gepubliceerd op 28 februari 2006
Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten van de terbeschikkingstelling van het personeel van Belgocontrol bij de nationale toezichthoudende instantie van de luchtvaartnavigatiediensten
14 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten van de terbeschikkingstelling van het personeel van Belgocontrol bij de nationale toezichthoudende instantie (NSA) van de luchtvaartnavigatiediensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 49;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 oktober 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 21 oktober 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 19 oktober 2005;
Gelet op het conforme advies van het paritair Comité van Belgocontrol, gegeven op 16 november 2005 overeenkomstig artikel 33 van de wet van 21 maart 1991 ter hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
Gelet op het advies 39.558/4 van de Raad van State, gegeven op 5 januari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit stelt de algemene modaliteiten vast voor de terbeschikkingstelling, in de zin bedoeld in artikel 49 van de wet houdende diverse bepalingen, op vrijwillige basis, van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgocontrol (hierna Belgocontrol genoemd) aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer alsook de modaliteiten waaronder die onder haar gezag worden gebracht.
Art. 2.De Minister, bevoegd voor luchtvaart, hierna de Minister genoemd, bepaalt het competentieprofiel van de betrekkingen die overeenstemmen met de functies die moeten worden uitgeoefend.
Art. 3.De betrekkingen die moeten worden vervuld worden aan het personeel van Belgocontrol via een bericht ter kennis gebracht.
Het bericht vermeldt het aantal beschikbare betrekkingen, de duur van de terbeschikkingstelling, de functiebeschrijving, de plaats van de tewerkstelling, de termijn en de modaliteiten van de indiening van kandidaturen en, in voorkomend geval, alle andere voorwaarden waaraan de kandidaten moeten voldoen.
Art. 4.De personeelsleden van Belgocontrol die op geldige wijze hun kandidatuur hebben ingediend worden geselecteerd en gerangschikt door een comité van experts.
De Minister bepaalt de samenstelling en de werking van dit comité van experts, waarvan ten minste één lid van SELOR (Selectiebureau van de Federale Overheid) deel uitmaakt.
Het comité van experts richt aan de Minister de selectie en de rangschikking die het heeft gemaakt, evenals een gedetailleerd advies betreffende elke kandidaat. Dit advies is niet bindend.
Art. 5.De Minister duidt, onder de door het comité van experts geselecteerde en gerangschikte kandidaten en na overleg met het Directiecomité van Belgocontrol, de personeelsleden van Belgocontrol aan die ter beschikking worden gesteld van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Art. 6.Gedurende hun terbeschikkingstelling staan de aangeduide personen onder het hiërarchisch gezag zoals dit binnen de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt uitgeoefend en is hun juridische band van ondergeschiktheid ten opzichte van Belgocontrol geschorst.
De ter beschikking gestelde personen blijven onderworpen aan de statutaire of contractuele en geldelijke bepalingen, alsook de pensioenregeling die van toepassing is bij Belgocontrol.
Tijdens de periode van terbeschikkingstelling worden de bezoldigingen van de aangeduide personen, met inbegrip van eventuele toelagen en vergoedingen vereffend en uitbetaald door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Art. 7.Onverminderd, in voorkomend geval, de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, heeft de Minister het recht om, de terbeschikkingstelling van een persoon aangesteld aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer overeenkomstig artikel 5, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, te beëindigen, op basis van een gemotiveerd verslag van het hiërarchische hoofd.
Op elk moment, kan iemand aangesteld aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer overeenkomstig artikel 5, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, vragen dat zijn terbeschikkingstelling wordt beëindigd.
In overeenstemming met alle partijen, kunnen de opzegtermijnen korter zijn.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 9.Onze Minister bevoegd voor de luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 februari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT