Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten

bron: federale overheidsdienst binnenlandse zaken

numac: 2023048563

pub.: 29/12/2023

prom.: 14/12/2023


staatsblad: https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)

VERSLAG AAN DE KONING Sire,;

Het ontwerp van besluit waarvan ik de eer heb het ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen beoogt de uitvoering van artikel 106 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid type wet prom. 15/05/2007 pub. 15/06/2007 numac 2007000560 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten type wet prom. 15/05/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007003293 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, en van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles sluiten betreffende de Civiele veiligheid en de vaststelling van de opleiding van de operationele leden van de hulpverleningszones en van de Brusselse dienst voor brandbestrijding en dringende medische hulp (DBDMH) en van de voorwaarden voor toegang tot deze functies.

Dit ontwerp wil een antwoord bieden op bepaalde bezorgdheden op korte termijn, zonder de analyse op lange termijn te hypothekeren en zonder te raken aan de fundamenten van de bestaande regels. De wijzingen die nu worden voorgesteld zijn in overeenstemming met de actuele functiebeschrijvingen, zoals vastgelegd in het ministerieel besluit van 8 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013000824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken type wet prom. 21/12/2013 pub. 27/01/2014 numac 2014200335 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende dringende diverse bepalingen inzake sociale wetgeving sluiten1. Het voorstel bevat dus geen verschuivingen van competenties van de ene graad naar de andere, ook niet op het niveau van adjudant. De brevetopleiding voor adjudanten is de enige opleiding waar er een klein stukje nieuwe inhoud wordt gegeven, in tegenstelling tot de andere brevetopleidingen waar het gaat over verschuivingen van inhouden van de ene module naar de andere of het wegvallen van bepaalde modules. Voor de wijzigingen op langere termijn is gestart met een gedetailleerde analyse van de mogelijke aanpassingen aan de functiebeschrijvingen per graad. De toekomstige wijzigingen aan de functiebeschrijvingen zullen in een latere fase vergezeld gaan met de nodige inhoudelijke wijzigingen aan de opleidingen.

De bedoeling van dit ontwerp is om het kandidaten gemakkelijker te maken om brandweerman te worden door de procedures voor het federale geschiktheidsattest, de eerste stap bij de aanwerving van een brandweerman, te vereenvoudigen.

De bedoeling van dit ontwerp is ook om tot een coherente en pedagogisch verantwoorde opleiding te komen, zonder in te boeten op kwaliteit en veiligheid, waarbij een grote mate van flexibiliteit, keuzevrijheid en het zeer snel inzetbaar maken van het personeel in opleiding voorop staan.

Bovendien wordt de erkenning van opleidingen die niet georganiseeerd worden door de opleidingscentra als voortgezette opleiding mogelijk gemaakt.

Tot slot worden nieuwe gelijkstellingen tussen opleidingen en nieuwe vrijstellingen om bepaalde lessen te volgen gecreëerd.

Deze wijzigingen kwamen tot stand na besprekingen met de verschillende stakeholders (Netwerk Brandweer, Rézonwal, DBDMH, verenigingen van brandweervrijwilligers, vertegenwoordigers van de opleidingscentra voor de brandweer, ...) en na onderhandeling met de vakorganisaties.

Artikel 1 Deze wijzigingen kaderen in de vereenvoudiging van de praktische modaliteiten voor de toegang tot en het behalen van het federaal geschiktheidsattest (FGA).

De organisatie van de geschiktheidsproeven hoeft niet langer gepubliceerd te worden op de website van VDAB, FOREM en ACTIRIS. De bekendmaking op de website wordt geacht voldoende te zijn en die kan natuurlijk aangevuld worden met andere communicatiemiddelen (sociale netwerken, ...). Om de toegang tot het federaal geschiktheidsattest te vergemakkelijken, kunnen de verschillende modules in eender welk opleidingscentrum worden afgelegd. Tot slot, hoeft de kandidaat niet langer te beschikken over een rijbewijs B om te kunnen deelnemen aan een FGA. Hij moet wel houder zijn van een rijbewijs B wanneer hij deelneemt aan de zonale proeven.

De competentietest voor het basiskader dient enkel nog te worden afgelegd indien de kandidaat niet beschikt over een getuigschrift, een getuigschrift van bekwaamheid of een diploma van het zesde of zevende jaar secundair onderwijs uitgereikt door de examencommissie of een onderwijsinrichting opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat of door een van de Gemeenschappen.

Artikel 2 De wachttermijn om opnieuw in te schrijven indien de kandidaat niet slaagt in een proef, wordt geschrapt maar blijft bestaan voor wie niet is komen opdagen bij een proef. Enkel in het geval de directeur van het opleidingscentrum oordeelt dat er sprake is van overmacht of van redenen buiten de wil van de kandidaat, kan deze wachttermijn niet toegepast worden als iemand niet kwam opdagen.

Artikel 3 Naar analogie met de bekendmaking van de organisatie van de federale geschiktheidsproeven, wordt de bekendmaking van een oproep tot kandidaten door de zone op de website van de VDAB, FOREM en ACTIRIS geschrapt.

Artikelen 4 en 35 Er wordt een verduidelijking toegevoegd dat stagiairs niet hun volledige opleiding moeten hebben afgewerkt vooraleer ze op het terrein ingezet kunnen worden. Telkens wanneer ze geslaagd zijn in een onderdeel van de opleiding (een module) bij het opleidingscentrum, kunnen ze ingezet worden voor de taken waarvoor ze geslaagd zijn in de module. De stagebegeleider beschikt steeds over de mogelijkheid om vooraleer de stagiair op interventie te sturen, hem nog extra te laten oefenen of bijkomende interne opleidingen te laten volgen, indien hij dat nodig acht.

Momenteel eindigt de aanwervingsstage één jaar na het behalen van het brevet van brandweerman. Dit ontwerp voert de mogelijkheid in dat die periode ingekort kan worden. De stagemeester dient die beoordeling te maken aan de hand van de functiebeschrijving van de overeenstemmende graad. Enkel wanneer tijdens interne oefeningen, interventies, ... bij de stagiair wordt vastgesteld dat hij over al de benodigde competenties beschikt, kan de stage beëindigd worden.

Om dat te doen, moet er altijd minstens 1 stageverslag worden opgemaakt waarin de inkorting gemotiveerd moet worden. Bijvoorbeeld, iemand die bij aanvang van de stage al over het benodigde brevet zou beschikken, kan sneller benoemd worden, maar ten snelste na 3 maanden stage. Dat is immers de termijn die het statuut bepaalt om het eerste tussentijdse stageverslag op te maken. De mogelijkheid om de stage nog te verlengen overeenkomstig artikel 40 en 44 e.v. blijft ongewijzigd.

De wijzigingen kunnen vanaf 1 januari 2024 toegepast worden op aanwervingsstages die lopend zijn op die datum.

Artikelen 5 en 35 Door de wijzigingen in het opleidingstraject bij aanwerving van een sergeant en een kapitein, zijn er een aantal modules niet meer verplicht. Deze modules blijven echter bestaan onder de vorm van een getuigschrift of attestopleiding. De zones krijgen de autonomie om te bepalen welke getuigschriften of attesten die uitdrukkelijk vermeld zijn in dit artikel wel nog verplicht zijn. De zone kan bepalen welke opleidingen bijkomend aan het basisbrevet moeten behaald worden om benoemd te kunnen worden en dient die te vermelden in de oproep tot de kandidaten. Dit kan voor eenzelfde graad dus verschillend zijn per aanwervingsprocedure. Het is de bedoeling dat zones hun beleidskeuze op dit punt verduidelijken in hun personeelsplan, na zonaal syndicaal overleg. Op die manier ontstaat er enerzijds transparantie in de verwachtingen van de zone naar potentiële kandidaten en anderzijds wordt vermeden dat kandidaten modules volgen die later niet nuttig blijken voor de effectieve uitoefening van hun functie. Een kandidaat heeft vooraf een preciezer beeld de inhoud van de functie en zal dus een meer overwogen keuze kunnen maken om te solliciteren op basis van zijn persoonlijke motivatie en talenten voor die functie. Dat bespaart tijd en geld voor werknemer, zone en school.

Het moge duidelijk zijn dat de brevetopleiding de basiscompetenties bevat die iedere sergeant moet kunnen uitoefenen. De extra opleidingen die kunnen worden vereist door de zone worden niet verwacht van iedere sergeant. Concreet betekent dit dat wanneer een zone wil dat een sergeant de functie van instructeur zal moeten uitoefenen, het getuigschrift FOROP-1 zal moeten behaald worden. Wanneer een zone wil dat een sergeant de functie van assistent brandpreventie zal moeten uitoefenen, zal het getuigschrift PREV-1 moeten behaald worden.

Wanneer een zone wil dat een sergeant de functie van evaluator zal moeten uitoefenen, zal het attest "Competentiemanagement en evaluatie" moeten behaald worden. Wanneer een zone wil dat een sergeant extra leiderschapsvaardigheden zal moeten uitoefenen die eigenlijk pas vereist zijn op het niveau van adjudant zal het attest "Leiderschapsvaardigheden" moeten behaald worden. Dit attest stemt immers overeen met een module uit het brevet NMO2.

Ook voor de kapiteins geldt dat de brevetopleiding de basiscompetenties bevat die iedere kapitein moet kunnen uitoefenen. De extra opleidingen die kunnen worden vereist door de zone worden niet verwacht van iedere kapitein. Concreet betekent dit dat wanneer een zone wil dat een kapitein de functie van specialist Vorming Training en Opleiding zal moeten uitoefenen, de getuigschriften FOROP-1 en FOROP-2 zullen moeten behaald worden. Wanneer een zone wil dat een kapitein de functie van deskundige brandpreventie zal moeten uitoefenen, zullen de getuigschriften PREV-1 en PREV-2 moeten behaald worden. Wanneer een zone wil dat een kapitein de functie van evaluator zal moeten uitoefenen, zal het attest "Competentiemanagement en evaluatie" moeten behaald worden. De opleiding leiderschapsvaardigheden maakt al deel uit van de basisopleiding binnen het brevet van NOFF2, maar een zone kan dit toch als bijkomende opleiding vereisen voor stagiairs die op basis van oude brevetten een (gedeeltelijke) gelijkstelling voor het brevet NOFF2 hebben bekomen en die de facto nog geen leiderschapsvaardigheden hebben gevolgd.

Voor de vrijwilligers kunnen de zones maximaal twee extra opleidingen opleggen. De kosten die verbonden zijn aan die bijkomende opleidingen worden door de zone betaald. Er wordt verduidelijkt dat de opleidingen die niet verplicht waren gemaakt voor de benoeming, later in de loopbaan wel nog gevolgd kunnen worden als voortgezette opleiding, op vraag van het personeelslid of van de zone.

Het is pas vanaf 1 januari 2024 dat de zone, op basis van de voorwaarden die in het personeelsplan gekoppeld zijn aan de betreffende functie, de mogelijkheid krijgt om bij iedere oproep tot kandidatuurstelling voor aanwerving van sergeanten of kapiteins bijkomende opleidingen als benoemingsvoorwaarde op te leggen. Als de zone niets bepaalt in de oproep, geldt enkel het respectievelijke brevet NMO1 of NOFF2 als benoemingsvoorwaarde Omwille van de overgangsbepalingen van dit besluit kunnen de opleidingstrajecten van stagiairs in een aanwervingsstage veranderen in de loop van de stage. De inhoud van de opleiding die vereist is op het moment van de oproep gedaan voor 1 januari 2024 zal dus niet noodzakelijk meer dezelfde zijn. Zowel op het niveau van brandweerman, sergeant als kapitein kan er een vermindering zijn van het aantal verplichte modules. Hoeveel die vermindering precies bedraagt, zal afhankelijk zijn van welke modules reeds werden georganiseerd voor 1 januari 2024. Wanneer de volgende modules nog niet werden georganiseerd voor 1 januari 2024, maken ze geen verplicht deel meer uit van de opleiding om het nieuwe brevet te behalen na 1 januari 2024: - voor stagiair brandweerman: de modules 5, 6 en 11 van de opleiding tot het behalen van het brevet BO1; - voor stagiair sergeant: de getuigschriftopleidingen PREV-1, FOROP-1 en de attestopleiding "Competentiemanagement en evaluatie" in het kader van de opleiding tot het behalen van het brevet MO1; - voor stagiars kapitein: de getuigschriftopleidingen PREV-1, PREV-2, FOROP-1, FOROP-2 en de attestopleiding "Competentiemanagement en evaluatie" in het kader van de opleiding tot het behalen van het brevet OFF2.

Het betekent dus een mogelijke verkorting van de opleiding tijdens de stage. Als de zone wil dat de sergeant of de kapitein over de competenties inzake FOROP, PREV of EVAL beschikt, is het wel altijd mogelijk om, na de stage, in het kader van de evaluatiecyclus doelstellingen vast te leggen met het beroeps- of vrijwillig personeelslid over het volgen van deze getuigschrift- of attestopleidingen.

Artikelen 6, 8 en 9 Naar analogie met de aanwervingsvoorwaarden die wijzigen voor de sergeanten en kapiteins, worden ook de voorwaarden inzake bevordering, mobiliteit en professionalisering aangepast. Ook voor deze personeelsbewegingen fungeert het personeelsplan, dat tot stand gekomen is na zonaal syndicaal overleg, als basis. Op die manier is al langer op voorhand duidelijk welke van de bijkomende opleidingen uit de limitatieve lijst van het koninklijk besluit vereist zullen zijn voor bijvoorbeeld een bevordering tot sergeant. De brandweermannen of korporaals met het brevet sergeant die willen bevorderen kunnen zich dan voorbereiden door de nodige opleiding te volgen tegen het moment dat de oproep zal gedaan worden. Voor bevorderingsprocedures van vrijwilligers vanaf de graad van sergeant is er een maximum van 2 bijkomende opleidingen dat vereist kan worden als bevorderingsvoorwaarde.

Aangezien het verplichte opleidingspakket verminderd wordt vanaf de graad van sergeant, kunnen de bijkomende opleidingen opgelegd worden aan alle graden vanaf sergeant. Er wordt immers niet van iedere sergeant, adjudant of luitenant verwacht dat men instructeur, assistent brandpreventie of evaluator is. Vanaf de graad van adjudant maken de leiderschapsvaardigheden deel uit van de nieuwe opleiding NMO2. Aangezien dit onderdeel niet in de oude brevetopleidingen zat, kan deze bijkomende opleiding voor de kandidaten met een oud brevet wel nog opgelegd worden. Iemand met een nieuw brevet NMO2 zal al voldoen aan die voorwaarde.

Aangezien het verplichte opleidingspakket verminderd wordt vanaf de graad van kapitein, kunnen de bijkomende opleidingen opgelegd worden aan alle graden vanaf kapitein. Er wordt immers niet van iedere kapitein, majoor of kolonel verwacht dat men specialist Vorming Training en Opleiding, deskundige brandpreventie of evaluator is.

Vanaf de graad van adjudant maken de leiderschapsvaardigheden deel uit van de nieuwe opleiding NMO2. Aangezien dit onderdeel niet in de oude brevetopleidingen zat, kan deze bijkomende opleiding voor de kandidaten met een oud brevet wel nog opgelegd worden. Iemand met een nieuw brevet NMO2 zal al voldoen aan die voorwaarde.

Er is geen impact op de mobiliteit van vrijwilligers. Aangezien er voor hen geen procedure op basis van een oproep geldt, maar het een aanvraag is die uitgaat van de vrijwilliger kan de zone geen bijkomende opleidingsvoorwaarden opleggen.

Met uitzondering van de mobiliteit van vrijwilligers kan de zone bijkomende opleidingen opleggen. Het is echter enkel als de zone op voorhand beslist dat de brevetopleiding moet aangevuld worden met één of meer van de in het koninklijk besluit bepaalde getuigschrift- of attestopleidingen, dat het behalen ervan ook een benoemingsvoorwaarde is. Dat moet daarom dus vermeld zijn in de oproep tot kandidaten.

Er is geen impact op bevorderings-, mobiliteits- of professionaliseringsprocedures die opgestart werden voor 1 januari 2024. De kandidaten moeten immers het vereiste brevet al behaald hebben vooraleer ze hun kandidatuur kunnen indienen.Bijgevolg geldt voor alle oproepen voor bevorderings-, mobiliteits- of professionaliseringsprocedures voor 1 januari 2024 de reglementering zoals die toepasbaar is tot en met 31 december 2023. Er is geen overgangsmaatregel vermeld, aangezien dit de gewone temporele toepassing van het koninklijk besluit is.

