Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2003
gepubliceerd op 19 augustus 2003

Koninklijk besluit betreffende de Erkenningsraad voor effectenmakelaars en de titel van effectenmakelaar

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003003423
pub.
19/08/2003
prom.
11/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/11/2003003423/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JULI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de Erkenningsraad voor effectenmakelaars en de titel van effectenmakelaar


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikelen 21, eerste lid, 140 en 148;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 2003 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de voornoemde wet;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de inwerkingtreding van voornoemd artikel 21, eerste lid, op 1 juni 2003, met zich meebrengt dat een koninklijk besluit ter uitvoering wordt genomen; en dat het huidig koninklijk besluit dat het reglement van de Erkenningsraad voor effectenmakelaars, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 19 juni 2001, genomen in uitvoering van artikel 26 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs afgeschaft door de inwerktreding van artikel 140 van voornoemde wet van 2 augustus 2002 vervangt, geen fundamentele wijziging eraan brengt; dat het bijgevolg onverwijld de huidige bepalingen dienen te worden getroffen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Benaming en doel

Artikel 1.§ 1. De Erkenningsraad voor effectenmakelaars bezit rechtspersoonlijkheid. § 2. In de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 11, 12, 25 en 31 van het huidige reglement, verstaat men onder effectenmakelaar : de natuurlijke personen drager van de titel van effectenmakelaar, ere-effectenmakelaar en de effectenmakelaars in loopbaanonderbreking, in toepassing van het huidige reglement.

Art. 2.De Erkenningsraad voor effectenmakelaars heeft tot doel : 1. Om overeenkomstig het huidige reglement, de titel van effectenmakelaar of ere-effectenmakelaar toe te kennen aan de personen die de aanvraag hebben ingediend en die aan de voorwaarden, vastgesteld in het huidige reglement, voldoen;2. Om de titel van effectenmakelaar terug in te trekken of te schorsen, overeenkomstig het huidige reglement, als de toekenningsvoorwaarden of behoudsvoorwaarden, voorzien in het huidige reglement, niet meer vervuld zijn;3. Om overeenkomstig de bepalingen van het huidige reglement over de effectenmakelaars tucht uit te oefenen.

Art. 3.De effectenmakelaars betalen een bijdrage waarvan jaarlijks het bedrag wordt bepaald door de algemene vergadering, voorzien in de artikelen 4 en volgende van het huidige reglement. HOOFDSTUK II. - Het beheer en de werking Afdeling 1. - De algemene vergadering

Art. 4.De algemene vergadering van de effectenmakelaars is uit al de natuurlijke personen, bedoeld in het artikel 1, § 2, samengesteld.

Een lijst van de effectenmakelaars wordt jaarlijks door de Erkenningsraad uitgegeven.

Art. 5.De algemene vergadering komt ten minste eenmaal per jaar in de loop van de maand juni bijeen. De datum en de vorm van deze vergadering zijn door de Erkenningsraad vastgelegd en aan de effectenmakelaars meegedeeld, overeenkomstig artikel 6.

Zij komt rechtsgeldig bijeen, welk aantal aanwezige effectenmakelaars er ook is.

De beslissingen worden genomen met meerderheid van de uitgebrachte stemmen, zonder rekening te houden met de onthoudingen.

Art. 6.Op deze vergadering, stelt de Erkenningsraad een verslag voor over haar activiteiten gedurende het jaar en de hem voor goedkeuring voorgelegde jaarrekeningen van ontvangsten en uitgaven en de begroting voor het nieuwe aanslagjaar, overeenkomstig artikel 12.

De Erkenningsraad kan de algemene vergadering bijeenroepen telkens hij het nuttig acht. Hij moet ze bijeenroepen als één vijfde van de effectenmakelaars het schriftelijk vraagt, meldend welk onderwerp zij wensen op de dagorde geplaatst te zien.

De uitnodigingen voor de gewone algemene vergadering worden, ten minste dertig dagen op voorhand, verstuurd, en voor de buitengewone algemene vergadering, ten minste vijftien dagen voor de vergadering; zij vermelden de dagorde.

De rekeningen worden opgemaakt overeenkomstig het model vastgelegd door het intern reglement en worden door middel van een uittreksel aan de effectenmakelaars bekendgemaakt. Zij moeten ter hunner beschikking gehouden worden, ten einde te worden geconsulteerd, door de penningmeester, gedurende de vijftien dagen die de algemene vergadering voorafgaan. Afdeling 2. - De Erkenningsraad voor effectenmakelaars : samenstelling

- werking - bevoegdheden. Beroepsgeheim

Art. 7.§ 1. De Erkenningsraad is samengesteld uit zes leden gekozen bij geheime stemming voor een termijn van zes jaar door de algemene vergadering, uit de effectenmakelaars die de titel reeds meer dan drie jaar dragen.

De kandidaturen moeten vijftien dagen voor de algemene vergadering worden neergelegd.

Hun mandaat, welke de dag van de jaarlijkse algemene vergadering verstrijkt, is bezoldigd en hernieuwbaar. Het bedrag van de bezoldiging is vastgelegd door de algemene vergadering van de effectenmakelaars.

Elke drie jaar treedt de helft van de leden af. De eerste aftredingen worden bij loting geregeld. § 2. De Voorzitter van de Erkenningsraad is benoemd door de Minister van Financiën, op voorstel van de raad, uit zijn leden. Zijn mandaat is hernieuwbaar. § 3. In geval van ontslag of overlijden van een van zijn leden voorziet de Erkenningsraad, op zo'n kort mogelijke termijn, in zijn vervanging. In dat geval zal de aanstelling van het nieuwe lid op de volgende algemene vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd. Het aldus benoemde lid voltooit het mandaat van degene die hij vervangt. § 4. De Erkenningsraad wijst onder zijn leden een penningmeester aan. § 5. De Erkenningsraad stelt zijn secretariaat samen. § 6. De Erkenningsraad stelt zijn reglement van inwendige orde vast. § 7. De Erkenningsraad vergadert telkens wanneer de uitoefening van zijn opdracht het vereist, op voorstel van de Voorzitter of van twee van zijn leden. De Erkenningsraad komt slechts rechtsgeldig samen indien de helft van zijn leden aanwezig is; niemand kan titularis zijn van meer dan één volmacht. Zijn beslissingen die worden genomen bij meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden zijn gemotiveerd. Bij gelijkheid van stemmen, is deze van de Voorzitter doorslaggevend.

Art. 8.De Erkenningsraad is de enige bevoegde om te waken over de bescherming van de eer, de rechten en de gemeenschappelijke beroepsbelangen van de effectenmakelaars.

Hij verleent de titel van effectenmakelaar en ere-effectenmakelaar en oefent toezicht uit over de effectenmakelaars overeenkomstig het huidige reglement.

Art. 9.Er wordt van elke vergadering een proces-verbaal opgemaakt.

Dit proces-verbaal wordt, bij de volgende zitting van de Erkenningsraad, ter goedkeuring voorgelegd.

Art. 10.§ 1. De Erkenningsraad, zijn voorzitter en zijn leden, de leden van zijn secretariaat, alsook de personen die de voornoemde functies voorheen hebben uitgeoefend, zijn gebonden door het beroepsgeheim en mogen de vertrouwelijke informatie waarvan zij kennis hebben gekregen bij de uitoefening van hun taken, niet onthullen, aan welke persoon of autoriteit ook. § 2. Onverminderd de eerste paragraaf, mag de Erkenningsraad vertrouwelijke informatie meedelen : 1° aan de CBF, voor de gebieden die tot haar bevoegdheid behoren;2° tijdens een getuigenis in rechte in strafzaken;3° voor de aangifte van strafrechtelijke misdrijven bij de gerechtelijke autoriteiten;4° in het kader van administratieve of gerechtelijke beroepsprocedures tegen de handelingen of beslissingen van de CBF en in elk ander rechtsgeding waarbij de CBF partij is;5° binnen de grenzen van de Europese richtlijnen, aan de bevoegde autoriteiten van andere lid-Staten van de Europese Economische Ruimte die één of meer bevoegdheden uitoefenen die vergelijkbaar zijn met die van de Erkenningsraad;6° met inachtneming van de Europese richtlijnen, aan de bevoegde autoriteiten van derde Staten die één of meer bevoegdheden uitoefenen die vergelijkbaar zijn met die van de Erkenningsraad en waarmee hij een samenwerkingsovereenkomst voor de uitwisseling van informatie heeft gesloten. § 3. De Erkenningsraad mag enkel vertrouwelijke informatie overeenkomstig § 2 meedelen op voorwaarde dat de autoriteiten of instellingen die er de geadresseerde van zijn, die informatie gebruiken voor de uitvoering van hun opdrachten, en dat zij, wat die informatie betreft, aan een gelijkwaardig beroepsgeheim gebonden zijn. § 4. De Erkenningsraad mag de vertrouwelijke informatie als bedoeld in § 1, gebruiken voor de uitvoering van al zijn opdrachten. HOOFDSTUK III. - De begroting

Art. 11.De ontvangsten van de Erkenningsraad zijn samengesteld uit : 1. De bijdragen van de effectenmakelaars;2. De ontvangsten en diverse opbrengsten van zijn patrimonium;3. De subsidies, legaten en schenkingen.

Art. 12.Elk jaar legt de Erkenningsraad de algemene vergadering volgende stukken voor : 1. De inventaris van de activa en passiva van de Erkenningsraad tot en met de 31 december, laatstleden;2. Het overzicht van de inkomsten en uitgaven van het aanslagjaar beëindigd op 31 december, laatstleden;3. De begroting voor het nieuwe aanslagjaar;4. Het verslag van de commissaris(sen). De inventaris en de rekeningen moeten, voorafgaand, nagezien zijn geweest door een of meerdere commissaris(sen), effectenmakelaar(s), aangeduid voor dit doel, door de algemene vergadering, de leden van de Erkenningsraad uitgesloten, voor één jaar, en tweemaal na elkaar verlengbaar. Het is mandaat bezoldigd. Het bedrag van deze bezoldiging wordt door de algemene vergadering vastgelegd. HOOFDSTUK IV. - Controle

Art. 13.§ 1. De Erkenningsraad is onderworpen aan de controle van de Minister van Financiën. Onder de voorwaarden bepaald in dit artikel wordt deze controle uitgeoefend door toedoen van een regeringscommissaris benoemd door de Minister van Financiën.

De regeringscommissaris ziet toe op de naleving van de wetten en reglementen en op de werking van de Erkenningsraad overeenkomstig het algemeen belang. Hij heeft het recht de vergaderingen van de algemene vergadering en van de Erkenningsraad bij te wonen met raadgevende stem. Hij mag elk probleem dat tot hun bevoegdheid behoort, ter beraadslaging voorleggen.

De regeringscommissaris mag binnen een termijn van vier vrije dagen vanaf het ogenblik waarop hij ervan kennis heeft, hoger beroep instellen bij de Minister van Financiën tegen de uitvoering van elke beslissing van de Erkenningsraad die hij strijdig acht met de wetten en reglementen, of het algemeen belang.

Dat beroep heeft schorsende werking.

Indien, binnen een termijn van tien vrije dagen die begint op dezelfde dag als de hierboven bepaalde termijn, de minister de Erkenningsraad niet heeft laten weten dat de geschorste beslissing is vernietigd, wordt het beroep geacht te zijn verworpen.

Bij beslissing van de minister die wordt ter kennis gebracht van de Erkenningsraad, mag die termijn worden verlengd met tien vrije dagen.

De regeringscommissaris heeft de ruimste bevoegdheden om zijn opdracht te vervullen. § 2. De Minister van Financiën bepaalt de regels die op de regeringscommissaris van toepassing zijn inzake het beroepsgeheim.

De Minister van Financiën kan de regeringscommissaris toelaten elke autoriteit op de hoogte te brengen van elke aangelegenheid die tot de bevoegdheid van deze behoort. § 3. De Minister van Financiën bepaalt de beloning van de regeringscommissaris. HOOFDSTUK V. - De titel van effectenmakelaar : toekenning - loopbaanonderbreking - ontslag Afdeling 1. - Voorwaarden voor het bekomen van de titel

Art. 14.De titel van effectenmakelaar wordt onder de volgende voorwaarden verleend door de Erkenningsraad : 1° met succes hebben deelgenomen aan het in de artikelen 15 tot 18 voorziene wetenschappelijk examen;2° gedurende ten minste drie jaar ononderbroken, zonder dat deze periode met meer dan twee jaar de datum van het in 3° beoogde beroepsexamen voorafgaat, de beroepsactiviteit, voorzien in het artikel 19, te hebben uitgeoefend in verband met transactie, advies of beheer inzake financiële instrumenten welke op Belgische of buitenlandse gereglementeerde financiële markten worden verhandeld;3° met succes hebben deelgenomen aan een beroepsexamen voorzien in de artikelen 20 tot 23;4° op gevaar af het voordeel van de succesvolle deelneming aan het in 3° beoogde beroepsexamen te verliezen, de in artikel 19 beoogde beroepsactiviteit binnen een maximum termijn van drie jaar na het aflopen van het in 2° beoogde activiteitsperiode, uit te oefenen;5° een gunstig advies gekregen hebben van de Erkenningsraad na alle formaliteiten vervuld te hebben die door het huidige reglement vereist zijn;6° jaarlijks zijn/haar bijdrage aan de Erkenningsraad voor effectenmakelaars betalen. Onderafdeling 1. - Het wetenschappelijk examen

Art. 15.Het in artikel 13, 1°, bedoelde wetenschappelijk examen omvat een schriftelijke en een mondelinge proef. De modaliteiten ervan zijn gedetailleerd in het door de Erkenningsraad vastgestelde examenreglement.

Het schriftelijk examen omvat een verhandeling waarvan het onderwerp is ontleend aan de politieke of financiële economie; deze proef is eliminerend.

De mondelinge proef omvat de volgende vakken : 1. politieke economie;2. financiële analyse;3. burgerlijk recht;4. handelsrecht;5. fiscaal recht;6. boekhouding.

Art. 16.Aan de houders van één van de volgende diploma's wordt vrijstelling verleend van het wetenschappelijk examen bedoeld in artikel 15, voor één of meer vak(ken) die beantwoorden aan het programma van dit examen : 1° diploma van een al dan niet wettelijke graad beoogd door de wet van 11 september 1933 op de bescherming der titels van hoger onderwijs, dat na ten minste vier studiejaren is uitgereikt;2° diploma van een academische opleiding van de tweede cyclus beoogd door het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;3° diploma van een opleiding van academisch niveau van de tweede cyclus beoogd door het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 23 oktober 1991 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;4° diploma of getuigschrift dat bij of krachtens een wet, decreet, Europese Richtlijn of internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend. De in het eerste lid bedoelde vrijstelling wordt uitsluitend verleend voor de vakken die voorkomen op de in het eerste lid bedoelde diploma's of op één van de volgende diploma's waarvan de persoon die om de vrijstelling verzoekt eveneens houder is en waarop zijn in het eerste lid bedoelde diploma aansluit : 1° diploma van een al dan niet wettelijke graad beoogd door de wet van 11 september 1933 op de bescherming der titels van hoger onderwijs, dat na ten minste twee studiejaren is uitgereikt;2° diploma van een academische opleiding van de eerste cyclus beoogd door het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;3° diploma van een opleiding van academisch niveau van de eerste cyclus beoogd door het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 23 oktober 1991 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;4° diploma of getuigschrift dat bij of krachtens een wet, decreet, Europese richtlijn of internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend.

Art. 17.De Erkenningsraad stelt de jury samen voor het wetenschappelijk examen. De jury wordt voorgezeten door de regeringscommissaris bij de Erkenningsraad en is samengesteld uit universiteitshoogleraren en hoogleraren van hogescholen die de in voorgaand artikel bedoelde vakken doceren of hebben gedoceerd, alsook uit twee effectenmakelaars.

Art. 18.De proeven van het wetenschappelijk examen vinden elk jaar plaats in de loop van de maand november, op de plaats en data die de Erkenningsraad vaststelt.

De inschrijvingen worden van 1 tot en met 30 september ontvangen door de voorzitter van de Erkenningsraad of door de persoon die hij aanwijst, tegen betaling aan het secretariaat van het inschrijvingsrecht, waarvan de Raad het bedrag vaststelt.

Bij zijn inschrijving vermeldt de kandidaat in welke landstaal hij het examen wenst af te leggen.

Onderafdeling 2. - De vereiste beroepsactiviteit

Art. 19.§ 1. De in artikel 14, 2°, bedoelde beroepsactiviteit moet worden uitgeoefend op hoog kader niveau of raadgever van de directie bij een beleggingsonderneming, een kredietinstelling, of bij een vennootschap van afgevaardigde agenten van een beleggingsonderneming of een kredietinstelling of bij een onderneming van gereglementeerde markt of van een beroepsorganisatie verbonden met de leden van een gereglementeerde markt. § 2. De effectenmakelaar is verplicht aan de Erkenningsraad spontaan kennis te geven van elk verandering in zijn beroepsactiviteit, zowel in België als in het buitenland.

Deze kennisgeving zal worden gedaan binnen vijftien dagen met een bij de post aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Onderafdeling 3. - Het beroepsexamen

Art. 20.Het in artikel 14, 3°, bedoelde beroepsexamen wordt twee- maal per jaar georganiseerd op de door de Erkenningsraad, in het begin van het jaar, vastgestelde data.

De kandidaat mag zich niet meer dan vier keer aanmelden. De modaliteiten ervan zijn gedetailleerd in het door de Erkenningsraad vastgestelde examenreglement.

Het beroepsexamen gaat over de volgende materies : 1° de wetten en de reglementen met betrekking tot de gereglementeerde markten werkzaam in België;2° de praktische kennis van het beroep;3° de deontologie;4° het Belgisch en Europees financieel landschap.

Art. 21.De Erkenningsraad stelt de jury voor het beroepsexamen samen.

Deze wordt voorgezeten door de voorzitter van de Erkenningsraad en is samengesteld uit maximaal vier effectenmakelaars, al dan niet lid van de Erkenningsraad.

De regeringscommissaris mag er deel van uitmaken.

Art. 22.§ 1. Onverminderd § 2, verleent de Erkenningsraad de titel van effectenmakelaar aan de kandidaten die beschikken over een hoedanigheid in de zin van artikel 3 van de Richtlijn 89/48/EEG van de Europese Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van diploma's van het hoger onderwijs uitgereikt voor een beroepsopleiding van ten minste drie jaar aangevuld door de Richtlijn 92/51/EEG van de Europese Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel tot erkenning van beroepsopleidingen : 1° ofwel indien ze in het bezit zijn van een diploma in de zin van artikel 1, a), van de hoger aangehaalde richtlijn dat door een andere lid-Staat van de Europese Unie dan België wordt opgelegd voor de toegang tot het beroep van effectenmakelaar op zijn grondgebied of de uitoefening op het grondgebied van het beroep en dat werd bekomen in een lid-Staat;2° ofwel indien zij bewijzen : a) dat zij voltijds in de loop van de laatste tien jaren, het beroep van effectenmakelaar gedurende twee jaar hebben uitgeoefend in een andere lid-Staat van de Europese Unie waar geen reglementering van het beroep van effectenmakelaar bestaat;b) in het bezit zijn van één of meer opleidingstitels, in de zin van artikel 3, b), van de hoger aangehaalde richtlijn. § 2. De Erkenningsraad kan de kandidaten verplichten naar hun keuze, ofwel tot het lopen van een aanpassingsstage van ten hoogste drie jaar, ofwel tot het afleggen van een bekwaamheidsexamen : 1° wanneer de door hen genoten opleiding, in de zin van artikel 3, a) en b), van de hoger aangehaalde richtlijn, betrekking heeft op vakgebieden die wezenlijk verschillen van de vakgebieden die de in België vereiste diploma's bestrijken, of 2° wanneer ze zich in de toestand bevinden bedoeld in artikel 3, a), van de hoger aangehaalde richtlijn en dat één of meer activiteit(en) die ze in België zullen uitoefenen in de hoedanigheid van effectenmakelaar niet bestaat(n) in het beroep van effectenmakelaar in de lid-Staat waarvan zij afkomstig zijn, en dit verschil wordt gekenmerkt door een in België specifiek vereiste opleiding die betrekking heeft op vakgebieden die wezenlijk verschillen van de vakgebieden bestreken door het of de diploma('s) die de kandidaten voorleggen, of 3° wanneer ze zich in de toestand bevinden bedoeld in artikel 3, b), van de hoger aangehaalde richtlijn en de gereglementeerde beroepsactiviteit(en) die ze in België zullen uitoefenen in de hoedanigheid van effectenmakelaar niet bestaat(n) in het beroep van effectenmakelaar uitgeoefend in de lid-Staat waarvan ze afkomstig zijn, en dit verschil wordt gekenmerkt door een in België specifiek vereiste opleiding die betrekking heeft op vakgebieden die wezenlijk verschillen van de vakgebieden bestreken door het of de diploma('s) die de kandidaten voorleggen. § 3. De Erkenningsraad is bevoegd, in samenwerking met overeenkomstige autoriteiten van andere lid-Staten van de Europese Unie, een geheel van criteria van beroepshoedanigheid te bepalen die van een adequaat bevoegdheidsniveau getuigen met het oog op de uitoefening van de activiteiten bedoeld in artikel 19, en die het mogelijk maken de titel van effectenmakelaar te dragen. § 4. De beslissingen van de Erkenningsraad bedoeld in de §§ 1 en 2 moeten genomen worden uiterlijk vier maanden na de indiening van het volledige dossier van de kandidaat. § 5. De voorwaarden voor het bekomen van de titel van effectenmakelaar die in artikel 22, §§ 1 tot 3, voorzien zijn, mogen door de Minister van Financiën, op voorstel van de Erkenningsraad, aangepast worden, om met de nieuwe communautaire rechtsbepalingen betreffende de erkenning van de beroepshoedanigheid rekening te houden.

Art. 23.Het bedrag van het inschrijvingsrecht voor het bovenbedoelde examen wordt door de Erkenningsraad bepaald. Het wordt gestort aan zijn secretariaat op het ogenblik van de inschrijving. Deze wordt ten laatste gesloten vijftien dagen voor de dag van het examen.

De aanvragen moeten, met een bij de post aangetekende brief of brief met ontvangstbewijs, gericht worden aan de voorzitter van de Erkenningsraad of aan de persoon die hij aanwijst.

Onderafdeling 4. - De erkenningprocedure

Art. 24.Een dossier moet door de kandidaat worden samengesteld en overgemaakt aan het secretariaat voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning, omvattende de volgende documenten : - een afschrift van de geboorteakte; - een bewijs van goed gedrag en zeden; - vier foto's; - het bewijs van het slagen voor het wetenschappelijk examen of van de volledige of gedeeltelijke vrijstelling; - een bewijs opgemaakt door de werkgever, van prestaties van de beroepsactiviteit op het vereist niveau, zoals bepaald in artikel 14, 2°, van het huidige reglement; - het bewijs van het slagen voor het beroepsexamen zoals bepaald in artikel 14, 3°, van het huidige reglement.

Art. 25.De Erkenningsraad maakt de naam van de kandidaat bekend aan alle effectenmakelaars door middel van een rondschrijven of elk ander communicatiemiddel dat hij nuttig acht.

De effectenmakelaars hebben het recht om binnen de vijftien dagen vanaf de bekendmaking hun bezwaar tegen de benoeming van de kandidaat, als effectenmakelaar, in te dienen. Dit bezwaar, welk gemotiveerd moet zijn, wordt door de Erkenningsraad onderzocht na de kandidaat gehoord te hebben. Afdeling 2. - Voorwaarden voor het behoud van de titel

Art. 26.Het behoud van de titel van effectenmakelaar is onderworpen aan de voorwaarden die in de artikelen 14 en 19 van het huidige reglement worden opgesomd en aan de verplichting de titel op eerbare wijze te dragen. Afdeling 3. - Loopbaanonderbreking

Art. 27.In geval van het onderbreken van de beroepsactiviteit bedoeld in de artikelen 14, 2°, en 19 van het huidige reglement, moet de effectenmakelaar de Erkenningsraad van zijn initiatief berichten vanaf de datum van het ophouden van de activiteit, met een bij de post aangetekende brief. Gedurende deze periode van onderbreking mag hij niet de titel van effectenmakelaar dragen.

Deze loopbaanonderbreking mag de vijf jaren niet overschrijden.

De effectenmakelaar die beslist zijn loopbaanonderbreking te beëindigen, deelt dit mee aan de Erkenningsraad met een bij de post aangetekende brief. Indien deze vraag gebeurt na drie jaar onderbreking, moet hij met succes een nieuw beroepsexamen afleggen.

Indien hij, na vijf jaar, geen aanvraag om te verzaken van zijn loopbaanonderbreking heeft ingediend, zal hij geacht worden ontslagnemend te zijn.

De effectenmakelaar in loopbaanonderbreking, is gerechtigd om gedurende zijn periode van onderbreking, de helft van de jaarlijkse bijdrage te betalen. Afdeling 4. - Het ontslag

Art. 28.De effectenmakelaar die aan het dragen van zijn titel verzaakt, is verplicht zijn ontslag in te dienen bij de Erkenningsraad die uitspraak doet.

Zodra het ontslag aanvaard wordt, mag de ontslagnemende effectenmakelaar de titel niet meer dragen. HOOFDSTUK VI. - De disciplinaire sancties

Art. 29.De Erkenningsraad handelt ambtshalve of op basis van een klacht van een begunstigde partij.

Art. 30.De Erkenningsraad mag de volgende disciplinaire sancties opleggen : - de waarschuwing; - de berisping; - de schorsing voor maximum vier jaar en elf maanden; - de intrekking.

De schorsing brengt het verbod om de titel van effectenmakelaar te dragen, voor de duur voorzien in de sanctie, met zich mee. Zij brengt het verbod, om deel te nemen aan de beraadslagingen van de algemene vergadering en aan de verkiezing van de Erkenningsraad voor de duur voorzien in de sanctie, met zich mee.

Art. 31.§ 1. De disciplinaire sancties voorzien in artikel 30 kunnen door de Erkenningsraad opgelegd worden in geval van niet-naleving van het huidige reglement. § 2. Geen enkele disciplinaire sanctie mag opgelegd worden zonder dat de effectenmakelaar of zijn vertegenwoordiger is gehoord, of ten- minste regelmatig werd opgeroepen met een bij de post aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs. De betrokkene kan zich laten bijstaan door een effectenmakelaar of een advocaat. § 3. De disciplinaire sancties worden met een bij de post aangetekende brief of brief met ontvangstbewijs ter kennis van de betrokkene gebracht en medegedeeld aan de regeringscommissaris en aan alle effectenmakelaars. De beslissing van schorsing of intrekking wordt medegedeeld aan de CBF. Zij zal bekendgemaakt worden op alle manieren welke de Raad passend acht. § 4. De schorsing en de intrekking hebben uitwerking vanaf de datum waarop de feiten die aan de oorsprong liggen van de maatregel zijn vastgesteld. § 5. De effectenmakelaar die onderwerp is geweest van de schorsingsprocedure is, op straffe van intrekking, gehouden om de totaliteit van zijn bijdrage aan de Erkenningsraad te betalen.

Art. 32.De Erkenningsraad geeft kennis, aan de gerechtelijke autoriteiten, van al het onwettig dragen van de titel welke zij vaststelt. HOOFDSTUK VII. - De titel van ere-effectenmakelaar

Art. 33.De Erkenningsraad kan de titel van ere-effectenmakelaar verlenen, op hun verzoek, aan de personen die eervol de titel van effectenmakelaar hebben gedragen, gedurende ten minste twintig jaar, opeenvolgend of niet, en die ontslag hebben genomen, overeenkomstig artikel 28, en die hun bedrijvigheid van effectenmakelaar stopgezet hebben.

Art. 34.§ 1. De aanvragen betreffende het emeritaat moeten aan de hand van een schrijven, ten laatste binnen de zes maanden na zijn ontslag, gericht worden aan de voorzitter van de Erkenningsraad. § 2. De ere-effectenmakelaars kunnen op elk ogenblik afzien om hun titel te dragen. In deze gevallen, lichten zij door middel van een bij de post aangetekende brief de voorzitter van de Erkenningsraad hiervan in.

Art. 35.§ 1. De titel van ere-effectenmakelaar kan, naargelang het geval, geschorst of ingetrokken worden door de Erkenningsraad, als de geïnteresseerde niet meer voldoet aan de eerbaarheidvoorwaarden vastgelegd in het artikel 26, noch aan de niet-werkzaamheidsvoorwaarden vastgelegd in het artikel 33. § 2. De procedure aangaande het artikel 31, §§ 1 tot 4 is van toepassing. § 3. De schorsing en de intrekking hebben uitwerking vanaf de datum waarop de feiten, die als oorzaak dienen, werden vastgesteld. HOOFDSTUK VII. - Het hoger beroep

Art. 36.Er kan hoger beroep worden ingesteld tegen de beslissingen van de Erkenningsraad, bij de Raad van State. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 37.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 38.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^