdeling van de sociale lasten);6. Vereenvoudiging van de banenplannen;7. Wegwerken van het loonverschil en financiële compensatie. Er dient een evenwicht te worden gevonden tussen de enveloppe van 250 EUR netto per werknemer in 2010 (ten laste van de ondernemingen) en de financiële compensatie hiervan. De compensatie gebeurt via verlagingen van de bedrijfsvoorheffing die worden teruggegeven aan de ondernemingen. Sinds 1 oktober 2007 bestaan deze maatregel tot een bedrag van 0,25 pct. verlaging van de voorheffing. Het voorstel brengt de verlaging van deze voorheffing op 232 miljoen EUR). Vanaf 2010 maakt een bedrag dat overeenkomt meet 0,15 pct. verlaging van de voorheffing het voorwerp uit van een alternatieve financiering die niet ten laste van de ondernemingen komt en die de koopkracht van de werknemers niet aantast.

Koopkracht van de sociale uitkeringtrekkers 8. Welvaartsaanpassing (428 miljoen EUR);9. Degressiviteit. Bovenstaand schema van de bemiddelaar werd op 8 december 2008 via een brief van de voorzitter van de Groep van 10 overgemaakt aan de federale regering. Deze laatste heeft aan de sociale partners tijdens een ontmoeting met de Groep van 10 op 11 december 2008 bevestigd zich achter het schema van de bemiddelaar te scharen, hetgeen vervolgens per brief van 12 december 2008 aan de Groep van 10 bevestigd werd. De Groep van 10 heeft tevens akte genomen van de regeringsbeslissingen betreffende de economische werkloosheid, de kredietverzekering, de terugvordering van de btw en de energiekosten.

De sociale partners bevestigen van hun kant dat ze de onderdelen van het schema van de bemiddelaar waarvoor zij in de eerste plaats verantwoordelijkheid dragen, zullen honoreren. In het licht van de komende onderhandelingen komen de sociale partners het volgende overeen : - De wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen vrijwaart de indexering en de baremieke verhogingen. Uitzonderlijk is voor de jaren 2009-2010 een « netto »-aanpak (dit wil zeggen zonder bijkomende lasten van welke aard ook voor de werkgevers) van toepassing. Voor de jaren 2009-2010 komen de sociale partners dus overeen om de onderhandelingsenveloppe vast te leggen op maximaal 250 EUR per werknemer op kruissnelheid, boven op de toepassing van het loonindexeringsmechanisme en de baremieke verhogingen. Voor 2009 mag reeds maximaal 125 EUR toegekend worden, hetzij aan te rekenen op dit bedrag, hetzij éénmalig. - Om de invulling van dit bedrag naar nettokoopkracht voor de werknemers te faciliteren, komen de sociale partners overeen om samen met de regering de volgende afspraken tegen 1 februari 2009 te concretiseren : - een verhoging van het maximum faciaal tarief van de maaltijdscheque met 1 EUR (van 6 naar 7 EUR) verhoogd wordt. Tegelijkertijd wordt voorzien dat de werkgever 1 EUR per maaltijdcheque op fiscaal gebied kan inbrengen als aftrekbare kost; - een verhoging van het grensbedrag voor de mobiliteitsvergoeding in gebruik in bedrijfstakken waar de werkplaats niet vast bepaald is, tot 0,1316 EUR per kilometer; - de uitwerking van een regeling van vrijstelling, voor werkgever en werknemer, van belastingen en sociale bijdragen bij de toekenning van « groene cheques » (genaamd eco-cheque) bestemd voor de aankoop van ecologische producten en diensten.

De totale kost van een aanpassing van de sectorale minimumbarema's alsook van de overloopeffecten op sector- of bedrijfsniveau van een verhoging van de tussenkomst van de werkgever in trein-, tram-, metro- of busabonnementen naar andere vervoerswijzen toe (zie hierna), zal op de genoemde afgesproken onderhandelingsenveloppe geïmputeerd worden. - De sociale partners komen overeen om collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 te wijzigen teneinde de maximale tussenkomst door de werkgever in een trein-, tram-, metro- of busabonnement (gemeenschappelijk openbaar vervoer) op 1 februari 2009 te verhogen tot 75 pct. De aldus verhoogde tussenkomst zal tegelijkertijd worden omgezet in een tabel met forfaitaire bedragen. Deze forfaits zullen gelden voor 2009 en 2010, zonder dat ze geïndexeerd worden. Nadien zal tweejaarlijks worden onderhandeld over een aanpassing van deze forfaits.

De sociale partners vragen dat de koninklijke besluiten genomen in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 met deze tabel in overeenstemming worden gebracht.

Eventuele overloopeffecten van deze maatregel op andere tussenkomsten voor woon-werkverkeer moeten, zoals hoger reeds aangegeven, worden aangerekend op de afgesproken onderhandelingsenveloppe. - De volgende bestaande afspraken worden voor 2009-2010 verlengd : - de bijzondere brugpensioenregelingen (20 jaar nachtarbeid, verminderde arbeidsgeschiktheid in de bouwsector, en het halftijdse brugpensioen); - de werkgeversbijdrage van 0,10 pct. voor de inspanningen ten voordele van de personen die behoren tot risicogroepen; - de werkgeversbijdrage van 0,05 pct. voor de financiering van het plan inzake de actieve begeleiding en opvolging van werklozen; - het systeem van de innovatiepremie; - de vrijstelling van de startbaanverplichting indien de sector een werkgeversbijdrage van 0,15 pct. voorziet voor risicogroepen; - collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 (brugpensioen lange loopbanen); - de financiering en verduurzaming van de overheidstussenkomst in het kader van het 80/20-systeem (tussenkomst werkgever in de kosten voor openbaar vervoer in het woon-werkverkeer via een overeenkomst derde betaler), met een open enveloppe. - De werknemers- en werkgeversorganisaties, die dit akkoord ondertekenen, bevestigen hun gemeenschappelijke wil om alle bepalingen van het onderhavige akkoord te doen naleven. - Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de volgende bijlagen integraal deel uitmaken van dit akkoord en dat ze de partijen binden op dezelfde wijze als het akkoord zelf : 1. Vereenvoudiging banenplannen;2. Lastenverlagingen en herverdeling sociale lasten;3. Invulling van de enveloppe welvaartsvastheid sociale uitkeringen;4. Antwoord op de regeringsvraag inzake tijdskrediet. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 1 april 2009 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden Annexe 2 à la convention collective de travail du 1er avril 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie chimique, relative à l'accord national 2009-2010 pour employés Verklarende tabel (artikel 7, § 2 van het nationaal akkoord) Tableau explicatif (article 7, § 2 de l'accord national)

Nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden - Accord national 2009-2010 pour employés

Recurrente loonsverhoging Hausse salariale récurrente 17,33 EUR

Eenmalige ecocheque Eco-chèque unique 250 EUR

Indien aansluiting 2e pijler Si adhésion au 2e pilier

Impact cao 2011-2012 Impact cct 2011-2012

Ja/Oui

Neen/Non

Niet geconventioneerden/ Non conventionnées


Minimum barema Appointement minimum (+ max 17,33 EUR)

X

X


Anderen/Autres

X

X

Geconventioneerden/ Conventionnées


Minimum barema/ Appointement minimum (+ max 17,33 EUR)

X

X


Anderen/Autres


Indien éénmalig voordeel tussen/ Si avantage unique entre 0 EUR en/et 250 EUR

X (saldo/solde tot/jusque 250)


Indien éénmalig voordeel/ Si avantage unique = 250 EUR

X

Indien recurrent voordeel tussen/ Si avantage récurrent entre 0 EUR et 250 EUR

X (saldo/solde tot/jusque tot 250)


Indien recurrent voordeel/ Si avantage récurrent = 250 EUR

X


Nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden - Accord national 2009-2010 pour employés

Recurrente loonsverhoging Hausse salariale récurrente 17,33 EUR

Eenmalige ecocheque Eco-chèque unique 250 EUR

Indien aansluiting 2e pijler Si adhésion au 2e pilier

Impact cao 2011-2012 Impact cct 2011-2012

Ja/Oui

Neen/Non

Niet geconventioneerden/ Non conventionnées


Minimum barema/ Appointement minimum (+ max 17,33 EUR)

X

X

Anderen/Autres

X

X

Geconventioneerden/ Conventionnées


Minimum barema/ Appointement minimum (+ max 17,33 EUR)

X

X

Anderen/Autres


Indien éémalig voordeel tussen/ Si avantage unique entre 0 EUR et 250 EUR

X

Indien éénmalig voordeel/ Si avantage unique entre = 250 EUR

X

Indien recurrent voordeel tussen/ Si avantage récurrent entre 0 EUR et 250 EUR

X

Indien recurrent voordeel/ Si avantage récurrent = 250 EUR

X


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^