Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 2009
gepubliceerd op 16 maart 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor arbeiders

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009012235
pub.
16/03/2010
prom.
10/11/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor arbeiders (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor bedienden de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor arbeiders.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009 Nationaal akkoord 2009-2010 voor arbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 28 mei 2009 onder het nummer 92231/CO/207) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Met "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

Duur

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een duur van twee jaar, van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010, met uitzondering van artikel 9.

Omkaderingsafspraken voor het sociaal overleg op ondernemingsvlak

Art. 3.De sociale gesprekspartners van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en de onderhandelaars op ondernemingsvlak onderschrijven ten volle en zonder enig voorbehoud alle bepalingen van het uitzonderlijk akkoord van 18 december 2008 voor de onderhandelingen en bevestigen hiermee ondermeer de onderhandelingsenveloppe die in het uitzonderlijk akkoord werd vastgelegd voor de af te sluiten onderhandelingen op ondernemingsvlak in de periode 2009-2010.

De naleving op bedrijfsvlak van het uitzonderlijk akkoord, in bijlage, maakt onlosmakelijk deel uit van de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Minimumuurloon

Art. 4.§ 1. De bedragen van het minimum-aanvanguurloon en van het minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit, zoals vastgesteld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 (koninklijk besluit van 20 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 9 april 2008) betreffende het minimumuurloon gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, worden, in het 40-urenweek stelsel, vanaf 1 april 2009 verhoogd met 0,03 EUR; vanaf 1 januari 2010 wordt het voornoemde minimum-aanvanguurloon evenals het voornoemde minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit met 0,07 EUR verhoogd. § 2. Deze verhogingen zijn eveneens van toepassing op de arbeiders die op 31 maart 2009 minder dan 0,1 EUR boven de geldende minimumuurlonen betaald worden. § 3. De in § 1 en § 2 van dit artikel vermelde inspanning voor de verhogingen van de minimumuurlonen kan niet gebruikt worden als zijnde richtinggevend voor de bedrijfsonderhandelingen.

Niet geconventioneerde ondernemingen

Art. 5.§ 1. De ondernemingen die, aangaande de eventuele verhoging van de koopkracht voor de periode 2009-2010, niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, zullen op 1 januari 2010 éénmalig ecocheques, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, toekennen per arbeider in dienst op 1 januari 2010 met een totale waarde van 250 EUR. Aan de deeltijdse arbeiders worden ecocheques toegekend voor hetzelfde totaalbedrag en onder dezelfde voorwaarden als voor voltijdse arbeiders.

De toekenning en/of de bepaling van het bedrag van deze ecocheques gebeurt evenwel na verrekening en/of in voorafname van eventuele verhogingen van het uurloon en/of andere voordelen die, met uitzondering van deze ten gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2006 (koninklijk besluit van 5 augustus 2006; Belgisch Staatsblad van 20 september 2006), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling der lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, zouden toegekend worden aan de arbeiders tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Dit artikel is niet van toepassing op de arbeiders die genieten van de loonsverhogingen voorzien in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Sectorpensioen

Art. 6.§ 1. Voor de werkgevers die op 1 oktober 2010 geen of een pensioenplan met een lagere jaarlijkse werkgeverskost dan het sectoraal pensioenplan hebben voor hun arbeiders wordt er een sectoraal pensioenplan uitgewerkt dat in werking zal treden vanaf 1 januari 2011, met een minimale instapkost van 250 EUR per arbeider. § 2. Voor de ondernemingen die vallen onder het toepassingsgebied van artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die de éénmalige eco-cheques hebben toegekend, als bepaald in alinea 1 van artikel 5, en vallen onder het toepassingsgebied van het sectoraal pensioenplan zal de kost gelijk aan het totaalbedrag aan ecocheques (250 EUR per arbeider in 2010) aangewend worden in het sectoraal pensioenplan vanaf 2011.

Voor de andere ondernemingen die voor de periode 2009-2010 een recurrent voordeel hebben toegekend en die onder het toepassingsgebied van het sectoraal pensioenplan vallen, vormt het sectoraal pensioenplan een nieuw voordeel waarvan de kost op te nemen is in de collectieve arbeidsovereenkomst 2011-2012.

De verklarende tabel opgenomen in bijlage maakt integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 3. De sociale partners van de scheikundige nijverheid gaan onmiddelijk over tot de oprichting van een installatiewerkgroep sectoraal pensioenplan ten einde tegen ten laatste einde oktober 2009 alle beginselen en modaliteiten van het nieuw in te richten pensioenplan uit te werken.

Verplaatsingskosten

Art. 7.Voor wat betreft de tussenkomst van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoersbewijs berekend op basis van de tabel met forfaitaire bedragen opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van de abonnementen vanaf 5 km bepaald volgens de modaliteiten als opgenomen in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft het gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het vervoersbewijs bepaald volgens de modaliteiten als opgenomen in artikel 5 en artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer op het grondgebied van een andere lidstaat wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het vervoersbewijs bepaald volgens de modaliteiten als opgenomen in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft de tussenkomst van de werkgevers bij gebruik van een ander vervoermiddel dan het openbaar vervoer voor een afgelegde afstand die minstens 5 kilometer moet bedragen, blijft de tussenkomst van de werkgever gekoppeld aan de vroegere tabel op basis van het gemiddelde van 60 pct., jaarlijks aangepast aan de nieuwe tarieven.

Partijen komen overeen de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het vervoer van de arbeiders (koninklijk besluit van 17 mei 2002; Belgisch Staatsblad van 27 juni 2002) in die zin aan te passen.

Bestaanszekerheid

Art. 8.§ 1. Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid De aanvullende werkloosheidsuitkering zoals voorzien in het eerste lid van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 (koninklijk besluit van 19 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 8 april 2008), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid en van vergoedingen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard bedraagt vanaf 1 april 2009, 9 EUR per dag gedeeltelijke werkloosheid.

De periode gedurende dewelke men recht heeft op bovenstaand dagbedrag wordt verhoogd van maximum 50 dagen per jaar tot maximum 55 dagen per jaar en dit vanaf 1 januari 2009. § 2. Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard Voor arbeiders die om economische of technische redenen of redenen van structurele aard worden ontslagen, wordt volgende bijzondere regeling van aanvullende werkloosheidsuitkering voorzien volgens onderstaand schema : Arbeiders met een anciënniteit in de onderneming van 5 tot minder dan 10 jaar ontvangen vanaf 1 april 2009 het in § 1 vermelde dagbedrag aanvullende werkloosheidsuitkering voor de eerste 26 bewezen dagen effectieve werkloosheid, welke aanvangen vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn of vanaf het verstrijken van de door de opzeggingsvergoeding gedekte periode.

Voor de arbeiders met een anciënniteit in de onderneming van 10 tot minder dan 15 jaar wordt dit gebracht op de eerste 52 bewezen dagen effectieve werkloosheid.

Voor de arbeiders met een anciënniteit in de onderneming van 15 tot minder dan 20 jaar wordt dit gebracht op de eerste 78 bewezen dagen effectieve werkloosheid.

Voor de arbeiders met een anciënniteit in de onderneming van 20 jaar en meer wordt dit gebracht op de eerste 104 bewezen dagen effectieve werkloosheid.

De verhoging van het dagbedrag zal enkel van toepassing zijn in het kader van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2005 indien deze voorziene verhoging van het bestaande dagbedrag niet leidt tot de toepassing van de nieuwe capitatieve bijdrage(n) zoals voorzien in het koninklijk besluit van 22 maart 2006 tot invoering van een speciale patronale sociale zekerheidsbijdrage op sommige aanvullende vergoedingen in het kader van het generatiepact en tot vaststelling van de uitvoeringsregelen van artikel 50 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 31 maart 2006).

Het recht op deze aanvullende vergoeding wordt in overeenstemming met het voornoemde koninklijk besluit van 22 maart 2006 behouden in geval van werkhervatting.

