gepubliceerd op 04 juni 2008
Koninklijk besluit tot regeling van de vergunningen van luchtverkeersleider
9 MEI 2008. - Koninklijk besluit tot regeling van de vergunningen van luchtverkeersleider
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op het advies van de Raad van State nr 43.667/4 gegeven op 20 februari 2008;
Overwegende het Verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart goedgekeurd bij de wet van 30 april 1947, ondertekend te Chicago op 7 december 1944, inzonderheid op bijlage 1;
Overwegende het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart « EUROCONTROL », en de bijlagen, ondertekend te Brussel op 13 december 1960, goedgekeurd bij de wet van 12 maart 1962 en gewijzigd bij het protocol van Brussel van 12 februari 1981, goedgekeurd bij de wet van 16 november 1984, inzonderheid de Requirements for European Class 3 Medical Certification of Air Traffic Controllers;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Voorwerp en toepassingsgebied
Artikel 1.Het voorwerp van dit besluit is de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de Richtlijn 2006/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 inzake een communautaire vergunning van luchtverkeersleiders met als doel de veiligheidsnormen te verhogen en het functioneren van het communautaire luchtverkeersleidings-systeem te verbeteren door een vergunning van luchtverkeersleider in te voeren.
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op : 1° leerling luchtverkeersleiders;2° luchtverkeersleiders die hun taken uitoefenen onder de verantwoordelijkheid van verleners van luchtvaartnavigatiediensten die hun diensten hoofdzakelijk aanbieden voor bewegingen van luchtvaartuigen in het algemeen luchtverkeer;3° luchtverkeersleiders die geregelde en geplande luchtverkeersleidingsdiensten voor het algemeen luchtverkeer verlenen onder de verantwoordelijkheid van verleners van luchtvaartnavigatiediensten die hun diensten hoofdzakelijk aanbieden aan andere bewegingen van luchtvaartuigen dan het algemeen luchtverkeer. HOOFDSTUK II. - Definities
Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : luchtverkeersleidingsdienst : een dienst die wordt verleend ter voorkoming van botsingen tussen luchtvaartuigen en op het landingsterrein tussen luchtvaartuigen en obstakels, alsook om de doorstroming van het luchtverkeer te versnellen en ordelijk te laten verlopen. verlener van luchtvaartnavigatiediensten : iedere openbare of particuliere rechtspersoon die luchtvaartnavigatiediensten levert ten behoeve van het algemeen luchtverkeer. algemeen luchtverkeer : alle bewegingen van burgerluchtvaartuigen, evenals bewegingen van staatsluchtvaartuigen (militaire, douane- en politieluchtvaartuigen daaronder begrepen), wanneer die bewegingen worden uitgevoerd in overeenstemming met de ICAO-procedures. vergunning : een certificaat dat de rechtmatige houder machtigt luchtverkeersleidingsdiensten te verlenen overeenkomstig de daarin vermelde bevoegdverklaringen en de aantekeningen. bevoegdverklaring : de op een vergunning aangebrachte of daarmee samenhangende en van de vergunning deel uitmakende machtiging waarin melding wordt gemaakt van specifieke aan de vergunning verbonden voorwaarden, voorrechten of beperkingen. aantekening bij de bevoegdverklaring : de op een vergunning aangebrachte en van de vergunning deel uitmakende machtiging waarin de specifieke aan de bevoegdverklaring verbonden voorwaarden, voorrechten of beperkingen zijn aangegeven. aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid : de op een vergunning aangebrachte en van de vergunning deel uitmakende machtiging waarin de ICAO-locatie-indicator wordt aangegeven en de sector, groep van sectoren en/of operationele posities waarvoor de houder van de vergunning bevoegd is. aantekening betreffende de taalvaardigheid : de op een vergunning aangebrachte en van de vergunning deel uitmakende machtiging waarin de taalvaardigheid van de houder wordt aangegeven. aantekening OJTI : de op een vergunning aangebrachte en van de vergunning deel uitmakende machtiging waarin de bevoegdheid van de houder om opleiding te geven in de directe en effectieve luchtverkeersleiding wordt vermeld. staatsaantekening : op de vergunning van luchtverkeersleider ingeschreven toelating die de verlener van luchtvaartnavigatiediensten, de bijzondere types van functies die de houder ervan mag uitoefenen alsook alle andere nuttige gegevens aangeeft.
ICAO-locatie-indicator : de uit vier letters bestaande code die is samengesteld overeenkomstig de door de ICAO in haar handboek DOC 7910 gegeven regels en is toegewezen aan de locatie van een vast luchtverkeersstation. sector : een deel van een luchtverkeersleidingsgebied en/of van een vluchtinformatiegebied/hoger vluchtinformatiegebied. opleiding : het geheel van theoretische cursussen, praktijkoefeningen, inclusief simulatie, en opleidingen op de operationele positie die vereist zijn voor het verkrijgen en in stand houden van de vereiste bekwaamheden voor het verlenen van veilige luchtverkeersleidingsdiensten van hoge kwaliteit; de opleiding omvat : a) een initiële opleiding, die bestaat uit een basisopleiding en een opleiding voor een bevoegdverklaring en die leidt tot de toekenning van een oefenvergunning van luchtverkeersleider;b) een opleiding voor een luchtverkeersleidingseenheid, met inbegrip van een overgangsopleiding, gevolgd door een opleiding op de operationele positie, en die leidt tot de uitreiking van een vergunning van luchtverkeersleider;c) een voortgezette opleiding, om de geldigheid van de aantekeningen op de vergunning te handhaven;d) de opleiding van de instructeurs voor het geven van opleiding op de operationele positie, die leidt tot het verkrijgen van de aantekening OJTI;e) een opleiding van examinator en/of beoordelaar. ATS-opleidingsorganisme : een organisatie die door de nationale toezichthoudende instantie is gecertificeerd voor het aanbieden van een of meer opleidingstypes. vakbekwaamheidsprogramma voor een luchtverkeersleidingseenheid : erkend programma waarin de methode is omschreven waarmee de eenheid de bekwaamheid van haar houders van een vergunning op peil houdt. opleidingsplan voor luchtverkeersleidingseenheid : een goedgekeurd plan waarin in detail de processen en het tijdschema uiteengezet worden om de procedures voor de eenheid onder toezicht van een instructeur die een opleiding op de operationele positie verzorgt op het lokale gebied te kunnen toepassen. attest van medische geschiktheid : attest waaruit blijkt dat de houder voldoet aan de voorwaarden inzake medische geschiktheid.
BSA - ANS : Belgian Supervising Authority for Air Navigation Services opgericht bij koninklijk besluit van 14 februari 2006 tot oprichting van een nationale toezichthoudende instantie (NSA) van de luchtvaartnavigatiediensten.
Directoraat-generaal Luchtvaart : directoraat binnen de FOD Mobiliteit en Vervoer bevoegd voor de luchtvaart.
Minister : de Minister belast met het Directoraat-generaal Luchtvaart.
Directeur-generaal : de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart.
OJTI : On the Job Training Instructor.
ATS (luchtverkeersdienstverlening) : algemeen begrip dat ofwel slaat op de vluchtinlichtingenverstrekking, de alarmdienst, de luchtverkeersleiding (algemene verkeersleiding, naderingsverkeersleiding en plaatselijke verkeersleiding). HOOFDSTUK III. - Algemeen
Art. 4.§ 1. Niemand mag de functie van luchtverkeersleider uitoefenen wanneer hij geen houder is van een vergunning die beantwoordt aan de voorwaarden van dit besluit en die overeenstemt met de functies die hij moet uitoefenen.
Alvorens de voorrechten van een vergunning van luchtverkeersleider uit te oefenen moet de houder op de hoogte zijn van alle noodzakelijke inlichtingen die nuttig en recent zijn. § 2. De vergunning blijft eigendom van degene aan wie zij is afgegeven en wordt door de betrokkene ondertekend.
De vergunning behelst de in bijlage I genoemde elementen.
De vergunning bevat een Engelse vertaling van de elementen die in bijlage I worden aangeduid met een asterisk.
Art. 5.De volgende instanties worden aangewezen als nationale toezichthoudende instanties voor het vervullen van de bij dit besluit aan hen toegewezen taken : 1° het Directoraat-generaal Luchtvaart;2° de BSA - ANS.
Art. 6.§ 1. De Directeur-generaal of zijn gemachtigde reikt de oefenvergunningen van luchtverkeersleider, de vergunningen van luchtverkeersleider, de bevoegdverklaringen, de aantekeningen bij de bevoegdverklaring, de aantekeningen betreffende de luchtverkeersleidingseenheid, de aantekeningen OJTI en de Staatsaantekeningen uit.
De Directeur-generaal of zijn gemachtigde, hernieuwt de oefenvergunningen van luchtverkeersleider, de aantekeningen betreffende de luchtverkeersleidingseenheid, de aantekeningen OJTI en de Staatsaantekeningen. § 2. De Directeur-generaal kan de verleners van luchtvaartnavigatiediensten die hij aanduidt belasten met de taken inzake de uitreiking en de hernieuwing van de aantekeningen betreffende de luchtverkeersleidingseenheid, de aantekeningen OJTI en de Staatsaantekeningen. § 3. De Directeur-generaal weigert of ontneemt naar gelang het geval de oefenvergunning van luchtverkeersleider of de vergunning van luchtverkeersleider aan de aanvrager of de houder ervan : 1° indien bewezen is dat hij aan de drank verslaafd is of verdovende middelen gebruikt;2° indien hij veroordeeld is geweest tot een criminele straf of tot enige straf wegens aanslag op de inwendige of uitwendige veiligheid van de Staat.
Art. 7.§ 1. De houder van een oefenvergunning van luchtverkeersleider of van een vergunning van luchtverkeersleider onthoudt er zich van zijn voorrechten uit te oefenen in de directe en effectieve luchtverkeersleiding : 1° in geval van vermindering van zijn lichamelijke of geestelijke geschiktheid die van aard is om zijn bekwaamheidsniveau in vraag te stellen;2° wanneer hij onder invloed is van alcoholische dranken of van psychotrope substanties;3° in geval van een situatie of een gebeurtenis die van aard is om zijn bekwaamheidsniveau in vraag te stellen. § 2. In de directe en effectieve luchtverkeersleiding is de houder van een oefenvergunning van luchtverkeersleider of van een vergunning van luchtverkeersleider ertoe gehouden onmiddellijk zijn hiërarchische overste in te lichten over elke ongeschiktheid bedoeld in § 1 die hem ervan weerhoudt zijn voorrechten uit te oefenen in gunstige omstandigheden inzake veiligheid en doeltreffendheid. HOOFDSTUK IV. - Oefenvergunning van luchtverkeersleider
Art. 8.Om een oefenvergunning van luchtverkeersleider te bekomen moet de aanvrager : 1° ten minste 18 jaar oud zijn en houder zijn van tenminste een diploma secundair onderwijs of een diploma dat toegang geeft tot universitaire studies of een gelijkwaardige opleiding;2° met succes de initiële opleiding gevolgd hebben die voldoet aan de eisen van Bijlage II, deel A en waarvan het programma is goedgekeurd door de BSA - ANS;3° slagen voor de examens en/of evaluaties waarvan het programma is goedgekeurd door de BSA - ANS;4° houder zijn van een geldig attest van medische geschiktheid;5° blijk hebben gegeven van een passend niveau van taalvaardigheid;6° een uittreksel voorleggen uit het strafregister Model 1 « Uittreksel uit het strafregister gevraagd om een activiteit uit te oefenen die niet onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt » afgeleverd sedert minder dan dertig dagen vóór het bekomen van de oefenvergunning.
Art. 9.De oefenvergunning van luchtverkeersleider bevat ten minste één bevoegdverklaring en indien van toepassing, één aantekening bij de bevoegdverklaring.
De oefenvergunning van luchtverkeersleider laat de houder toe zich te oefenen in de directe en effectieve luchtverkeersleiding onder toezicht van een OJTI voor zover zijn attest van medische geschiktheid geldig is.
Art. 10.De oefenvergunning van luchtverkeersleider dient te worden aangevraagd binnen de zes maanden te rekenen vanaf de dag van het slagen voor de examens en/of evaluaties bedoeld in artikel 8, 3°.
De oefenvergunning van luchtverkeersleider is geldig gedurende vijf jaar vanaf zijn uitreiking.
De oefenvergunning van luchtverkeersleider wordt hernieuwd voor periodes van vijf jaar indien de aanvrager voldoet aan de in artikel 8 bepaalde voorwaarden. De voorwaarden in artikel 8, 3° moeten vervuld zijn sinds minder dan zes maanden. HOOFDSTUK V. - Vergunning van luchtverkeersleider
Art. 11.Om een vergunning van luchtverkeersleider te bekomen moet de aanvrager : 1° houder zijn van een geldige oefenvergunning van luchtverkeersleider;2° ten minste 21 jaar oud zijn;3° de opleiding voor een luchtverkeersleidingseenheid gevolgd hebben die betrekking heeft op de bevoegdverklaring en, indien van toepassing, op de aantekening bij de bevoegdverklaring en die voldoet aan de eisen van Bijlage II, deel B en door de BSA - ANS is goedgekeurd;4° geslaagd zijn voor de examens of evaluaties verbonden aan de opleiding bedoeld in 3° waarvan het programma is goedgekeurd door de BSA - ANS;5° houder zijn van een geldig attest van medische geschiktheid;6° blijk hebben gegeven van een passend niveau van taalvaardigheid. In gerechtvaardigde gevallen kan de Directeur-generaal afwijken van de minimale leeftijd bedoeld in het eerste lid na een gemotiveerd voorstel van de verlener van luchtvaartnavigatiediensten onder wiens verantwoordelijkheid de aanvrager de voorrechten verbonden aan de gevraagde vergunning van luchtverkeersleider zal uitoefenen.
Art. 12.§ 1. De vergunning van luchtverkeersleider wordt geldig gemaakt door de opneming van : 1° ten minste één geldige bevoegdverklaring;2° a) de relevante en geldige aantekening(en) bij de bevoegdverklaring(en);b) de relevante en geldige aantekening(en) betreffende de luchtverkeersleidingseenheid;3° een geldige aantekening betreffende de taalvaardigheid. § 2. De vergunning van luchtverkeersleider machtigt de houder tot het uitoefenen van de voorrechten van de geldige bevoegdverklaring(en) en aantekening(en) verbonden aan zijn vergunning voor zover zijn attest van medische geschiktheid geldig is. HOOFDSTUK VI. - Bevoegdverklaringen
Art. 13.§ 1. De bevoegdverklaring geeft de bevoegdheid van zijn houder aan om een bepaald type dienst te verlenen. § 2. De bevoegdverklaringen zijn de volgende : 1° de bevoegdverklaring plaatselijke verkeersleiding visueel (Aerodrome Control Visual - ADV) geeft de bevoegdheid aan om een luchtverkeersleidingsdienst te verlenen ten behoeve van het luchtvaartterreinverkeer op een luchtvaartterrein dat niet over gepubliceerde procedures voor nadering of vertrek op instrumenten beschikt;2° de bevoegdverklaring plaatselijke verkeersleiding op instrumenten (Aerodrome Control Instrument - ADI) geeft de bevoegdheid aan om een luchtverkeersleidingsdienst te verlenen ten behoeve van het luchtvaartterreinverkeer op een luchtvaartterrein dat over gepubliceerde procedures voor nadering of vertrek op instrumenten beschikt.Zij moet tenminste voorzien zijn van een van de aantekeningen omschreven in artikel 16, § 1; 3° de bevoegdverklaring naderingsverkeersleiding procedureel (Approach Control Procedural - APP) geeft de bevoegdheid aan om een luchtverkeersleidingsdienst te verlenen ten behoeve van aankomende, vertrekkende of doorvliegende luchtvaartuigen zonder hulp van surveillanceapparatuur;4° de bevoegdverklaring naderingsverkeersleiding surveillance (Approach Control Surveillance - APS) geeft de bevoegdheid aan om een luchtverkeersleidingsdienst te verlenen ten behoeve van aankomende, vertrekkende of doorvliegende luchtvaartuigen met behulp van surveillanceapparatuur.Zij moet tenminste voorzien zijn van een van de aantekeningen omschreven in artikel 16, § 2; 5° de bevoegdverklaring algemene verkeersleiding procedureel (Area Control Procedural - ACP) geeft de bevoegdheid aan om een luchtverkeersleidingsdienst zonder surveillanceapparatuur te verlenen ten behoeve van luchtvaartuigen;6° de bevoegdverklaring algemene verkeersleiding surveillance (Area Control Surveillance - ACS) geeft de bevoegdheid aan om een luchtverkeersleidingsdienst met behulp van surveillanceapparatuur te verlenen ten behoeve van luchtvaartuigen, en moet ten minste voorzien zijn van een van de aantekeningen als omschreven in artikel 16, § 3.
Art. 14.Om een bevoegdverklaring te bekomen moet de aanvrager : 1° houder zijn van een vergunning van luchtverkeersleider, behalve wanneer het gaat om een bevoegdverklaring in het kader van het bekomen van een oefenvergunning van luchtverkeersleider;2° de door de BSA - ANS goedgekeurde opleiding voor de bevoegdverklaring en indien van toepassing van ten minste één aantekening die met deze bevoegdverklaring verbonden is voltooid hebben;3° slagen voor de examens en/of evaluaties waarvan het programma is goedgekeurd door de BSA - ANS.
Art. 15.De bevoegdverklaring is geldig indien zij samengevoegd is met : 1° indien van toepassing tenminste één geldige aantekening bij de bevoegdverklaring;2° tenminste één geldige aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid;3° een geldige aantekening betreffende de taalvaardigheid. HOOFDSTUK VII. - Aantekeningen bij de bevoegdverklaring
Art. 16.§ 1. De bevoegdverklaring plaatselijke verkeersleiding op instrumenten (Aerodrome Control Instrument - ADI) wordt aangevuld met ten minste een van de volgende aantekeningen : 1° de aantekening verkeerstorenleiding (Tower Control - TWR) geeft de bevoegdheid aan om luchtverkeersleidingsdiensten te verlenen wanneer de plaatselijke luchtverkeersleiding vanuit één enkele operationele positie wordt verzorgd;2° de aantekening verkeersleiding aan grondverkeer (Ground Movement Control - GMC) geeft de bevoegdheid aan om de verkeersleiding aan grondverkeer te verzorgen;3° de aantekening verkeersleiding met behulp van grondsurveillanceapparatuur (Ground Movement Surveillance - GMS) wordt verleend naast de aantekening verkeersleiding aan grondverkeer of de aantekening verkeerstorenleiding, en geeft de bevoegdheid aan om grondverkeer te verzorgen met behulp van grondsurveillancesystemen;4° de aantekening luchtverkeersleiding (Air Control - AIR) geeft de bevoegdheid aan om de luchtverkeersleiding te verzorgen, uitgezonderd het grondverkeer;5° de aantekening plaatselijke verkeersleiding radar (Aerodrome Radar Control - RAD) wordt verleend naast de aantekening luchtverkeersleiding of de aantekening verkeerstorenleiding, en geeft de bevoegdheid aan om plaatselijke luchtverkeersleiding te verzorgen met behulp van radarapparatuur. § 2. De bevoegdverklaring naderingsverkeersleiding - surveillance (Approach Control Surveillance - APS) wordt aangevuld met ten minste een van de volgende aantekeningen : 1° de aantekening radar (RAD) geeft de bevoegdheid aan om een naderingsluchtverkeersleidingsdienst te verlenen met behulp van primaire en/of secundaire radarapparatuur;2° de aantekening precisienadering met radar (Precision Approach Radar - PAR) wordt verleend naast de aantekening radar en geeft de bevoegdheid aan om ten behoeve van luchtvaartuigen in het laatste stadium van de nadering van de landingsbaan vanaf de grond gecontroleerde precisienaderingen te verzorgen met behulp van precisienaderingsapparatuur;3° de aantekening nadering met surveillanceradar (Surveillance Radar Approach - SRA) wordt verleend naast de aantekening radar en geeft de bevoegdheid aan om ten behoeve van luchtvaarttuigen in het laatste stadium van de nadering van de landingsbaan vanaf de grond gecontroleerde niet-precisienaderingen te verzorgen met behulp van surveillanceapparatuur;4° de aantekening automatisch afhankelijke surveillance (Automatic Dependent Surveillance - ADS) geeft de bevoegdheid aan om een naderingsluchtverkeersleidingsdienst te verlenen met behulp van automatisch afhankelijke surveillance;5° de aantekening naderingsluchtverkeersleiding (Terminal Control - TCL) wordt verleend naast de aantekening radar of de aantekening automatisch afhankelijke surveillance en geeft de bevoegdheid aan om ten behoeve van luchtvaartuigen die in een bepaald naderingsluchtverkeersleidingsgebied en/of aangrenzende sectoren opereren luchtverkeersleidingsdiensten te verlenen met behulp van elk type van surveillanceapparatuur. § 3. De bevoegdverklaring algemene verkeersleiding - surveillance (Area Control Surveillance - ACS) wordt aangevuld met ten minste een van de volgende aantekeningen : 1° de aantekening radar (RAD) geeft de bevoegdheid aan om een algemene luchtverkeersleiding te verlenen met behulp van radarapparatuur;2° de aantekening automatisch afhankelijke surveillance (Automatic Dependent Surveillance - ADS) geeft de bevoegdheid aan om een algemene luchtverkeersleiding te verlenen met behulp van automatisch afhankelijke surveillance;3° de aantekening naderingsluchtverkeersleiding (Terminal Control - TCL) wordt verleend naast de aantekening radar of de aantekening automatisch afhankelijke surveillance en geeft de bevoegdheid aan om ten behoeve van luchtvaartuigen die in een bepaald naderingsluchtverkeersleidingsgebied en/of aangrenzende sectoren opereren luchtverkeersleidingsdiensten te verlenen met behulp van surveillanceapparatuur;4° de aantekening oceaan verkeersleiding (Oceanic Control - OCN) geeft de bevoegdheid aan om ten behoeve van luchtvaartuigen die in een oceaanluchtverkeersleidingsgebied opereren luchtverkeersleidingsdiensten te verlenen.
Art. 17.Om een aantekening bij de bevoegdverklaring te bekomen moet de aanvrager : 1° houder zijn van een vergunning van luchtverkeersleider, behalve wanneer het gaat om een aantekening bij de bevoegdverklaring in het kader van het bekomen van een oefenvergunning van luchtverkeersleider;2° houder zijn van een geldige bevoegdverklaring waaraan de aantekening bij de bevoegdverklaring overeenkomstig artikel 16 wordt toegevoegd;3° de opleiding betreffende deze aantekening hebben gevolgd, waarvan het programma werd goedgekeurd door de BSA - ANS;4° geslaagd zijn voor de examens en/of evaluaties waarvan het programma is goedgekeurd door de BSA - ANS. HOOFDSTUK VIII Aantekeningen betreffende de luchtverkeersleidingseenheid
Art. 18.De aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid geeft aan dat de houder van de vergunning bevoegd is om luchtverkeersleidingsdiensten te verlenen voor een bepaalde sector, groep van sectoren of operationele posities, onder de verantwoordelijkheid van een luchtverkeersleidingseenheid.
Een lijst met sectoren, groepen van sectoren, operationele posities en ICAO-locatie-indicatoren wordt door de verleners van luchtvaartnavigatiediensten voorgelegd aan BSA - ANS met het oog op de goedkeuring ervan door deze laatste.
Art. 19.Om de aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid te bekomen moet de aanvrager : 1° houder zijn van een vergunning van luchtverkeersleider of van een oefenvergunning van luchtverkeersleider indien het gaat om de eerste aantekening;2° houder zijn van ten minste één geldige bevoegdverklaring en, indien van toepassing, de relevante aantekening bij de bevoegdverklaring;3° de opleiding betreffende deze aantekening hebben gevolgd, waarvan het programma werd goedgekeurd door de BSA - ANS;4° geslaagd zijn voor de examens en/of evaluaties waarvan het programma is goedgekeurd door de BSA - ANS.
Art. 20.§ 1. De aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid is geldig voor een periode van twaalf maanden voor zover de aanvrager de volgende voorwaarden vervult : 1° hij voldoet aan het door de BSA - ANS goedgekeurde vakbekwaamheidsprogramma voor de luchtverkeersleidingsdienst;2° zijn bekwaamheid is gunstig beoordeeld overeenkomstig het programma van de voortgezette opleiding dat voldoet aan de vereisten van Bijlage II, deel C en door de BSA - ANS is goedgekeurd;3° hij is houder van een geldig attest van medische geschiktheid. De aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid houdt op geldig te zijn van zodra één van de hierboven vermelde voorwaarden niet meer vervuld is. Wanneer een aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid niet langer geldig is, moet met succes een opleidingsplan voor luchtverkeersleidingseenheid zijn doorlopen om de aantekening opnieuw geldig te maken.
Het minimum aantal werkuren, exclusief instructietaken, dat vereist is voor het behoud van de geldigheid van de aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid kan voor OJTI's worden verlaagd naar rato van de tijd die zij besteden aan de opleiding van leerlingen op de sectoren, groepen van sectoren, operationele posities waarvoor de verlenging wordt aangevraagd. § 2. Deze aantekening wordt hernieuwd voor een duur van twaalf maanden onder de in § 1 vermelde voorwaarden. § 3. De houder van een bevoegdverklaring of een aantekening die gedurende een periode van vier achtereenvolgende jaren geen luchtverkeersleidingsdiensten heeft verleend die verbonden zijn aan die bevoegdverklaring of aantekening, mag slechts aan een opleiding voor een luchtverkeersleidingseenheid met het oog op die bevoegdverklaring of aantekening beginnen nadat op passende wijze is beoordeeld of hij nog steeds voldoet aan de voorwaarden voor die bevoegdverklaring of aantekening, en nadat hij heeft voldaan aan eventuele uit die beoordeling voortvloeiende opleidingseisen. HOOFDSTUK IX. - Aantekeningen betreffende de taalvaardigheid
Art. 21.De aantekening betreffende de taalvaardigheid toont aan dat een luchtverkeersleider op een voldoende hoog niveau Engels spreekt en begrijpt overeenkomstig de door Ons vastgestelde bepalingen. HOOFDSTUK X. - Staatsaantekeningen
Art. 22.De Directeur-generaal kan, op voorstel van de verlener van luchtvaartnavigatiediensten, de categorieën van Staatsaantekeningen en hun overeenstemmende functies bepalen. HOOFDSTUK XI. - Aantekeningen OJTI
Art. 23.De aantekening OJTI wordt uitgereikt aan de aanvrager die : 1° houder is van een vergunning van luchtverkeersleider;2° houder is van ten minste één geldige bevoegdverklaring;3° luchtverkeersleidingsdiensten heeft verleend gedurende een onmiddellijk aan de aanvraag voorafgaande periode van ten minste vierentwintig maanden met betrekking tot de bevoegdverklaringen en aantekeningen waarvoor de opleiding wordt gegeven;4° ten minste zes maanden ervaring heeft met de bevoegdverklaring op de sector, groep van sectoren of operationele positie die gekozen werd voor de opleiding;5° een opleiding van instructeur voor de opleiding op de operationele positie waarvan het programma werd goedgekeurd door de BSA - ANS heeft gevolgd;6° geslaagd is voor de examens en /of evaluaties waarvan het programma is goedgekeurd door de BSA - ANS.
Art. 24.De aantekening OJTI laat de houder ervan toe om, voor een operationele positie, een bepaalde sector of groep van sectoren waarvoor hij houder is van een geldige aantekening en voor zover hij daartoe door een verlener van luchtvaartnavigatiediensten is aangeduid, de volgende functies uit te oefenen : 1° opleiding geven aan en superviseren van de houders van oefenvergunningen voor luchtverkeersleider in de directe en effectieve luchtverkeersleiding;2° opleiding geven en superviseren van de houders van een vergunning van luchtverkeersleider wanneer deze laatsten de directe en effectieve luchtverkeersleidingsdienst verzekeren op de positie in het kader van het bekomen, het behoud of het hernieuwen van de bevoegdverklaringen en van de aantekeningen;3° opleiding geven aan de kandidaten voor het bekomen van de aantekening OJTI.
Art. 25.De aantekening OJTI is geldig gedurende 36 maanden.
De aantekening OJTI wordt hernieuwd voor zover de houder ervan slaagt voor de programma's van behoud van de geldigheid van de aantekening OJTI, zoals goedgekeurd door de BSA - ANS. HOOFDSTUK XII. - Medische geschiktheid
Art. 26.De personen bedoeld in artikel 2 moeten voldoen aan de medische voorwaarden bepaald door de minister overeenkomstig Bijlage I bij het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart en de door Eurocontrol vastgestelde « Requirements for European Class 3 Medical Certification of Air Traffic Controllers ».
Art. 27.De controle van de medische voorwaarden bedoeld in artikel 26 gebeurt overeenkomstig de procedures en door de instanties vermeld voor de onderzoeken van klasse 1 in het koninklijk besluit van 5 juni 2002 tot regeling van de organisatie van de controle van de voorwaarden inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van burgerlijke luchtvaartuigen tenzij anders bepaald in dit besluit.
Het medisch certificaat heeft een geldigheidsduur die vanaf de datum van het medisch onderzoek, voor personen onder de 40 jaar 24 maanden bedraagt, en voor personen boven de 40 jaar 12 maanden. HOOFDSTUK XIII. - Beperking, schorsing en intrekking
Art. 28.In geval van lichamelijk of geestelijk gebrek, van tekortkoming in de bekwaamheid of gebrek aan kennis, van nalatigheid of om redenen van luchtvaartveiligheid kan de Directeur - generaal de volgende maatregelen nemen met betrekking tot de oefenvergunning van luchtverkeersleider, de bevoegdverklaring, de aantekening bij de bevoegdverklaring, de aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid, de aantekening OJTI en de Staatsaantekening : 1° de beperking, de schorsing of de intrekking voor de duur die hij bepaalt, tot de betrokkene de door de Directeur-generaal vastgestelde voorwaarden voor het terugkrijgen vervult;2° de definitieve intrekking.
Art. 29.De verlener van luchtvaartnavigatiediensten voorziet in zijn interne veiligheidsbeheerssystemen de verplichting om de Directeur generaal onmiddellijk op de hoogte te brengen van feiten vastgesteld door deze systemen waaruit voortvloeit dat het bekwaamheidsniveau van de houder van een oefenvergunning van luchtverkeersleider of van een vergunning van luchtverkeersleider in vraag kan worden gesteld en die aanleiding zouden kunnen geven tot het toepassen van één van de maatregelen bedoeld in artikel 28. HOOFDSTUK XIV. - Erkenning van vergunningen
Art. 30.§ 1. Worden erkend als van een gelijkwaardig niveau dan de vergunningen uitgereikt overeenkomstig dit besluit : 1° de vergunningen uitgereikt door een lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig de Richtlijn 2006/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 inzake een communautaire vergunning van luchtverkeersleiders;2° de vergunningen uitgereikt door een Staat die geen lid is van de Europese Unie waarmee België een bilateraal akkoord gesloten heeft waarin deze vergunningen erkend zijn geworden als van een gelijkwaardig niveau als de vergunningen uitgereikt overeenkomstig dit besluit;3° de vergunningen uitgereikt door een internationale organisatie die hiertoe door één of meerdere Staten is gemachtigd en die door België erkend worden als zijnde van een gelijkwaardig niveau. Indien de houder van een vergunning bedoeld in § 1 de minimumleeftijd van 21 jaar niet bereikt heeft, wordt zijn vergunning maar erkend nadat de Directeur-generaal op gemotiveerd voorstel van de verlener van luchtvaartnavigatiediensten onder wiens verantwoordelijkheid de betrokkene de voorrechten verbonden aan de erkende vergunning zal uitoefenen, een afwijking van de vereiste minimumleeftijd heeft toegestaan. § 2. Wanneer de houder van een vergunning bedoeld in § 1, 1° de aan deze vergunning verbonden voorrechten uitoefent op het Belgisch grondgebied heeft hij het recht deze vergunning voor een in België uitgereikte vergunning in te wisselen. § 3. Om de aangevraagde aantekening betreffende de luchtverkeersleidingseenheid te kunnen verlenen, verlangen de nationale toezichthoudende instanties van de aanvrager dat hij voldoet aan de aan die aantekening verbonden bijzondere voorwaarden, onder vermelding van de dienst, de sector of de werkplek. Bij de opstelling van het opleidingsplan voor luchtverkeersleidingseenheid houdt de aanbieder van opleidingen terdege rekening met de door de aanvrager verworven bekwaamheden en ervaring. § 4. Uiterlijk zes weken na de indiening van de bewijsstukken, onder voorbehoud van de uit een eventueel beroep voortvloeiende extra termijn, verlenen de nationale toezichthoudende instanties hun goedkeuring aan het opleidingsplan voor luchtverkeersleidingseenheid met de voorgestelde opleiding voor de aanvrager en nemen zij daar een met redenen omkleed besluit over. Bij hun besluitvorming zorgen de nationale toezichthoudende instanties ervoor dat het nondiscriminatie- en het evenredigheidsbeginsel in acht worden genomen. HOOFDSTUK XV. - Opleiding en examens
Art. 31.De opleidingen bedoeld in dit hoofdstuk omvatten ook de organisatie van de examens en/of evaluaties die deze opleidingen afronden en de aflevering van de bewijzen van slagen.
Art. 32.Enkel de houders van een goedkeuring « Goedkeuring van ATS-opleidingsorganisme » genoemd mogen de opleidingen bedoeld in dit besluit verstrekken.
De houders van de goedkeuring bedoeld in lid 1 moeten verleners van luchtvaartnavigatiediensten zijn die gecertificeerd zijn overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 2096/2005 van de Commissie van 20 december 2005 tot vaststelling van gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten.
Wanneer echter enkel de initiële opleiding wordt verstrekt, mag deze worden verstrekt door andere personen of instellingen die geen verleners van luchtvaartnavigatiediensten zijn.
Art. 33.Om de goedkeuring bedoeld in artikel 32 te bekomen of te hernieuwen, moet de aanvrager : 1° aan de BSA - ANS meedelen : - de methode van organisatie van de opleidingsprogramma's en de examens/beoordelingen; - de inhoud van de opleidings- en bekwaamheidsprogramma's alsook de inhoud van de examens/beoordelingen; - de duur van de opleidingen; - alle nadere bijzonderheden omtrent de kwalificaties van de examinatoren; 2° beschikken over een efficiënte beheersstructuur en voldoende personeel met voldoende kwalificaties en ervaring om het type opleiding te kunnen bieden;3° beschikken over de nodige faciliteiten, apparatuur en accommodatie voor het type geboden opleiding;4° aantonen dat een kwaliteitsbeheerssysteem aanwezig is;5° aantonen dat er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om de opleiding te verstrekken en dat de activiteiten voldoende door verzekeringen zijn gedekt in overeenstemming met het type van de geboden opleiding. De details van de in punten 1° tot 5° vermelde gegevens worden bepaald door de BSA - ANS in overeenstemming met de terzake geldende Europese bepalingen.
Art. 34.Op straf van nietigheid wordt de aanvraag voor het bekomen of het hernieuwen van de goedkeuring bedoeld in artikel 32 gericht aan de BSA - ANS volgens de modaliteiten die deze laatste bepaalt.
Art. 35.§ 1. De goedkeuring bedoeld in artikel 32 wordt uitgereikt door de Directeur - generaal, nadat : 1° de BSA - ANS heeft vastgesteld dat de aanvrager voldoet aan de in artikel 33 vermelde eisen voor het type opleiding dat overwogen wordt;2° de BSA - ANS de programma's van de opleidingen en examens heeft goedgekeurd. § 2. De goedkeuring bedoeld in artikel 32 somt het type van opleiding / de types van opleidingen op die de houder ervan mag verstrekken en bevat de volgende vermeldingen : a) de nationale toezichthoudende instantie die het bewijs van erkenning heeft afgegeven;b) de naam en het adres van het opleidingsorganisme;c) het type diensten waarop het bewijs van erkenning betrekking heeft;d) een verklaring waaruit blijkt dat het opleidingsorganisme voldoet aan eisen van artikel 33;e) de eraan verbonden voorwaarden;f) de datum van afgifte en de geldigheidstermijn.
Art. 36.De goedkeuring bedoeld in artikel 32 is geldig voor een periode van maximum zes jaar. Deze goedkeuring wordt hernieuwd voor opeenvolgende periodes van maximum zes jaar voor zover er voldaan wordt aan de eisen van artikel 33.
Behalve voor wat de initiële opleiding betreft is de geldigheid van de goedkeuring bedoeld in artikel 32 verbonden met de hoedanigheid van verlener van luchtvaartnavigatiediensten van zijn houder.
Art. 37.§ 1. De BSA - ANS controleert : 1° de opleidingsprogramma's, de examens en de evaluaties;2° de naleving en het behoud van de eisen bedoeld in artikel 33;3° de naleving van de voorwaarden verbonden aan de goedkeuring bedoeld in artikel 32. § 2. De aanvrager of de houder van een goedkeuring bedoeld in artikel 32 verleent de controlerende personen toegang tot zijn installaties.
De toegangsmodaliteiten worden in gemeenschappelijk overleg met de BSA - ANS bepaald.
Art. 38.De BSA - ANS duidt de personen aan die in functie van hun wetenschappelijke, technische of operationele kennis de in dit besluit bedoelde examens en evaluaties mogen afnemen.
Art. 39.De Directeur - generaal kan op voorstel van de BSA - ANS, de goedkeuring bedoeld in artikel 32 schorsen, beperken of intrekken wanneer niet meer voldaan wordt aan de eisen bepaald in artikel 33, aan de voorwaarden verbonden aan de goedkeuring bedoeld in artikel 32 of om redenen van luchtvaartveiligheid. HOOFDSTUK XVI. - Diversen en overgangsbepalingen
Art. 40.§ 1. Binnen de twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, stuurt de verlener van luchtvaartnavigatiediensten die zijn diensten aanbiedt voor bewegingen van luchtvaartuigen in het algemeen luchtverkeer boven Belgisch grondgebied de Directeur-generaal de lijst met de leerling luchtverkeersleiders in opleiding en de luchtverkeersleiders die behoren tot zijn personeelsleden op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit.
Deze lijst vermeldt voor iedere persoon het (de) document(en) waarvoor hij in aanmerking komt. § 2. Binnen een termijn van tien maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, worden aan de personen die op de lijst bedoeld in § 1 vermeld zijn, de documenten uitgereikt waarvan zij de voorwaarden vervullen. § 3. Gedurende een periode van tien maanden na de inwerkingtreding van dit besluit kunnen de personen vermeld in de lijst bedoeld in § 1 de uitoefening van dezelfde functies dan deze die zij uitoefenden vóór de inwerkingtreding van dit besluit verder zetten.
Art. 41.Elke opleiding die bezig is op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit of die geheel of gedeeltelijk gebeurt tijdens de periode van vierentwintig maanden bedoeld in artikel 42 wordt geacht te voldoen aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 42.De verleners van luchtvaartnavigatiediensten die opleiding verstrekken en examens en evaluaties organiseren op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit kunnen deze activiteiten verder zetten gedurende een periode van vierentwintig maanden vanaf deze datum, voor zover zij binnen een termijn van twaalf maanden vanaf dezelfde datum overeenkomstig artikel 34 een aanvraag tot goedkeuring hebben ingediend.
Art. 43.Artikel 11 punten 1°, 2°, 3° en 4° is niet van toepassing op de houders van een vergunning van luchtverkeersleider die is uitgereikt vóór 17 mei 2008.
Art. 44.In artikel 32 van het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling van de luchtvaart wordt het woord « luchtverkeersleider, » geschrapt.
Art. 45.Onze Minister bevoegd voor de luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Firenze, 9 mei 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister, E. SCHOUPPE
BIJLAGE I SPECIFICATIES VOOR DE VERGUNNINGEN De volgende elementen moeten op de vergunning worden vermeld; met een asterisk is aangegeven voor welke elementen een vertaling in het Engels moet worden gegeven : a) *naam van de staat of autoriteit die de vergunning afgeeft (vetgedrukt);b) * benaming van de vergunning (extra vet gedrukt);c) serienummer van de vergunning, in Arabische cijfers, toegekend door de autoriteit die de vergunning afgeeft;d) volledige naam van de houder;e) geboortedatum;f) nationaliteit van de houder;g) handtekening van de houder;h) *bewijs betreffende de geldigheid en de machtiging voor de houder om de met de vergunning overeenkomende voorrechten uit te oefenen, met vermelding van : i) de bevoegdverklaringen, de aantekeningen bij de bevoegdverklaringen, de aantekeningen betreffende de taalvaardigheid, de aantekeningen OJTI, en de aantekeningen betreffende de luchtverkeersleidingseenheid; ii) de datum waarop zij voor het eerst zijn afgegeven; iii) de datum waarop de geldigheidsduur ervan verstrijkt; i) handtekening van de functionaris die de vergunning afgeeft en datum van afgifte;j) zegel of stempel van de autoriteit die de vergunning afgeeft; De kleur van de vergunningen moet wit zijn.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 mei 2008 tot regeling van de vergunningen van luchtverkeersleider.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister, E. SCHOUPPE
BIJLAGE II OPLEIDINGSEISEN DEEL A Vereisten voor de initiële opleiding tot luchtverkeersleider Het doel van de initiële opleiding is te garanderen dat de personen die een opleiding tot luchtverkeersleider volgen ten minste voldoen aan de doelstellingen voor de basisopleiding en de opleiding met het oog op de bevoegdverklaring, als omschreven in de richtsnoeren voor de gemeenschappelijke kerninhoud voor de initiële opleiding van luchtverkeersleiders (« Guidelines for air traffic controller Common Core Content Initial Training »), uitgave van 10.12.2004, van Eurocontrol, zodat de luchtverkeersleiders in staat zijn het luchtverkeer veilig, snel en efficiënt te leiden.
De initiële opleiding heeft betrekking op de volgende thema's : luchtvaartwetgeving, luchtverkeersbeheer, inclusief procedures voor samenwerking tussen militaire en burgerluchtvaart, meteorologie, navigatie, luchtvaartuigen en beginselen van de luchtvaart, inclusief heldere communicatie tussen luchtverkeersleiders en piloten, menselijke factoren, uitrusting en systemen, beroepsomgeving, veiligheid en veiligheidscultuur, veiligheidsbeheerssystemen, ongewone en noodsituaties, systeemdefecten, talenkennis, inclusief radiotelefoniejargon.
Tijdens de opleiding met betrekking tot deze thema's worden de kandidaten voorbereid op de verschillende types luchtverkeersdiensten en krijgen de veiligheidsaspecten extra nadruk. De initiële opleiding bestaat uit theorie en praktijk, inclusief simulaties. De duur van de initiële opleiding wordt vastgesteld in de goedgekeurde opleidingsplannen. De bekwaamheden die de kandidaten tijdens deze opleiding verwerven, stellen hen in staat complexe en drukke verkeerssituaties in goede banen te leiden en vergemakkelijken de overgang naar de opleiding voor een luchtverkeersleidingseenheid. De bekwaamheden die de kandidaten tijdens de initiële opleiding hebben verworven, worden beoordeeld aan de hand van examens of een systeem van permanente beoordeling.
DEEL B Vereisten inzake de opleiding van luchtverkeersleiders voor een luchtverkeersleidingseenheid In de opleidingsplannen voor luchtverkeersleidingseenheden worden de processen en het tijdschema om de procedures voor de dienst, onder toezicht van een OJTI, op het lokale gebied te kunnen toepassen, in detail uiteengezet. In het goedgekeurde plan moeten alle elementen van het systeem voor bekwaamheidsbeoordeling aan bod komen, zoals werkregelingen, voortgangsbeoordeling en examens, samen met de procedures voor aanmelding bij de nationale toezichthoudende instanties. De opleiding voor een luchtverkeersleidingseenheid kan bepaalde onderdelen van de initiële opleiding omvatten die specifiek zijn voor de nationale omstandigheden.
De duur van de opleiding voor een luchtverkeersleidingseenheid wordt bepaald in het opleidingsplan voor luchtverkeersleidingseenheid. De vereiste bekwaamheden worden beoordeeld aan de hand van examens of op basis van permanente beoordeling door neutrale en objectieve examinatoren of beoordelaars. De nationale toezichthoudende instanties voorzien in beroepsmogelijkheden om de eerlijke behandeling van de kandidaten te garanderen.
DEEL C Vereisten inzake voortgezette opleiding voor luchtverkeersleiders De aantekeningen betreffende de bevoegdverklaring en de aantekeningen voor een luchtverkeersleidingseenheid op de vergunning van luchtverkeersleiders blijven geldig wanneer de luchtverkeersleider een goedgekeurde voortgezette opleiding volgt. Deze opleiding heeft tot doel de bekwaamheden van de luchtverkeersleiders in stand te houden en bestaat uit herhalingscursussen, een opleiding om met noodsituaties te leren omgaan en eventueel een taalopleiding.
De voortgezette opleiding bestaat uit theorie- en praktijkcursussen en uit simulaties. De opleider stelt overzichten van de vaardigheden van de eenheden op, waarin gedetailleerd is aangegeven welke processen, personeelsleden en tijdschema's nodig zijn om de voortgezette opleiding te verstrekken en om de vaardigheden aan te tonen. Deze overzichten worden minstens om de drie jaar herzien en goedgekeurd. De duur van de voortgezette opleiding wordt bepaald op basis van de functionele behoeften van de luchtverkeersleiders van de eenheid, met name met het oog op een wijziging of een geplande wijziging van de procedures of apparatuur of met het oog op de algemene veiligheidseisen. De vaardigheden van elke luchtverkeersleider worden minstens om de drie jaar beoordeeld. De verlener van luchtvaartnavigatiediensten moet erop toezien dat houders van een vergunning ook gelijk worden behandeld wanneer de geldigheid van hun aantekeningen niet kan worden verlengd.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 mei 2008 tot regeling van de vergunningen van luchtverkeersleider.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister, E. SCHOUPPE