gepubliceerd op 30 november 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de loonvorming, in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2001-2002 van 3 mei 2001
11 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de loonvorming, in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2001-2002 van 3 mei 2001 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de loonvorming, in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2001-2002 van 3 mei 2001.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juni 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de metaalhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nr. 58988/CO/149.04) In uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2001-2002 van 3 mei 2001 HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder « werklieden » verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen Afdeling 1. - Meerderjarige werklieden
Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. Afdeling 2. - Jonge werklieden
Art. 3.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de jonge werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepscategorie waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De verhogingen welke voortvloeien uit de in bovenstaande tabel vermelde doorschuiving, worden verleend : - op 1 januari en op 1 juli voor de werklieden geboren tussen 1 oktober en 31 maart; - op 1 juli en op 1 januari voor de werklieden geboren tussen 1 april en 30 september.
Art. 4.De beroepscategorie waartoe een jonge werkman behoort, wordt vastgesteld volgens de regels bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993 van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, tot vaststelling van de beroepenclassificatie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 juni 1994 (Belgisch Staatsblad van 30 september 1994). HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 5.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .
Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt tot het hogere honderdste afgerond.
Art. 6.Vanaf 1999 en de volgende jaren worden de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen telkens op 1 mei aangepast aan de reële index. De aanpassing wordt dan berekend door het indexcijfer van de consumptieprijzen van april van het kalenderjaar van de aanpassing te vergelijken met het indexcijfer van de consumptieprijzen van april van het voorafgaande kalenderjaar. HOOFDSTUK IV. - Afrondingsregels Afdeling 1. - Afrondingsregels in BEF
Art. 7.Alle verhogingen of aanpassingen van de lonen worden berekend, rekening houdend met de tweede decimaal.
De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt tot op de dichtst bijgelegen eenheid afgerond.
Voorbeeld ...,01 BEF tot en met ...,49 BEF wordt afgerond naar de lagere eenheid; ...,50 BEF of meer wordt afgerond naar de hogere eenheid. Afdeling 2. - Afrondingsregels in euro
Art. 8.Overeenkomstig en in uitvoering van - adviesnummer 1210 van 17 december 1997 dat samen met de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven werd uitgebracht; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van de barema's, premies, vergoedingen en voordelen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 70 van 15 december 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de andere bedragen dan die welke zijn bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van barema's, premies, vergoedingen en voordelen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités; - de aanbeveling nr. 13 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro, worden alle verhogingen of aanpassingen van de lonen berekend, rekening houdend met de vierde decimaal.
De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt afgerond tot op het dichtst bijgelegen eurocent.
Voorbeeld - ...,0001 EUR tot en met ...,0049 EUR wordt afgerond naar de lagere eurocent; - ...,0050 EUR tot en met ...,0099 EUR wordt afgerond naar de hogere eurocent. HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen
Art. 9.Alle verhogingen of aanpassingen van de minimumuurlonen worden op het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) toegepast en schommelen voor de andere categorieën volgens de hierna bepaalde loonspanning : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 10.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de verhoging eerst toegepast.
Art. 11.De loonsverhogingen en loonaanpassingen voorzien in 2001, zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst. Uurlonen van 4 juli 2001, worden berekend in BEF waarna de spanning wordt berekend.
Daarna gebeurt de omzetting naar euro (aan spanning 100), waarna opnieuw de spanning wordt berekend.
Vanaf 1 januari 2002 zullen de loonsverhogingen en loonaanpassingen worden berekend in euro, waarna de spanning wordt berekend. HOOFDSTUK VI. - Premies Scheidingspremie
Art. 12.Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak wordt aan de bij artikel 1 bedoelde werklieden, die de nacht buiten hun woonplaats doorbrengen omwille van beroepsbezigheden, een scheidingspremie toegekend van 14,87 EUR per nacht.
Premie voor ploegenarbeid
Art. 13.Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak wordt het basisloon van de werklieden die ploegenarbeid verrichten (vroege en late shift) verhoogd met 10 pct.
Premie voor nachtarbeid
Art. 14.Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak wordt het basisloon van de werklieden die nachtarbeid verrichten (tussen 20 en 6 uur) verhoogd met 20 pct. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de loonvorming, geregistreerd onder het nr. 52512/CO/149.04 op 8 oktober 1999.
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden met een opzegging van drie maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juni 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel betreffende de loonvorming Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juni 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX