Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 september 2010
gepubliceerd op 08 november 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de vormingsinspanningen in de banksector voor 2009 en 2010

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010204525
pub.
08/11/2010
prom.
10/09/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de vormingsinspanningen in de banksector voor 2009 en 2010 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de vormingsinspanningen in de banksector voor 2009 en 2010.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 september 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de banken Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2009 Vormingsinspanningen in de banksector voor 2009 en 2010 (Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2009 onder het nummer 96363/CO/310) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en draagwijdte van de overeenkomst

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren.

Deze overeenkomst wordt gesloten ter uitvoering van artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2009 inzake werkgelegenheid, vorming en loonbeleid voor 2009 en 2010.

Art. 2.De banksector levert nu reeds ernstige inspanningen op het vlak van de beroepsopleiding.

De sociale partners bevestigen die verbintenissen en wensen dat ze nog toenemen in de verschillende hierna beschreven initiatieven.

De banksector engageert zich om inzake opleiding zowel de financiële inspanningen als de participatiegraad te verhogen.

De sociale partners zetten zich ook in om de bankmedewerkers te sensibiliseren inzake het belang van de professionele opleiding. HOOFDSTUK II. - Vormingsinitiatieven op het niveau van de banken

Art. 3.§ 1. De banken verbinden zich ertoe voor elke werknemer in de sector te voorzien in een voortdurende beroepsopleiding, tijdens de arbeidstijd voor de sectorale vormingsinitiatieven, opdat hij, in het kader van zijn loopbaanplanning en/of een functiewijziging, de ontwikkelingskansen bij de uitoefening van zijn huidige functie of met het oog op een mogelijke evolutie in zijn loopbaan kan aangrijpen.

Die opleiding kan de vorm aannemen van een opleidingscursus buiten de onderneming, een opleidingsprogramma in de onderneming of op de werkplaats, of nog een opleiding die de nieuwe informatietechnologie benut. § 2. De banken verbinden zich ook ertoe om jaarlijks globaal en op ondernemingsniveau opleidingstijd via passende middelen aan te bieden.

Die opleidingstijd is gelijk aan minstens driemaal zoveel dagen als er personeelsleden tewerkgesteld worden (berekend in voltijds equivalenten) in de banken of groepen van banken die ressorteren onder het Paritair Comité voor de banken.

De banken zullen erop toezien dat zoveel mogelijk werknemers voor die opleidingsperiodes in aanmerking komen en dat de participatiegraad toeneemt. § 3. Iedere werknemer heeft het recht om ten aanzien van de werkgever zijn opleidingsbehoeften te formuleren conform de in de bank bestaande of in te voeren procedure waarop door de syndicale afvaardiging kan worden toegezien.

Indien een werknemer, ondanks het feit dat hij opleiding heeft gevraagd, gedurende 12 maanden geen passende vorming of opleiding kon volgen, heeft hij op eenvoudig verzoek het recht om zijn opleidingsbehoeften in een gesprek te formuleren. Werkgever en werknemer zullen schriftelijk in onderling overleg een aangepast ontwikkelingsplan afspreken. Elke vormingsweigering zal door de werkgever schriftelijk gemotiveerd worden.

De werknemer mag beroepshalve geen nadeel ondervinden van het feit dat hij dit individueel recht tot opleiding ten aanzien van zijn werkgever uitoefent. § 4. Bovenop de wettelijke prerogatieven van de ondernemingsraad op het vlak van opleiding, zal een werkgroep binnen de ondernemingsraad zich regelmatig, minstens éénmaal per jaar, over het thema van de opleiding buigen in al zijn aspecten (bijvoorbeeld soorten van opleiding, doelgroep, aanvragen, toelatingen, weigeringen,...).

Regelmatig zullen de leden van de ondernemingsraad worden ingelicht over de stand van zaken bij de besprekingen.

De banken zonder ondernemingsraad stellen een verslag op volgens een eenvoudig model overeengekomen in het paritair comité. De BVB zal deze verslagen presenteren in het paritair comité.

De modaliteiten van dit verslag zullen door de werkgroep tewerkstelling worden vastgelegd. HOOFDSTUK III. - Sectorprojecten

Art. 4.§ 1. De ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen nieuwe opleidingsprojecten bestemd voor alle personeelsleden van de banksector ontwikkelen.

Die projecten, te onderscheiden van de sectorinitiatieven inzake risicogroepen bedoeld in artikel 8 van de collectieve arbeids overeenkomst van 28 september 2009Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 28/09/2009 pub. 15/10/2009 numac 2009022488 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten inzake de inspanning voor de risicogroepen voor 2009 en 2010, zullen worden uitgevoerd via het "Paritair Fonds voor de syndicale en professionele vorming in de banksector". § 2. Daartoe krijgt het "Paritair Fonds voor de syndicale en professionele vorming in de banksector" een som van 300.000 EUR gestort door de BVB zowel in 2009 als in 2010. § 3. De ondertekenende partijen zullen onderzoeken hoe ze met de middelen en mogelijkheden van het "Paritair Fonds voor syndicale en professionele vorming in de banksector" de volgende projecten kunnen realiseren : - een opleiding, meer specifiek bestemd voor de vertegenwoordigers van de syndicale organisaties in de ondernemingsraden, aangaande de IAS/IFRS-normen en hun impact op de economische en financiële informatie die aan de leden van de ondernemingsraad moet geleverd worden; - de loopbaanbegeleiding waarvan sprake in artikel 5, § 4, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2009 inzake werkgelegenheid, vorming en loonbeleid voor 2009 en 2010. § 4. De ondertekenende partijen zullen onderzoeken in welke mate een éénvormige definitie van de notie "opleiding" kan overwogen worden op het niveau van de banksector. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 december 2010.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 september 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^