Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 december 1998
gepubliceerd op 29 december 1998

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998022798
pub.
29/12/1998
prom.
15/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/15/1998022798/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 32, vijfde lid, ingevoegd door de wet van 22 december 1989, en artikel 33, 3°, vervangen door de wet van 22 december 1989;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, bekrachtigd door de wet van 26 juni 1997, inzonderheid op artikel 5, § 3, 2°;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd - door het feit dat er voor de pensioenberekening inzake gelijkgestelde periodes gelegen na 1996 geen rekening gehouden wordt met de indexsprongen beoogd in het koninklijk besluit nr. 281 van 31 maart 1984, dat hierdoor een discriminatie tussen pensioengerechtigden ontstaan is en dat deze discriminatie onverwijld moet weggewerkt worden; - door het feit dat, gelet op het handvest van de gebruiker van de openbare diensten en op het « handvest » van de sociaal verzekerde, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen onverwijld in de mogelijkheid moet gesteld worden om in een aantal gevallen een pensioenbeslissing van ambtswege te nemen; - door het feit dat er onduidelijkheid heerst over de juiste ingangsdatum van sommige pensioenbeslissingen en dat in het belang van de betrokkenen en met het oog op de rechtszekerheid deze onduidelijkheid onverwijld moet verdwijnen.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 46ter, § 1, B., 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, ingevoegd door het koninklijk besluit van 18 juli 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Voor de kwartalen gelegen na 1996, worden de in het eerste lid bedoelde bedrijfsinkomsten eerst vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer de in artikel 6, § 2, 3°, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 bedoelde coëfficiënt en vervolgens met de coëfficiënt die verkregen wordt door het gemiddelde van de maandelijkse indexcijfers der consumptieprijzen van het jaar waarin de gelijkgestelde periode gelegen is te delen door de spilindex waaraan genoemde inkomsten verbonden zijn. Het aldus verkregen resultaat wordt gedeeld door 1,0612 ermee rekening houdend dat de aanpassing van de op 30 april 1984 lopende pensioenen aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen driemaal niet werd toegepast ter uitvoering van artikel 2 van het voormelde koninklijk besluit nr. 281. ».

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 133ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 133ter.De beslissing van ambtswege genomen in de regeling der werknemers ten aanzien van een werknemer die wegens het bereiken van de door de reglementering vastgestelde leeftijdsgrens het recht op werkloosheids- of op ziekte- en invaliditeitsuitkeringen verliest, geldt als aanvraag in de regeling der zelfstandigen indien de beroepsbezigheid behorend tot deze laatste regeling vastgesteld wordt tijdens het onderzoek van de rechten in het stelsel der werknemers.

Hetzelfde geldt wanneer dergelijke beroepsbezigheid vastgesteld wordt tijdens de behandeling van een verhaal, of bij de eerste uitbetaling van het pensioen.

De beslissing van het Rijksinstituut gaat in op dezelfde datum als de beslissing genomen in de regeling der werknemers. ».

Art. 3.Artikel 151, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 10 mei 1971, wordt aangevuld als volgt : « De beslissing van het Rijksinstituut gaat in op dezelfde datum als de beslissing genomen in de regeling der werknemers. ».

Art. 4.Artikel 154 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 13 december 1989 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 oktober 1990, wordt aangevuld als volgt : « 8° de aanvrager aan wie het vervroegd rustpensioen werd geweigerd omdat hij niet voldoet aan de loopbaanvoorwaarde gesteld in de artikelen 3, § 3, en 17 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997, de pensioenleeftijd bereikt; de nieuwe beslissing gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de pensioenleeftijd werd bereikt. ».

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Voksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA

^