Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 november 2002
gepubliceerd op 13 december 2002

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 24 van de Programmawet van 30 december 2001

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002023014
pub.
13/12/2002
prom.
11/11/2002
ELI
eli/besluit/2002/11/11/2002023014/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 24 van de Programmawet van 30 december 2001


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 36;

Gelet op de wet van 28 mei 1971 tot verwezenlijking van de eenmaking en de harmonisering van de kapitalisatiestelsels ingericht in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood.

Gelet op de wet van 20 december 1995 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 117;

Gelet op de Programmawet van 30 december 2001, inzonderheid op artikel 24;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 september 1971 houdende uitvoering van hoofdstuk I, van de wet van 28 mei 1971, tot verwezenlijking van de éénmaking en de harmonisering van de kapitalisatiestelsels ingericht in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de aanpassing van de reglementering betreffende de financiering van de indexatie van de renten van het kapitalisatiestelsel in toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 4° en § 2 van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie inzonderheid op artikel 1; Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen, gegeven op 2 september 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 september 2002;

Gelet op het voorstel van het Beheerscomité van de Sociale Zekerheid, gegeven op 25 september 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 14 oktober 2002;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de Rijksdienst voor Pensioenen in staat moet worden gesteld om de uitbetaling van de kapitalisatievoordelen tot op het einde te verzekeren, dat de aldus terugbetaalde bedragen worden aangewend voor het opnieuw samenstellen van de wiskundige reserves van het kapitalisatiestelsel waardoor het actuarieel evenwicht wordt gewaarborgd.

Overwegende dat de modaliteiten van terugbetaling zonder verwijl dienen bepaald te worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De lasten vermeerderd met de intresten bedoeld in artikel 24 van de programmawet van 30 december 2001 worden vastgesteld op 181.575.088,46 EUR op 31 december 2002.

Art. 2.De overdracht naar het kapitalisatie-stelsel van voornoemde lasten en intresten wordt uitgevoerd op 31 december 2002.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 november 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^