gepubliceerd op 17 januari 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende de voortgezette vorming van de officieren van het actief kader van de krijgsmacht
14 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende de voortgezette vorming van de officieren van het actief kader van de krijgsmacht
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School, inzonderheid op artikel 1ter, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2001 en gewijzigd bij de wet van 1 augustus 2006;
Gelet op de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 12bis, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994 en gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003, en op artikel 26bis, § 2, ingevoegd bij de wet van 11 juni 1998;
Gelet op de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 41, vervangen door de wet van 21 december 1990;
Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 9bis, § 2, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003;
Gelet op de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, inzonderheid op artikel 6, § 1, 1°;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 juli 1995 betreffende de beoordelingsprocedure voor de militairen van het actief kader en van het reservekader, inzonderheid op artikel 9, § 8, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juli 1997 tot uitvoering van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, inzonderheid op artikel 11, 2°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, en 3°;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie, inzonderheid op artikel 16, eerste lid, 3°, vervangen door het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, en op artikel 22, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, inzonderheid op artikel 4, en de bijlage, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, inzonderheid op artikel 31, § 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 betreffende de voortgezette vorming van de officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven voor de bevordering tot de graad van majoor, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 februari 2006, op artikel 2, tweede lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op de artikelen 3 en 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 5, tweede lid, op artikel 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op de artikelen 7 en 8, op de artikelen 9 en 10, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 11, op artikel 12, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 13, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 16, § 1, op artikel 23, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op de artikelen 24 en 25, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 26, § 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 september 2004 en 16 februari 2006, op de artikelen 27 en 28, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 29, op de artikelen 33 en 40, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 41, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2005, op artikel 42, op artikel 43, § 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op de artikelen 44 en 45, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op de artikelen 46 en 47, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 48, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 49, op de artikelen 50, 51, 52, 53 en 54, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, op artikel 55 en op artikel 58, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2006 betreffende de organisatie van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op het advies van de vervolmakingsraad van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, gegeven op 19 mei 2005;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de Krijgsmacht, afgesloten op 3 oktober 2006;
Gelet op het advies 41.578/4 van de Raad van State, gegeven op 21 november 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 juli 1995 betreffende de beoordelingsprocedure voor de militairen van het actief kader en van het reservekader
Artikel 1.In artikel 9, § 8, van het koninklijk besluit van 28 juli 1995 betreffende de beoordelingsprocedure voor de militairen van het actief kader en van het reservekader, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de 1° wordt vervangen als volgt : "1° de hogere stafopleiding en de hogere opleiding voor militair administrateur;"; 2° de 2° wordt vervangen als volgt : "2° de vorming voor kandidaat-hoofdofficier of een extra-muros opleiding;". HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 1997 tot uitvoering van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking
Art. 2.In artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 juli 1997 tot uitvoering van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de 2°, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, wordt vervangen als volgt : "2° de basis stafvorming;"; 2° in 3° worden de woorden "de cursus voor kandidaat-hoofdofficier" vervangen door de woorden "de vorming voor kandidaat-hoofdofficier". HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie
Art. 3.In artikel 16, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de woorden "de cursus staftechniek of de basis stafcursus" vervangen door de woorden "de cursus staftechniek of de basis stafcursus of de basis stafvorming".
Art. 4.In artikel 22, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "de cursus voor kandidaat-hoofdofficier" vervangen door de woorden "de vorming voor kandidaat-hoofdofficier". HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School
Art. 5.De bijlage van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 juli 2006, wordt aangevuld door de bijlage bij dit besluit. HOOFDSTUK V. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier
Art. 6.In artikel 31, § 2, van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "gegeven door de commandant van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie of de basis stafcursus met succes hebben gevolgd" vervangen door de woorden "of die met succes de basis stafcursus of de basis stafvorming hebben gevolgd";2° het tweede lid, 2°, wordt aangevuld als volgt : "of van de vorming voor kandidaat-hoofdofficier". HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 betreffende de voortgezette vorming van de officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven voor de bevordering tot de graad van majoor
Art. 7.Overal in de tekst en de opschriften van de hoofdstukken en van afdelingen van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 betreffende de voortgezette vorming van de officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven voor de bevordering tot de graad van majoor : 1° worden de woorden "het Koninklijk Hoger Instituut van Defensie" vervangen door de woorden "de Koninklijke Militaire School";2° worden de woorden "het instituut" vervangen door de woorden "de school";3° wordt het woord "officier-stagiair" vervangen door het woord "stagiair";4° worden de woorden "de basis stafcursus" vervangen door de woorden "de basis stafvorming";5° worden de woorden "de extra-muros-vorming" vervangen door de woorden "de extra-muros-opleiding";6° worden de woorden "de vorming voor kandidaat-ingenieur van het militair materieel" vervangen door de woorden "de opleiding voor kandidaat-ingenieur van het militair materieel";7° worden de woorden "de specifieke vormingen van universitair niveau" vervangen door de woorden "de specifieke opleidingen van universitair niveau";8° worden de woorden "de cursus voor kandidaat-hoofdofficier" vervangen door de woorden "de vorming voor kandidaat-hoofdofficier;9° worden de woorden "hogere cursus" en "hogere cursussen" vervangen door respectievelijk de woorden "hogere opleiding" en "hogere opleidingen";10° worden de woorden "hogere stafcursus" vervangen door de woorden "hogere stafopleiding";11° worden de woorden "hogere cursus voor militair administrateur" vervangen door de woorden "hogere opleiding voor militair administrateur";12° worden de woorden "de cursussen van een gelijkwaardig niveau" vervangen door de woorden "de opleidingen van een gelijkwaardig niveau". In voorkomend geval wordt de tekst van de bepalingen die door het eerste lid gewijzigd zijn, in overeenstemming daarmee grammaticaal gewijzigd.
Art. 8.In artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "van de krijgsmacht" worden ingevoegd tussen de woorden "kader" en "bevat";2° de woorden "volgende cursussen en vormingen" worden vervangen door de woorden "volgende opleidingen en vormingen".
Art. 9.Artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, wordt vervangen als volgt : "Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° voortgezette vorming : de vormingen en opleidingen bedoeld in artikel 1;2° opleiding : een geheel van samenhangende onderwijs-, studie- en toetsactiviteiten dat aansluit bij een bepaalde vooropleiding en dat in geval van succesvolle voltooiing bekroond wordt met een diploma van het voortgezet academisch onderwijs van de tweede cyclus;3° stagiair : de officier die aangewezen of aanvaard is om een voortgezette vorming te volgen;4° competenties : een combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes die een officier toelaat succesvol te functioneren zowel in beroeps-, als vormingssituaties en die zich manifesteert in observeerbare gedragingen;5° professionele competenties : de competenties die een officier toelaten specifieke beroepstaken uit te voeren en die betrekking hebben op een bepaalde beroepssituatie;6° functioneringscompetenties : de competenties die, onafhankelijk van beroepssituaties, een officier toelaten optimaal te kunnen functioneren in wisselende omstandigheden, individueel of in groepsverband;7° domein : een geheel van materies die behoren tot hetzelfde vakgebied;8° module : in functie van een beroepssituatie, een samenhangend onderdeel van een opleiding of vorming;9° "joint"-operaties : de operaties die gezamenlijk uitgevoerd worden door elementen van verschillende componenten;10° test : een proef, mondeling of schriftelijk, individueel of collectief, met een bepaalde evaluatietechniek, afgelegd tijdens of na afloop van de module waarop ze betrekking heeft, met het oog op het evalueren van competenties;11° de school : de Koninklijke Militaire School;12° de minister : de Minister van Defensie; 13° de DGHR : de directeur-generaal human resources."
Art. 10.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "een cursus van de voortgezette vorming" vervangen door de woorden "een vorming of een opleiding van de voortgezette vorming";2° in § 2 worden de woorden "zijn vorming" vervangen door de woorden "een vorming of een opleiding van de voortgezette vorming".
Art. 11.In artikel 4, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "een extra-muros vorming of een in artikel 40, § 3, bedoelde cursus in het buitenland" vervangen door de woorden "een extra-muros opleiding of een in artikel 40, § 3, bedoelde opleiding in het buitenland".
Art. 12.In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "cursus" vervangen door het woord "opleiding".
Art. 13.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, worden de woorden "een cursus" en de woorden "deel van de cursussen van de voortgezette vorming" respectievelijk vervangen door de woorden "een vorming of een hogere opleiding" en de woorden "deel van de voortgezette vorming";2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Naargelang de kaderbehoeften kan de DGHR : 1° een hulpofficier aanwijzen om de vorming bedoeld in artikel 1, 1°, te volgen;2° een officier aanwijzen om een deel van de vorming of hogere opleidingen bedoeld in artikel 1, 3° en 4°, te volgen; 3° een burgerlijk ambtenaar van niveau A die tot het Ministerie van Landsverdediging behoort, aanwijzen om de vorming bedoeld in artikel 1, 1°, of een deel van de vorming of hogere opleidingen bedoeld in artikel 1, 3° en 4°, te volgen."
Art. 14.In artikel 8, 2° en 3°, van hetzelfde besluit wordt het woord "cursus" vervangen door de woorden "vormingen en hogere opleidingen".
Art. 15.Overal in hoofdstuk II, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, met uitzondering van de laatste zin van artikel 14, wordt het woord "cursus" vervangen door het woord "vorming" en de tekst is, in voorkomend geval, in overeenstemming daarmee grammaticaal gewijzigd.
Art. 16.Artikel 16, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "§ 1. De officier die afgestudeerd is aan de polytechnische faculteit van de school, of die houder is van een in België erkend diploma van burgerlijk ingenieur of van master in de ingenieurswetenschappen mag zijn kandidatuur indienen."
Art. 17.In artikel 23, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de woorden "nationaal en internationaal" vervangen door de woorden "nationaal of internationaal".
Art. 18.In artikel 25 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, worden de woorden "na afloop van de cursus" vervangen door de woorden "na afloop van de vorming voor kandidaat-hoofdofficier";2° in de Franse tekst van paragraaf 4, wordt het woord "dispensées" vervangen door het woord "dispensés".
Art. 19.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, worden de woorden "de cursussen bedoeld in artikel 24" vervangen door de woorden "de vorming bedoeld in artikel 24";2° in paragraaf 2, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de woorden "het gemeenschappelijke gedeelte van de cursus" vervangen door de woorden "het gemeenschappelijke gedeelte van de vorming";3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "de cursussen bedoeld" vervangen door de woorden "de vorming bedoeld".
Art. 20.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de woorden "deze cursus" vervangen door de woorden "deze vorming".
Art. 21.In de Franse tekst van artikel 33 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de woorden "le commandant de celui-ci" vervangen door de woorden "le commandant de celle-ci".
Art. 22.Overal in hoofdstuk VI van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, behalve in de artikelen 41, § 1, derde en vierde lid, 47, tweede lid, en 51, tweede lid, wordt het woord "cursus" door het woord "opleiding" vervangen en de tekst is, in voorkomend geval, in overeenstemming daarmee grammaticaal gewijzigd.
Art. 23.In hetzelfde besluit wordt een artikel 40bis ingevoegd, luidende : "
Artikel 40bis.§ 1. De deliberatiecommissie voor de voortgezette vorming bestaat uit volgende personen of hun plaatsvervanger aangewezen door de commandant van de school : 1° de directeur van het academisch onderwijs, voorzitter;2° de chefs van de departementen van de faculteit sociale en militaire wetenschappen alsook de leerstoelhoofden recht, "joint"-operaties, landoperaties, maritieme operaties, luchtoperaties en medische steun;3° de cursusdirecteurs van de voortgezette vorming;4° de titularissen van de cursussen onderwezen tijdens de periode waarover de deliberatie handelt. De voorzitter wijst een officier-secretaris aan die hetzij tot hetzelfde taalstelsel behoort als de stagiair, hetzij de grondige kennis bezit van het Nederlands en het Frans. § 2. De deliberatiecommissie van de voortgezette vorming beslist bij absolute meerderheid van stemmen. De leden van de commissie kunnen zich niet onthouden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend. De secretaris is niet stemgerechtigd.
De beslissing van de deliberatiecommissie van de voortgezette vorming wordt gerechtvaardigd en aan de betrokken stagiair betekend. Deze kan een gemotiveerd beroep aantekenen bij DGHR binnen vijf werkdagen na de betekening van de beslissing.
Na de betrokken stagiair te hebben gehoord, kan DGHR de beslissing van de deliberatiecommissie van de voortgezette vorming bevestigen of een nieuwe beslissing nemen. » .
Art. 24.In artikel 43, § 2, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "vroeger gevolgde cursussen van de voortgezette vorming" vervangen door de woorden "de basis stafvorming en van de vorming voor kandidaat-hoofdofficier".
Art. 25.In artikel 44, 1°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de woorden "nationaal en internationaal" vervangen door de woorden "nationaal of internationaal".
Art. 26.Artikel 48, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "§ 2. Wanneer een stagiair niet aan de in § 1 bedoelde voorwaarde voldoet, worden zijn uitslagen aan de deliberatiecommissie van de voortgezette vorming voorgelegd, die beslist of de stagiair : 1° de opleiding met succes gevolgd heeft;2° voor de opleiding gezakt is. De deliberatiecommissie van de voortgezette vorming spreekt zich uit op grond van de uitslagen bedoeld in artikel 46, tweede lid, 1°, en op basis van de gemelde vaststellingen."
Art. 27.In artikel 50 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° worden de woorden "nationaal en internationaal" vervangen door de woorden "nationaal of internationaal";2° in 2° worden de woorden "recht-statuut" vervangen door de woorden "recht-statuten".
Art. 28.In artikel 51, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de woorden "recht-statuut" vervangen door de woorden "recht-statuten".
Art. 29.Artikel 54, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "§ 2. Wanneer een stagiair niet aan de in § 1 bedoelde voorwaarden voldoet, worden zijn uitslagen aan de deliberatiecommissie van de voortgezette vorming voorgelegd, die beslist of de stagiair : 1° de opleiding met succes gevolgd heeft;2° voor de opleiding gezakt is. De deliberatiecommissie van de voortgezette vorming spreekt zich uit op grond van de uitslagen bedoeld in artikel 52, 1°, en op basis van de gemelde vaststellingen. »
Art. 30.In artikel 58, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de cursus" vervangen door de woorden "de vorming". HOOFDSTUK VII. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen
Art. 31.Voor de toepassing van artikel 26 van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 betreffende de voortgezette vorming van de officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven voor de bevordering tot de graad van majoor, wordt de basis stafcursus beschouwd als gelijkwaardig aan de basis stafvorming.
Art. 32.Voor de toepassing van de artikelen 11, 27 en 41 van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 betreffende de voortgezette vorming van de officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven voor de bevordering tot de graad van majoor, wordt een extra-muros-vorming beschouwd als gelijkwaardig aan een extra-muros-opleiding.
Art. 33.Artikel 9 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2006 betreffende de organisatie van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie wordt opgeheven.
Art. 34.De hogere cursus voor militair administrateur van het academiejaar 2005-2006 wordt voortgezet volgens de regels die erop van toepassing waren de dag vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 35.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 16 augustus 2006, behalve artikel 33 dat uitwerking heeft met ingang van 31 december 2006.
Art. 36.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 december 2006 tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende de voortgezette vorming van de officieren van het actief kader van de krijgsmacht.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT