Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 2011
gepubliceerd op 23 maart 2011

Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde ondernemingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2011003106
pub.
23/03/2011
prom.
13/03/2011
ELI
eli/besluit/2011/03/13/2011003106/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MAART 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde ondernemingen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U ter ondertekening is voorgelegd heeft, voor de specifieke sector van de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen alsook van de kredietinstellingen en de financiële instellingen (i.e. de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging), de omzetting in Belgisch recht tot doel van de Europeesrechtelijke voorschriften voor het opstellen van de toelichting bij de jaarrekening en de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening van deze ondernemingen, als bepaald in Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (hierna « Richtlijn 2006/46/EG » genoemd). Het betreft meer bepaald de omzetting van de artikelen 1, lid 6, 2, leden 1 en 4, en 4 van Richtlijn 2006/46/EG, met name wat de door deze laatste bepaling voorgeschreven toepassing betreft van artikel 43, § 1, leden 7bis en 7ter van de Vierde Richtlijn op de instellingen die ressorteren onder Richtlijn 91/674/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen.

Voor de vennootschappen die niet tot een van de voormelde specifieke bedrijfssectoren behoren, werden de verplichtingen die Richtlijn 2006/46/EG oplegt voor het opstellen van de toelichting bij de jaarrekening en bij de geconsolideerde jaarrekening, omgezet bij koninklijk besluit van 10 augustus 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2009 pub. 24/08/2009 numac 2009011362 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen en van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/2001 pub. 06/02/2001 numac 2001009091 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen sluiten tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel (hierna « het koninklijk besluit van 10 augustus 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2009 pub. 24/08/2009 numac 2009011362 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen en van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel sluiten » genoemd). Aangezien de bovenvermelde ondernemingen en instellingen niet onder toepassing van het koninklijk besluit van 10 augustus 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2009 pub. 24/08/2009 numac 2009011362 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen en van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel sluiten vallen, voert het onderhavige besluit voor hen identieke bepalingen in als voorgeschreven door dit besluit van 10 augustus 2009. De inhoud en de vorm van de jaarrekening en van de geconsolideerde jaarrekening van, zowel de kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, als de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, worden immers niet vastgelegd bij koninklijk besluit van 30 januari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/2001 pub. 06/02/2001 numac 2001009091 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen sluiten tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, maar krachtens specifieke wetgevingen (zie inzonderheid de artikelen 44, vierde lid, 72 en 80 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen) of krachtens een specifieke reglementaire bevoegdheidsverlening aan de Koning door het Wetboek van vennootschappen (zie artikel 123, § 1 van het Wetboek van vennootschappen). De wetgever ziet zich dan ook genoodzaakt om in deze sectorale boekhoudreglementeringen identieke bepalingen in te voeren als de bepalingen waarin het koninklijk besluit van 10 augustus 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2009 pub. 24/08/2009 numac 2009011362 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen en van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel sluiten voorziet voor de informatie die dient te worden opgenomen in de toelichting bij de jaarrekening en bij de geconsolideerde jaarrekening over de buitenbalansregelingen en de transacties met verbonden partijen.

Bij het opstellen van het koninklijk besluit van 10 augustus 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2009 pub. 24/08/2009 numac 2009011362 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen en van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel sluiten heeft de Regering geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid die het nieuwe artikel 42bis, § 5bis van de Vierde Richtlijn, als ingevoerd door artikel 1, lid 5 van Richtlijn 2006/46/EG, biedt aan de lidstaten om toe te staan of voor te schrijven dat,in de jaarrekening en ingevolge artikel 29 van de Zevende Richtlijn (83/349/EEG), in de geconsolideerde jaarrekening, een waardering van financiële instrumenten wordt opgenomen, samen met de daarmee verband houdende openbaarmakingsverplichtingen conform de regels die zijn voorgeschreven door de internationale standaarden voor jaarrekeningen als vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1725/2003 van de Commissie van 29 september 2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad. Dit zou immers betekenen dat de standaarden IAS 32 (Financiële instrumenten : presentatie), IAS 39 (Financiële instrumenten : opname en waardering) en IFRS 7 (Financiële instrumenten : informatieverschaffing) in het nationaal boekhoudrecht zouden worden ingevoerd. Rekening houdend met de lopende hervormingen van de internationale boekhoudregels, heeft de Regering destijds geoordeeld dat het niet opportuun was om deze mogelijkheid in te voeren in het gemeen boekhoudrecht. Om diezelfde redenen is de Regering ook nu de mening toegedaan dat het evenmin wenselijk is om gebruik te maken van deze mogelijkheid die eveneens geboden wordt voor het opstellen van de jaarrekening van de kredietinstellingen en van de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, wat het sectoraal boekhoudrecht betreft (zie de artikelen 3 en 4 van Richtlijn 2006/46/EG wat de verwijzing betreft naar het nieuwe artikel 42bis, § 5bis van de Vierde Richtlijn).

Op te merken valt dat artikel 2, lid 1 van Richtlijn 2006/46/EG geen omzetting behoeft voor de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen omdat die zijn opgesteld volgens de internationale standaarden voor jaarrekeningen. Dit vloeit voort uit het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging.

Voor dit besluit werd gebruik gemaakt van de optie die geboden wordt door artikel 5 van de Europese Verordening nr. 1606/2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen.

Commentaar bij de artikelen

Artikel 1.Artikel 1 van het voorliggend ontwerp geeft uitvoering aan artikel 5, lid 1 van richtlijn 2006/46/EG dat de lidstaten verplicht om een verwijzing naar deze Richtlijn op te nemen in de nationale bepalingen die zij aannemen teneinde zich aan deze richtlijn te conformeren.

Art. 2.Artikel 2 van het onderhavige ontwerpbesluit zorgt voor de omzetting van artikel 1, lid 6 van Richtlijn 2006/46/EG dat in artikel 43, § 1 van de Vierde Richtlijn (78/660/EG) de nieuwe leden 7bis en 7ter invoegt. Aangezien deze bepaling van toepassing is op de kredietinstellingen krachtens artikel 40 van Richtlijn 86/635/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen, dient zij bij de omzetting te worden ingevoegd in het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging.

Artikel 2 vormt een aanvulling op de vereisten inzake informatieverstrekking over de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen die moeten worden opgenomen in de toelichting bij de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging.

Het betreft meer bepaald informatie over de buitenbalansregelingen en de transacties met verbonden partijen. a. Buitenbalansregelingen De aangebrachte wijzigingen beogen het verstrekken van bijkomende informatie in rubriek XXVIII van de toelichting bij de jaarrekening over de aard en het zakelijke doel van de buitenbalansregelingen, alsook over de financiële gevolgen van deze regelingen. Buitenbalansregelingen kunnen immers zowel risico's inhouden als voordelen met zich brengen die van belang zijn voor de beoordeling van de financiële positie van een vennootschap en, indien zij tot een groep behoort, van de groep als geheel.

Een regeling wordt geacht van enige betekenis te zijn als de gebruiker van de jaarrekening zijn oordeel over deze jaarrekening zou wijzigen mocht hij weet hebben van deze regeling.

Zoals aangegeven in de negende considerans van Richtlijn 2006/46/EG, kan het bij een « buiten de balans vallende regeling » gaan om « elke transactie of overeenkomst tussen vennootschappen en entiteiten, ook wanneer zij geen rechtspersoonlijkheid hebben, die niet in de balans zijn opgenomen. Dergelijke regelingen kunnen verband houden met de oprichting of het gebruik van één of meer voor een speciaal doel opgerichte entiteiten (Special Purpose Entities - SPE's) en offshore-activiteiten die bedoeld zijn om onder andere op economische, juridische, fiscale of boekhoudkundige doelstellingen in te spelen.

Voorbeelden van dergelijke buiten de balans vallende regelingen zijn risico- en winstdelingsregelingen of verplichtingen die voortvloeien uit een overeenkomst zoals schuldfactoring, gecombineerde koop- en terugkoopovereenkomsten, regelingen met betrekking tot consignatie van aandelen, take or pay-regelingen, securitisatie die wordt geregeld via afzonderlijke vennootschappen en entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid, in onderpand gegeven activa, operationele leasingregelingen, outsourcing en dergelijke. Passende informatie over de risico's van enige betekenis en voordelen van dergelijke regelingen die niet in de balans zijn opgenomen, dient te worden vermeld in de toelichting bij de jaarrekening ».

Om een omschrijving te geven van een SPE kan nuttig verwezen worden naar Standing Interpretations Committee (SIC) 12 van de International Accounting Standards Board (SIC 12 bepaalt onder welke omstandigheden een entiteit een SPE moet consolideren). Een entiteit kan worden opgericht om een beperkte en duidelijk omlijnde doelstelling te realiseren (bijvoorbeeld met het oog op het uitvoeren van een lease, van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten of van een effectisering van financiële activa). Een dergelijke SPE kan een rechtspersoon, trust, partnership of een entiteit zonder rechtspersoonlijkheid zijn.

SPE's worden vaak opgericht met juridische regelingen die strikte en soms permanente beperkingen opleggen met betrekking tot de besluitvormingsbevoegdheden van hun raad van beheer, beheerder of management over de activiteiten van de SPE. Vaak specificeren deze bepalingen dat het beleid voor de lopende activiteiten van de SPE niet kan worden gewijzigd, tenzij misschien door de oprichter of sponsor van de SPE (d.w.z. dat de SPE op 'automatische piloot' werkt). Vaak is het zo dat de sponsor (of de entiteit namens welke de SPE werd opgericht) activa overdraagt aan de SPE, het recht verkrijgt om door de SPE gehouden activa te gebruiken of diensten levert voor de SPE, terwijl andere partijen ('kapitaalverschaffers') mogelijk financiering verschaffen aan de SPE. Een entiteit die transacties met een SPE onderneemt (vaak de oprichter of sponsor), kan in wezen de zeggenschap over de SPE hebben. Een economisch belang in een SPE kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van een schuldbewijs, een eigen-vermogensinstrument, een winstdelingsrecht, een overblijvend belang of een lease. Sommige economische belangen geven de houder recht op een vast of nominaal rendement, terwijl andere toegang geven tot andere toekomstige voordelen van de activiteiten van de SPE. In de meeste gevallen behoudt de oprichter of sponsor (of de entiteit namens welke de SPE werd opgericht) een aanzienlijk economisch belang in de activiteiten van de SPE, hoewel hij mogelijk weinig of niets van het eigen vermogen van de SPE bezit.

De informatie die in deze nieuwe staat gegeven dient te worden, is tweeërlei.

Enerzijds dient een beschrijving te worden gegeven van de aard en het zakelijke doel van de buitenbalansregelingen, mits de risico's of voordelen die uit dergelijke regelingen voortvloeien van enige betekenis zijn en voor zover de bekendmaking van dergelijke risico's of voordelen noodzakelijk is voor de beoordeling van de financiële positie van de vennootschap.

Anderzijds wordt gevraagd om deze beschrijving te kwantificeren door de financiële gevolgen van deze regelingen voor de vennootschap te vermelden. b. Transacties met verbonden partijen De aangebrachte wijzigingen zijn erop gericht in de toelichting bij de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, bijkomende informatie te verstrekken over de transacties met verbonden partijen die niet zijn verricht onder de normale marktvoorwaarden. Volgens de vigerende regeling dient in de toelichting bij de jaarrekening reeds informatie te worden verstrekt over de transacties tussen een kredietinstelling, beleggingsonderneming of beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging en de met haar verbonden ondernemingen. Teneinde via de jaarrekening gelijkwaardige informatie te verstrekken als gevraagd van de ondernemingen die voor hun geconsolideerde jaarrekening de internationale standaarden voor jaarrekeningen toepassen, wordt de openbaarmakingsverplichting uitgebreid tot andere categorieën van verbonden partijen, zij het enkel wanneer het gaat om transacties van enige betekenis die niet met gepaste afstand werden uitgevoerd.

De bekendmaking van transacties van enige betekenis die zijn aangegaan met verbonden partijen maar niet onder de marktvoorwaarden zijn verricht, kan de gebruikers van de jaarrekening helpen om de financiële positie van de instellingen te beoordelen alsook, indien zij tot een groep behoren, van de groep als geheel.

Deze informatie is niet vereist voor transacties die zijn aangegaan tussen twee of meer leden van een groep, mits de dochterondernemingen die partij zijn bij de transactie, geheel eigendom zijn van een dergelijk lid.

De bedoelde transacties zijn degene die enerzijds materieel zijn en die anderzijds buiten normale marktvoorwaarden plaatsvinden.

Transacties buiten normale marktvoorwaarden kunnen worden omschreven als « verrichtingen die niet worden aangegaan onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen ». Bij de vaststelling, of een transactie al dan niet onder normale marktvoorwaarden plaatsvindt, moet steeds rekening worden gehouden met de context waarin de betrokken transactie plaatsvindt. De verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan moet hier onderlijnt worden.

Onder 'verbonden partijen' wordt hetzelfde verstaan als in de internationale standaarden voor jaarrekeningen die zijn goedgekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002. Volgens de International Accounting Standard (IAS) 24, § 9 is een partij verbonden met een entiteit indien : a) de partij, direct of indirect via een of meer tussenpersonen : (i) zeggenschap uitoefent over de entiteit, onder zeggenschap staat van de entiteit, of gezamenlijk met de entiteit onder zeggenschap staat van een derde (waaronder moedermaatschappijen, dochter- en zusterondernemingen);(ii) een belang heeft in de entiteit die de partij een invloed van betekenis geeft over de entiteit; of (iii) gezamenlijke zeggenschap uitoefent over de entiteit; b) de partij een geassocieerde deelneming is van een entiteit (zoals gedefinieerd in IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen);c) de partij een joint venture is waarin de entiteit een deelnemer is (zie IAS 31 Belangen in joint ventures);d) de partij behoort tot de managers die sleutelposities innemen in de entiteit of haar moedermaatschappij;e) de partij een nauwe verwant is van een natuurlijke persoon naar wie onder (a) of (d) wordt verwezen;f) de partij een entiteit is waarover zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis wordt uitgeoefend, of waarvoor belangrijk stemrecht, hetzij op directe of indirecte wijze, in een dergelijke entiteit berust op natuurlijke personen naar wie onder (d) of (e) wordt verwezen;of g) de partij een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding van de entiteit is, of van enige andere entiteit die een verbonden partij is van die entiteit. Volgens dezelfde paragraaf van IAS 24 is een transactie tussen verbonden partijen een overdracht van middelen, dienstverleningen of verplichtingen tussen verbonden partijen, ongeacht of hiervoor een prijs in rekening wordt gebracht.

Deze definiëring geldt onverkort voor de overige passages in de onderhavige commentaar waar het begrip 'verbonden partijen' aan bod komt.

Art. 3 en 4. De artikelen 3 en 4 van het ontwerp zorgen voor de omzetting van artikel 4 van Richtlijn 2006/46/EG wat de wijziging betreft van artikel 1, § 1 van Richtlijn 91/674/EEG van 19 december 1991 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen, teneinde artikel 43, § 1, leden 7bis en 7ter van de Vierde Richtlijn (78/660/EEG) van toepassing te verklaren op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen voor het opstellen van de toelichting bij hun jaarrekening.

De artikelen 3 en 4 van dit ontwerp streven hetzelfde doel na als artikel 2 van het onderhavige ontwerp maar voor de reglementering die van toepassing is op de jaarrekening van de verzekeringsondernemingen (koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van de verzekeringsondernemingen).

Er wordt verwezen naar de commentaar bij artikel 2 die mutatis mutandis van toepassing is op de verzekeringsondernemingen.

Art. 5.Artikel 5 van het voorliggend ontwerp zorgt, voor de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, voor de omzetting van artikel 2, lid 1 van Richtlijn 2006/46/EG wat de invoering betreft van een nieuw artikel 34, lid 7bis in de Zevende Richtlijn (83/349/EEG).

Krachtens artikel 65 van Richtlijn 91/674/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen, dienen de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen conform de Zevende Richtlijn, voor zover Richtlijn 91/674/EEG hier niet van afwijkt. Indien niet in een afwijking is voorzien, dient het nieuwe artikel 34, lid 7bis van de Zevende Richtlijn dan ook te worden omgezet in de geldende reglementering voor de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen voor het opstellen van hun geconsolideerde jaarrekening.

De wijziging die is aangebracht in artikel 21 van het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen en van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen, heeft betrekking op de informatie over de buitenbalansregelingen die verstrekt dient te worden in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening. Er wordt verwezen naar de commentaar bij artikel 2 van het onderhavige ontwerp die mutatis mutandis van toepassing is op dit artikel.

Op te merken valt dat het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten zal worden opgeheven met ingang van 1 januari 2013 ingevolge het koninklijk besluit van 27 september 2009 op de geconsolideerde jaarrekening van de verzekeringsondernemingen en de herverzekeringsondernemingen. Krachtens dit laatste besluit dienen de ondernemingen uit deze sector, in navolging van de financiële instellingen, hun geconsolideerde jaarrekening met ingang van 1 januari 2012 op te stellen conform de internationale standaarden voor jaarrekeningen.

Art. 6.Artikel 6 van het voorliggend ontwerpbesluit zorgt voor de omzetting, voor de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2006/46/EG, wat de invoering betreft van een nieuw artikel 34, lid 7ter in de Zevende Richtlijn (83/349/EEG), alsook van artikel 2, lid 4 van Richtlijn 2006/46/EG. Krachtens artikel 65 van Richtlijn 91/674/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen, dienen de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen conform de Zevende Richtlijn, voor zover Richtlijn 91/674/EEG hier niet van afwijkt. Indien niet in een afwijking is voorzien, dient het nieuwe artikel 34, lid 7ter van de Zevende Richtlijn dan ook te worden omgezet in de geldende reglementering voor de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen voor het opstellen van hun geconsolideerde jaarrekening.

Het nieuwe artikel 23bis dat is ingevoegd in het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen en van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen, heeft betrekking op de informatie over de transacties van enige betekenis die zijn aangegaan met verbonden partijen, en die verstrekt dient te worden in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening. Er wordt verwezen naar de commentaar bij artikel 2 van het onderhavige ontwerp die mutatis mutandis van toepassing is op dit artikel.

Art. 7.Artikel 7 bepaalt dat het onderhavige besluit uitwerking heeft voor de lopende boekjaren op het ogenblik dat het in werking treedt.

De inwerkingtreding van het onderhavige besluit is door artikel 8 vastgesteld op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, om conform te zijn met Richtlijn 2006/46/EG. Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer respectvolle en trouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Justitie, S. DE CLERCK

ADVIES 49.187/1 VAN 10 FEBRUARI 2011 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, eerste kamer, op 18 januari 2011 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « op de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen, de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging en de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen », heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Strekking en rechtsgrond van het ontwerp Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot het wijzigen van diverse koninklijke besluiten met het oog op de omzetting in het interne recht van sommige bepalingen van Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen.

Meer in het bijzonder strekt de ontworpen regeling tot omzetting van de artikelen 1, 6), 2, 1) en 4), en 4 van de voornoemde Richtlijn 2006/46/EG, wat de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen, de beheersvennootschappen van instellingen voor collectieve belegging en de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen betreft.

De ontworpen wijzigingen vinden rechtsgrond in de diverse wetsbepalingen waaraan wordt gerefereerd in de eerste vijf leden van de aanhef van het ontwerp.

Onderzoek van de tekst Opschrift Het ontwerp bestaat overwegend uit wijzigingsbepalingen. Hiermee rekening houdend kan voor het opschrift de volgende redactie worden overwogen : « Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde ondernemingen ».

Aanhef 1. Men vulle het eerste lid van de aanhef van het ontwerp aan als volgt : « , vervangen bij de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten en gewijzigd bij de wet van 26 april 2010;». 2. Aan het einde van het tweede lid van de aanhef schrijve men « en 80, gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007003293 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, en van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles sluiten;». 3. Aan het einde van het vierde lid van de aanhef schrijve men « , artikel 185, derde en vierde lid, gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007003293 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, en van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles sluiten, en de artikelen 203, § 1, en 204, § 1, gewijzigd bij de wet van 16 juni 2006;». 4. Het is vanuit legistiek oogpunt gebruikelijk om de adviezen waarnaar in de aanhef wordt verwezen, in chronologische volgorde te vermelden, te beginnen met het oudste advies.De aanhef van het ontwerp dient met dit wetgevingstechnisch voorschrift in overeenstemming te worden gebracht. Daarbij moet er mee rekening worden gehouden dat de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven over de ontworpen regeling heeft geadviseerd op 24 maart 2010 en niet op 8 maart 2010, zoals verkeerdelijk wordt vermeld in de aanhef.

Artikel 1 Men late de Nederlandse tekst van artikel 1 van het ontwerp aanvangen als volgt : « Dit besluit voorziet in de omzetting van de artikelen... » .

Artikel 2 1. In het opschrift van hoofdstuk I dat aan artikel 2 van het ontwerp voorafgaat, dient in de Nederlandse tekst melding te worden gemaakt van de correcte datum van het te wijzigen koninklijk besluit, zijnde 23 september 1992.2. Onder artikel 2, 2°, van het ontwerp, wordt in de Nederlandse tekst van het lid dat aanvangt met de woorden « De voormelde informatiegegevens » melding gemaakt van « individuele transacties ». De overeenstemmende Franse tekst heeft het over « différentes transactions ». De Nederlandse en de Franse tekst dienen op dat punt beter op elkaar te worden afgestemd.

Artikel 4 1. In de inleidende zin van artikel 4 van het ontwerp dient te worden geschreven « , wordt een staat nr.24 ingevoegd, met als opschrift ».

Het opschrift dat in de betrokken zin wordt vermeld, moet uiteraard identiek zijn aan datgene dat aan de betrokken staat voorafgaat. Dat is nu niet het geval in de Franse tekst. 2. In het tweede lid van de ontworpen staat nr.24 worden de woorden « over de individuele transacties », in de Nederlandse tekst, niet weergegeven in de Franse tekst. Deze discordantie moet worden verholpen.

Dezelfde opmerking geldt ten aanzien van het ontworpen artikel 23bis, derde lid, van het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten, waarvan artikel 6 van het ontwerp de wijziging beoogt.

Artikel 6 1. Ter wille van de leesbaarheid van het ontworpen artikel 23bis, tweede lid, van het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten schrijve men « , de aard van de relatie met de verbonden partijen, en alle andere informatie over... » .

In hetzelfde lid stemmen de woorden « de financiële positie van de onderneming », aan het einde van de Nederlandse tekst, niet overeen met de woorden « la situation financière des entreprises incluses dans le périmètre de consolidation », in de Franse tekst. Ook deze discordantie moet worden weggewerkt. 2. Naar analogie van de Franse tekst (1) late men het ontworpen artikel 23bis, vijfde lid, van het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten in de Nederlandse versie aanvangen als volgt : « Voor de toepassing van deze bepaling wordt... ».

Artikel 8 Luidens artikel 8 treedt de ontworpen regeling in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Tenzij er een specifieke reden bestaat om af te wijken van de gangbare termijn van inwerkingtreding bepaald door artikel 6, eerste lid, van de wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen, dient in beginsel te worden afgezien van de onmiddellijke inwerkingtreding teneinde elkeen een redelijke termijn te geven om kennis te nemen van de nieuwe regels. Is er geen dergelijke specifieke reden, dan dient artikel 8 uit het ontwerp te worden gelicht. (1) De redactie van het ontworpen artikel 23bis, vijfde lid, van het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten, verschilt zowel in de Nederlandse als in de Franse tekst van gelijkaardige bepalingen die voorkomen onder de wijzigingsbepalingen van de artikelen 2 en 4 van het ontwerp (« Onder 'verbonden partij' wordt hetzelfde verstaan als in... » ).

De kamer was samengesteld uit : De heren : M. Van Damme, kamervoorzitter;

J. Baert en W. Van Vaerenbergh, staatsraden;

M. Tison en L. Denys, assessoren van de afdeling Wetgeving;

Mevr. M. Verschraeghen, toegevoegd griffier.

Het verslag werd uitgebracht dor de heer P. Depuydt, eerste auditeur-afdelingshoofd. (..) De griffier, M. Verschraeghen.

De voorzitter, M. Van Damme.

13 MAART 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde ondernemingen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, artikel 96, § 1, vervangen bij de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten en gewijzigd bij de wet van 26 april 2010;

Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de artikelen 44, vierde lid, 72 en 80, gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007003293 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, en van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles sluiten;

Gelet op de wet van 6 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/1995 pub. 29/05/2012 numac 2012000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de artikelen 91, derde lid, 110 en 111;

Gelet op de wet van 20 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2004 pub. 09/03/2005 numac 2005003063 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles sluiten betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, de artikelen 185, derde en vierde lid, gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007003293 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, en van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles sluiten, en de artikelen 203, § 1 en 204, § 1, gewijzigd bij de wet van 16 juni 2006;

Gelet op het Wetboek van vennootschappen, artikel 123, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van de verzekeringsondernemingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen en van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België, gegeven op 4 maart 2010.;

Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, gegeven op 10 maart 2010;

Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gegeven op 24 maart 2010;

Gelet op het advies van de Commissie voor de Verzekeringen, gegeven op 22 april 2010 aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 mei 2010.;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 6 juli 2010;

Gelet op advies 49.187/1 van de Raad van State, gegeven op 10 februari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de raadpleging van de beroepsverenigingen;

Op de voordracht van de Vice-Eerste minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen, en van de Minister van Justitie, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van de artikelen 1, lid 6, 2, leden 1 en 4, en 4 van Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen. HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging

Art. 2.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, worden in rubriek XXVIII van hoofdstuk I, afdeling III de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden « , behalve voor de punten D en E, » ingevoegd tussen de woorden « rechten en verplichtingen die » en de woorden « niet in voormelde afdeling noch in de posten buiten-balanstelling worden bedoeld »;2° de rubriek XXVIII wordt aangevuld met vijf leden, luidende : « D.de aard en het zakelijke doel van de regelingen die niet in de balans zijn opgenomen, alsook de financiële gevolgen ervan, mits de risico's of voordelen die uit dergelijke regelingen voortvloeien van enige betekenis zijn en voor zover de openbaarmaking van deze risico's of voordelen noodzakelijk is voor de beoordeling van de financiële positie van de instelling;

E. de transacties die de instelling met verbonden partijen is aangegaan, met opgave van het bedrag van deze transacties, de aard van de relatie met de verbonden partij, alsook alle andere informatie over de transacties die nodig is om een beter inzicht te krijgen in de financiële positie van de instelling indien het om transacties van enige betekenis gaat die niet werden verricht onder de normale marktvoorwaarden.

De voormelde informatiegegevens over de verschillende transacties kunnen overeenkomstig hun aard worden samengevoegd, behalve wanneer gescheiden informatie nodig is om inzicht te krijgen in de gevolgen van de transacties met verbonden partijen voor de financiële positie van de instelling.

Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder 'verbonden partij' hetzelfde verstaan als in de internationale standaarden voor jaarrekeningen die zijn goedgekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002.

De voormelde informatie hoeft niet te worden verstrekt voor de transacties die zijn aangegaan tussen twee of meer leden van een groep, mits de dochterondernemingen die partij zijn bij de transactie, geheel eigendom zijn van een dergelijk lid. » HOOFDSTUK II Wijziging van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van de verzekeringsondernemingen

Art. 3.In staat nr. 17 « Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen » van afdeling III van hoofdstuk I van de bijlage bij het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van de verzekeringsondernemingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de naam van de post « G.Overige (nader te bepalen) » (code 8.17.06) wordt vervangen door de naam « H. Overige (nader te bepalen) » (code 8.17.07); 2° er wordt een nieuwe post G (code 8.17.06) ingevoegd, luidende : « G. Aard en zakelijk doel van de regelingen die niet in de balans zijn opgenomen, financiële gevolgen ervan, mits de risico's of voordelen die uit dergelijke regelingen voortvloeien van enige betekenis zijn en voor zover de bekendmaking van deze risico's of voordelen noodzakelijk is voor de beoordeling van de financiële positie van de onderneming. »

Art. 4.In de bijlage bij hetzelfde besluit, hoofdstuk I, afdeling III, wordt een staat nr. 24 ingevoegd, met als opschrift « Nr. 24.

Transacties door de onderneming aangegaan met verbonden partijen, onder andere voorwaarden dan de marktvoorwaarden », luidende :

« N° 24. Transactions effectuées par l'entreprise avec des parties liées à des conditions autres que celles du marché

L'entreprise mentionne les transactions effectuées avec des parties liées, y compris le montant de ces transactions, la nature de la relation avec la partie liée ainsi que toute autre information sur les transactions qui serait nécessaire à l'appréciation de la situation financière de l'entreprise, lorsque ces transactions présentent une importance significative et n'ont pas été conclues aux conditions normales du marché.

Les informations précitées peuvent être agrégées en fonction de leur nature sauf lorsque des informations distinctes sont nécessaires pour comprendre les effets des transactions avec des parties liées sur la situation financière de l'entreprise.

Cette information n'est pas requise pour les transactions qui ont lieu entre deux ou plusieurs membres d'un groupe, à condition que les filiales qui sont parties à la transaction soient détenues en totalité par un tel membre.

Les termes « parties liées » ont le même sens que dans les normes comptables internationales adoptées conformément au Règlement (CE) n° 1606/2002. ».

« Nr. 24. Transacties door de onderneming aangegaan met verbonden partijen, onder andere voorwaarden dan de marktvoorwaarden

De onderneming vermeldt de transacties die zij met verbonden partijen is aangegaan, met opgave van het bedrag van deze transacties, de aard van de relatie met de verbonden partij, alsook alle andere informatie over de transacties die nodig is om een beter inzicht te krijgen in de financiële positie van de onderneming indien het om transacties van enige betekenis gaat die niet werden verricht onder de normale marktvoorwaarden.

De voormelde informatiegegevens kunnen overeenkomstig hun aard worden samengevoegd, behalve wanneer gescheiden informatie nodig is om inzicht te krijgen in de gevolgen van de transacties met verbonden partijen voor de financiële positie van de onderneming.

De voormelde informatie hoeft niet te worden verstrekt voor de transacties die zijn aangegaan tussen twee of meer leden van een groep, mits de dochterondernemingen die partij zijn bij de transactie, geheel eigendom zijn van een dergelijk lid.

Onder 'verbonden partij' wordt hetzelfde verstaan als in de internationale standaarden voor jaarrekeningen die zijn goedgekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002. »


HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen en van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen

Art. 5.In artikel 21 van het koninklijk besluit van 13 februari 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1996 pub. 16/09/1998 numac 1996012026 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde mannelijke werklieden indien zij worden ontslagen sluiten betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen en van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen, wordt de staat die conform deze bepaling openbaargemaakt dient te worden, aangevuld met een lid, luidende : « D. De aard en het zakelijke doel van de regelingen die niet in de balans zijn opgenomen, alsook de financiële gevolgen ervan, mits de risico's of voordelen die uit dergelijke regelingen voortvloeien van enige betekenis zijn en voor zover de bekendmaking van deze risico's of voordelen noodzakelijk is voor de beoordeling van de financiële positie van de onderneming. »

Art. 6.In ditzelfde besluit wordt een artikel 23bis ingevoegd, luidende : «

Art. 23bis.In de toelichting bij hun geconsolideerde jaarrekening die is opgemaakt conform het onderhavige besluit, vermelden de ondernemingen de transacties die zij zijn aangegaan met verbonden partijen, of die zijn uitgevoerd door enige andere vennootschap die is opgenomen in de consolidatiekring, indien het om transacties van enige betekenis gaat die niet werden verricht onder de normale marktvoorwaarden.

In deze staat worden de betrokken transacties vermeld, alsook het bedrag van elke transactie, de aard van de relatie met de verbonden partijen, en alle andere informatie over de transacties die nodig is om een beter inzicht te krijgen in de financiële positie van de onderneming.

De voormelde informatiegegevens kunnen overeenkomstig hun aard worden samengevoegd, behalve wanneer gescheiden informatie nodig is om inzicht te krijgen in de gevolgen van de transacties met verbonden partijen voor de financiële positie van de onderneming.

Deze informatie hoeft niet te worden verstrekt voor de transacties die zijn aangegaan tussen twee of meer leden van een groep, mits de dochterondernemingen die partij zijn bij de transactie, geheel eigendom zijn van een dergelijk lid.

Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder 'verbonden partij' hetzelfde verstaan als in de internationale standaarden voor jaarrekeningen die zijn goedgekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002. »

Art. 7.Dit besluit is van toepassing op de lopende boekjaren op het ogenblik van zijn inwerkingtreding.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 9.De Minister bevoegd voor Financiën en de Minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Justitie, S. DE CLERCK

^