15 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit houdende het reglement van de « Keno », openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid, artikel 8, § 2, derde lid, en artikel 27, tweede lid;

Gelet op het advies van de Raad van bestuur van de Nationale Loterij;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 juli 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 oktober 2001;

Gelet op het advies 32.408/4 van de Raad van State, gegeven op 12 november 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Nationale Loterij organiseert de openbare loterij die "Keno" wordt genoemd, overeenkomstig de in dit besluit bepaalde regels.

Art. 2.Per week zijn er zes trekkingen van de « Keno », waarbij een trekking wordt gehouden elke maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag, behalve op feestdagen, op de door de Nationale Loterij vastgestelde uren.

Art. 3.De deelneming aan de « Keno » bestaat erin hetzij een reeks van 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3 of 2 nummers, hetzij één enkel nummer te voorspellen uit een reeks van 20 nummers die worden bepaald door een lottrekking uit een reeks van 80 nummers gaande van 1 tot 80.

Art. 4.De deelnemingsverwerving komt tot stand volgens de on line-verwerkingsmethode, namelijk onvertraagd via een netwerk van terminals die rechtstreeks verbonden zijn met een computersysteem van de Nationale Loterij waaraan ze ter registratie de deelnemingsgegevens doorgeven die voorkomen op de in artikel 5, § 1, derde lid, bedoelde formulieren of die voortvloeien uit de in artikel 11 bedoelde bijzondere procedure.

De terminals worden door de Nationale Loterij geplaatst in de on line-centra waarmee ze hierover een overeenkomst heeft gesloten.

Art. 5.§ 1. Onder voorbehoud van artikel 11, brengen de deelnemers hun voorspellingen uit met formulieren die uit één enkel luik bestaan.

De gegevens die op de formulieren staan, of ze voorgedrukt zijn of aangebracht door de deelnemers, hebben slechts een informatieve waarde en vormen geen bewijs van deelneming. Na hun behandeling door de terminal worden de formulieren teruggegeven aan de deelnemers, die er vrij over beschikken.

Volgende formuliertypes bestaan : 1° het formulier « 7 roosters »;2° het formulier « 1 rooster »;3° het « voorgedrukt » formulier. § 2. De in § 1, derde lid, 1° en 2°, bedoelde formuliertypes kunnen, naar keuze van de deelnemer, gebruikt worden voor deelnemings-verwerving voor 1, 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 trekkingen.

Het in § 1, derde lid, 3°, bedoelde formuliertype kan gebruikt worden voor de deelnemingsverwerving voor het aantal trekkingen dat erop vermeld staat.

De deelnemingsverwerving voor één trekking betreft de trekking waarvan de datum op het in artikel 12 bedoelde deelnemingsticket vermeld is, voor zover de geregistreerde deelnemingsgegevens vóór de trekking zijn overgeschreven op een informatiedrager, overeenkomstig artikel 13.

De deelnemingsverwerving voor 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 trekkingen betreft de 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 opeenvolgende trekkingen waarvan de data op het in artikel 12 bedoelde deelnemingsticket vermeld staan, voor zover de geregistreerde deelnemingsgegevens vóór de eerste van de opeenvolgende trekkingen op een informatiedrager zijn overgeschreven, overeenkomstig artikel 13. § 3. Op de voorzijde van de formulieren staat een voorgedrukt nummer dat bestaat uit 2 groepen van 3 veranderlijke cijfers en dat uitsluitend dient voor het beheer van de formulieren. § 4. Enkel de formulieren uitgaande van de Nationale Loterij zijn geldig voor de deelnemingsverwervingen. Ze worden ter beschikking gesteld van de deelnemers in de on line-centra. De Nationale Loterij mag aan deze centra toestemming verlenen om formulieren tegen de door haar vastgestelde prijs te verkopen.

Art. 6.§ 1. De voorzijde van het in artikel 5, § 1, derde lid, 1°, bedoelde formulier omvat 7 roosters met 80 van 1 tot 80 genummerde vakjes.

De deelnemer vult naar eigen keuze, verplicht beginnend van links, 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7 roosters in.

In eenzelfde rooster kan de deelnemer 1 tot 10 nummers kiezen door een « x »-vormig kruis te plaatsen in het (de) vakje(s) dat (die) overeenstemt(-men) met het (de) gekozen nummer(s).