Het is pas vanaf 1 januari 2024 dat de zone de mogelijkheid krijgt om bij iedere oproep tot kandidatuurstelling voor bevordering, mobiliteit of professionalisering vanaf de graden van sergeant of kapitein bijkomende opleidingen als toelatingsvoorwaarde op te leggen.

Artikel 7 Dit artikel verduidelijkt dat het bewijs van slagen voor de competentietest ook in het kader van een bevorderingsprocedure een onbeperkte geldigheidsduur heeft en dus kan gebruikt worden bij deelname aan andere bevorderingsprocedures.

Artikelen 10, 24, 25 en 26 De modules fysieke paraatheid verdwijnen uit de brevetopleidingen omdat de fysieke paraatheid tot op heden op drie verschillende momenten op drie verschillende wijzes wordt getest: als derde module van het federaal geschiktheidsattest (FGA), tijdens de brevetopleiding en tijdens de loopbaan. Het volstaat om de fysieke paraatheid bij aanwerving (FGA) en tijdens de loopbaan te testen. Aangezien de opleiding kort volgt op het moment van aanwerving en aangezien de geldigheidsduur van de fysieke paraatheidstesten uit het FGA beperkt is tot twee jaar is er toch een garantie van fysieke paraatheid tijdens de stage. Bovendien kunnen de testen die tijdens de loopbaan gebeuren ook al tijdens de stage afgenomen worden.

Doordat de modules fysieke paraatheid geen deel meer uitmaken van het opleidingstraject, verdwijnen ook de verwijzingen naar de inhoud, de regels over inschrijving en examens voor die specifieke modules, evenals het gevolg van ambtshalve ontslag bij het niet behalen ervan.

Artikelen 11 tot en met 20 Deze bepalingen betreffen technische wijzigingen die geen verdere uitleg behoeven.

Artikelen 13 en 28 De catalogus voortgezette opleidingen bestaat momenteel uitsluitend uit alle brevet-, getuigschrift- en attestopleidingen georganiseerd door de opleidingscentra. Er wordt een mogelijkheid gecreëerd om opleidingen die georganiseerd worden buiten de opleidingscentra ook te erkennen als voortgezette opleidingen en toe te voegen aan de catalogus. Dit kan door een aanvraagformulier in te vullen en te bezorgen aan de Algemene Directie Civiele Veiligheid. Uwe Majesteit zal de voorstellen al dan niet goedkeuren op basis van het advies van de Algemene Directie Civiele Veiligheid. De door Uwe Majesteit goedgekeurde opleidingen worden toegevoegd aan de catalogus voortgezette opleidingen.

Om een logisch gevolg te geven aan de opmerking van de Raad van State in haar advies nr. 74.693/2 bij artikel 27 werd eveneens in artikel 1 aangepast dat de goedkeuring van de catalogus moet gebeuren door Uwe Majesteit. Om die reden werd een nieuw artikel 13 ingevoegd in het wijzigingsbesluit en werden de navolgende artikelen hernummerd.

Artikelen 21 en 22 De vermindering van het aantal verplichte modules in de brevetopleidingen van sergeant en kapitein impliceert dat er geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de opleidingen van vrijwillige en beroepspersoneelsleden.

Artikel 23 De toegang tot de kadetopleiding wordt uitgebreid naar de kandidaten die 18 jaar worden in het jaar waarin de opleiding een aanvang neemt.

De inhoud en de benaming van het brevet brandweerkadet worden gewijzigd. Aangezien de nieuwe brevetopleiding niet meer de module fysieke paraatheid bevat, is er bij het behalen ervan ook geen gelijkstelling met het federaal geschiktheidsattest mogelijk. Er wordt wel mogelijk gemaakt dat een leerling die de opleiding brandweerkadet volgt, kan deelnemen aan de lichamelijke geschiktheidsproeven.

Aangezien de toegangstest bestaat uit de eerste twee modules van het federaal geschiktheisattest, zal een leerling die slaagt in de lichamelijke geschiktheidsproeven het federaal geschiktheidsattest uitgereikt krijgen. Net als voor alle andere kandidaten is de geldigheid van de laatste module fysieke geschiktheid beperkt tot 2 jaar en zijn de eerste 2 modules onbeperkt geldig.

De opleiding tot het behalen van het brevet N brandweerkadet vormt een goede basis voor wie later vrijwillig of beroepsbrandweerman wil worden. Een opleidingscentrum kan deze brevetopleiding ook aanvullen met andere modules van NBO1. Leerlingen kunnen immers toegelaten worden tot de opleiding op basis van art. 10, § 2. Zowel het brevet als de eventuele bijkomende modulecertifcaten geven gedurende 10 jaar, vanaf het behalen van het brevet, recht op vrijstellingen van onderdelen van de opleiding tot het behalen van het brevet NBO1. Ook wie het oude brevet brandweerkadet heeft, heeft gedurende 10 jaar vanaf het behalen van het brevet, het recht om vrijgesteld te worden van onderdelen van diezelfde NBO1 opleiding.

De opleiding tot het behalen van het brevet N brandweerkadet bevat enerzijds een aantal modules die volledig overeenstemmen met de opleiding tot het behalen van het brevet NBO1 en anderzijds een aantal attestopleidingen die specifiek zijn voor deze kadetopleidingen. Die attestopleidingen geven recht op een vrijstelling van het volgen van dezelfde lessen uit de opleiding module NBO1/08, maar niet van het slagen in het examen van de volledige module NBO1/08.

Artikel 29 De voortgezette opleidingen bestaan uit enerzijds opleidingen tot het behalen van brevetten, getuigschriften en attesten en anderzijds uit andere opleidingen die door de minister erkend worden als voortgezette opleiding. Aangezien de eerste categorie reeds gesubsidieerd worden volgens de volgorde bepaald in artikel 63 en het niet de bedoeling is om de opleidingen van de tweede categorie te subsidiëren, is de bepaling onder artikel 63, 3° overbodig geworden.

Artikelen 30 en 34 Er worden een reeks nieuwe gelijkstellingen met bestaande opleidingen toegevoegd omwille van de nieuwe invulling van een aantal brevetopleidingen. Een oud brevet, zoals het brevet MO1, blijft daardoor nog steeds geldig in geval van aanwerving, bevordering, mobiliteit of professionalisering.

Er is geen gelijkstelling bepaald tussen het oude brevet brandweerkadet en het brevet N brandweerkadet. Aangezien het brevet voor tien jaar gelijkgesteld werd met deel 1 van het brevet BO1 wordt wel voorzien in de gelijkstelling van het brevet brandweerkadet met de nieuwe modules en/of hoofdstukken van het brevet NBO1. Dit is geregeld in de bijlage 2.

Daarnaast worden een aantal gelijkstellingen, die regelmatig worden erkend door de minister op individuele wijze, algemene regels. De creatie van een juridische basis in het koninklijk besluit biedt meer rechtszekerheid en heft de administratieve procedure op. De opleiding is immers gelijkwaardig door toepassing van het koninklijk besluit en er is geen administratieve procedure meer nodig om ze gelijkwaardig te maken.

In een nieuwe bijlage worden de gelijkstellingen van de opleidingen uit het koninklijk besluit van 12 juli 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/07/2019 pub. 05/08/2019 numac 2019041675 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de civiele bescherming en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten betreffende de opleiding van de leden van de civiele bescherming en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten geregeld. De opleidingen van het personeel van de brandweer en de civiele bescherming waren reeds gedeeltelijk gelijklopend. Er werd door middel van een asterisk aangeduid welke opleidingen dezelfde waren. Via de nieuwe bijlage worden de modules van de opleidingen van de civiele bescherming gelijkgeschakeld met de (nieuwe) opleidingen van de brandweer.

Artikelen 31 tot en met 33 Het vernieuwde opleidingstraject wordt gedetailleerd in een nieuwe bijlage 1. De brevetopleidingen B Delta, BO2, OFF3, OFF4 blijven ongewijzigd. De invulling van de brevetopleidingen M Delta, BO1, MO1, MO2, OFF1 en OFF2 wijzigt doordat bepaalde modules verdwijnen, bepaalde modules gesplitst worden in meer modules, bepaalde modules op een andere wijze worden samengesteld en doordat de verplichte volgorde van modules wordt gewijzigd. Omwille van het onderscheid met de actuele opleidingen, krijgen deze opleidingen bijgevolg nieuwe benamingen (NM Delta, NBO1, NMO1, NMO2, NOFF1 en NOFF2), N betekent "nieuw".

Een tweede bijlage bevat een transitietabel die een duidelijk overzicht biedt van hoe de oude modules, of onderdelen ervan, zich verhouden tot de nieuwe modules, of onderdelen ervan. Daardoor is duidelijk welke opleidingsonderdelen (modules of delen ervan) nog moeten gevolgd worden om een traject dat gestart is voor 1/1/2024 te vervolledigen na die datum en een brevet te kunnen uitreiken.

Bijvoorbeeld: de concrete siutatie van een leerling die op 31/12/2023 deel 1 van de BO1 opleiding heeft behaald en per 01/01/2024 overstapt naar de NBO1 opleiding: ? NBO1/01: Welzijn- Algemeen: alle onderdelen zijn gevolgd met uitzondering van hoofdstuk 9 en hoofdstuk 10 uit de module 10 - Levensreddend handelen voor een totale duur van 3 uur (zie NBO1/02); ? NBO1/02: Welzijn-Levensreddend handelen: Alle onderdelen moeten nog gevolgd worden daar de nieuwe inhoud komt uit module 10 van de BO1 die pas toegankelijk was na het behalen van deel 1 van de BO1 opleiding.

De uren met uitzondering van hoofdstuk 9 en 10 van de BO1- Levensreddend handelen blijven ongewijzigd. Deze uren kunnen voor deze specifieke groep wel georganiseerd worden, daar ze die onderdelen nog nodig hebben voor de module NBO1/01; ? NBO1/03: Welzijn-Adembescherming: Alle onderdelen werden gevolgd in de opleiding BO1 module 2 - Individuele bescherming; ? NBO1/04: Incident gevaarlijke stoffen: Alle onderdelen moeten nog gevolgd worden daar de nieuwe inhoud komt uit module 9 van de BO1 die pas toegankelijk was na het behalen van deel 1 van de BO1. De uren en hoofdstukken zijn identiek; ? NBO1/05: Technische hulpverlening Storm en Salvage: Alle onderdelen moeten gevolgd worden daar de nieuwe inhoud komt uit module 9 van de BO1 die pas toegankelijk was na het behalen van deel 1 van de BO1. De uren en hoofdstukken zijn identiek met uitzondering van hoofdstuk 1 zijnde "Mechanica en elektriciteit " wat gevolgd wordt in module 4 - Hulpverlening deel 1 van de BO1 opleiding (= vrijstelling voor dit hoofdstuk); ? NBO1/06: Technische hulpverlening verkeer: alle onderdelen zijn gevolgd; ? NBO1/07: Technische hulpverlening Water-techniek-redding-dieren: : Alle onderdelen moeten nog gevolgd worden daar de nieuwe inhoud komt uit module 8 van de BO1 die pas toegankelijk was na het behalen van deel 1 van de BO1; ? NBO1/08: Brandbestrijding: De helft van de opleiding werd reeds gevolgd in module 3 van de BO1 opleiding, de overige onderdelen moeten nog gevolgd worden daar de nieuwe inhoud komt uit module 7-Brandbestrijding deel 1 van de BO1 die pas toegankelijk was na het behalen van deel 1 van de BO1. Overige onderdelen zijn verplaatst van module 2 - Individuele bescherming naar de NBO1/08, maar de leerling heeft deze reeds gevolgd in deel 1 van de BO1 opleiding.

De nieuwe opleidingen (NM Delta, NBO1, NMO1, NMO2, NOFF1 en NOFF2) worden immers georganiseerd vanaf 1 januari 2024 en de oude opleidingen worden niet meer georganiseerd vanaf die datum.

Er is wel een overgangsperiode voor lopende modules. Wie voor 1/1/2024 met een module gestart is, kan de module verder volgen in 2024 en kan een examen en een herexamen afleggen voor die module. Wordt beschouwd als een module begonnen voor 1/1/2024, de module waarvoor een eerste les gegeven werd in 2023, en niet het moment van inschrijving, noch het moment waarop de opleiding gepland werd. Het is echter niet meer mogelijk om zich opnieuw in te schrijven voor die oude module.

De nieuwe opleidingen worden beschouwd als nieuwe trajecten, die nieuwe kansen bieden. Dat heeft bijvoorbeeld de volgende mogelijkheden en gevolgen: Iemand die zich in 2023 voor de eerste keer inschreef voor een oude opleiding BO1, kan zich niet meer opnieuw inschrijven voor (modules van) BO1. Hij heeft wel nog recht om zich 2 keer in te schrijven voor (modules van) de nieuwe opleiding NBO1.

Het wordt immers zo opgevat dat de regel van artikel 39 niet van toepassing is tussen de oude en de nieuwe opleidingen.

Ook iemand die 2 keer een oude brevetopleiding BO1 volgde en niet slaagde, kan zich nog 2 keer inschrijven voor de nieuwe opleiding NBO1.

Iedereen die gestart is in de opleiding BO1 voor 1 januari 2024 en de opleiding verder zet met onderdelen uit de opleiding NBO1 krijgt 2 examenkansen voor die onderdelen uit de opleiding NBO1. Wie niet zou slagen kan zich nadien nog 2 keer inschrijven voor de opleiding NBO1, met per inschrijving telkens een examenkans in eerste zittijd en een examenkans in tweede zittijd.

Iedereen die opleidingsonderdelen uit zowel het oude als het nieuwe traject gevolgd heeft, zal het brevet uitgereikt krijgen van de nieuwe opleiding (NM Delta, NBO1, NMO1, NMO2, NOFF1 of NOFF2), aangezien de opleiding waarvoor men zich had ingeschreven niet meer bestaat vanaf 1/1/2024. Door de eerder vermelde gelijkstelling zijn die brevetten gelijk aan de oude brevetten. Op de brevetten worden alle gevolgde modules vermeld.

Een beroepslid dat ingeschreven was voor de brevetopleiding MO1 of OFF2 zal dus niet noodzakelijk nog PREV, FOROP en EVAL moeten volgen, als hij in 2024 het traject verder zet in de modules van NMO1 of NOFF2. Iemand die zich inschrijft voor NMO1 of NOFF2 zal die modules PREV, FOROP en EVAL sowieso niet in zijn traject hebben. In beide gevallen kan men ze desgevallend apart volgen als getuigschrift- of attestopleidingen.

Aangezien de brevetopleiding BO1 een drietal modules bevat die geen equivalent meer hebben in de opleiding NBO1, is het mogelijk dat in 2024 brevetten NBO1 uitgereikt worden aan leerlingen die in meer dan de noodzakelijke modules geslaagd zijn. Die modules 5, 6 en/of 11 van BO1 zullen dan bijkomend vermeld worden op het brevet. Leerlingen in een traject dat lopende is op 1 januari 2024 hoeven dus ook niet de modules 5, 6, en/of 11 behaald hebben om de opleiding te kunnen verderzetten en het brevet NBO1 te behalen na 1/1/2024.

Omwille van praktische en organisatorische voordelen, kunnen de opleidingscentra vanaf 1 september 2023 de opleidingen reeds organiseren volgens het traject van de nieuwe opleidingen. Zoals eerder gezegd zijn de inhoudelijke wijzigingen van de opleidingen beperkt en is het de structuur en de volgorde van de opleidingen die veranderd zijn, waardoor de personeelsleden geen nadelen ondervinden om de nieuwe opleidingen vervroegd te volgen. De modulecertificaten voor de modules die georganiseerd worden in de periode van 1 september tot 31 december 2023 kunnen pas uitgereikt worden na 1 januari 2024.

De uitgereikte brevetten zullen bijgevolg ook de nieuwe brevetten zijn.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 24 november 2023 .

De kamer was samengesteld uit Patrick Ronvaux, kamervoorzitter, Christine Horevoets en Pierre-Olivier de Broux, staatsraden, en Esther Conti, toegevoegd griffier.

Het verslag is opgesteld door Roger Wimmer, eerste auditeur en Xavier Miny, adjunct-auditeur en uitgebracht door Xavier Miny, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre-Olivier de Broux .

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 28 november 2023 .

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

ONDERZOEK VAN HET ONTWERP Opschrift In het Nederlandse opschrift dient het woord "het" ingevoegd te worden tussen de woorden "tot bepaling van" en de woorden "administratief statuut".

Die opmerking geldt voor heel het ontwerp.

Aanhef In het eerste lid dient, enerzijds, meer specifiek verwezen te worden naar artikel 106, eerste lid, van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid type wet prom. 15/05/2007 pub. 15/06/2007 numac 2007000560 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten type wet prom. 15/05/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007003293 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, en van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles sluiten `betreffende de civiele veiligheid' en dient, anderzijds, melding te worden gemaakt van de nog van kracht zijnde wijzigingen die in die bepaling aangebracht zijn.

De woorden "veiligheid, artikel 106" dienen dan ook vervangen te worden door de woorden "veiligheid, artikel 106, eerste lid, vervangen bij de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013000824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken type wet prom. 21/12/2013 pub. 27/01/2014 numac 2014200335 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende dringende diverse bepalingen inzake sociale wetgeving sluiten".

De steller van het ontwerp moet beoordelen of niet voorzien dient te worden in andere redenen waarom een kandidaat die niet komt opdagen, vrijgesteld zou kunnen worden van het in acht nemen van de wachttermijn vooraleer hij zich opnieuw kan inschrijven, bijvoorbeeld om professionele reden buiten de wil om van de kandidaat die niet gelijkgesteld kunnen worden met een geval van overmacht. Als het dispositief in zijn huidige vorm behouden blijft, moet het verslag aan de Koning aldus aangevuld worden dat daarin aangetoond wordt dat de maatregel niet disproportioneel is.

Artikel 3 In de Franse tekst van dit artikel dienen de woorden "Intérieur, du VDAB" vervangen te worden door de woorden ", du VDAB".

De toelichting bij de ontworpen bepaling luidt als volgt: "Momenteel eindigt de aanwervingsstage één jaar na het behalen van het brevet van brandweerman. Dit ontwerp voert de mogelijkheid in dat die periode ingekort kan worden. Om dat te doen, moet er altijd minstens 1 stageverslag worden opgemaakt waarin de inkorting gemotiveerd moet worden. Bijvoorbeeld, iemand die bij aanvang van de stage al over het benodigde brevet zou beschikken. kan sneller benoemd worden. maar ten snelste na 3 maanden stage. Dat is immers de termijn die het statuut bepaalt om het eerste tussentijdse stageverslag op te maken. (...)." De omstandigheid dat de stagebegeleider over een zo ruime beoordelingsbevoegdheid beschikt met als enige verplichting het motiveren van zijn beslissing, kan leiden tot een schending van het beginsel van gelijkheid tussen de stagiairs, onder wie sommigen die inkorting zullen kunnen genieten, maar anderen niet, terwijl ze zich in theorie allen in dezelfde situatie bevinden.

Ter waarborging van de inachtneming van het gelijkheidsbeginsel moeten in het dispositief de criteria opgesomd worden waarmee de aan de stagebegeleiders verleende bevoegdheid afgebakend wordt.

De toelichting bij de bepaling luidt als volgt: "Door de wijzigingen in het opleidingstraject bij aanwerving van een sergeant en een kapitein, zijn er een aantal modules niet meer verplicht. Deze modules blijven echter bestaan onder de vorm van een getuigschrift of attestopleiding. De zones krijgen de autonomie om te bepalen welke getuigschriften of attesten die uitdrukkelijk vermeld zijn in dit artikel wel nog verplicht zijn. De zone kan bepalen welke opleidingen bijkomend aan het basisbrevet moeten behaald worden om benoemd te kunnen worden en dient die te vermelden in de oproep tot de kandidaten. Dit kan voor eenzelfde graad dus verschillend zijn per aanwervingsprocedure. Het is de bedoeling dat zones hun beleidskeuze op dit punt verduidelijken in hun personeelsplan, na zonaal syndicaal overleg. Op die manier ontstaat er enerzijds transparantie in de verwachtingen van de zone naar potentiële kandidaten en anderzijds wordt vermeden dat kandidaten modules volgen die later niet nuttig blijken voor de effectieve uitoefening van hun functie. Dat bespaart tijd en geld voor werknemer, zone en school." Hoewel aanvaard kan worden dat een zone over een zekere autonomie beschikt om extra getuigschriften te vereisen wanneer die getuigschriften, op grond van de specifieke kenmerken ervan, verband houden met de bijzondere noden van de zone in kwestie, begrijpt de afdeling Wetgeving niet in welke opzicht dermate transversale opleidingen als die welke tot het attest "competentiemanagement en evaluatie" of tot het attest "leiderschapsvaardigheden" leiden, kunnen verantwoorden dat een bepaalde zone, rekening houdend met haar bijzonderheden, wél zou vereisen dat de stagiair slaagt voor de opleidingen die tot die attesten leiden terwijl een andere zone, die zich in dezelfde situatie bevindt, dat niet zou doen.

Het verslag aan de Koning moet aldus aangevuld worden dat de relevantie van die maatregel verantwoord wordt. Zo niet moet het dispositief in het licht van deze opmerking herzien worden.

Dezelfde opmerking geldt voor de artikelen 6, 8 en 9 van het ontwerp.

Artikel 13 Tussen de woorden "woord `BO1'" en het woord "vervangen" dient het woord "telkens" ingevoegd te worden.

Dezelfde opmerking geldt mutatis mutandis voor de artikelen 14 tot 17.

Artikel 27 Het ontworpen artikel 51, § 3, van het koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten `betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten' (hierna: "het koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten") luidt als volgt: "Opleidingen die niet bedoeld worden in paragraaf 1 kunnen worden erkend als voortgezette opleiding door de Minister op advies van de Algemene Directie Civiele Veiligheid. De goedgekeurde opleidingen maken deel uit van de catalogus voortgezette opleiding." De bevoegdheid die aan de minister verleend wordt om andere opleidingen te erkennen wordt niet afgebakend en dienaangaande wordt evenmin enig criterium vermeld. Aldus opgevat, is de delegatie aan de minister te ruim in het licht van de beginselen inzake delegatie van een verordenende bevoegdheid door de Koning aan een minister. De bepaling moet aldus herzien worden dat de bevoegdheid die de steller van het ontwerp aan de ter zake bevoegde minister wil verlenen, afgebakend wordt.

Artikel 29 Bij het ontworpen artikel 67, § 6, van het koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten wordt het bezit van de badge bedoeld in artikel 24 van het koninklijk besluit van 13 februari 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998022090 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers sluiten `betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers' gelijkgesteld met diverse certificaten.

Artikel 24 van voornoemd koninklijk besluit luidt als volgt: "Om te kunnen worden geïdentificeerd bij de uitoefening van hun taak van hulpverlener ambulancier, moeten de houders van het brevet bedoeld in artikel 12 en de personen bedoeld in artikels 20 en 23 het onderscheidingsteken dragen dat is uitgereikt door het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

De geldigheid van het onderscheidingsteken is verbonden aan de geldigheidstijd van het brevet overeenkomstig artikels 12 en 19 van dit besluit." Zoals de voorliggende bepaling geformuleerd is, is ze onduidelijk doordat daarin verwezen wordt naar het bezit van een badge in plaats van naar het statuut of de opleiding op grond waarvan een onderscheidingsteken gedragen mag worden.

Het dispositief moet aldus gewijzigd worden dat daarin niet verwezen wordt naar de badge als onderscheidingsteken maar naar de brevetten die het recht verlenen om dat teken te dragen.

Bijgevolg met het dispositief herzien worden in het licht van deze opmerking.

Artikel 34 Artikel 34 van het ontwerp luidt als volgt: "Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Dit besluit is ook van toepassing op de aanwervingsstages die lopend zijn op 1 januari 2024 en voor deze die starten na 1 januari 2024, maar waarvan de oproep tot kandidaten gebeurde voor die datum." Bij het eerste lid van die bepaling wordt bijgevolg voorgeschreven op welke datum dit besluit in werking treedt, terwijl het tweede lid voorziet in een overgangsregeling voor de situaties die onder de gelding van de oude regel ontstaan zijn en die nog steeds aan de gang zijn.

Overeenkomstig de regels van de wetgevingstechniek dient van het tweede lid een specifiek artikel gemaakt te worden, dat geplaatst moet worden vóór de bepaling houdende regeling van de inwerkingtreding van het besluit, welke bepaling zelf geplaatst moet worden vóór de uitvoeringsbepaling. 1 De griffier, Esther Conti De voorzitter, Patrick Ronvaux _______ Nota's * Bij e-mail van 19 oktober 2023. (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 157.

Gelet op de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid type wet prom. 15/05/2007 pub. 15/06/2007 numac 2007000560 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten type wet prom. 15/05/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007003293 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, en van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles sluiten betreffende de civiele veiligheid, artikel 106, eerste lid, vervangen door de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013000824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken type wet prom. 21/12/2013 pub. 27/01/2014 numac 2014200335 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende dringende diverse bepalingen inzake sociale wetgeving sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten;

Gelet op de betrokkenheid van de gewesten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 juni 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 13 juli 2023;

Gelet op het protocol nr. 2023/17 van 27 juni en 13 juli 2023 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op advies 74.693/2 van de Raad van State, gegeven op 28 november 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het advies van de Hoge Raad voor de Opleiding, gegeven op 7 juni 2023;

Art. 2.In artikel 35/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000319 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten en gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 13/02/2018 numac 2017031569 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het Nederlands taalgebied type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 06/02/2018 numac 2017031948 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit waarbij een goed, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, bestemd wordt voor de vzw "Joods Museum van België", waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Miniemenstraat 21, te 1000 Brussel type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010662 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1°. de woorden "geslaagd zijn" worden vervangen door het woord "opdagen"; 2°. de woorden "de kennisgeving van het niet slagen" worden vervangen door de woorden "de datum van het niet verschijnen"; 3°. de woorden "of om redenen buiten de wil van de kandidaat" worden ingevoegd tussen het woord "overmacht" en het woord "beoordeeld".

Art. 3.In artikel 36, tweede lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000319 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten en 26 januari 2018, wordt het woord "en" ingevoegd tussen de woorden "zone' en "van de Algemene Directie Civiele veiligheid" en worden de woorden ",van de VDAB voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest, van het FOREM voor het grondgebied van het Waalse Gewest en van ACTIRIS voor het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest," opgeheven.

Art. 4.In artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000319 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, 26 januari 2018 en 21 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1°. in het vijfde lid wordt tussen de eerste en de tweede zin een zin ingevoegd, luidende: "De inzetbaarheid van een stagiair voor een opdracht is afhankelijk van de behaalde modulecertificaten, bedoeld in artikel 23 van het koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten."; 2°. in het vijfde lid wordt in de tweede zin, die de derde wordt, het woord "Hij" vervangen door de woorden "De stagebegeleider"; 3°. in het zesde lid wordt tussen de eerste en de tweede zin een zin ingevoegd, luidende: "De periode van één jaar kan ingekort worden, op voorwaarde dat minstens één stageverslag werd opgemaakt door de stagebegeleider waarin de inkorting gemotiveerd wordt op basis van de vaststelling dat de stagiair beschikt over alle competenties bepaald in de functiebeschrijving van de overeenstemmende graad."

Desgevallend wordt dit vermeld in de oproep tot kandidaten."; 2°. een paragraaf 2/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 2/1. De raad kan beslissen dat de stagiair beroepskapitein tijdens de aanwervingsstage in één of meer van onderstaande opleidingen moet slagen: 1° het getuigschrift FOROP-1, 2° het getuigschrift FOROP-2, 3° het getuigschrift PREV-1, 4° het getuigschrift PREV-2, 5° het attest "Competentiemanagement en evaluatie", 6° het attest "Leiderschapsvaardigheden".De raad kan beslissen dat de stagiair kapitein vrijwilliger tijdens de aanwervingsstage in maximaal twee van de in het vorige lid vermelde opleidingen moet slagen.

Desgevallend wordt dit vermeld in de oproep tot kandidaten."; 3°. in paragraaf 3 worden de woorden "het rijbewijs C of C1 en voor het behalen van het brevet ambulancier" vervangen door de woorden "de in dit artikel vermelde opleidingen".

Art. 6.In artikel 56 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten, 8 oktober 2016 en 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1°. de bepaling onder 2°, c) wordt vervangen door "c) titularis zijn van het brevet NMO1;"; 2°. de bepaling onder 3°, c) wordt vervangen door "c) titularis zijn van het brevet NMO2;"; 3°. de bepaling onder 4°, d) wordt vervangen door "d) titularis zijn van het brevet NOFF1;"; 4°. de bepaling onder 5°, c) wordt vervangen door "c) titularis zijn van het brevet NOFF2;"; 5°. het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende: "De raad kan beslissen dat als bevorderingsvoorwaarde voor de graad van sergeant, adjudant en luitenant van het beroepspersoneel wordt toegevoegd: het beschikken over één of meer van onderstaande opleidingen: 1° het getuigschrift FOROP-1, 2° het getuigschrift PREV-1, 3° het attest "Competentiemanagement en evaluatie", 4° het attest "Leiderschapsvaardigheden".De raad kan beslissen dat als bevorderingsvoorwaarde voor de graad van sergeant, adjudant en luitenant van het vrijwillig personeel wordt toegevoegd om over maximaal twee van de in het vorige lid vermelde opleidingen te beschikken. Desgevallend wordt dit vermeld in de oproep tot kandidaten.

De raad kan beslissen dat als bevorderingsvoorwaarde voor de graad van kapitein, majoor en kolonel van het beroepspersoneel wordt toegevoegd: het beschikken over één of meer van onderstaande opleidingen: 1° het getuigschrift FOROP-1, 2° het getuigschrift FOROP-2, 3° het getuigschrift PREV-1, 4° het getuigschrift PREV-2, 5° het attest "Competentiemanagement en evaluatie", 6° het attest "Leiderschapsvaardigheden".De raad kan beslissen dat als bevorderingsvoorwaarde voor de graad van kapitein, majoor en kolonel van het vrijwillig personeel wordt toegevoegd om over maximaal twee van de in het vorige lid vermelde opleidingen te beschikken.

Desgevallend wordt dit vermeld in de oproep tot kandidaten."

Art. 7.Artikel 57, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 13 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019011983 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, wordt aangevuld met een zin, luidende: "Het bewijs van deelname aan de competentietest met vermelding "geslaagd" is geldig voor onbepaalde duur.".

Art. 8.Artikel 70 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluiten van 9 mei 2016, 8 oktober 2016 en 26 januari 2018, wordt aangevuld met twee leden, luidende: "De raad kan beslissen dat als mobiliteitsvoorwaarde in de graad van sergeant, adjudant en luitenant wordt toegevoegd: het beschikken over één of meer van onderstaande opleidingen: 1° het getuigschrift FOROP-1, 2° het getuigschrift PREV-1, 3° het attest "Competentiemanagement en evaluatie", 4° het attest "Leiderschapsvaardigheden".Desgevallend wordt dit vermeld in de oproep tot kandidaten.

De raad kan beslissen dat als mobiliteitsvoorwaarde in de graad van kapitein, majoor en kolonel wordt toegevoegd: het beschikken over één of meer van onderstaande opleidingen: 1° het getuigschrift FOROP-1, 2° het getuigschrift FOROP-2, 3° het getuigschrift PREV-1, 4° het getuigschrift PREV-2, 5° het attest "Competentiemanagement en evaluatie", 6° het attest "Leiderschapsvaardigheden".Desgevallend wordt dit vermeld in de oproep tot kandidaten."

Art. 9.In artikel 92 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten, 8 oktober 2016 en 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1°. de bepaling onder 5° wordt opgeheven; 2°. de bepaling onder 6° wordt opgeheven; 3°. het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende: "De raad kan beslissen dat als professionaliseringsvoorwaarde voor de graad van sergeant, adjudant en luitenant wordt toegevoegd: het beschikken over één of meer van onderstaande opleidingen: 1° het getuigschrift FOROP-1, 2° het getuigschrift PREV-1, 3° het attest "Competentiemanagement en evaluatie", 4° het attest "Leiderschapsvaardigheden".Desgevallend wordt dit vermeld in de oproep tot kandidaten.

De raad kan beslissen dat als professionaliseringsvoorwaarde voor de graad van kapitein, majoor en kolonel wordt toegevoegd: het beschikken over één of meer van onderstaande opleidingen: 1° het getuigschrift FOROP-1, 2° het getuigschrift FOROP-2, 3° het getuigschrift PREV-1, 4° het getuigschrift PREV-2, 5° het attest "Competentiemanagement en evaluatie", 6° het attest "Leiderschapsvaardigheden".Desgevallend wordt dit vermeld in de oproep tot kandidaten."

Art. 10.Artikel 302, eerste lid, 7°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten en gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 13/02/2018 numac 2017031569 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het Nederlands taalgebied type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 06/02/2018 numac 2017031948 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit waarbij een goed, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, bestemd wordt voor de vzw "Joods Museum van België", waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Miniemenstraat 21, te 1000 Brussel type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010662 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, wordt opgeheven.

Art. 11.In artikel 312, vierde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000319 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, worden de woorden "B01, B02, M01, M02" vervangen door de woorden "BO1, BO2, MO1, MO2".

Art. 12.In artikel 313, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000319 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones type koninklijk besluit prom. 09/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, worden de woorden "B01, B02, M01, M02" vervangen door de woorden "BO1, BO2, MO1, MO2". HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten

Art. 13.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten, gewijzigd bij koninlijke besluiten van 26 januari 2018, 12 juli 2019, 20 september 2022 en 28 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1°. in de bepaling onder 16° worden de woorden "de Minister" vervangen door het woord "Ons"; 2°. in de bepaling onder 16/1° worden de woorden "de Minister, na advies van het Kenniscentrum" vervangen door het woord "Ons".

Art. 14.In de artikelen 10, § 2; 11, tweede lid; 14, § 1, 2° ; 25; 26; 37, § 1; 50 en 69, § 4, van het koninklijk besluit van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2015 pub. 07/12/2015 numac 2015000715 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten wordt het woord "BO1" telkens vervangen door het woord "NBO1".

Art. 15.In de artikelen 10, § 2; 11, tweede lid; 14, § 1, 3° ; 28; 37, § 1; 50 en 69, § 4, van hetzelfde besluit wordt het woord "MO1" telkens vervangen door het woord "NMO1".

Art. 16.In de artikelen 14, § 1, 3° ; 28; 29; 50 en 69, § 4, van hetzelfde besluit wordt het woord "MO2" telkens vervangen door het woord "NMO2".

Art. 17.In de artikelen 14, § 1, 4° ; 29; 30; 50; 68, § 2 en 69, § 4, van hetzelfde besluit wordt het woord "OFF1" telkens vervangen door het woord "NOFF1".

Art. 18.In de artikelen 10, § 2; 11, tweede lid; 14, § 1, 4° ; 30; 31; 32; 37, § 1 en 50 van hetzelfde besluit wordt het woord "OFF2" telkens vervangen door het woord "NOFF2".

Art. 19.In het artikel 14, § 1, 1° van hetzelfde besluit wordt het woord "brandweerkadet" vervangen door de woorden "N brandweerkadet".

Art. 20.In de artikelen 14, § 1, 6° en 28 van hetzelfde besluit worden de woorden woord "M Delta" telkens vervangen door de woorden "NM Delta".

Art. 21.In artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 13/02/2018 numac 2017031569 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het Nederlands taalgebied type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 06/02/2018 numac 2017031948 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit waarbij een goed, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, bestemd wordt voor de vzw "Joods Museum van België", waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Miniemenstraat 21, te 1000 Brussel type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010662 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1°. paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1. Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet NMO1 via bevordering, de brandweermannen en de korporaals van een hulpverleningszone, die houder zijn van het brevet BO2."; 2°. in paragraaf 2 worden het tweede en derde lid opgeheven.

Art. 22.In artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 13/02/2018 numac 2017031569 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het Nederlands taalgebied type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 06/02/2018 numac 2017031948 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit waarbij een goed, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, bestemd wordt voor de vzw "Joods Museum van België", waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Miniemenstraat 21, te 1000 Brussel type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010662 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1°. in paragraaf 1 wordt het tweede, derde en vierde lid opgeheven; 2°. in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven.

Bij het volgen van de opleiding tot het behalen van het brevet NBO1 is de houder van het brevet brandweerkadet vrijgesteld van het volgen en de examens van de overeenstemmende modules van de opleiding tot het behalen van het brevet NBO1 zoals vermeld in bijlage 2 gedurende een periode van tien jaar vanaf de datum vermeld op het brevet brandweerkadet. Hij is tevens vrijgesteld van het volgen van de hoofdstukken uit de opleiding tot het behalen van het brevet NBO1 die overeenstemmen met de attestopleidingen zoals vermeld in bijlage gedurende een periode van tien jaar vanaf de datum vermeld op het brevet brandweerkadet, maar niet van het examen van de module NBO1/08."

Art. 24.Artikel 39, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 13/02/2018 numac 2017031569 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het Nederlands taalgebied type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 06/02/2018 numac 2017031948 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit waarbij een goed, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, bestemd wordt voor de vzw "Joods Museum van België", waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Miniemenstraat 21, te 1000 Brussel type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010662 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, wordt opgeheven.

Art. 25.Artikel 43 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 26 januari 2018 en 20 september 2022, wordt opgeheven.

Art. 26.Artikel 44, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 13/02/2018 numac 2017031569 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het Nederlands taalgebied type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 06/02/2018 numac 2017031948 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit waarbij een goed, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, bestemd wordt voor de vzw "Joods Museum van België", waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Miniemenstraat 21, te 1000 Brussel type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010662 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, wordt opgeheven.

Art. 27.In artikel 50, zevende lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 september 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013000824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken type wet prom. 21/12/2013 pub. 27/01/2014 numac 2014200335 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende dringende diverse bepalingen inzake sociale wetgeving sluiten0, worden de woorden "B01, B02, M01, M02" vervangen door de woorden "NBO1, BO2, NMO1, NMO2".

Art. 28.Artikel 51 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluiten van 12 juli 2019 en 26 oktober 2022, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. Opleidingen die niet bedoeld worden in paragraaf 1 kunnen worden erkend als voortgezette opleiding door Ons op advies van de Algemene Directie Civiele Veiligheid. De goedgekeurde opleidingen maken deel uit van de catalogus voortgezette opleiding."

Art. 29.In artikel 63 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 juli 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/07/2019 pub. 05/08/2019 numac 2019041675 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de civiele bescherming en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten, wordt de bepaling onder 3° opgeheven.

Art. 30.In artikel 67 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 13/02/2018 numac 2017031569 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het Nederlands taalgebied type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 06/02/2018 numac 2017031948 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit waarbij een goed, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, bestemd wordt voor de vzw "Joods Museum van België", waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Miniemenstraat 21, te 1000 Brussel type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010662 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1°. een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 1/1. Het brevet BO1 wordt gelijkgesteld met het brevet NBO1.

Het brevet MO1 wordt gelijkgesteld met het brevet NMO1.

Het brevet MO2 wordt gelijkgesteld met het brevet NMO2.

Het brevet OFF1 wordt gelijkgesteld met het brevet NOFF1.

Het brevet OFF2 wordt gelijkgesteld met het brevet NOFF2.

Het brevet M Delta wordt gelijkgesteld met het brevet NM Delta." 2°. paragraaf 4 wordt vervangen als volgt: " § 4. Het "postgraduaat adviseur gevaarlijke stoffen" gegeven aan de Universiteit Antwerpen of het "certificat d'université en Conseiller en Substances Dangereuses" gegeven aan de Universiteit Bergen wordt gelijkgesteld met: 1°. de modulecertificaten van de modules 3 en 4 van het brevet M Delta; 2°. de modulecertificaten van de modules 7 en 8 van het brevet MO1 via bevordering; 3°. de modulecertificaten van de modules 7 en 8 van deel 4 van het brevet MO1 via aanwerving; 4°. de modulecertificaten van de modules 7 en 8 van deel 2 van het brevet OFF2 via aanwerving; 5°. de modulecertificaten van de modules NMO1/07 en NMO1/08 van het brevet NMO1 via bevordering; 6°. de modulecertificaten van de modules NMO1/07 en NMO1/08 van het brevet NMO1 via aanwerving; 7°. het modulecertificaat van de module NOFF1/02 van het brevet NOFF1; 8°. de modulecertificaten van de modules NMO1/07 en NMO1/08 van het brevet NOFF2 via aanwerving; 9°. het modulecertificaat van de module NOFF1/02 van het brevet NOFF2 via aanwerving.

Een slaagbewijs van het onderdeel "gevaarlijke stoffen" van de module 1 van het brevet OFF1, dat maximaal tien jaar oud is, wordt gelijkgesteld met het modulecertificaat van de module NOFF1/02 van het brevet NOFF1.

Een slaagbewijs van het onderdeel "gevaarlijke stoffen" van de module 1 van deel 1 van het brevet OFF2 via bevordering, dat maximaal tien jaar oud is, of een slaagbewijs van het onderdeel "gevaarlijke stoffen" van de module 1 van deel 3 van het brevet OFF2 via aanwerving, dat maximaal tien jaar oud is, wordt gelijkgesteld met: 1°. het modulecertificaat van de module NOFF1/02 van het brevet NOFF1; 2°. het modulecertificaat van de module NOFF1/02 van het brevet NOFF2 via aanwerving sluitende aanhalingstekens." 3°. het artikel wordt aangevuld met een vijfde, zesde, zevende en achtste paragraaf, luidende: " § 5. Een slaagbewijs van een vak "Fire Dynamics" gedoceerd in een universitaire opleiding "Fire Safety Engineering", waarbij de omvang van het vak minstens 6 studiepunten (60 uren les) bedraagt, wordt gelijkgesteld met: 1°. het slaagbewijs van het onderdeel "Fire Dynamics" van de module 1 van het brevet OFF1; 2°. het slaagbewijs van het onderdeel "Fire Dynamics" van de module 1 van deel 1 van het brevet OFF2 via bevordering; 3°. het slaagbewijs van het onderdeel "Fire Dynamics" van de module 1 van deel 3 van het brevet OFF2 via aanwerving; 4°. het modulecertificaat van de module NOFF1/01 van het brevet NOFF1; 5°. het modulecertificaat van de module NOFF2/01 van het brevet NOFF2 via bevordering; 6°. het modulecertificaat van de module NOFF2/01 van het brevet NOFF2 via aanwerving.

Een slaagbewijs van het onderdeel "fire dynamics" van de module 1 van het brevet OFF1, dat maximaal tien jaar oud is, wordt gelijkgesteld met het modulecertificaat van de module NOFF1/01 van het brevet NOFF1. § 6. Een geldig brevet zoals bedoeld in de artikelen 12 en 19 van het koninklijk besluit van 13 februari 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998022090 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers sluiten betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers, wordt gelijkgesteld met: 1°. het modulecertificaat van de module 10 van het brevet BO1; 2°. het modulecertificaat van de module 10 van deel 2 van het brevet MO1 via aanwerving; 3°. het modulecertificaat van de module 6 van deel 1 van het brevet OFF2 via aanwerving; 4°. het modulecertificaat van de module NBO1/02 van het brevet NBO1; 5°. het modulecertificaat van de module NBO1/02 van het brevet NMO1 via aanwerving; 6°. het modulecertificaat van de module NBO1/02 van het brevet NOFF2 via aanwerving. § 7. Een diploma van preventieadviseur niveau 3 wordt gelijkgesteld met: 1°. het modulecertificaat van de module BO2/02 van het brevet BO2; 2°. het modulecertificaat van de module 2 van deel 3 van het brevet MO1 via aanwerving; 3°. het modulecertificaat van de module BO2/02 van het brevet NMO1 via aanwerving.

Een diploma van preventieadviseur niveau 2 of van preventieadviseur niveau 1 wordt gelijkgesteld met: 1°. het modulecertificaat van de module BO2/02 van het brevet BO2; 2°. het modulecertificaat van de module 2 van deel 3 van het brevet MO1 via aanwerving; 3°. het modulecertificaat van de module 2 van het brevet MO2; 4°. het modulecertificaat van de module 8 van deel 1 van het brevet OFF2 via aanwerving; 5°. het modulecertificaat van de module BO2/02 van het brevet NMO1 via aanwerving; 6°. het modulecertificaat van de module NMO2/02 van het brevet NMO2; 7°. het modulecertificaat van de module NMO2/02 van het brevet NOFF2 via aanwerving. § 8. De houder van een brevet of een modulecertificaat behaald in toepassing van het koninklijk besluit van 12 juli 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/07/2019 pub. 05/08/2019 numac 2019041675 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de civiele bescherming en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten sluiten betreffende de opleiding van de leden van de civiele bescherming en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten wordt gelijkgesteld met de brevetten en modulecertificaten overeenkomstig de bijlage 3."

Art. 31.In Hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een artikel 69/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 69/2.§ 1. De organisatie van de modules van de opleidingen tot het behalen van het brevet brandweerkadet, M Delta, BO1, MO1 via bevordering, MO1 via aanwerving, MO2, OFF1, OFF2 via bevordering en OFF2 via aanwerving die begonnen zijn voor 1 januari 2024 en die nog niet zijn afgesloten, kan worden verdergezet onder de voorwaarden bedoeld in het tweede en derde lid.

In afwijking van artikel 39, mag niemand zich nog inschrijven voor de modules van de in het eerste lid vermelde brevetopleidingen vanaf 1 januari 2024.

In afwijking van artikel 44, mag na 1 januari 2024 niemand meer dan twee keer deelnemen aan een examen betreffende een module vermeld in het eerste lid. § 2. De op 1 januari 2024 nog niet georganiseerde modules van de opleidingen tot het behalen van het brevet brandweerkadet, M Delta, BO1, MO1 via bevordering, NMO1 via aanwerving, MO2, OFF1, OFF2 via bevordering en OFF2 via aanwerving die begonnen zijn voor 1 januari 2024, worden vervangen door de respectievelijke modules of opleidingsonderdelen van de opleidingen tot het behalen van het brevet N brandweerkadet, NM Delta, NBO1, NMO1 via bevordering, NMO1 via aanwerving, NMO2, NOFF1, NOFF2 via bevordering en NOFF2 via aanwerving, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de bijlage 2.

Een leerling die op basis van de modulecertificaten die hij behaald heeft voor 1 januari 2024 slechts een gelijkstelling heeft voor een deel van een module kan het overige deel van de module volgen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de bijlage 2. § 3. Een leerling die in toepassing van de paragrafen 1 en 2 slaagt in alle modules van de respectievelijke opleidingen tot het behalen van het brevet N brandweerkadet, NM Delta, NBO1, NMO1 via bevordering, NMO1 via aanwerving, NMO2, NOFF1, NOFF2 via bevordering en NOFF2 via aanwerving ontvangt het overeenstemmende brevet. Dit brevet vermeldt tevens de modulecertificaten die behaald werden, waarvoor er geen gelijkstelling bestaat overeenkomstig de bijlage 2. Wanneer de leerling de modulecertificaten behaalde voor de modules FOROP-1, FOROP-2, PREV-1, PREV-2 en/of "competentiemanagement en evaluatie", wordt dit niet vermeld op het brevet, maar ontvangt de leerling het respectievelijke getuigschrift of attest. § 4. Het opleidingscentrum reikt de modulecertificaten en de brevetten van de opleidingen tot het behalen van de brevetten N brandweerkadet, NM Delta, NBO1, NMO1 via bevordering, MO1 via aanwerving, NMO2, NOFF1, NOFF2 via bevordering en NOFF2 via aanwerving uit aan het personeelslid van een openbare hulpdienst, op voorwaarde dat hij beschikt over een slaagbewijs uitgereikt naar aanleiding van een opleiding die beantwoordt aan dezelfde pedagogische doelstellingen en een duurtijd gelijk aan deze zoals bepaald in de bijlage 1 en georganiseerd tussen 1 september 2023 en de datum van inwerkingtreding van dit besluit."

Art. 32.In hetzelfde besluit gewijzigd bij koninklijke besluiten van 26 januari 2018 en 20 september 2022, wordt de bijlage 1 vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.

Art. 33.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 13/02/2018 numac 2017031569 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het Nederlands taalgebied type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 06/02/2018 numac 2017031948 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit waarbij een goed, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, bestemd wordt voor de vzw "Joods Museum van België", waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Miniemenstraat 21, te 1000 Brussel type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 20/02/2018 numac 2018010662 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones sluiten, wordt de bijlage 2 vervangen door de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.

Art. 34.In hetzelfde besluit, wordt een bijlage 4 ingevoegd die als bijlage 3 is gevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 35.Dit besluit is van toepassing op de aanwervingsstages die lopend zijn op 1 januari 2024 en voor deze die starten na 1 januari 2024, maar waarvan de oproep tot kandidaten gebeurde voor die datum.

Art. 36.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Art. 37.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 december 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Titel van het document:	Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten
Url van de betrokken pagina:	https://etaamb.openjustice.be/nl/koninklijk-besluit-van-14-december-2023_n2023048563.html
Te verwijderen woorden:
E-mail adres:*
Opmerkingen:*
* Optionele velden

Zijn uw gegevens weergegeven op deze pagina?