gepubliceerd op 28 juni 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst-, en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen vanaf 56 jaar
12 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst-, en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen vanaf 56 jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst-, en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen vanaf 56 jaar.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 mei 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst-, en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 Sectoraal brugpensioen vanaf 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67714/CO/130) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst-, en dagbladbedrijf en op de werknemers en werkneemsters, hierna "werknemers" genoemd, tewerkgesteld in deze ondernemingen, met uitsluiting van de werkgevers en/of de werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Belgische dagbladen, afgesloten op 25 oktober 1995 in het voornoemd paritair comité (koninklijk besluit van 25 juni 1997). HOOFDSTUK II. - Sectoraal brugpensioen
Art. 2.In uitvoering van artikel 110 van de wet van 26 maart 1999 (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999), kunnen ontslagen werknemers die in de loop van de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004 de leeftijd van 56 jaar bereiken, in aanmerking komen voor het conventioneel brugpensioen indien zij op het einde van hun arbeidsovereenkomst kunnen aantonen dat ze minstens 33 jaar als loontrekkende hebben gewerkt en indien ze kunnen aantonen dat ze minstens 20 jaar in een arbeidsstelsel met nachtploegen hebben gewerkt, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 (koninklijk besluit van 10 mei 1990, Belgisch Staatsblad van 13 juni 1990).
Art. 3.De maandelijkse aanvullende vergoeding, betaald door de onderneming aan de bruggepensioneerde, is gelijk aan de vergoeding voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, afgesloten op 19 december 1974 en algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975).
Art. 4.Inzake de vervanging van bruggepensioneerden zijn enkel van toepassing de wettelijke bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992).
Wanneer een werknemer van ouder dan 50 jaar gekozen heeft voor een regime van tijdskrediet met vermindering van de arbeidsprestaties zoals voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, tot de brugpensioenleeftijd, zal de brugpensioenvergoeding die door de werkgever wordt uitgekeerd berekend worden op basis van een voltijdse tewerkstelling zoals voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. Het "Febelgra Fonds" betaalt aan de werkgever de vergoeding en de bijdragen terug op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE