gepubliceerd op 03 maart 2016
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de functieclassificatie en de arbeidsvoorwaarden
12 JULI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de functieclassificatie en de arbeidsvoorwaarden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de functieclassificatie en de arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juli 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Vertaling Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2014 Functieclassificatie en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 24 november 2014 onder het nummer 124321/CO/102.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.
Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders verstaan.
Zij heeft tot doel de bestaande sectorale functieclassificatie te actualiseren en zij mag geen afbreuk doen aan de gunstiger ondernemingsovereenkomsten die reeds werden gesloten, noch aan de voordeliger loonregelingen die daadwerkelijk worden toegepast.
Zij heeft tot doel de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst te coördineren en aan te passen en zij mag geen afbreuk doen aan de gunstiger ondernemingsovereenkomsten die reeds werden gesloten, noch aan de voordeliger loonregelingen die daadwerkelijk worden toegepast.
Art. 2.Classificatie :
Uitgeoefende functie
Categorie
Artikel
Dienst
Frezer
1
7
Mechanisch houwen
Hulparbeider zwaar werk
5
Helper in het magazijn
5
Assistent ontginner
5
Beginnend arbeider
5
Bestuurder auto-elevator < 10 ton
5
Bestuurder laadmachine op rubberbanden < 35 ton
5
Bestuurder auto-elevator >10 ton
5
Bestuurder laadmachine op rubberbanden > = 35 ton
5
Bestuurder laadschop, graafmachine of hydraulische kraan
5
Vrachtwagenbestuurder < 20 ton
7
Kliefmachinist
7
Kraanbestuurder
7
2de legger van kettingen
7
Kraanmachinist
7
Machineoperator zaaglijn (niet steenzager)
7
Machineoperator polijstlijn
7
Machineoperator afwerking bouchardage en branden
7
1e legger van kettingen
9
Moeleerder
7
Mechanisch houwen
Steenzager
7
Mechanisch houwen
Steenzager moeleerder
7
Mechanisch houwen
Boorder
5
Breekmolen
Springstaafsteker
5
Breekmolen
Bediener diamantbladzaag
12
Magazijnier
14
Kanthouwer van blokken
20
Smeerder
7
2e technicus
7
Onderhoudsatelier
2e elektricien
7
Onderhoudsatelier
2e elektrotechnicus
7
Bestuurder vrachtwagens > 20 ton
20
Machineoperator/afsteller zaaglijn
7
Steenhouwer
21
6
Steenhouwer + steenopvuller
21
6
Machineoperator hefboomzaag
21
6
Machineoperator hydraulische boor
21
6
Machineoperator draadzaag
21
6
(schaal idem haveur)
Steenklover in de laag
4
1e elektricien
7
Onderhoudsatelier
Lasser
7
Onderhoudsatelier
Ontginner
9
1ste technicus
7
1e elekrotechnicus
7
(schaal idem 1e technicus)
Bediener breekmolen
5
Brigadier : effectief betaald loon voor de uitgeoefende functie, vermeerderd met een minimum bedrag van 0,5552 EUR in een arbeidstijdregeling van 39 uur/week, geïndexeerd en inbegrepen in het loon van de uitgeoefende functie van brigadier.
Art. 3.Uurlonen in de verschillende arbeidstijdregelingen De lonen met het indexcijfer 100,13 worden op 1 september 20013 vastgesteld als volgt :
Categorieën
Regeling van 40 u/week
Productiepremie inbegrepen
Regeling van 39 u/week
Productiepremie inbegrepen
Regeling van 38 u/week
Productiepremie inbegrepen
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
1e
12,4868
-
12,8070
-
13,1441
-
2e
12,5805
-
12,9031
-
13,2426
3e
12,6056
-
12,9288
13,2588
4e
12,6220
12,7150
12,9456
13,0410
13,2863
13,3842
5e
12,6597
12,7372
12,9844
13,0637
13,3259
13,4074
6e
12,7130
13,2085
13,0390
13,5472
13,3821
13,9037
7e
12,7335
12,8082
13,0600
13,1366
13,4036
13,4824
8e
12,7623
-
13,0998
-
13,4339
9e
12,8010
12,8765
13,1293
13,2068
13,4748
13,5544
10e
12,8270
-
13,1663
13,5022
-
11e
12,8582
13,1879
-
13,5350
12e
12,8734
-
13,2035
-
13,5509
13e
12,8899
-
13,2203
-
13,5682
14e
12,9321
-
13,2636
-
13,6126
15e
12,9329
-
13,2645
-
13,6136
16e
12,9484
-
13,2804
-
13,6300
17e
12,9858
-
13,3189
-
13,6693
18e
13,0036
-
13,3369
-
13,6880
19e
13,0201
-
13,3540
-
13,7055
20e
13,0572
-
13,3921
-
13,7444
-
21e
13,3170
-
13,6584
-
14,0178
22e
13,7597
-
14,1125
-
14,4840
-
23e
13,9256
-
14,2826
-
14,6585
-
N.B. : bij e bovenvermelde lonen is het gebruik van de werktuigen inbegrepen (steenklovers in de laag, kanthouwers van blokken).
Art. 4.Op 1 september 2013, is de opleidingsloonschaal voor steenklovers in de laag de volgende :
In de regeling van 40 u./week
In de regeling van 39 u./week
In de regeling van 38 u./week
EUR
EUR
EUR
Aanvang (kanthouwers van blokken)
13,3329
13,6746
14,0345
Steenklover 3 maanden
13,4410
13,7855
14,1484
Steenklover 6 maanden
13,5490
13,8964
14,2622
Steenklover 9 maanden
13,6572
14,0074
14,3760
Steenklover 12 maanden
13,7818
14,1351
14,5070
In de "Carrières du Hainaut" moeten de vier trimestriële verhogingen met 0,02479 EUR worden verhoogd.
Art. 5.Op 1 september 2013, worden de hieronder vermelde categorieën tegen de volgende minimumlonen betaald :
In de regeling van 40 u./week
In de regeling van 39 u./week
In de regeling van 38 u./week
EUR
EUR
EUR
van
tot
van
tot
van
tot
Bestuurder auto-elevator < 10 ton
12,7307
-
13,0570
-
13,4008
-
Bestuurder auto-elevator > = 10 ton
13,1357
-
13,4725
-
13,8269
-
Bestuurder laadschop, graafmachine, hydraulische kraan
12,7307
13,2706
13,0570
13,6108
13,4008
13,9688
Bestuurder laadmachine op rubberbanden < 35 ton
12,7307
-
13,0570
-
13,4008
-
Bestuurder laadmachine op rubberbanden >= 35 ton
13,2706
-
13,6108
-
13,9688
-
Personeel dat werkt aan de breekmolen :
In de regeling van 40 u/week
In de regeling van 39 u/week
In de regeling van 38 u/week
EUR
EUR
EUR
van
tot
van
tot
van
tot
Bestuurder vrachtwagens < 20 ton
13,1636
-
13,5008
-
13,8562
-
Bestuurder vrachtwagens 20 ton en meer
13,4378
-
13,7825
-
14,1451
-
Bediener breekmolen
13,5301
13,7144
13,8771
14,0659
14,2421
14,4359
Boorder - springstaafsteker
12,8235
13,3355
13,1522
13,6774
13,4982
14,0371
Art. 6.De steenopvullers hebben geen vast loon; zij ontvangen een bijslag bij hun loon als steenhouwer op het ogenblik waarop zij steenopvullers worden, hetzij :
In de regeling van 40 u./week
In de regeling van 39 u./week
In de regeling van 38 u./week
EUR
EUR
EUR
0,0933
0,0962
0,0984
Art. 7.Op 1 september 2013 zijn de lonen van de werknemers van het onderhoudsatelier en van het atelier voor het mechanisch kappen de volgende : a) Onderhoudsatelier
In de regeling van 40 u./week
In de regeling van 39 u./week
In de regeling van 38 u./week
EUR
EUR
EUR
Lasser
13,3847
13,7278
14,4552
1e elektricien
13,3847
13,7278
14,0892
2e elektricien
13,1954
13,5337
13,8897
1e paswerker technicus
13,4584
13,8035
14,1667
1e elektrotechnicus
13,4584
13,8035
14,1667
b) Mechanisch houwen
In de regeling van 40 u./week
In de regeling van 39 u./week
In de regeling van 38 u./week
Frezer
Steenhouwer
Frezer
Steenhouwer
Frezer
Steenhouwer
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Aanvang
12,5566
12,8122
12,8784
13,1406
13,2175
13,4894
Na 3 maanden
12,9924
12,9924
13,3253
13,3253
13,6760
13,6760
Na 6 maanden
13,1699
13,4968
13,8518
Na 12 maanden
13,2906
13,1601
13,5250
13,4975
13,9813
13,8528
Na 18 maanden
13,2906
13,6311
13,9898
Elite
13,3223
13,3592
13,6637
13,7014
14,0234
14,0621
(1)
(2)
(1)
(2)
(1)
(2)
Aanvang
12,8068
12,8068
13,1349
13,1349
13,4805
13,4805
Na 3 maanden
13,0771
13,0771
13,4123
13,5297
13,7650
13,8856
Na 12 maanden
13,2372
13,2372
13,5765
13,6556
13,9337
14,0149
Na 18 maanden
13,3592
13,3592
13,7014
13,7895
14,0621
14,1525
Elite
13,4451
13,4451
13,7895
13,8684
14,1525
14,2331
(1) steendraaier, steenhouwer moeleerder
(2) moeleerder
Art.8. Vanaf 1 september 2013 ontvangen de non-stop diamantzagers : a) hetzij een bijslag per uur van : - 0,0554 EUR in de arbeidsregeling van 40 uur/week; - 0,0567 EUR in de arbeidsregeling van 39 uur/week; - 0,0580 EUR in de arbeidsregeling van 38 uur/week; b) hetzij een premie waarvan het bedrag in elke onderneming wordt bepaald.
Art. 9.Op 1 september 2013 ontvangen de werknemers die het brevet van mijnwerker hebben bekomen een loon van : - 13,4120 EUR in de arbeidsregeling van 40 uur/week; - 13,7556 EUR in de arbeidsregeling van 39 uur/week; - 14,1176 EUR in de arbeidsregeling van 38 uur/week. HOOFDSTUK II. - Ploegenpremies - verschoven arbeidstijdregelingen
Art. 10.Onverminderd de wettelijke bepalingen ter zake, worden de ploegenpremies vastgesteld als volgt op 1 september 2013, op index 100,13. De ploegenpremies worden geïndexeerd zoals de lonen (cfr. artikel 12). a) In de regeling van 40 uur/week : - 0,5724 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en de prestaties verricht tussen 14 en 22 uur; - 2,1080 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur. b) In de regeling van 39 uur/week : - 0,5871 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en de prestaties verricht tussen 14 en 22 uur; - 2,1620 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur. c) In de regeling van 38 uur/week : - 0,6026 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en de prestaties verricht tussen 14 en 22 uur; - 2,2189 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur.
Deze bijdragen worden toegekend aan de werknemers die volgens een verplaatste arbeidstijdregeling werken voor zover het tijdsverschil overeenstemt met één van de ploegen die in de onderneming bestaan.
Ingeval de regeling van de ploegenarbeid tijdelijk wordt afgeschaft, zullen de werkgevers pogen de betrokken werknemers te werk te stellen in een categorie die overeenstemt met het vroegere loon, met inbegrip van de bijslag voor ploegenarbeid.
Voor de toepassing van dit artikel in sommige ondernemingen worden de vermeldingen 6 uur, 14 uur en 22 uur respectievelijk vervangen door 5 uur, 13 uur en 21 uur. HOOFDSTUK III. - Premies voor moeilijke werken
Art. 11.a) Werken in een kast of opgehangen boven de afgrond om een muur te schilderen : uurpremie gelijk aan 20 pct. van het basisloon. b) Herstelling van de brug boven de groeve beperkt tot de herstelling van de trolleydraden : - uurpremie van 0,1606 EUR in de arbeidsregeling van 40 uur/week; - uurpremie van 0,1645 EUR in de arbeidsregeling van 39 uur/week; - uurpremie van 0,1688 EUR in de arbeidsregeling van 38 uur/week. c) Aanbrengen van een katrol of plaatsen van een koord in de groef van een katrol die aan de muur van de groeve is bevestigd in een kast boven de groeve : - uurpremie van 0,4170 EUR in de arbeidsregeling van 40 uur/week; - uurpremie van 0,4278 EUR in de arbeidsregeling van 39 uur/week; - uurpremie van 0,4380 EUR in de arbeidsregeling van 38 uur/week. d) Werken op een mast tijdens de winter, beperkt tot het werk dat wordt verricht wanneer de arbeid in de groeve wordt stopgezet wegens slecht weer : premie van 0,07 EUR per uur. De premies die reeds werden toegekend en die gunstiger zijn dan die waarin hierboven is voorzien zullen verworven blijven. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 12.De minimum uurlonen, de effectief betaalde lonen, alsmede de verschillende premies, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks wordt vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, behoudens uitzonderingen die in deze overeenkomst worden vermeld.
Art. 13.Deze lonen en premies schommelen naar boven of naar onder toe per schijf van 1 pct. van hun waarde voor elke wijziging van het indexcijfer met hetzelfde percentage, waarbij het spilindexcijfer de grondslag is.
De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde lonen en ploegenpremies worden tegenover het indexcijfer 100,13 geplaatst.
Het eerste spilindexcijfer naar boven toe dat zal worden toegepast wordt vastgesteld op 101,13. De opeenvolgende spillen naar boven toe zijn dus : 102,14 - 103,16 - 104,19 - 105,23 - 106,28 - 107,34 - ...
Art. 14.De schommelingen van de in artikel 12 bedoelde lonen en premies gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het spilindexcijfer wordt overschreden. HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie
Art. 15.1° Een jaarlijkse toelage wordt toegekend in verhouding tot de gepresteerde en gelijkgestelde uren. Zij wordt ook toegekend aan de rechthebbenden van een arbeider overleden in de loop van het social dienstjaar, aan de bruggepensioneerde of gepensioneerde arbeiders. Zij wordt ook uitbetaald naar pro rata temporis aan de arbeiders die het bedrijf verlaten met de uitzondering van de gevallen van ontslag of ontslag om dringende reden. 2° De toekenningsvoorwaarden voor de "Carrières du Hainaut" worden bepaald in een ondernemingsovereenkomst. 3° De eindejaarspremie zal 2.002,76 EUR bedragen, berekeningsreferte : 1 700 uur/jaar gepresteerd en/of gelijkgesteld. 4° Deze premie wordt betaald vóór 25 december van elk jaar aan het personeel dat op 30 november aanwezig is, behalve voor gevallen bepaalt in 1°. Dit bedrag is onderworpen aan de bepalingen betreffende de eindejaarspremie, behalve wat de werkloosheidsdagen betreft, die worden gelijkgesteld met arbeidsdagen.
Met effectief gewerkte uren worden gelijkgesteld : - de uren tijdens welke de volgende syndicale opdrachten worden vervuld; - het bijwonen van officiële of officieuze vergaderingen van het paritair comité of van een verzoeningsbureau; - de uren studie, vakbondsopleiding en opleiding voor de ondernemingsraden, die beperkt zijn tot maximum 80 uren; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg van en naar het werk, naar rata van 480 uren per jaar; - ongevallen van meer dan 30 kalenderdagen worden betaald door de verzekering (eindejaarspremie inbegrepen), zijn niet gelijkgesteld en worden niet verrekend in de 480 uren per jaar, voor de duur boven de 30 dagen; - ongevallen van minder dan 30 kalenderdagen worden gelijkgesteld door de werkgever; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van ziekte, naar rata van 400 uren per jaar; - de bijzondere en specifieke reglementen die in de verschillende ondernemingen van kracht zijn, blijven toepasselijk.
Wordt niet gelijkgesteld : ziekte van minder dan 15 opeenvolgende werkdagen.
Het referte uurbedrag is het bedrag dat respectievelijk op 31 december 2013 voor het jaar 2013 en op 31 december 2014 voor het jaar 2014 van kracht is.
Art. 16.De werknemers die niet meer dan twee dagen ongeoorloofd afwezig zijn geweest in de referteperiode, hebben recht op de volledige eindejaarspremie.
Deze premie wordt, per refertejaar, verminderd als volgt : a) voor 3 dagen tot 5 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 25 pct.; b) voor 6 dagen tot 10 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 50 pct.; c) voor 11 dagen en meer ongeoorloofde afwezigheid : de werknemers hebben geen recht op de premie.
Art. 17.Voor de werknemer die in de loop van het refertejaar in dienst treedt bij een werkgever, wordt het bedrag van de eindejaarspremie berekend naar verhouding van het aantal gewerkte maanden in de onderneming tijdens het refertejaar; de dagen ongeoorloofde afwezigheid worden eveneens vastgesteld naar verhouding met het aantal gewerkte maanden tijdens het refertejaar.
HOODFSTUK VI. - Stiptheidspremie
Art. 18.De stiptheidspremie wordt berekend op basis van een gemiddeld loon van 12,9702 EUR/uur (in een arbeidsstelsel van 39 uren per week).
Voor 2013, naar gelang van het aantal dagen dat jaarlijks wordt gewerkt, de werknemers die in totaal zijn afwezig geweest tussen :
Afwezigheidsdagen
Berekening eindejaarspremie
0 en 5
4 uren meer
6 en 10
3 uren meer
11 en 15
2 uren meer
Meer dan 15
0 uren meer
Alle afwezigheden inbegrepen behalve vakbondsopdrachten en economische werkloosheid en/of werkloosheid wegens weersomstandigheden. Voor 2014 blijft dit systeem van toepassing. HOOFDSTUK VII. - Patroonsfeest van de "IV Gekroonden"
Art. 19.Naar aanleiding van het feest van de gedecoreerde werknemers wordt sedert 1993 en jaarlijkse premie van 57,51 EUR toegekend aan alle werknemers onder contract op 8 november en die minstens één dag hebben gewerkt sedert 8 november van het voorgaande jaar.
Sinds 1 januari 1994 is deze premie geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de maand die de betaling voorafgaat. Deze bepaling is niet meer van toepassing sinds de overeenkomst 2005-2006.
De premie is geëvolueerd als volgt :
-
EUR
1993
57,51
1994
58,08
1995
58,65
1996
59,84
1997
61,03
1998
61,65
1999
70,92
2000
72,68
2001
74,54
2002
75,51
2003
76,71
2004
78,03
2005
78,03
2006
78,03
2007
78,93
2008
78,03
2009
78,03
2010
78,03
2011
78,03
2012
78,03
2013
78,03
2014
78,03
De dag van de IV Gekroonden (8 november) wordt uitgesteld als deze op een zaterdag of op een zondag valt. HOOFDSTUK VIII. - Zaterdagarbeid
Art. 20.De werknemer die door de werkgever wordt opgeroepen om op zaterdag vanaf 6 uur in de ochtend te komen werken, ontvangt een overloon van 35 pct., met uitsluiting van : a) het personeel dat in het stelsel van de 6-dagenweek werkt;b) het personeel dat in 3 ploegen werkt, waarvoor het overloon wordt berekend op maximum 40 uren/week;c) het personeel dat op zaterdag overuren verricht en het wettelijk overloon geniet. HOOFDSTUK IX. - Terugbetaling van de vervoerskosten
Art. 21.Onverminderd de toepassing van de wettelijke bepalingen betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, ontvangen de werknemers een geïndexeerde vergoeding van 0,0870 EUR per effectief gewerkt uur tegen het indexcijfer 100,13.
Voor de werknemers die een productiepremie ontvangen, wordt deze vergoeding afgetrokken van de genoemde premie, naar verhouding van : - 0,0471 EUR per uur in de arbeidsregeling van 40 uur/week; - 0,0471 EUR per uur in de arbeidsregeling van 39 uur/week; - 0,0471 EUR per uur in de arbeidsregeling van 38 uur/week.
Bij gebruik van het openbaar vervoer en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0870 EUR per effectief gewerkt uur vastgesteld in artikel 21 bij gebruik van het openbaar vervoer, bedraagt de werkgeverstussenkomst 75 pct. van het weekabonnement van het openbaar vervoer. Verwezen wordt naar de tarieven van het algemeen barema van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19.
Vanaf januari 2013, bij gebruik van eigen vervoer en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0870 EUR per effectief gewerkt uur vastgesteld in artikel 21 in geval van gebruik van het openbaar vervoer, bedraagt de werkgeverstegemoetkoming 52 pct. van de werkgeverstegemoetkoming in de kosten van het wekelijks abonnement van het openbaar vervoer.
Voor de arbeiders die zich met de fiets verplaatsen, zal de terugbetaling volgens de wettelijke bepalingen gebeuren.
Art. 22.De terugbetaling gebeurt minstens op maandelijkse basis. HOOFDSTUK X. - Werkzekerheid
Art. 23.Vanaf 1 januari 2011, wat de tewerkstelling betreft, vermindering met vier opeenvolgende contracten voor bepaalde duur voor een maximale tewerkstellingsduur van 24 maanden.
De werkgevers zullen, voor zover mogelijk, de gepaste maatregelen nemen teneinde het huidige tewerkstellingsniveau te handhaven.
Als de economische toestand zou achteruitgaan, zullen de werkgevers er zoveel mogelijk voor zorgen dat er na overleg tussen de partijen, een beurtregeling wordt opgesteld voor het tijdelijk werkloos personeel om economische redenen, ten einde de gevolgen ervan voor de betrokken werknemers te beperken.
Indien een onderneming in de toekomst onvermijdelijk wordt geconfronteerd met ernstige economische moeilijkheden, brengt de directie van deze onderneming de vakbondsafgevaardigden hiervan vooraf op de hoogte en wint zijn hun advies in over de maatregelen die volgens haar op sociaal niveau moeten worden genomen.
Tijdens het overleg dat hierop volgt, bevelen de partners aan bij de maatregelen die worden overwogen in de wet van 26 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/1999 pub. 01/04/1999 numac 1999012205 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999). HOOFDSTUK XI. - Arbeidsduur
Art. 24.Sinds 1 juli 2005 zijn er vier arbeidstijdregelingen : a) de arbeidsregeling van 40 uur/week met toekenning van 18 inhaalrustdagen;b) de arbeidsregeling van 39 uur/week met toekenning van 12 inhaalrustdagen;c) de arbeidsregeling van 38 uur/week met toekenning van 6 inhaalrustdagen;d) de arbeidsregeling van 37 uur/week zonder toekenning van inhaalrustdagen. HOOFDSTUK XII. - Opleidingsvergoeding
Art. 25.Voor 2013 wordt een opleidingsvergoeding van een bedrag van 120,27 EUR toegekend, verhoogd met 5,5 pct. voor administratiekosten.
Voor 2014 blijft deze vergoeding vastgesteld op 120,27 EUR, betaalbaar in de loop van het jaar (bovenop de administratieve kosten).
Overeenkomstig hoofdstuk XVII van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, zullen de vergoedingen worden gestort aan het "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf". HOOFDSTUK XIII. - Vakbonds- en opdrachtsopleiding
Art. 26.Het krediet dat voor de vormingscursussen wordt toegekend bedraagt 5 dagen per jaar en per gewoon of plaatsvervangend afgevaardigde in het comité voor veiligheid en gezondheid en in de ondernemingsraad.
Dit krediet vormt een totaal dat kan worden aangewend door de vakorganisaties in overleg met de in het paritair subcomité vertegenwoordigde werkgevers.
De afgevaardigden beschikken over de nodige tijd voor het uitoefenen van hun vakbondsopdrachten.
Als voor deze opdrachten een bezoek buiten de onderneming noodzakelijk is, zal de vakbondsvrijgestelde, voor zover mogelijk, de werkgever hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte brengen.
De vakbondsopdrachten buitenshuis worden uitgebreid om het voor de afgevaardigden mogelijk te maken om de begrafenis bij te wonen van ouders en verwanten in de eerste graad van een werknemer en dit ongeacht het statuut van deze laatste.
Bij een interne opdracht moeten de afgevaardigden hun hiërarchische oversten hiervan op de hoogte brengen. HOOFDSTUK XIV. - Vergoedingen ingeval van arbeidsongevallen
Art. 27.De vergoedingen in geval van arbeidsongevallen zullen worden betaald zodra de verzekeringsinstelling het ongeval heeft erkend en tijdens dezelfde periodes als die welke gelden voor de betaling van de lonen. HOOFDSTUK XV. - Hospitalisatieverzekering
Art. 28.De werkgever verbindt zich ertoe een sectorale hospitalisatieverzekering (collectief contract) te onderschrijven voor alle werknemers met een anciënniteit van minstens één jaar in de sector.
Sinds 1 januari 2013 bedraagt de jaarlijkse tegemoetkoming van de werkgever 146,52 EUR per werknemer.
De werkgevers komen gedurende deze collectieve arbeidsovereenkomst voor 100 EUR tegemoet in de vrijstelling, ten belope van één ongeval per schadejaar.
De werkgevers verbinden zich er enerzijds toe om de directie van het verzekeringsorganisme de wijze te bespreken om de verschillende disfuncties die uit deze verzekering voortvloeien te regelen en anderzijds om, samen met de ondernemingen van Zinnik, de voorwaarden te heronderhandelen teneinde de dekking van de hospitalisatieverzekering te verbeteren.
De waarborg aan de bruggepensioneerden wordt uitgebreid met de gelijkwaardige franchisemogelijkheden tot de actieve werknemers op vrijwillige basis uiterlijk op de datum waarop het brugpensioen ingaat. HOOFDSTUK XVI. - Geschenkcheque
Art. 29.Sinds 2013 ontvangen alle werknemers, ingeschreven in het personeelsregister en die minstens één dag hebben gewerkt in het refertejaar, jaarlijks een cadeaucheque met een waarde van 35 EUR. Deze cheque vervangt de cheque die voorheen werd geschonken in het kader van het feest van de Franstalige Gemeenschap. HOOFDSTUK XVII. - Syndicale premie
Art. 30.Sinds 2013 verbinden de werkgevers zich er toe om uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar aan de VZW "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" waarvan de zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van 135 EUR per jaar, + administratieve kosten, per werknemer die op 31 december van het vorige jaar effectief is ingeschreven in het personeelsregister alsmede voor de bruggepensioneerde werklieden.
Voor iedere werknemer die tijdens de referteperiode meer dan één jaar afwezig is, stort de onderneming niet in het fonds. Met dit bedrag kan het sociaal fonds aan de werknemers een premie van 135 EUR toekennen.
Deze bedragen worden niet geïndexeerd.
Art. 31.Deze storting die per werkgever en onderneming geschiedt, is afhankelijk van de naleving van de voorwaarden betreffende de verzoenings- en opzeggingsprocedure in geval van stopzetting van de arbeid en zij wordt verricht wanneer noch collectief, noch individueel het werk in de onderneming wordt belemmerd.
Elke actie die tot gevolg heeft dat de in het 1ste lid van dit artikel vermelde punten niet in acht worden genomen kan een vermindering met een vierde van de storting meebrengen; de beslissing van de werkgever wordt slechts genomen nadat er in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties een onderzoek is verricht.
Art. 32.De premie wordt door toedoen van de VZW "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf", Hoogstraat 26-28 te Brussel, aan de rechthebbenden betaald en door het fonds pro rata temporis verdeeld onder de werklieden die aangesloten zijn bij één van de drie erkende vakorganisaties en tewerkgesteld in de hardsteengroeven op 31 december alsook onder de gepensioneerde, de bruggepensioneerde werklieden, de werklieden ontslagen wegens economische redenen, de werklieden die hun militaire dienstplicht vervullen, de werknemers die een individuele opleiding in de onderneming volgen alsmede aan de rechthebbenden van de tijdens het refertejaar overleden werklieden.
Art. 33.De rekeningen van de VZW "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" worden, voor goedkeuring, éénmaal per jaar, en uiterlijk op 1 juni, aan de vertegenwoordiger van de werkgevers voorgelegd en aan het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.
HOOFSTUK XVIII. - Tijdelijke werkloosheid
Art. 34.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 27 en 50 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), hebben de in artikel 1 bedoelde werknemers, ten laste van hun werkgever, recht op de betaling van een dagelijkse uitkering in geval van volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeid wegens tijdelijke werkloosheidsredenen.
Art. 35.Vanaf 1 januari 2013, garandeert de supplementaire uitkering voor de werkloosheid 90 pct. van het netto dagloon (premies inbegrepen), verhoogd met de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque.
Voor de werknemers die geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering, zullen de werkgevers, in de mate van het mogelijke, proberen deze in te schakelen voor verschillende taken, aangepast aan de omstandigheden van het ogenblik. Ingeval zijn niet kunnen worden tewerkgesteld, zal de aanvullende vergoeding berekend worden in verhouding tot een theoretische werkloosheidsuitkering, dit wil zeggen die zij als rechthebbenden zouden hebben ontvangen.
Art. 36.De beslissing om de arbeid al dan niet te onderbreken wordt genomen door de werkgever (in geval van onderbreking wordt deze aan het personeel medegedeeld door middel van het gebruikelijke aanplakbiljet) die de arbeidsproblemen onderzoekt en zowel binnen als buiten de maatschappij alle mogelijke informatie inwint over de mogelijke evolutie van de technische en klimatologische omstandigheden.
In geval van betwisting wordt deze beslissing genomen na rechtstreeks contact met de hoofdafgevaardigde van de werklieden vergezeld van - indien er een is - een afgevaardigde van het comité voor veiligheid en gezondheid en, indien nodig, na een paritaire vergadering met de afgevaardigden van de werkgevers en van de werklieden van de ondernemingen uit het bekken. Deze vergadering wordt, indien mogelijk, de dag zelf dringend bijeengeroepen.
Wanneer besloten wordt het werk te staken wordt de informatie ten laatste op 21 uur beschikbaar gesteld op het daartoe bestemd telefonisch antwoordapparaat.
De procedure voor het weer oproepen van het personeel in geval van werkloosheid wegens slechte weersomstandigheden zal worden verbeterd.
De beslissing omtrent de hervatting van de arbeid en de datum van de hervatting worden aan het personeel medegedeeld volgens dezelfde procedure.
Art. 37.De oorzaken die niet afhankelijk zijn van de onderneming, zoals de gedeeltelijke of totale stilliging van het vervoer, de schorsing van de arbeid bij leveranciers of kopers, kunnen geen aanleiding geven tot de betaling van de uitkering indien de onderneming, die enkel om deze vreemde redenen de arbeid moet staken, haar personeel uit dien hoofde de werkloosheid oplegt.
Art. 38.De bij artikel 35 bedoelde daguitkering is alleen dan aan de in deze overeenkomst beoogde werklieden verschuldigd, wanneer zij gedurende de uren die onmiddellijk de schorsing van de arbeid voorafgaan (bijvoorbeeld : de vooravond) persoonlijk blijk hebben gegeven van de noodzakelijke goede wil in klimatologische omstandigheden die door sneeuw, vorst of ijzel worden bemoeilijkt.
Het personeel moet, inzonderheid ingeval van sneeuw en/of ijzel die tijdens deze uren optreedt, meer bepaald aanvaard hebben om de doorgang en de werkplaats vrij te maken zodat er kan worden voortgewerkt tot aan de door de werkgever bevolen schorsing. Deze arbeidsprestaties moeten onder normale veiligheidsvoorwaarden ten aanzien van de betrokkenen worden verricht.
Art. 39.De uitkering wordt niet toegekend voor de dagen slecht weer wegens vorst, sneeuw of ijzel tijdens periodes van staking of lock-out.
Art. 40.Ingeval dit nodig is en zonder dat hij hierop systematisch een beroep doet, heeft de werkgever de mogelijkheid de in artikel 35 bedoelde werklieden tewerk te stellen in een andere sector die niet afhankelijk is van het slechte weer en/of van economische redenen, en arbeid te laten verrichten die overeenstemt met hun bekwaamheid.
Art. 41.Een bijkomende uitkering, berekend op 2,5 pct. van het normaal netto dagloon, wordt uitsluitend in geval van werkloosheid wegens slecht weer betaald (met name in geval van vorst, sneeuw of ijzel).
Deze bijkomende uitkering compenseert de gevolgen van het niet gelijkstellen, van de dagen die wegens slecht weer verloren zijn gegaan, door de "Kas voor Jaarlijkse Vakantie" voor de periode van 1 januari tot 31 december van het voorgaande jaar.
De bijslag wordt betaald bij de eerste loonuitbetaling na 30 juni.
Deze uitkering wordt verhoogd met 5 pct. van het normaal netto dagloon voor de werklieden die, op het ogenblik van het slechte weer, een loon ontvangen dat lager ligt dan dat van de eerste categorie van de loonschaal.
Art. 42.De in artikel 35 bedoelde werknemers hebben recht op de betaling van de uitkering, voor zover : a) zij zonder onderbreking in dezelfde onderneming in dienst van hun werkgever zijn gebleven, gedurende tenminste één maand die onmiddellijk de onderbreking van de arbeid in de onderneming voorafgaat;b) zij vóór die datum van de uitbetaling hun uitkering hun arbeidsovereenkomst voor werklieden niet hebben opgezegd of niet om dringende redenen door hun werkgever zijn ontslagen.
Art. 43.De uitkering wordt rechtstreeks aan de werknemer betaald door de werkgever die hem tewerkstelt.
De betaling van de uitkering gebeurt op de gewone dag van de uitbetaling van de lonen voor de periode waarin de arbeid is geschorst of op een tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging overeen te komen datum.
Art. 44.Duur van de uitkering De uitkeringen die vastgesteld zijn in hoofdstuk XVIII zijn verschuldigd tot maximum 220 werkdagen per kalenderjaar, in het stelsel van de vijfdaagse werkweek.
HOODFSTUK XIX. - Anciënniteitsverloven
Art. 45.Met ingang van 1 januari 2013 wordt jaarlijks een betaalde verlofdag toegekend aan de werknemer, op de verjaardag van zijn indiensttreding, na 7 jaar dienstanciënniteit in de onderneming, dan een dag per 5 jaar dienstanciënniteit (5 keer, na 12, 17, 22, 27, 32 jaar) met een maximum van 6 dagen per jaar. Degenen die langdurig ziek zijn, zijn uitgesloten van dit voordeel inzake verlof.
Wat betreft de uitzendarbeiders en de werknemers met een overeenkomst van bepaalde duur, wordt de volledige duur van de prestaties in acht genomen voor de berekening van het anciënniteitsverlof.
Als de werknemer een onderneming verlaat voor een andere onderneming van deze sector, met een onderbreking van minder dan 8 dagen, en ongeacht wat het statuut van de werknemer is, wordt de totale duur van de prestaties is aanmerking genomen voor de berekening van het anciënniteitsverlof. HOOFDSTUK XX. - Gevallen van overlijden
Art. 46.Er wordt een vergoeding van 2 974,74 EUR betaald aan de persoon die de begrafeniskosten van een werknemer die overleden is ten gevolge van een arbeidsongeval of op de wet van de arbeid ten laste neemt.
De rechthebbende overlegt een bewijs van overlijden en een attest van het ziekenfonds, waaruit blijkt dat hij wel degelijk rechthebbende is. HOOFDSTUK XXI. - Beperkte inschakeling van externe firma's
Art. 47.De sociale partners willen voorrang geven aan de tewerkstelling van de werknemers in de sector.
De werkzaamheden die gewoonlijk van permanente aard zijn zullen, voor zover mogelijk, niet worden uitbesteed.
In geval van moeilijkheden in verband met de aanstelling, verbinden de werkgevers zich ertoe de onder-aanneming opnieuw te bespreken en zij verbinden zich ertoe om het thema uitbesteding opnieuw te berde te brengen en een aangepaste herinschakeling voor te stellen, mits het personeel wordt opgeleid.
De ondernemingsdirecties, die verantwoordelijk zijn voor het beheer en het beroep dat gedaan wordt op onderaanneming, erkennen het recht op informatie van het personeel en zijn vertegenwoordigers.
Zij verbinden zich ertoe de dialoog te verbeteren met de vertegenwoordigers van het personeel waarbij de respectieve rol van de vakbondsafvaardiging en van de ondernemingsraad wordt bevoorrecht.
De directies zullen vooraf informeren over alle belangrijke werkzaamheden die bekend en gepland zijn.
De bijzondere modaliteiten van de informatieprocedure en van de inhoud van de informatie zullen plaatselijk worden bepaald waarbij de reeds bestaande praktijken in acht worden genomen.
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 53, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, zal worden nageleefd (koninklijk besluit van 2 april 1993, Belgisch Staatsblad van 29 april 1993). HOOFDSTUK XXII. - Bevordering van de tewerkstelling
Art. 48.De partijen komen overeen om in 2013 een percentage van 0,40 pct. van de loonmassa aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan te wenden ten behoeve van het "Centre de formation aux métiers de la pierre" (CEFOMEPI).
In 2014 blijft dit bedrag vastgesteld op 0,40 pct..
De opdrachten van de CEFOMEPI zouden kunnen uitgebreid worden tot technische en onderhouds-vorming en bedrag van 0,15 pct. voor een specifieke opleiding in de onderneming.
De partijen verbinden zich ertoe om vóór 1 september 2014 de situatie van de risicogroepen en in verband met de bijkomende opleidingsinspanningen onder de loep te nemen. HOOFDSTUK XXIII. - Maaltijdcheques
Art. 49.Voor iedere effectieve arbeidsdag zal aan elke werknemer een maaltijdcheque worden toegekend. Sinds 1 juni 2009 wordt de nominale waarde van de maaltijdcheque vastgesteld op minimum 5,29 EUR. De bijdrage van de werknemer zal 1,09 EUR per maaltijdcheque bedragen.
Deze bijdrage zal worden ingehouden op het loonbriefje volgens de modaliteiten die moeten worden vastgesteld op ondernemingsniveau.
De maaltijdcheque wordt afgeleverd op naam van de werknemer. Om aan deze voorwaarde te voldoen zal de toekenning van de maaltijdcheque, evenals de gegevens die erop betrekking hebben, vermeld worden op de individuele rekening van de werknemer. Op elke maaltijdcheque zal duidelijk worden vermeld dat deze slechts kan worden gebruikt voor het betalen van een maaltijd of voor de aankoop van gebruiksklare levensmiddelen.
Deze blijven van toepassing voor de ondernemingen waar gunstiger toestanden bestaan. HOOFDSTUK XXIV. - Wettelijk kader
Art. 50.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst houden rekening met de maatregelen vermeld in de nota van 13 mei 2013 van de heer Cox betreffende de loonnorm. HOOFDSTUK XXV. - Clausule inzake sociale vrede
Art. 51.De sociale vrede is gewaarborgd gedurende de volledige duur van de overeenkomst. HOOFDSTUK XXVI. - Verlenging van bestaande akkoorden
Art. 52.De bestaande akkoorden, niet gewijzigd door deze collectieve arbeidsovereenkomst, blijven van toepassing. HOOFDSTUK XXVII. - Werknemers met beperkte geschiktheid
Art. 53.Na raadpleging van de sociale organen, zal in de mate van het mogelijk de voorkeur worden gegeven aan de indienstneming, integratie of het aan het werk houden van personen met beperkte mentale en/of fysieke geschiktheid al dan niet ten gevolge van een (arbeids)ongeval of een beroepsziekte. HOOFDSTUK XXVIII. - Groepsverzekering
Art. 54.Een werkgeversbijdrage gelijk aan 1 pct. van de loonmassa wordt aangewend voor de sectorale groepsverzekering. HOOFDSTUK XXIX. - Carenzdag
Art. 55.De carenzdag is afgeschaft sinds 9 december 2013. HOOFDSTUK XXX. - Overeenkomsten van het type CAO 90
Art. 56.In 2014 zullen twee collectieve arbeidsovereenkomst van het type "CAO 90" worden gesloten ten bate van alle werknemers van de ondernemingen binnen de sector, met inachtneming van het volgende kader : Criteria te bepalen op ondernemingsniveau De eerste CAO 90 betreft het eerste semester van 2014, de tweede houdt verband met het tweede semester van 2014. De brutobedragen worden, als de doelstellingen worden bereikt, vastgesteld op 100 EUR voor het 1ste semester van 2014 en op 100 EUR voor het tweede semester van 2014 (deze bedragen zijn onderworpen aan de RSZ- bijdrage van 13,07 pct. en niet onderworpen aan belastingen). HOOFDSTUK XXXI. - Geldigheidsduur
Art. 57.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 20 oktober 2014 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2014.
Art. 58.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt en heft de volgende collectieve arbeidsovereenkomst op : "Vaststelling van de arbeidsvoorwaarden" van 3 maart 2014, geregistreerd door de Griffie van de Administratie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg onder het nummer 120909/CO/102.01.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juli 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS