Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 oktober 2022
gepubliceerd op 14 februari 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2022042187
pub.
14/02/2023
prom.
13/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13oktober 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021 Protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 (Overeenkomst geregistreerd op 26 april 2022 onder het nummer 172227/CO/224) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij tewerkstellen.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld in de collectieve arbeids overeenkomst van 17 december 2001Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/12/2001 pub. 11/04/2002 numac 2002022054 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen type overeenkomst prom. 17/12/2001 pub. 23/02/2002 numac 2002022044 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten (61401/CO/224) houdende de functieclassificatie voor de bedienden. HOOFDSTUK II. - Neerlegging

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK III. - Koopkracht Afdeling 1. - Recurrente enveloppe 2022

Art. 3.Aan de ondernemingen wordt op 1 januari 2022 een overdraagbare enveloppe ter beschikking gesteld die gelijk is aan 0,4 pct. van de loonmassa.

Indien het overleg op ondernemingsniveau niet tot overeenstemming leidt tegen 24 december 2021, worden de effectieve bruto maandlonen op 1 januari 2022 verhoogd met 0,4 pct.

De modaliteiten voor de ondernemingsenveloppe of de verhoging van de lonen zijn opgenomen in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst "budget". Afdeling 2. - Alternatieve invulling harmonisatiepremie

Art. 4.Ondernemingen die bij gebrek aan akkoord vóór 31 juli 2019 op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 betreffende het budget (registratienummer : 153811/CO/224) de eenmalige harmonisatiepremie hebben betaald, kunnen kiezen voor een andere en equivalente besteding van onbepaalde duur van deze premie.

Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt tegen 24 december 2021, wordt de harmonisatiepremie van 100 EUR bruto per bediende per jaar betaald respectievelijk op 27 december 2021 en 1 juli 2022.

De modaliteiten voor de toekenning zijn opgenomen in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst "budget". Afdeling 3. - Alternatieve invulling ecocheques

Art. 5.§ 1. Ondernemingen die ertoe gehouden zijn ecocheques toe te kennen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 betreffende de ecocheques (registratienummer : 153812/CO/224), kunnen kiezen voor een andere en equivalente besteding van onbepaalde duur van de ecocheques.

Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt tegen 24 december 2021, dan blijven de bestaande ecocheques ten bedrage van 250 EUR per bediende per jaar onverkort van kracht.

De modaliteiten voor de alternatieve invulling zijn opgenomen in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst "budget". § 2. Aan de met effectief gewerkte dagen gelijkgestelde dagen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst "ecocheques" worden toegevoegd : "alle dagen profylactisch verlof, pleegouderverlof en adoptieverlof". Afdeling 4. - Eenmalige enveloppe 2021

Art. 6.De ondernemingen kunnen een niet recurrente beschikbare loonmarge van 200 EUR, verhoogd met de werkgeverslasten, op een bedrijfsspecifieke manier invullen overeenkomstig de procedure voorzien voor de recurrente enveloppe 2022.

Indien het overleg op ondernemingsvlak tegen 24 december 2021 niet uitmondt in een akkoord, dient de onderneming aan de bedienden in dienst op datum van 30 november 2021 een forfaitaire bruto premie van 200 EUR toe te kennen.

De modaliteiten voor de toekenning zijn opgenomen in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst "budget". Afdeling 5. - Coronapremie

Art. 7.Uiterlijk op 31 december 2021 kennen de ondernemingen die aan de voorwaarden voldoen, een eenmalige coronapremie toe onder de vorm zoals bedoeld in artikel 19quinquies, § 4 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 21 juli 2021 (Belgisch Staatsblad van 29 juli 2021).

Het bedrag van de eenmalige coronapremie is afhankelijk van het positief resultaat dat de onderneming tijdens de referteperiode 2020 heeft gerealiseerd uitgedrukt in ROCE : - tussen 0 en 5 pct. : 300 EUR; - vanaf 5 pct. en kleiner dan 7,5 pct. : 400 EUR; - gelijk aan of groter dan 7,5 pct. : 500 EUR. Het bedrag van de eenmalige coronapremie kan worden aangepast in functie van : - de keuze van elk bedrijf om voor het jaar 2021 een alternatieve invulling te geven aan (een deel van) de eenmalige enveloppe 2021 in de mate dat het maximum bedrag van 500 EUR dat als coronapremie betaald kan worden, nog niet bereikt is; - de aanrekening van wat als netto premie omwille van corona betaald is na 8 juni 2021.

De ondernemingen kunnen een alternatieve invulling geven aan de coronapremie volgens dezelfde principes als van toepassing zijn op de recurrente enveloppe 2022.

De modaliteiten voor de toekenning zijn opgenomen in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst. Afdeling 6. - Resultaatsgebonden voordelen (ROCE)

Art. 8.Vanaf de referteperiode die samenvalt met het kalenderjaar 2022, of in voorkomend geval met het verschoven boekjaar dat aanvangt in 2022 (bijvoorbeeld 1 april 2022 tot 31 maart 2023), wordt de schaal voor de berekening van het toe te kennen voordeel bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2008 (88098/CO/224) betreffende de omzetting van een bestaand plan betreffende voordelen, gebonden aan de collectieve resultaten van de onderneming, genaamd "variabele bonus" in een plan betreffende resultaatsgebonden voordelen als volgt aangepast.

Bijgevolg varieert vanaf voormelde referteperiode het toe te kennen voordeel overeenkomstig volgende schaal :

Rendabiliteit van de onderneming, uitgedrukt in ROCE

Grootte van het voordeel uitgedrukt in percentage van het individueel brutoloon van de bediende verdiend tijdens de referteperiode

Rentabilité de l'entreprise, exprimée en ROCE

Grandeur de l'avantage exprimé en pourcentage du salaire brut individuel de l'employé gagné pendant la période de référence

Kleiner dan 3 pct.

0 pct.

Inférieure à 3 p.c.

0 p.c.

Groter dan of gelijk aan 3 pct. en kleiner dan 5 pct.

0,5 pct.

Supérieure ou égale à 3 p.c. et inférieure à 5 p.c.

0,5 p.c.

Groter dan of gelijk aan 5 pct. en kleiner dan 7 pct.

1,4 pct.

Supérieure ou égale à 5 p.c. et inférieure à 7,5 p.c.

1,4 p.c.

Groter dan of gelijk aan 7,5 pct. en kleiner dan 10 pct.

1,7 pct.

Supérieure ou égale à 7,5 p.c. et inférieure à 10 p.c.

1,7 p.c.

Groter dan of gelijk aan 10 pct. en kleiner dan 12,5 pct.

1,8 pct.

Supérieure ou égale à 10 p.c. et inférieure à 12,5 p.c.

1,8 p.c.

Groter dan of gelijk aan 12,5 pct. en kleiner dan 15 pct.

2,1 pct.

Supérieure ou égale à 12,5 p.c. et inférieure à 15 p.c.

2,1 p.c.

Groter dan of gelijk aan 15 pct. en kleiner dan 17,5 pct.

2,8 pct.

Supérieure ou égale à 15 p.c. et inférieure à 17,5 p.c.

2,8 p.c.

Groter dan of gelijk aan 17,5 pct. en kleiner dan 20 pct.

3,5 pct.

Supérieure ou égale à 17,5 p.c. et inférieure à 20 p.c.

3,5 p.c.

Groter dan of gelijk aan 20 pct.

4,1 pct.

Supérieure ou égale à 20 p.c.

4,1 p.c.

Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. Afdeling 7. - Verhoging van het sectoraal minimumloon en de sectorale

weddeschaal

Art. 9.Op 1 januari 2022 wordt de gewaarborgde minimumwedde verhoogd naar 1 914,68 EUR en op 1 april 2022 naar 2 000 EUR. Een verder groeipad wordt zoals voorzien in het advies van de Nationale Arbeidsraad nr. 2237 geëvalueerd eind januari 2024 met het oog op een aanpassing respectievelijk in 2024 en 2026.

Art. 10.Op 1 januari 2022 wordt het loonbarema verhoogd met 0,4 pct.

De aangepaste sectorale weddeschaal wordt opgenomen in een aparte collectieve arbeidsovereenkomst. Afdeling 8. - Paritaire verklaring loondegressiviteit jongeren

Art. 11.De sociale partners van de sector verklaren hierbij de loondegressiviteit niet opnieuw in te voeren voor zij die de arbeidsmarkt betreden en jonger dan 21 jaar zijn.

De sector heeft zelf enkele jaren geleden de loondegressiviteit voor jongeren afgeschaft. Afdeling 9. - Eindejaarspremie

Art. 12.In de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de toekenning van een eindejaarspremie zal volgende gelijkstelling met effectief gewerkte dagen worden toegevoegd : "alle dagen profylactisch verlof, pleegouderverlof en adoptieverlof". Afdeling 10. - Bestaanszekerheid

Art. 13.Partijen komen overeen om in een afzonderlijke sectorale collectieve arbeidsovereenkomst de toegang mogelijk te maken tot het stelsel van economische werkloosheid voor bedienden : - Bedrijven met een syndicale delegatie voeren zowel bij de invoering ervan overleg met de syndicale delegatie als bij de maandelijkse opvolging; - Bedrijven zonder syndicale delegatie voeren een analoog overleg met de werknemers en brengen de voorzitter van het paritair comité daarvan op de hoogte.

Art. 14.De regeling van een werkgeverstoeslag bij tijdelijke werkloosheid zoals deze van toepassing is bij de arbeiders zal daarbij eveneens per collectieve arbeidsovereenkomst toepasselijk gemaakt worden op de bedienden. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid

Art. 15.De bestaande werkzekerheidsclausule wordt verlengd tot 30 juni 2023. HOOFDSTUK V. -Arbeidsorganisatie en loopbaanplanning Afdeling 1. - Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)

Art. 16.De sectorale sociale partners komen overeen om op sectoraal vlak in te tekenen op alle Nationale Arbeidsraad collectieve kaderarbeidsovereenkomsten rond SWT, inclusief de bepaling omtrent de mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid.

In een aparte collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sectorale sociale partners de toepassing van de bestaande stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) bevestigen en verlengen tot 30 juni 2023 en de mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid tot en met 31 december 2024. Afdeling 2. - Tijdskrediet

Art. 17.De sectorale sociale partners komen overeen de volgende regeling voor onbepaalde duur te verlengen : - het recht op tijdskrediet met motief in een voltijdse of halftijdse opnamevorm gedurende 36 of 51 maanden.

Art. 18.De sectorale sociale partners komen overeen de volgende regelingen te verlengen tot 30 juni 2023 : - het recht op landingsbanen voor de bedienden vanaf 50 jaar die een loopbaan van 28 jaar kunnen aantonen; - het recht op landingsbanen voor de bedienden met een lange loopbaan of een zwaar beroep vanaf 55 jaar indien deze bedienden hun prestaties verlagen tot een 4/5de of halftijds regime.

Partijen bevestigen de alternatieve berekeningswijze van de drempel van 5 pct. via omrekening naar 4 pct. voltijds equivalent (VTE).

Partijen vragen aandacht te hebben voor de organiseerbaarheid op ondernemingsvlak van de toepassing van dit stelsel. Afdeling 3. - Anciënniteitsverlof

Art. 19.Vanaf 1 januari 2022 heeft elke bediende vanaf 20 jaar anciënniteit recht op een dag anciënniteitsverlof. Afdeling 4. - Loopbaanverlof

Art. 20.Vanaf 1 januari 2022 wordt de bestaande regeling rond loopbaanverlof uitgebreid met een 4de dag loopbaanverlof in het laatste jaar in de aanloop naar SWT of naar vervroegd of wettelijk pensioen. Afdeling 5. - Telewerk

Art. 21.Partijen vragen bijzondere aandacht voor telewerk in de bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. Afdeling 6. - Deconnectie

Art. 22.Partijen vragen bijzondere aandacht voor deconnectie in de bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Opleiding Afdeling 1. - Risicogroepen

Art. 23.In toepassing van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten en het koninklijk besluit van 19 februari 2013 worden de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 (153982/CO/224) betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen verlengd tot 30 juni 2023.

De bijdrage voorzien in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst blijft vastgesteld op 0,10 pct.

Het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt uitgebreid tot alle bedienden, inclusief de kaderleden. Afdeling 2. - Permanente vorming

Art. 24.Vormingsinspanningen Om de interprofessionele opleidingsdoelstelling van artikel 11 van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk te realiseren, bevestigt de sector de vormingsinspanning van elke onderneming naar een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds equivalent per jaar vanaf 2021.

De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te behalen, zijn de opleidingen zoals gedefinieerd in artikel 9, a) en b) van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk.

Art. 25.Responsabilisering bij de jaarlijkse opleidingsgesprekken Elke bediende heeft het recht om jaarlijks een loopbaangesprek te vragen, in voorkomend geval gekoppeld aan in de onderneming bestaande praktijen omtrent soortgelijke gesprekken. Tijdens dit gesprek kunnen onder andere de individuele opleidingsbehoeften of de behoefte aan loopbaanbegeleiding besproken worden.

Om de bespreking van de individuele opleidingsbehoefte te onderbouwen, zal elke bediende die in de loop van een kalenderjaar (of een andere periode van 12 kalendermaanden) geen werkgerelateerde opleiding heeft genoten, een schriftelijk bericht ontvangen met de melding hiervan.

Hij zal er in dit bericht tevens op worden gewezen dat hij zijn eventuele opleidingsnood dient te bespreken met zijn leidinggevende, bij voorkeur tijdens een loopbaangesprek of tijdens het soortgelijk gesprek binnen de onderneming en tevens dat hij ernaar dient te streven om zeker gemiddeld 1 dag (of equivalent aantal uren) vorming per jaar te volgen in het kader van het levenslang leren. HOOFDSTUK VII. - Mobiliteit

Art. 26.Openbaar vervoer Vanaf 1 februari 2022 komt de werkgever tussen ten bedrage van 80 pct. van de kost voor het openbaar vervoer. Afhankelijk van het gebruikte vervoersmiddel en de regio wordt daarmee de toepassing van de derdebetalersregeling mogelijk gemaakt.

Art. 27.Privévervoer De geïndexeerde bedragen van de tabel opgenomen in bijlage 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2019 (157741/CO/224) worden met ingang van 1 januari 2022 verhoogd met 0,4 pct.

Art. 28.Fiets Wanneer de bediende gebruik maakt van de fiets voor de verplaatsing tussen zijn verblijfplaats en de onderneming, worden vanaf 1 januari 2022 de volgende vergoedingen voorzien : - 0,48 EUR per effectief gereden kilometer vanaf een enkele afstand van 1 tot en met 3 km; - 0,36 EUR per effectief gereden kilometer vanaf een enkele afstand van 4 tot en met 5 km; - 0,30 EUR per effectief gereden kilometer voor een enkele afstand van 6 km; - 0,27 EUR per effectief gereden kilometer voor een enkele afstand van 7 km; - 0,24 EUR per effectief gereden kilometer vanaf een enkele afstand van 8 km. HOOFDSTUK VIII. - Inspraak en overleg

Art. 29.Partijen komen overeen de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de werkingsmiddelen van de werknemersvertegenwoordigers te actualiseren. HOOFDSTUK IX. - Harmonisatie statuten

Art. 30.De partijen komen overeen om de werkzaamheden van de werkgroep opgericht met het oog op de toenadering van de statuten van arbeiders en bedienden op sectorvlak, verder te zetten in de periode 2021-2022. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede

Art. 31.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale vrede te eerbiedigen tot 30 juni 2023. Dit houdt in dat : a) de vakbonds- en werkgeversorganisaties, de werknemers en de werkgevers de integrale naleving van de van kracht zijnde overeenkomsten waarborgen;b) de vakbondsorganisaties en de werknemers zich ertoe verbinden geen enkele eis te stellen, noch te steunen, hetzij op nationaal, hetzij op gewestelijk, hetzij op ondernemingsvlak en geen enkel conflict uit te lokken of te doen uitbreken tot het verlenen van bijkomende voordelen. HOOFDSTUK XI. - Duur

Art. 32.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2022, tenzij anders bepaald.

De bepalingen van de artikelen 15, 16, 18, 23 en 31 houden op van kracht te zijn op 30 juni 2023.

De bepalingen van de artikelen 1, 3, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 21, 22, 24, 25, 26, 27, 28 en 29 zijn van onbepaalde duur en kunnen door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden.

De opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende organisaties.

De bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten zullen in deze zin worden geharmoniseerd.

Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds, en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde, notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 Telewerk Het telewerk is in de arbeidsorganisatie een belangrijk onderdeel geworden. Het wordt vandaag omkaderd door diverse wettelijke en interprofessionele bepalingen.

Dientengevolge worden de ondernemingen gevraagd om aan dit onderwerp prioritair de nodige aandacht te besteden.

Dit betekent dat dit onderwerp moet deel uitmaken van het sociaal overleg op ondernemingsvlak.

Eind 2022 evalueren de sociale partners de situatie op het vlak van telewerk in de sector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 Deconnectie De sectorale sociale partners onderschrijven het toenemende belang van goede afspraken op ondernemingsvlak over het vrijwaren van de balans tussen werk en privéleven, inclusief het mogelijk maken van de deconnectie.

De organisaties van de sociale partners binnen het paritair comité ondersteunen, elk vanuit hun rol, het overleg op ondernemingsvlak om te komen tot een balans tussen werk en privéleven als onderdeel van een duurzaam welzijnsbeleid.

In dit verband vragen de sociale partners de ondernemingen om deze problematiek regelmatig te bespreken binnen de bestaande overlegorganen en met de werknemers, zoals voorzien in de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie. Het uiteindelijk doel is om concrete maatregelen te nemen die deze deconnectie mogelijk kunnen maken.

Eind 2022 evalueren de sociale partners de situatie op het vlak van deconnectie in de sector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 3 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 Stelsel van de aanmoedigingspremies in de prive-sector in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering Sociaal akkoord van 25 november 2021 In toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 houdende hervorming van het stelsel van aanmoedigingspremies in de privésector verklaren de ondertekenende partijen dat de bedienden ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en tewerkgesteld in het Vlaamse Gewest tot 30 juni 2023 gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies in het raam van het zorgkrediet en het opleidingskrediet en van de aanmoedigingspremie voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^