Conventioneel brugpensioen

Art. 9.§ 1. Brugpensioen vanaf 58 jaar De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 (koninklijk besluit van 19 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 8 april 2008), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 maart 2011. § 2. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor de arbeiders met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 (koninklijk besluit van 19 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 8 april 2008), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar voor de arbeiders met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verlengd.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal deze collectieve arbeidsovereenkomst nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 31 maart 2011. § 3. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor de arbeiders met minstens 40 jaar beroepsloopbaan De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2008 (koninklijk besluit van 27 oktober 2008; Belgisch Staatsblad van 19 januari 2009) gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid betreffende het conventioneel brugpensioen voor arbeiders vanaf de leeftijd van 56 jaar mits 40 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal deze collectieve arbeidsovereenkomst nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 31 maart 2011. § 4. Halftijds conventioneel brugpensioen De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 (koninklijk besluit van 19 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 8 april 2008), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar voor de arbeiders, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verlengd.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal deze collectieve arbeidsovereenkomst nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 31 maart 2011.

Toekenning van een sociaal voordeel

Art. 10.Het bedrag van het sociaal voordeel vastgelegd in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007 (koninklijk besluit van 2 juli 2008; Belgisch Staatsblad van 24 juli 2008), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot toekenning van een sociaal voordeel, wordt, vanaf het betalingsjaar 2010 (sociaal dienstjaar 2009) gebracht op 130 EUR. De betalingsmodaliteiten worden bepaald door het beheerscomité van het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid".

Syndicale vorming

Art. 11.Het vierde lid van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 27 juni 2007 (koninklijk besluit van 19 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 8 april 2008), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt, met ingang van het jaar 2009 door de volgende bepalingen vervangen : - begrenzing : 1.150.000 EUR vanaf 2009; - verdeling : vanaf 2009 : 950.000 EUR jaarlijks aan de vakbondsorganisaties; 200.000 EUR jaarlijks aan Belgische federatie van de scheikundige nijverheid en van life sciences VZW (essenscia).

Fonds voor vorming (risicogroepen)

Art. 12.De collectieve arbeidsovereenkomst tot voortzetting van het Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid, gesloten op 27 juni 2007 (koninklijk besluit van 19 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 8 april 2008) in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, zal voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verlengd. De bijdrage voor het fonds voor vorming van 0,10 pct. op de brutolonen van de arbeiders wordt vanaf het jaar 2009 verhoogd van 0,10 pct. tot 0,20 pct.

Van de hierboven vermelde totaal gestorte middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage van 0,05 pct. op de brutolonen van de arbeiders integraal gebruikt worden voor collectieve opleidingsprojecten.

De sociale partners van de scheikundige nijverheid bevestigen dat ze met het invoeren van deze maatregelen verder gunstig gevolg geven aan de oproep om de vormingsinspanningen verder te verhogen.

Combinatie arbeid- gezin Tijdskrediet - 1/5e loopbaanvermindering

Art. 13.§ 1. Tijdskrediet Het recht op tijdskrediet, voorzien door art. 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan.

Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden.

Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve voorwaarden nageleefd te worden : - het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar; - de arbeiders die van dat recht op tijdskrediet gebruik wensen te maken dienen minstens vijf jaar anciënniteit bereikt te hebben. § 2. 1/5e loopbaanvermindering De ondernemingen kunnen, rekening houdend met de goede werkorganisatie, overeenkomstig artikel 6, § 2 en 9, § 2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad, de concrete toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel van 1/5e loopbaanvermindering voor de voltijdse arbeiders die in ploegen zijn tewerkgesteld. § 3. Overgang van loopbaanvermindering naar conventioneel brugpensioen In geval een arbeider overstapt van een vorm van loopbaanvermindering in het kader van tijdskrediet (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis ) naar een vorm van conventioneel brugpensioen zal de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever, als bepaald in de voor de sector geldende desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomsten, berekend worden op basis van een voltijds loon.

Deze aanvullende vergoeding wordt geproratiseerd met de verhouding van de periodes voltijdse en deeltijdse tewerkstelling over de gehele loopbaan.

Deze regeling doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op het vlak van de onderneming bestaan.

Basisloonwaarborg voor zwangere arbeidsters

Art. 14.Voor arbeidsters die omwille van hun zwangerschap genoodzaakt worden om gedurende deze periode een andere lagere functie binnen de onderneming in te vullen zal het basisloon van de originele functie gewaarborgd blijven.

Deze regeling doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op het vlak van de onderneming bestaan.

Arbeidsovereenkomsten

Art. 15.In geval een uitzendkracht wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst bij dezelfde gebruiker, vanaf dan de werkgever genoemd, en dit voor dezelfde functie als waarin hij gedurende minstens 6 maanden, zonder tussentijdse onderbreking van meer dan 4 opeenvolgende weken, heeft gewerkt, zal er geen proefperiode in de arbeidsovereenkomst voorzien worden.

Eindejaarspremie

Art. 16.In het artikel 8, 3e alinea van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 (koninklijk besluit van 18 februari 2008; Belgisch Staatsblad van 8 april 2008) betreffende de eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, worden voor wat betreft de gelijkstellingen met effectieve arbeid de woorden "de dagen gedeeltelijk werkloosheid tot 50 dagen" vervangen door "de dagen gedeeltelijke werkloosheid tot 55 dagen".

Juridische aansprakelijkheid van de werknemers

Art. 17.De paritaire werkgroep betreffende de juridische aansprakelijkheid van de werknemers zal haar werkzaamheden voor de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst verder zetten.

Sociale dialoog

Art. 18.Na het afsluiten van het Nationaal Akkoord 2009-2010 voor arbeiders zal de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tijdens deze collectieve arbeidsovereenkomstperiode, het initiatief nemen om een dialoog op te starten tussen de sociale partners van het paritair comité aangaande het versterken van de sociale dialoog, in het bijzonder wat betreft de informatieverstrekking op sociaal-economisch gebied voor K.M.O.'s vanaf een bepaald aantal arbeiders.

De ondertekenende organisaties zijn bereid om op dit initiatief positief in te gaan.

Dit positief engagement tot dialoog houdt geen resultaatsverbintenis in.

Overleg en sociale vrede

Art. 19.Met inachtneming van de sociale vrede en de procedures eigen aan de scheikundige nijverheid, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van deze collectieve arbeidsovereenkomst aan elkaars eisen zijn tegemoet gekomen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 1 april 2009 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor arbeiders Uitzonderlijk akkoord voor de onderhandelingen op sector- en ondernemingsvlak in de periode 2009-2010 Bijdrage tot het herstel van het vertrouwen Ons land maakt momenteel een zeer moeilijke periode door. De combinatie van een forse terugval van de binnenlandse en van de buitenlandse vraag, van de effecten van de fors gestegen grondstoffenprijzen (bijvoorbeeld voeding en energie) in de eerste helft van het jaar en van de wereldwijde financiële crisis maakt dat de economische vooruitzichten sinds de zomer aanzienlijk neerwaarts zijn bijgesteld. Terwijl in juni nog een economische groei voor ons land voorspeld werd van 1,7 pct. in 2009, gaan de voorspellingen van eind november er van uit dat de groei negatief zal zijn.

In een dergelijke uitzonderlijke context zijn de sociale partners van oordeel dat ons land nu nood heeft aan een uitzonderlijk akkoord, aangepast aan wat de bevolking en de ondernemers vandaag de dag bezig houdt. Een akkoord dat uitgaat van de realiteit, maar tegelijkertijd een bijdrage wil leveren tot het herstel van het vertrouwen van werknemers en werkgevers. Het is eveneens een akkoord waar de juiste balans tussen concurrentiekracht, koopkracht en werkgelegenheid wordt nagestreefd.

Daarnaast hebben de huidige crisis en de bijhorende moeilijke begrotingstoestand, onder andere ten gevolge van de financiële crisis, bij velen de ogen geopend. Het vertrouwen in het systeem is sterk gedaald. De omslag op de reële economie is intussen een feit. De overheid moet dan ook veel middelen mobiliseren om deze algehele economische crisis het hoofd te kunnen bieden, hetgeen dan op zijn beurt de begrotingstoestand van ons land onder druk zet. Daarom is het onder andere van het grootste belang dat alle inkomsten waarop de overheid recht heeft correct geïnd worden en dat de overheid correct haar schulden ten opzichte van burgers en ondernemingen vereffent. In dit verband vragen de sociale partners om de strijd tegen sociale en fiscale fraude te intensiveren.

De basis voor het onderstaande akkoord is deze van het schema dat door de regeringsbemiddelaar aan de Groep van 10 op 8 december 2008 werd voorgelegd. Hierna wordt in extenso dit schema overgenomen.

Groep van Tien - Voorstellen van de bemiddelaar A. Preambule 1. Het akkoord tussen de sociale partners komt er in een periode van zware crisis;2. Sommige arbitrages zullen slechts uitzonderlijke "one shots" zijn, als antwoord op de crisis, die in het herstelplan moeten worden verwerkt volgens de politieke en financiële evenwichten van de regering.Bij een uitzonderlijke situatie past een uitzonderlijk akkoord; 3. Het compromis binnen de Groep van Tien wordt uitgewerkt volgend het hieronder weergegeven schema;4. De gedeelten van het tripartiete dossier (kredietverzekering, terugvordering van btw, economische werkloosheid, energiekosten) dienen parallel met de voorstellen te worden bekeken;5. De sociale gesprekspartners zijn gewonnen voor de gedachte van het bestrijden van de sociale en fiscale fraude. B. Schema van de voorstellen De voorstellen zijn ingedeeld in drie grote luiken : de koopkracht van de werknemers, de loonkosten van de ondernemingen, de koopkracht van de sociale-uitkeringtrekkers. Aan deze luiken dienen het werkgelegenheidsprogramma (2009-2010) en de conventionele of contractuele verlengingen te worden toegevoegd.

Koopkracht van de werknemers 1. Behoud van de indexering van de brutolonen volgens de sectorale akkoorden;2. Netto-enveloppe van maximum 250 EUR/werknemer in een volledig jaar, te onderhandelen op sectorvlak, met een maximum van 125 EUR in 2009;3. Aan te rekenen op de enveloppe van 250 EUR : a.sectoraal minimumloon te bespreken door de sectoren; b. groene cheques tegen 1 februari 2009 ten uitvoer te leggen;c. maaltijdcheques sociaal verlof van 6,00 EUR tot 6,50 EUR en 0,50 EUR per cheque aftrekbaar van de vennootschapsbelasting of tot 7 EUR/cheque en 1 EUR aftrekbaar;d. vrijstelling van de verhoging van de mobiliteitsvergoeding in de bouw;e. extra kosten op sector-/ondernemingsniveau voor de andere vervoertakken ten gevolge van de verhoging van de tegemoetkoming in trein/tram/bus;4. Woon-werkverkeer : a.collectieve arbeidsovereenkomst 19 : 60 pct. tot 75 pct. vanaf 1 februari 2009; b. forfaitabel in de collectieve arbeidsovereenkomst;c. forfait geldig in 2009 en 2010;d. forfait onderhandelbaar voor 2 jaar;e. aanrekening op de enveloppe van 250 EUR van de kosten vermeld onder punt 3, e. Loonkosten van de ondernemingen : 5. Lastenverlaging (428 miljoen EUR - ploegenarbeid, nachtarbeid, overuren, herverdeling van de sociale lasten);6. Vereenvoudiging van de banenplannen;7. Wegwerken van het loonverschil en financiële compensatie. Er dient een evenwicht te worden gevonden tussen de enveloppe van 250 EUR netto per werknemer in 2010 (ten laste van de ondernemingen) en de financiële compensatie hiervan. De compensatie gebeurt via verlagingen van de bedrijfsvoorheffing die worden teruggegeven aan de ondernemingen. Sinds 1 oktober 2007 bestaan deze maatregel tot een bedrag van 0,25 pct. verlaging van de voorheffing. Het voorstel brengt de verlaging van deze voorheffing op 0,75 pct. op 1 januari 2009 en op 1 pct. op 1 januari 2010 (ieder kwartpunt wordt geraamd op 232 miljoen EUR). Vanaf 2010 maakt een bedrag dat overeenkomt meet 0,15 pct. verlaging van de voorheffing het voorwerp uit van een alternatieve financiering die niet ten laste van de ondernemingen komt en die de koopkracht van de werknemers niet aantast.

