Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 mei 2003
gepubliceerd op 17 juni 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1999 tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2003000459
pub.
17/06/2003
prom.
11/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/11/2003000459/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1999 tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 15 mei 1984 houdende de maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, inzonderheid op artikel 46, gewijzigd bij de wet van 21 mei 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1999 tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming;

Overwegende dat de werkomstandigheden van de operationele personeelsleden van de Civiele Bescherming, onveranderd gebleven zijn;

Overwegende aldus dat het door het koninklijk besluit van 22 maart 1999 ingevoerde stelsel moet worden verlengd;

Overwegende dat het voordeel van deze maatregelen eveneens moet worden toegekend aan de personeelsleden die de coördinatie en de leiding van de operaties verzekeren, evenals aan de leidende ambtenaren van de operationele eenheden; dat deze personeelsleden, hoewel zij geen zware fysieke taken moeten uitoefenen, evenwel onderworpen zijn aan een bijzonder grote stress en een veeleisende functie hebben die van hen een voortdurende beschikbaarheid vereist;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, gegeven op 1 augustus 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 februari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 3 april 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 26 maart 2003;

Gelet op het protocol nr. 120/7 van 8 april 2003 van het Sectorcomité I - algemeen bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het voordeel van het voorafgaand verlof voor de leden van de civiele bescherming onverwijld verlengd moet worden gezien de niet te verwaarlozen risico's die zij lopen tijdens de uitoefening van hun opdrachten;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 maart 1999 tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « van de gewestelijke diensten » worden geschrapt;2° in punt 1° vervallen de woorden : « met uitzondering van de operationele adjuncten die de leiding verzekeren van een Grote Wacht »;3° er wordt een punt 3° ingevoegd, luidende : « 3° belast zijn met de leiding van de operationele eenheden van de Civiele Bescherming »;4° er wordt een punt 4° ingevoegd, luidende : « 4° belast zijn met de leiding en de coördinatie van de hulpoperaties ».

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid : « De aanvraag moet schriftelijk gebeuren ten vroegste zes en ten laatste twee maanden voor de begindatum van het verlof.Zij kan ingediend worden tot en met 31 december 2006 »; 2° het vierde lid wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 4, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 3. De ambtenaar die in verlof gesteld wordt, verbindt zich ertoe het wettelijke pensioen te nemen zodra hij de leeftijd van 60 jaar bereikt heeft. »

Art. 4.Onze Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en Onze Minister bevoegd voor de Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^