Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 juli 2008
gepubliceerd op 22 juli 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2008022381
pub.
22/07/2008
prom.
02/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/02/2008022381/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikelen 30bis, tweede lid, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 1 van 26 maart 1981, en 37, § 2, 5°, opnieuw ingevoerd door de wet van 6 februari 1976;

Gelet op de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde, laatst gewijzigd door de wet van 10 maart 2005, inzonderheid artikel 7, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 april 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 7 juni 2007;

Gelet op advies 44.551/1 van de Raad van State, gegeven op 29 mei 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Zelfstandigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen wordt een artikel 107ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 107ter.In afwijking van de artikelen 107 en 107bis zijn, behoudens voor elke eerste uitbetaling, de verklaringen beoogd in deze bepalingen niet vereist voor de gerechtigden die de volle leeftijd van 65 jaar bereikt hebben. ».

Art. 2.In artikel 187, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 september 1984, worden de woorden « vijf jaar » vervangen door de woorden « drie jaar ».

Art. 3.Artikel 201, § 1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 15 december 1998, wordt vervangen als volgt : « § 1. Onverminderd artikel 107ter, vermeldt het Rijksinstituut op de kennisgeving van de beslissing of op een er bijgevoegde bijlage dat de aanvrager verplicht is aan het Rijksinstituut mede te delen : 1° elke wijziging inzake burgerlijke staat;2° de uitoefening van iedere beroepsbezigheid, mandaat, ambt of post en elke wijziging aan deze activiteit of aan de inkomsten die eruit voortvloeien;3° het verlies van kinderlast;4° het genot, in zijn hoofde en/of in hoofde van zijn echtgenoot, van een uitkering wegens ziekte, invaliditeit, onvrijwillige werkloosheid, loopbaanonderbreking bij toepassing van een Belgische of buitenlandse wetgeving inzake sociale zekerheid of van een statuut dat van toepassing is op het personeel van een volkenrechtelijke instelling, of van een aanvullende vergoeding, toegekend in het kader van een conventioneel brugpensioen;5° het genot, in zijn hoofde en in hoofde van zijn echtgenoot, van ieder pensioen of als dusdanig geldend voordeel toegekend krachtens een Belgische, buitenlandse of internationale pensioenregeling, andere dan deze voor zelfstandigen. In afwijking van het vorige lid, is de aanvrager ervan vrijgesteld het Rijksinstituut op de hoogte te brengen van elke wijziging inzake burgerlijke staat op voorwaarde dat deze informatie toegankelijk is via het Rijksregister van de natuurlijke personen geregeld door de wet van 8 augustus 1983. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Art. 5.Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLLE De Minister van Pensioenen, Mevr. M. ARENA

^