Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 2021
gepubliceerd op 25 juni 2021

Koninklijk besluit betreffende het telewerk voor personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2021041955
pub.
25/06/2021
prom.
13/06/2021
ELI
eli/besluit/2021/06/13/2021041955/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JUNI 2021. - Koninklijk besluit betreffende het telewerk voor personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 354, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 10 mei 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2021 pub. 17/05/2021 numac 2021041369 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende dringende bepalingen tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en tot regeling van de telewerkvergoeding van het gerechtspersoneel in het kader van de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19 sluiten;

Gelet op de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, artikelen 2 en 11;

Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikelen 4 en 33;

Gelet op de wet van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2007 pub. 11/06/2007 numac 2007009508 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken type wet prom. 25/04/2007 pub. 02/07/2007 numac 2007009645 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van de griffiers van de rechterlijke orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken, artikelen 3 en 7;

Gelet op de Europese raamovereenkomst over telewerk van 16 juli 2002;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 september 2020 en op 12 november 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 20 november 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 8 december 2020;

Gelet op het protocol nr. 497 houdende de besluiten van de onderhandelingen van Sectorcomité III- Justitie, gesloten op 16 december 2020;

Gelet op het protocol nr. 64 houdende de besluiten van de onderhandeling in het onderhandelingscomité voor de griffiers, referendarissen en parketjuristen van de rechterlijke orde, gesloten op 16 december 2020;

Gelet op het advies 68.717/1 van de Raad van State, gegeven op 19 februari 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° telewerk: een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarin, met gebruikmaking van informatietechnologie, werkzaamheden die ook op de werkvloer van de dienst zouden kunnen worden uitgevoerd, op regelmatige basis of op incidentele basis buiten die werkvloer worden uitgevoerd;2° dienst: een hof, een rechtbank, een griffie, een parketsecretariaat of een steundienst zoals bedoeld in Deel II, Boek I, Titel III en Titel IV en de dienst bedoeld in artikel 136 van het Gerechtelijk Wetboek, alsook het Centraal Orgaan voor de Inbeslagname en Verbeurdverklaring;3° personeelslid: contractueel of benoemd personeelslid van de rechterlijke orde bedoeld in het Deel II, Boek I, titel III, van het Gerechtelijk Wetboek en de attaché in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie bedoeld in artikel 260 van hetzelfde Wetboek;4° telewerker: elk personeelslid dat telewerk verricht zoals is gedefinieerd onder 1° ;5° hiërarchische meerdere: de magistraat of het vastbenoemd personeelslid die de verantwoordelijkheid over een dienst of over een team heeft en die dientengevolge rechtstreeks gezag uitoefent over de personeelsleden van die dienst of van dat team;6° functionele chef: de magistraat die of het vastbenoemd of contractueel personeelslid dat, onder de verantwoordelijkheid van de hiërarchische meerdere van een personeelslid, een rechtstreekse gezagsrelatie heeft ten aanzien van laatstgenoemde bij het dagelijks uitoefenen van zijn ambt;7° de werkgever: de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister bevoegd voor Justitie of zijn afgevaardigde.

Art. 3.§ 1. Er kan telewerk verricht worden in elke dienst van de rechterlijke orde. § 2. De beslissing om aan een personeelslid effectief telewerk toe te kennen wordt genomen door de hiërarchische meerdere of de functionele chef.

Art. 4.Het telewerk kan worden verricht in de woning van de telewerker of in elke andere door hem gekozen plaats.

Het telewerk geeft geen recht op een verblijfsvergoeding, dit ongeacht de plaats waar het wordt uitgeoefend.

Art. 5.§ 1. Het telewerk gebeurt op vrijwillige basis zowel voor het betrokken personeelslid als voor de betrokken dienst.

Het organiseren van telewerk in een dienst creëert geen enkele verplichting om aan alle personeelsleden van deze dienst toe te laten hiervan gebruik te maken.

Evenzeer creëert het feit dat het telewerk zou veralgemeend worden in een dienst, voor het personeelslid geen enkele verplichting om hiervan gebruik te maken. § 2. Geen enkele toelage of premie mag verbonden worden aan telewerk.

Geen enkele verhoging of vermindering van de arbeidsduur mag eraan verbonden worden.

Voor de telewerker gelden dezelfde werkbelasting en prestatienormen als voor vergelijkbare personeelsleden welke werken op de werkvloer van de dienst. § 3. De telewerkers hebben dezelfde rechten op opleiding en op mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling als vergelijkbare personeelsleden die werken op de werkvloer van de dienst en worden onderworpen aan dezelfde evaluaties. § 4. Telewerk mag, over een periode van een burgerlijk jaar, niet meer dan drie vijfden van de arbeidsregeling die op de telewerker van toepassing is, beslaan. § 5. Door middel van een vooropzeg waarvan de duur is vastgesteld in de overeenkomst bedoeld in artikel 9, mogen zowel het personeelslid als de werkgever een einde stellen aan het telewerk.

De vooropzeg gegeven door de telewerker mag de duur van een maand niet overschrijden.

De beëindiging van het telewerk op initiatief van de hiërarchische meerdere of de functionele chef kan geschieden als het personeelslid een fout begaat waarbij het vertrouwen in de telewerker verloren gaat of als de afspraken vastgelegd in de schriftelijke overeenkomst niet gerespecteerd worden. De hiërarchische meerdere of de functionele chef motiveert zijn beslissing en stelt het personeelslid in kennis van de beëindiging.

Er wordt automatisch een einde gesteld aan het telewerk wanneer het personeelslid muteert of bevorderd wordt.

Art. 6.§ 1. Gedurende het telewerk, behoudt de telewerker dezelfde rechten en plichten als gedurende de uren verricht in de lokalen van de dienst. § 2. De verlofregeling en de bepalingen inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten blijven volledig op hem van toepassing.

In geval van ziekte, is de telewerker ertoe gehouden de hiërarchische meerdere of de functionele chef te verwittigen overeenkomstig de modaliteiten voorzien voor de andere personeelsleden.

Bij arbeidsongeval is de telewerker ertoe gehouden zo vlug mogelijk, via zijn hiërarchische meerdere, de Federale Overheidsdienst Justitie te verwittigen en hem alle gegevens te bezorgen die nuttig zijn voor de kwalificatie van het ongeval als arbeidsongeval. 3. De telewerker zorgt voor de organisatie van zijn werk rekening houdend met de wet van 14 december 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2000 pub. 05/01/2001 numac 2000002134 bron ministerie van ambtenarenzaken Wet tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in openbare sector sluiten tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector en met de overeenkomst bedoeld in artikel 9.4. De hiërarchische meerdere of de functionele chef neemt de nodige maatregelen zodat de telewerker toegang heeft tot informatie betreffende de dienst.

Art. 7.De Federale Overheidsdienst Justitie informeert de telewerker omtrent de beschermings- en preventiemaatregelen die van kracht zijn inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek, in het bijzonder de eisen inzake beeldschermapparatuur.

De telewerker past die maatregelen toe.

De bevoegde interne preventiediensten hebben toegang tot de werkplek van de telewerker om te kunnen controleren of de geldende voorschriften inzake veiligheid en gezondheid op correcte wijze worden toegepast. Indien het telewerk wordt verricht in een bewoond lokaal, moet dit bezoek op voorhand worden aangekondigd en moet de telewerker ermee hebben ingestemd.

De telewerker kan een inspectiebezoek van diezelfde diensten aanvragen.

Art. 8.De telewerkers hebben dezelfde rechten als de personeelsleden die in de lokalen van de dienst tewerkgesteld zijn inzake de vakbondsvertegenwoordiging en deelneming aan het vakbondsleven alsook inzake de sociale dienst.

In het geval de minister bevoegd voor Justitie algemene uitvoeringsmodaliteiten, die dit besluit aanvullen, aanneemt, worden deze in het Sectorcomité III - Justitie en het onderhandelingscomité voor de griffiers, referendarissen en parketjuristen van de rechterlijke orde onderhandeld.

De invoering van telewerk in een dienst en de modaliteiten die van toepassing zijn binnen de dienst maken het voorwerp uit van een voorafgaand overleg in het bevoegd basisoverlegcomité.

Art. 9.§ 1. Vóór elke invoering van telewerk, wordt een schriftelijke overeenkomst opgesteld in onderling akkoord door de telewerker en de werkgever.

Voor de personeelsleden in dienst genomen in het kader van een arbeidsovereenkomst, maakt de in het eerste lid bedoelde overeenkomst het voorwerp uit van een bijlage bij zijn arbeidsovereenkomst.

Voor de benoemde personeelsleden, maakt de in het eerste lid bedoelde overeenkomst het voorwerp uit van een unilaterale beslissing van de minister bevoegd voor Justitie of zijn gemachtigde. § 2. In het geval van regelmatig telewerk, vermeldt de in paragraaf 1 bedoelde overeenkomst ten minste het volgende : 1° de plaats waar het telewerk wordt uitgevoerd;2° de dagen gedurende dewelke men het telewerk uitvoert en de dagen van aanwezigheid in de lokalen van de dienst;3° de ogenblikken waarop of de periodes tijdens dewelke de telewerker bereikbaar moet zijn en via welke middelen;4° de manier waarop de hiërarchische meerdere of de functionele chef aan de telewerker de te verwezenlijken taken onder vorm van telewerk opgeeft, alsook de methode waarmee het werk, geleverd door de telewerker, gemeten wordt;5° de ogenblikken waarop de telewerker een beroep kan doen op technische ondersteuning;6° de nadere regels volgens welke de onkosten en kosten vergoed worden;7° de duur;8° de voorwaarden en nadere regels voor de schorsing en het afbreken. § 3. In het geval van incidenteel telewerk, zijn de bepalingen bedoeld in paragraaf 2 van toepassing, met uitzondering van deze vermeld onder 2°.

De vermelding van de dagen waarop het telewerk wordt verricht, kan gebeuren door uitwisseling van elektronische zendingen.

Deze dient ten laatste voor het begin van de werkdag te gebeuren, en dient het schriftelijk voorafgaand akkoord van de hiërarchische meerdere of functionele chef verkregen te hebben.

Art. 10.De Federale Overheidsdienst Justitie is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen, het installeren en het onderhouden van de voor telewerk benodigde apparatuur.

Art. 11.De telewerker gaat zorgvuldig om met de hen ter beschikking gestelde apparatuur.

De telewerker verzamelt of verspreidt via internet geen gegevens die geen verband vertonen met de arbeid. Hij gebruikt het ter zijn beschikking gesteld materiaal niet voor private doelstellingen.

Art. 12.De Federale Overheidsdienst Justitie stelt de telewerker behoorlijke faciliteiten beschikbaar inzake technische ondersteuning.

Art. 13.De kosten die voortvloeien uit verlies of beschadiging van de door de telewerker gebruikte apparatuur en gegevens in het kader van het telewerk, zijn voor rekening van de Federale Overheidsdienst Justitie, behalve bij bedrog of zware schuld van de telewerker.

In geval van beschadiging door derden of van diefstal, verschaft de telewerker aan de Federale Overheidsdienst Justitie de informatie waarover hij beschikt en die van aard is om de overheid waaronder hij ressorteert toe te laten het herstel van de geleden schade te bekomen.

Art. 14.De telewerker brengt onmiddellijk de hiërarchische meerdere of de functionele chef op de hoogte van een defect aan de door hem gebruikte apparatuur of van een geval van overmacht waardoor hij zijn werk niet kan verrichten.

Er kan worden voorzien in specifieke regels zoals vervangende taken of een tijdelijke terugkeer naar de werkvloer van de dienst.

Art. 15.De Federale Overheidsdienst Justitie neemt maatregelen, in het bijzonder ten aanzien van de software, zodat de bescherming van de gegevens die door de telewerker voor professionele doeleinden worden gebruikt en verwerkt, gewaarborgd is.

De Federale Overheidsdienst Justitie informeert de telewerker omtrent de wetgeving en de in de instelling geldende regels inzake de bescherming van gegevens. De telewerker moet die wetgeving en regels naleven.

De Federale Overheidsdienst Justitie informeert de telewerker omtrent de beperkingen ten aanzien van het gebruik van IT-apparatuur of -faciliteiten en de sancties ingeval hij zich niet aan die beperkingen houdt.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE

^