Het (de) aldus in eenzelfde rooster gekozen nummer(s) vormt (vormen) een voorspelling, die "geheel" wordt genoemd. § 2. Op het formulier bevinden zich eveneens, rechts van de 7 in § 1, eerste lid, bedoelde roosters, 3 onderscheiden, boven elkaar geplaatste kaders.

Het bovenste kader omvat 10 onderscheiden vakjes waarin de getallen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 vermeld zijn. Deze vermeldingen verwijzen naar het aantal nummers dat per rooster moet worden gekozen en dat gelijk moet zijn voor alle roosters van eenzelfde formulier. De deelnemer merkt met een « x »-vormig kruis datgene van de 10 vakjes dat het aantal gekozen nummers bepaalt.

Het middelste kader omvat 6 onderscheiden vakjes waarin de getallen 1, 2, 4, 6, 8 of 10 vermeld zijn. Deze getallen verwijzen naar de factor waarmee de inzet moet worden vermenigvuldigd. De deelnemer merkt met een « x »-vormig kruis datgene van de 6 vakjes dat de gekozen multiplicator bepaalt.

Het onderste kader omvat 8 onderscheiden vakjes waarin de getallen 1, 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 vermeld staan. Ze stellen de deelnemer in staat te kiezen om deel te nemen aan 1, 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 trekking(en). De deelnemer merkt met een « x »-vormig kruis datgene van de 8 vakjes dat het aantal gekozen trekkingen bepaalt. § 3. Op de keerzijde van de formulieren kan er uitleg voor de deelnemers voorkomen. § 4. Het bedrag van de inzet per rooster, waarin 1 à 10 nummers werden aangekruist, is uniform vastgesteld op 1,25 euro en dit voor deelneming aan één trekking en als de op de inzet toegepaste multiplicator bepaald is op 1.

Het bedrag van de totaal verschuldigde inzet per formulier stemt overeen met het product van vier parameters, zijnde de in het eerste lid bedoelde inzet van 1,25 euro, het aantal ingevulde roosters, de op de inzet toegepaste multiplicator en het aantal trekkingen waaraan wordt deelgenomen. Het wordt bepaald op : 1° minstens 1,25 euro als één rooster deelneemt aan één trekking en de toegepaste inzetmultiplicator 1 is; 2° hoogstens 2.100 euro als 7 roosters deelnemen aan 24 trekkingen en de toegepaste inzetmultiplicator 10 is.

Art. 7.§ 1. Op de voorzijde van het in artikel 5, § 1, derde lid, 2°, bedoelde formulier staat 1 rooster met 80, van 1 tot 80 genummerde vakjes.

In dit rooster kan de deelnemer 1 tot 10 nummers kiezen door een « x »-vormig kruis te plaatsen in het (de) vakje(s) dat (die) overeenstemt(-men) met het (de) gekozen nummer(s).

Het (de) aldus in dit rooster aangeduide nummer(s) vormt (vormen) een voorspelling, die "geheel" wordt genoemd. § 2. Op het formulier bevinden zich eveneens, links van het in § 1, eerste lid, bedoelde rooster, 3 onderscheiden, boven elkaar geplaatste reeksen van genummerde vakjes.

De bovenste reeks omvat 10 onderscheiden vakjes waarin de getallen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 vermeld zijn. Deze vermeldingen verwijzen naar het aantal in het rooster te kiezen nummers. De deelnemer merkt met een « x »-vormig kruis datgene van de 10 vakjes dat het aantal gekozen nummers bepaalt.

De middelste reeks omvat 6 onderscheiden vakjes waarin de getallen 1, 2, 4, 6, 8 of 10 vermeld zijn. Deze getallen verwijzen naar de factor waarmee de inzet moet worden vermenigvuldigd. De deelnemer merkt met een « x »-vormig kruis datgene van de 6 vakjes dat de gekozen multiplicator bepaalt.

De onderste reeks omvat 8 vakjes waarin de getallen 1, 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 vermeld staan. Ze stellen de deelnemer in staat te kiezen voor een deelneming aan 1, 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 trekking(en). De deelnemer merkt met een « x »-vormig kruis datgene van de 8 vakjes dat het aantal gekozen trekkingen bepaalt § 3. Op de keerzijde van de formulieren kan er uitleg voor de deelnemers voorkomen. § 4. Het bedrag van de inzet voor het rooster waarin 1 à 10 nummers werden aangekruist, is uniform vastgesteld op 1,25 euro en dit voor een deelneming aan één trekking, als de op de inzet toegepaste multiplicator bepaald is op 1.

Het bedrag van de totale inzet die per formulier verschuldigd is, stemt overeen met het product van drie parameters, zijnde de in het eerste lid bedoelde inzet van 1,25 euro, de inzetmultiplicator en het aantal trekkingen waaraan wordt deelgenomen. Het bedrag wordt bepaald op : 1° minstens 1,25 euro als het rooster deelneemt aan één trekking en de op de inzet toegepaste multiplicator bepaald is op 1;2° hoogstens 300 euro als het rooster deelneemt aan 24 trekkingen en de op de inzet toegepaste multiplicator bepaald is op 10.

Art. 8.Het in artikel 5, § 1, derde lid, 3° bedoelde formulier bevat voorgedrukte parameters die het aantal gespeelde roosters, het (de) gespeelde nummer(s), het aantal trekkingen waaraan het deelneemt en de verschuldigde inzet bepalen.

De per formulier verschuldigde inzet stemt overeen met het product van vier parameters, zijnde de in artikel 7, § 4, eerste lid, bedoelde inzet van 1,25 euro, het aantal gespeelde roosters, de op de inzet toegepaste multiplicator en het aantal trekkingen waaraan wordt deelgenomen.

Het (de) in hetzelfde rooster vermelde nummer(s) vormt (vormen) een voorspelling, die « geheel » wordt genoemd.

De Nationale Loterij kan formulieren uitgeven waarvan de in het eerste en het tweede lid bedoelde parameters verschillen volgens de mogelijkheden die door de in artikelen 6 en 7 bedoelde formulieren worden geboden.

Op de voor- en de keerzijde van de formulieren kan er uitleg voor de deelnemers voorkomen.

Art. 9.Alle "x"-vormige kruisen moeten op de formulieren worden aangebracht binnen de betrokken vakjes, met een zwarte of blauwe balpen.

Art. 10.De ter registratie aangeboden formulieren mogen noch gevouwen, noch beklad, noch verfrommeld, noch gescheurd zijn.

De uitbaters van de on line-centra mogen via de terminal en op aanwijzing van de deelnemer, de gegevens van een onjuist ingevuld formulier corrigeren teneinde de registratie van de deelnemingsgegevens mogelijk te maken.

Art. 11.De deelnemingsverwerving kan ook tot stand komen zonder een formulier te gebruiken, en wel met de formule die "Quick-Pick" wordt genoemd.

Als de deelnemer opteert voor deze formule, kiest hij een deelnemingswijze op basis van de door de in artikel 5, § 1, derde lid, genoemde formulieren geboden deelnemingsmogelijkheden. Hij ziet evenwel af van de mogelijkheid om zijn nummers zelf te kiezen en aanvaardt dat het computersysteem van de Nationale Loterij ze hem willekeurig toekent.

Art. 12.Na betaling van zijn inzet in contanten of met ieder ander door de Nationale Loterij aanvaard betaalmiddel, ontvangt de deelnemer een deelnemingsticket dat door de met de terminal verbonden printer wordt verstrekt.

Dit deelnemingsticket vermeldt : 1° de datum en het uur van de deelnemingsverwerving;2° de datum van de trekking als het gaat om een deelneming aan één trekking of de data van de trekkingen als het gaat om een deelneming aan 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 trekkingen;3° de geregistreerde deelnemingsnummers, weergegeven volgens de door de deelnemer gekozen deelnemingsformule;4° het totaal bedrag van de betaalde inzet;5° een reeks cijfercodes, bestemd voor controle-, identificatie- en beheersdoeleinden. Door het deelnemingsticket te aanvaarden, erkent de deelnemer dat de erop voorkomende deelnemingsgegevens overeenstemmen met zijn wensen.

De annulering van een deelnemingsticket wordt enkel toegestaan volgens de modaliteiten bepaald door de minister die de Nationale Loterij onder zijn bevoegheden heeft.

Elk deelnemingsticket dat na afgifte ervan enige wijziging heeft ondergaan, wordt als ongeldig beschouwd.

Art. 13.De deelneming is pas effectief als de op het deelnemingsticket vermelde deelnemingsgegevens vóór de betrokken trekking door de Nationale Loterij werden overgeschreven op een informatiedrager. Die informatiedrager moet vóór de trekking verzegeld zijn door een gerechtsdeurwaarder en geldt bij betwisting als enig bewijsstuk.

Als er, om welke reden ook, geen overschrijving op een informatiedrager is verricht volgens de in het eerste lid bedoelde voorwaarden, worden de inzetten terugbetaald op vertoon van het deelnemingsticket.

Art. 14.Elke trekking van de Keno wordt verricht met een trekkingsapparaat dat onder de 80 mogelijke nummers gaande van 1 tot 80, op toevallige basis 20 nummers aanduidt, winnende nummers genoemd.

Ze wordt verricht in het openbaar onder het toezicht van een gerechtsdeurwaarder en van minstens een lid van de raad van bestuur van de Nationale Loterij en onder leiding van de directeur-generaal van de Nationale Loterij of van diens afgevaardigde.

De toevallige afwezigheid, op het geplande uur, van een van beide personen belast met het toezicht vormt geen beletsel voor de trekking, die dan ook doorgaat onder het toezicht van slechts één persoon.

Als een aan gang zijnde trekking buiten de wil van de Nationale Loterij wordt onderbroken, wordt een lijst van de geldig getrokken nummers opgesteld door de personen belast met het toezicht en wordt er een aanvullende trekking uitgevoerd. De aanvullende trekking betreft enkel de nummers die nodig zijn om het totaal van 20 nummers te bereiken.

Als een trekking uitzonderlijk niet op de geplande datum kan doorgaan, wordt ze uitgevoerd op een latere datum die door de Nationale Loterij wordt vastgelegd en met alle door haar nuttig geachte middelen wordt bekendgemaakt.

De directeur-generaal van de Nationale Loterij of zijn afgevaardigde regelt elk ander incident dat verband houdt met de trekking.

De Nationale Loterij maakt de uitslag van de trekking bekend met de middelen die ze nuttig acht.

Art. 15.§ 1. De lotenbedragen zijn forfaitair. Elk geheel wordt bijgevolg afzonderlijk beschouwd. Het bedrag van de aan een winnend geheel toegekende loten varieert volgens : 1° het aantal gespeelde nummers waaruit het bestaat;2° het aantal winnende nummers die erin voorkomen;3° de inzetmultiplicator die erop wordt toegepast. § 2. De bij dit besluit gevoegde tabel geeft een overzicht van de bedragen van de in 35 klassen verdeelde loten die worden toegekend aan de winnende gehelen waarop de op 1 vastgestelde inzetmultiplicator wordt toegepast. § 3. Een winnend geheel geeft recht op slechts één winstklasse, die wordt bepaald op grond van het hoogste aantal erin voorkomende winnende nummers.

Een winnend geheel waarop de inzetmultiplicator 1, 2, 4, 6, 8 of 10 wordt toegepast, wint respectievelijk 1, 2, 4, 6, 8 of 10 maal het forfaitair bedrag van het lot dat wordt toegekend aan de winstklasse waarop het recht heeft. § 4. Voor elke trekking is het totale bedrag der toegekende loten, voor elkeen der 35 winstklassen bedoeld in de bij dit besluit gevoegde tabel, beperkt tot 3.000.000 euro. Als het totaal der loten, voor een bepaalde klasse, voornoemd bedrag overstijgt, wordt het bedrag van de loten die aan elk betrokken winnend geheel wordt toegekend, bepaald door op al deze gehelen een evenredigheidsregel toe te passen.

Het bedrag van de aan elk betrokken winnend geheel toegekende loten wordt afgerond naar de lagere cent. § 5. De Nationale Loterij mag de financiële resultaten van de trekkingen bekendmaken met de middelen die ze nuttig acht.

Art. 16.De loten zijn betaalbaar tegen afgifte van het winnend deelnemingsticket gedurende een periode van 13 weken vanaf de datum van de betrokken trekking, ongeacht hun bedrag.

Als een trekking niet gehouden is op de oorspronkelijk vastgestelde dag en uitgesteld is naar een latere datum, begint de termijn van 13 weken te lopen vanaf de oorspronkelijk vastgestelde dag.

Als een trekking aanleiding heeft gegeven tot een aanvullende trekking, begint de in het tweede lid bedoelde termijn van 13 weken te lopen vanaf de datum die oorspronkelijk voor de onderbroken trekking was bepaald.

Na afloop van deze termijn verblijven de loten aan de Nationale Loterij.

Het winnend deelnemingsticket betreffende een deelneming aan meer dan een trekking dat ter inning wordt aangeboden vóór de laatste der trekkingen waaraan het deelneemt, wordt vervangen door een nieuw deelnemingsticket dat bruikbaar is voor de resterende trekking(en).

Art. 17.De loten worden uitbetaald op de wijze die de Nationale Loterij nuttig acht.

De winnende deelnemingstickets moeten ter inning worden aangeboden in een on line-centrum naar keuze van de deelnemer. De deelnemingstickets betreffende een totale winst van meer dan 25.000 euro kunnen echter ook ter inning worden aangeboden ten zetel van de Nationale Loterij.

Art. 18.Klachten met betrekking tot de uitbetaling der loten moeten, op straffe van verval, ingediend worden binnen de in artikel 16 bedoelde termijn van 13 weken.

Als de winst niet hoger is dan 750 euro, moeten de klachten tegen ontvangstbewijs in een on line-centrum worden ingediend.

Als de winst 750 euro overschrijdt, moeten de klachten hetzij bij aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht, hetzij bij de Nationale Loterij worden afgegeven tegen ontvangstbewijs Bij elke klacht moet het deelnemingsticket gevoegd zijn. Op de keerzijde van het ticket moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden.

Art. 19.De Nationale Loterij bepaalt de dag- en uurlimieten voor de op een trekking gerichte deelnemingsverwervingen. Ze zijn verkrijgbaar in alle on line-centra.

Art. 20.De loten die zijn toegekend met toepassing van dit besluit, zijn vrijgesteld van alle belastingen ten bate van de Staat.

Art. 21.De Nationale Loterij erkent maar een eigenaar van een deelnemingsticket, namelijk de toonder ervan. De identiteit van de drager wordt nochtans geëist als : 1° er twijfel bestaat over de geldigheid van het deelnemingsticket, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of geplakt is.In dat geval houdt de Nationale Loterij het in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de drager van het deelnemingsticket een bewijs van bewaargeving; 2° als zulks vereist is door de door de Nationale Loterij bepaalde uitbetalingswijze van de loten. Geen enkel bezwaar wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een deelnemingsticket of van een aan toonder opgesteld bewijs van bewaargeving.

Bij gemeenschappelijke deelneming, komt de Nationale Loterij niet tussen in geschillen die tussen de leden van de groep kunnen ontstaan.

Art. 22.De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet eerbiedigen de anonimiteit van de deelnemers, behalve als deze laatsten eraan verzaken.

Art. 23.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.

Art. 24.Het koninklijk besluit van 24 mei 1995 houdende het reglement van de Keno, openbare loterij, georganiseerd door de Nationale Loterij, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 februari 1997 en 9 juni 1999, wordt opgeheven.

Art. 25.Op de deelnemingsverwerving voor de Keno tussen 1 en 31 december 2001 voor verscheidene opeenvolgende trekkingen gespreid over 2001 en 2002 zijn van toepassing : 1° het koninklijk besluit vermeld in artikel 24, wat de trekkingen betreft die vóór 14 januari 2002;plaatshebben; 2° dit besluit, wat de trekkingen betreft die plaatshebben vanaf 14 januari 2002, met uitzondering van de betaling van de inzet, waarop het in onderdeel 1° vermelde besluit van toepassing blijft.

Art. 26.Het gebruik van formulieren met vermeldingen in franken wordt na 31 december 2001 tijdelijk toegestaan.

De genoemde vermeldingen hebben nochtans geen waarde, aangezien de regels die gelden voor de deelneming aan de Keno met de betrokken formulieren die zijn die door dit besluit zijn bepaald.

De datum van de Kenotrekking vanaf welke het gebruik van die formulieren niet langer geldig is, wordt door de Nationale Loterij bekendgemaakt.

Art. 27.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 januari 2002.

Art. 28.De Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS

Bijlage I bij het koninklijk besluit van 15 januari 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons koninklijk besluit van 15 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS