Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 november 2003
gepubliceerd op 05 december 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de Erkenningsraad voor effectenmakelaars en de titel van effectenmakelaar

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003003534
pub.
05/12/2003
prom.
20/11/2003
ELI
eli/besluit/2003/11/20/2003003534/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 NOVEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de Erkenningsraad voor effectenmakelaars en de titel van effectenmakelaar


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikelen 21, eerste lid en 148;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de Erkenningsraad voor effectenmakelaars en de titel van effectenmakelaar;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een tuchtvordering op het punt staat ingeleid te worden door de Erkenningsraad. Ze is uitgesteld om de nieuwe procedure te kunnen toepassen en zo een vordering tot nietigverklaring voor de Raad van State te vermijden;

Overwegende dat de Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties op 1 januari 2003 had moeten worden omgezet;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de Erkenningsraad voor effectenmakelaars en de titel van effectenmakelaar worden vervangen door de volgende bepalingen : «

Artikel 1.§ 1. De Erkenningsraad voor effectenmakelaars bezit rechtspersoonlijkheid. § 2. In de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 11, 12, 25, 30, 32, 33 et 34 van het huidige reglement, verstaat men onder effectenmakelaar : de natuurlijke personen drager van de titel van effectenmakelaar, ere-effectenmakelaar en de effectenmakelaars in loopbaanonderbreking, in toepassing van het huidige reglement.

Art. 2.De Erkenningsraad voor effectenmakelaars heeft tot doel : § 1. Overeenkomstig het huidige reglement, de titel van effectenmakelaar of ere-effectenmakelaar toe te kennen aan de personen die de aanvraag hebben ingediend en die aan de voorwaarden, vastgesteld in het huidige reglement, voldoen; § 2. te waken over de eer van de beroepsuitoefening en de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en oprechtheid die aan het dragen van de titel ten grondslag liggen, te handhaven; § 3. De titel van effectenmakelaar terug in te trekken of te schorsen, overeenkomstig het huidige reglement, als toekenningsvoorwaarden of behoudsvoorwaarden, voorzien in het huidige reglement, niet meer vervuld zijn; § 4. Overeenkomstig de bepalingen van het huidige reglement over de effectenmakelaars tucht uit te oefenen.

Art. 3.De effectenmakelaars betalen een bijdrage waarvan jaarlijks het bedrag wordt bepaald door de algemene vergadering, bepaald in de artikelen 4 en volgende van het huidige reglement. »

Art. 2.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 7.§ 1. De Erkenningsraad is samengesteld uit acht leden gekozen bij geheime stemming voor een termijn van zes jaar door de algemene vergadering, uit de effectenmakelaars die de titel reeds meer dan drie jaar dragen.

De kandidaturen moeten vijftien dagen voor de algemene vergadering worden neergelegd.

Hun mandaat, welke de dag van de jaarlijkse algemene vergadering verstrijkt, is bezoldigd en hernieuwbaar. Het bedrag van de bezoldiging is vastgelegd door de algemene vergadering van de effectenmakelaars.

Elke drie jaar treedt de helft van de leden af. De eerste aftredingen worden bij loting geregeld. § 2. In afwijking van artikel § 1, eerste lid, in geval van toename van het aantal leden, vervullen de nieuwe leden hun eerste mandaat voor een termijn van minimum drie jaar. § 3. In afwijking § 2, treedt de helft van de nieuwe leden af, tegelijkertijd met de in § 1, lid 4 bedoelde leden.

Deze aftreding wordt bij loting geregeld.

De andere helft van de nieuwe leden treedt af, tegelijkertijd met de in § 1, eerste lid bedoelde leden. § 4. De Voorzitter van de Erkenningsraad is benoemd door de Minister van Financiën, op voorstel van de raad, uit zijn leden.

Zijn mandaat is hernieuwbaar.

In geval van verhindering zit het aanwezige oudste lid de Raad voor. § 5. In geval van ontslag of overlijden van een van zijn leden voorziet de Erkenningsraad, op zo'n kort mogelijke termijn, in zijn vervanging. In dat geval zal de aanstelling van het nieuwe lid op de volgende algemene vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd. Het aldus benoemde lid voltooit het mandaat van degene die hij vervangt. § 6. De Erkenningsraad wijst onder zijn leden een penningmeester en een secretaris aan. § 7. De Erkenningsraad stelt zijn secretariaat samen. § 8. De Erkenningsraad stelt zijn reglement van inwendige orde vast. § 9. De Erkenningsraad vergadert telkens wanneer de uitoefening van zijn opdracht het vereist, op voorstel van de Voorzitter of van twee van zijn leden. De Erkenningsraad komt slechts rechtsgeldig samen indien de helft van zijn leden aanwezig is; niemand kan titularis zijn van meer dan een volmacht. Zijn beslissingen die worden genomen bij meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden zijn gemotiveerd. Bij gelijkheid van stemmen, is deze van de Voorzitter doorslaggevend. »

Art. 3.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 14.De titel van effectenmakelaar wordt door de Erkenningsraad verleend in België onder de volgende voorwaarden : 1° met succes hebben deelgenomen aan het in de artikelen 15 tot 18 voorziene wetenschappelijk examen;2° gedurende ten minste drie jaar ononderbroken, zonder dat deze periode met meer dan twee jaar de datum van het in 3° beoogde beroepsexamen voorafgaat, de beroepsactiviteit, beoogd in het artikel 19, te hebben uitgeoefend in verband met transactie, advies of beheer inzake financiële instrumenten welke op Belgische of buitenlandse gereglementeerde financiële markten worden verhandeld;3° met succes hebben deelgenomen aan een beroepsexamen voorzien in de artikelen 20 tot 23;4° op gevaar af het voordeel van de succesvolle deelneming aan het in 3° beoogde beroepsexamen te verliezen, de in artikel 19 beoogde beroepsactiviteit binnen een maximum termijn van 3 jaar na het aflopen van het in 2° beoogde activiteitsperiode, uit te oefenen;5° een gunstig advies gekregen hebben van de Erkenningsraad na alle formaliteiten vervuld te hebben die door het huidige reglement vereist zijn;6° jaarlijks zijn/haar bijdrage aan de Erkenningsraad voor effectenmakelaars betalen.»

Art. 4.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 22.§ 1. Onverminderd § 2, verleent de Erkenningsraad de titel van effectenmakelaar aan de kandidaten die beschikken over een hoedanigheid in de zin van artikel 3 van de Richtlijn 89/48/EEG van de Europese Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van diploma's van het hoger onderwijs uitgereikt voor een beroepsopleiding van ten minste drie jaar aangevuld door de Richtlijn 92/51/EEG van de Europese Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel tot erkenning van beroepsopleidingen, gewijzigd door de Richtlijn 2001/19/EG van het Parlement en van de Raad van 14 mei 2001 : 1° ofwel indien ze in het bezit zijn van een diploma, een bewijs van opleiding of een geheel van bewijzen in de zin van artikel 1, a) van de hoger aangehaalde richtlijn dat door een andere lid-Staat van de Europese Unie dan België wordt opgelegd voor de toegang tot de titel of het beroep van effectenmakelaar op zijn grondgebied of de uitoefening op zijn grondgebied van het beroep en dat werd bekomen in een Lidstaat, 2° ofwel indien zij bewijzen : a) dat zij in de loop van de laatste tien jaren voltijds het beroep van effectenmakelaar gedurende twee jaar of deeltijds gedurende een gelijkwaardige periode hebben uitgeoefend in een andere lid-Staat van de Europese Unie waar geen reglementering voor het bekomen van de titel of de toegang tot het beroep van effectenmakelaar bestaat;b) in het bezit te zijn van één of meer bewijzen van opleiding, in de zin van artikel 3, b) van de hoger aangehaalde richtlijn, die een gereglementeerde opleiding erkennen. § 2. De Erkenningsraad kan aan de kandidaten opleggen, naar eigen keuze, ofwel om een aanpassingsstage van ten hoogste drie jaar te volbrengen, ofwel een bekwaamheidsproef af te leggen : 1° na nagekeken te hebben of de door hen genoten opleiding, in de zin van artikel 3, a) en b) van de hoger aangehaalde richtlijn, betrekking heeft op theoretische of praktische vakgebieden die wezenlijk verschillen van de vakgebieden die de in België vereiste diploma's bestrijken, of 2° wanneer ze zich in de toestand bevinden bedoeld in artikel 3, a) van de hoger aangehaalde richtlijn en dat een of meer activiteit(en) die ze in België zullen uitoefenen in de hoedanigheid van effectenmakelaar niet bestaat(n) in het beroep van effectenmakelaar in de lid-Staat waarvan zij afkomstig zijn, en dit verschil wordt gekenmerkt door een in België specifiek vereiste opleiding die betrekking heeft op vakgebieden die wezenlijk verschillen van de vakgebieden bestreken door het of de diploma('s) die de kandidaten voorleggen, of 3° wanneer ze zich in de toestand bevinden bedoeld in artikel 3, b) van de hoger aangehaalde Richtlijn en de gereglementeerde beroepsactiviteit(en) die ze in België zullen uitoefenen in de hoedanigheid van effectenmakelaar niet bestaat(n) in het beroep van effectenmakelaar uitgeoefend in de lid-Staat waarvan ze afkomstig zijn, en dit verschil wordt gekenmerkt door een in België specifiek vereiste opleiding die betrekking heeft op vakgebieden die wezenlijk verschillen van de vakgebieden bestreken door het of de diploma('s) die de kandidaten voorleggen. § 3. De Erkenningsraad moet evenwel nakijken of de door hen verkregen kennissen tijdens hun professionele ervaringen, van die aard zijn dat ze geheel of gedeeltelijk de voornoemde wezenlijke verschillen omvatten. § 4. De Erkenningsraad is bevoegd, in samenwerking met overeenkomstige autoriteiten van andere Lidstaten van de Europese Unie, een geheel van criteria van beroepshoedanigheid te bepalen die van een adequaat bevoegdheidsniveau getuigen met het oog op de uitoefening van de activiteiten bedoeld in artikel 19, en die het mogelijk maken de titel van effectenmakelaar te dragen. § 5. De beslissingen van de Erkenningsraad bedoeld in de §§ 1 en 2 moeten uiterlijk binnen drie maanden genomen worden na de indiening van het volledige dossier van de kandidaat. In geval van weigering moeten ze behoorlijk gemotiveerd zijn.

De verzoeker kan een beroep instellen volgens de regels die door de bestuurshandelingen voorzien zijn. § 6. De voorwaarden voor het bekomen van de titel van effectenmakelaar die in artikel 22, voorzien zijn, mogen door de Minister van Financiën, op voorstel van de Erkenningsraad, aangepast worden, om met de nieuwe communautaire rechtsbepalingen inzake het algemeen stelsel van erkenning van de beroepshoedanigheden, rekening te houden. »

Art. 5.Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit, dat de artikelen 29 tot 32 bevat, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « HOOFDSTUK VI. - De disciplinaire sancties Afdeling 1. - De disciplinaire sancties

Art. 29.De Erkenningsraad mag de volgende disciplinaire sancties opleggen : - de waarschuwing; - de berisping; - de schorsing voor maximum vier jaar en elf maanden; - de intrekking.

De schorsing brengt het verbod om de titel van effectenmakelaar te dragen, voor de duur voorzien in de sanctie, met zich mee.

Zij brengt het verbod, om deel te nemen aan de beraadslagingen van de algemene vergadering en aan de verkiezing van de Erkenningsraad voor de duur voorzien in de sanctie, met zich mee.

Art. 30.§ 1. De disciplinaire sancties voorzien in artikel 29 kunnen door de Erkenningsraad opgelegd worden in geval van niet naleving van het huidige reglement. § 2. De schorsing en de intrekking hebben uitwerking vanaf de datum waarop de feiten die aan de oorsprong liggen van de maatregel zijn vastgesteld. § 3. De effectenmakelaar die onderwerp is geweest van de schorsingsprocedure is, op straffe van intrekking, gehouden om de totaliteit van zijn bijdrage aan de Erkenningsraad te betalen.

Art. 31.De Erkenningsraad handelt ambtshalve of op basis van een klacht van elke belanghebbende partij.

De Erkenningsraad geeft kennis, aan de gerechtelijke autoriteiten, van elk onwettig dragen van de titel welke hij zou vaststellen. Afdeling 2. - De procedureregels voor het opleggen van de

disciplinaire sancties

Art. 32.§ 1. De inbreuken en de tekortkomingen op de in dit besluit bedoelde verplichtingen zullen tuchtrechtelijk beteugeld worden en aanleiding geven tot een disciplinaire sanctie. § 2. Indien de Erkenningsraad vaststelt dat effectenmakelaren aan praktijken doen die aanleiding kunnen geven tot een disciplinaire sanctie, of indien hij ingevolge een klacht van een dergelijke praktijk in kennis wordt gesteld, belast hij een van zijn leden met het onderzoek van het dossier.

Het aangeduide lid voert te dien einde de titel van auditeur. § 3. De auditeur onderzoekt de aangelegenheden ten laste en ten gunste en maakt zijn conclusies over aan de Erkenningsraad.

Art. 33.§ 1. Tijdens zijn onderzoek en, in ieder geval, vooraleer hij zijn conclusies aan de Erkenningsraad overmaakt, licht de auditeur de betrokkene of de betrokkenen in over het bestaan van een onderzoek, met aanduiding van de praktijk die het voorwerp van het onderzoek uitmaakt, en roept hen op om hen toe te laten hun bemerkingen mee te delen. § 2. Wanneer hij de Erkenningsraad van zijn conclusies in kennis stelt, licht de auditeur de dader of daders van de betrokken praktijk hierover in.

Deze laatsten kunnen op de zetel van de Erkenningsraad kennis nemen van het dossier dat werd samengesteld, op de dagen en uren aangeduid door de auditeur.

De Erkenningsraad roept de dader of daders van de betrokken praktijk op, om hen toe te laten hun bemerkingen mee te delen.

Er zal er hen op gewezen worden dat ze om tuchtredenen gehoord worden en de hen ten laste gelegde feiten zullen hen vermeld worden. § 3. De oproeping bedoeld in §§ 1 en 2 wordt met een bij de post aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs verwezenlijkt.

Indien, behalve in geval van wettige verhindering, een op regelmatige wijze opgeroepen partij niet is verschenen of haar middelen niet binnen de daartoe gestelde termijn heeft voorgedragen, kan de Erkenningsraad toch uitspraak doen. § 4. In de gevallen bedoeld in §§ 1 en 2, kan de betrokkene zich laten bijstaan door een effectenmakelaar of een advocaat. § 5. Na het verhoor van de betrokkene, wordt een proces-verbaal van verhoor met zijn verklaringen opgesteld.

Dit proces-verbaal zal hem na voorlezing ter ondertekening worden voorgelegd.

Art. 34.§ 1. Na ontvangst van de conclusies van de auditeur en na, in voorkomend geval, de persoon of personen die het voorwerp van het onderzoek uitmaken, te hebben gehoord, kan de Erkenningsraad bij een gemotiveerde beslissing : 1° het bestaan vaststellen van een ongeoorloofde praktijk en één van de disciplinaire sancties uitspreken bepaald in het huidige koninklijk besluit;2° vaststellen dat er geen disciplinaire sanctie moet worden opgelegd. § 2. De auditeur kan niet deelnemen aan de beraadslagingen van de Erkenningsraad, noch anders tussenkomen in de besluitvorming, indien deze zich dient uit te spreken over het opleggen van disciplinaire sancties. § 3. De beslissing van de Erkenningsraad wordt per aangetekende brief of brief met ontvangstbewijs betekend aan de personen die het voorwerp uitmaken van het onderzoek.

De kennisgeving vermeldt het rechtsmiddel, de bevoegde instantie om er kennis van te nemen, alsook de vorm en de termijn die moeten worden geëerbiedigd, bij gebreke daarvan gaat de verjaringstermijn voor het instellen van de vordering tot nietigverklaring niet in.

De beslissing wordt ook aan de regeringscommissaris en aan alle effectenmakelaars medegedeeld.

De beslissing van schorsing of intrekking wordt medegedeeld aan de Commissie voor het Bank- en Financiewezen.

Zij zal bekendgemaakt worden op alle manieren welke de Raad passend acht. »

Art. 6.Hoofdstuk VII van hetzelfde koninklijk besluit, dat artikel 33 tot 35 bevat, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « HOOFDSTUK VII. - De titel van ere-effectenmakelaar

Art. 35.De Erkenningsraad kan de titel van ere-effectenmakelaar verlenen, op hun verzoek, aan de personen die eervol de titel van effectenmakelaar hebben gedragen, gedurende ten minste twintig jaar, opeenvolgend of niet, en die ontslag hebben genomen, overeenkomstig artikel 28, en die hun bedrijvigheid van effectenmakelaar stopgezet hebben.

Art. 36.§ 1. De aanvragen betreffende het emeritaat moeten aan de hand van een schrijven, ten laatste binnen de zes maanden na het ontslag, gericht worden aan de Voorzitter van de Erkenningsraad. § 2. De ere-effectenmakelaars kunnen op elk ogenblik afzien om hun titel te dragen. In deze gevallen, lichten zij door middel van een bij de post aangetekende brief de Voorzitter van de Erkenningsraad hiervan in.

Art. 37.§ 1. De titel van ere-effectenmakelaar kan, naargelang het geval, geschorst of ingetrokken worden door de Erkenningsraad, als de geïnteresseerde niet meer voldoet aan de eerbaarheidvoorwaarden vastgelegd in het artikel 26, noch aan de niet-werkzaamheidsvoorwaarden vastgelegd in het artikel 35. § 2. De procedure aangaande het artikel 31, §§ 1 tot 4 is van toepassing. § 3. De schorsing en de intrekking hebben uitwerking vanaf de datum waarop de feiten, die aan de oorsprong liggen, werden vastgesteld. »

Art. 7.Hoofdstuk VII van hetzelfde koninklijk besluit, dat artikel 36 bevat, wordt vervangen door de volgende bepaling : « HOOFDSTUK VIII. - De vordering tot nietigverklaring

Art. 38.Er kan een vordering tot nietigverklaring worden ingesteld tegen de beslissingen van de Erkenningsraad, bij de Raad van State. »

Art. 8.Artikelen 37 en 38 worden artikelen 39 en 40.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 november 2003.

ALBERT Par le Roi : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^