Koopkracht van de sociale uitkeringtrekkers 8. Welvaartsaanpassing (428 miljoen EUR);9. Degressiviteit. Bovenstaand schema van de bemiddelaar werd op 8 december 2008 via een brief van de voorzitter van de Groep van 10 overgemaakt aan de federale regering. Deze laatste heeft aan de sociale partners tijdens een ontmoeting met de Groep van 10 op 11 december 2008 bevestigd zich achter het schema van de bemiddelaar te scharen, hetgeen vervolgens per brief van 12 december 2008 aan de Groep van 10 bevestigd werd. De Groep van 10 heeft tevens akte genomen van de regeringsbeslissingen betreffende de economische werkloosheid, de kredietverzekering, de terugvordering van de BTW en de energiekosten.

De sociale partners bevestigen van hun kant dat ze de onderdelen van het schema van de bemiddelaar waarvoor zij in de eerste plaats verantwoordelijkheid dragen, zullen honoreren. In het licht van de komende onderhandelingen komen de sociale partners het volgende overeen : - De wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen vrijwaart de indexering en de baremieke verhogingen. Uitzonderlijk is voor de jaren 2009-2010 een "netto"-aanpak (dit wil zeggen zonder bijkomende lasten van welke aard ook voor de werkgevers) van toepassing. Voor de jaren 2009-2010 komen de sociale partners dus overeen om de onderhandelingsenveloppe vast te leggen op maximaal 250 EUR per werknemer op kruissnelheid, boven op de toepassing van het loonindexeringsmechanisme en de baremieke verhogingen. Voor 2009 mag reeds maximaal 125 EUR toegekend worden, hetzij aan te rekenen op dit bedrag, hetzij éénmalig. - Om de invulling van dit bedrag naar nettokoopkracht voor de werknemers te faciliteren, komen de sociale partners overeen om samen met de regering de volgende afspraken tegen 1 februari 2009 te concretiseren : - een verhoging van het maximum faciaal tarief van de maaltijdscheque met 1 EUR (van 6 naar 7 EUR), zonder dat het huidige personnlijk aandeel van de werknemer (met name 1,09 EUR) verhoogd wordt.

Tegelijkertijd wordt voorzien dat de werkgever 1 EUR per maaltijdcheque op fiscaal gebied kan inbrengen als aftrekbare kost; - een verhoging van het grensbedrag voor de mobiliteitsvergoeding in gebruik in bedrijfstakken waar de werkplaats niet vast bepaald is, tot 0,1316 EUR per kilometer; - de uitwerking van een regeling van vrijstelling, voor werkgever en werknemer, van belastingen en sociale bijdragen bij de toekenning van "groene cheques" (genaamd eco-cheques) bestemd voor de aankoop van ecologische producten en diensten.

De totale kost van een aanpassing van de sectorale minimumbarema's alsook van de overloopeffecten op sector- of bedrijfsniveau van een verhoging van de tussenkomst van de werkgever in trein-, tram-, metro- of busabonnementen naar andere vervoerswijzen toe (zie hierna), zal op de genoemde afgesproken onderhandelingsenveloppe geïmputeerd worden. - De sociale partners komen overeen om collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 te wijzigen teneinde de maximale tussenkomst door de werkgever in een trein-, tram-, metro- of busabonnement (gemeenschappelijk openbaar vervoer) op 1 februari 2009 te verhogen tot 75 pct. De aldus verhoogde tussenkomst zal tegelijkertijd worden omgezet in een tabel met forfaitaire bedragen. Deze forfaits zullen gelden voor 2009 en 2010, zonder dat ze geïndexeerd worden. Nadien zal tweejaarlijks worden onderhandeld over een aanpassing van deze forfaits.

De sociale partners vragen dat de koninklijke besluiten genomen in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 met deze tabel in overeenstemming worden gebracht.

Eventuele overloopeffecten van deze maatregel op andere tussenkomsten voor woon-werkverkeer moeten, zoals hoger reeds aangegeven, worden aangerekend op de afgesproken onderhandelingsenveloppe.

De volgende bestaande afspraken worden voor 2009-2010 verlengd : - de bijzondere brugpensioenregelingen (20 jaar nachtarbeid, verminderde arbeidsgeschiktheid in de bouwsector, en het halftijdse brugpensioen); - de werkgeversbijdrage van 0,10 pct. voor de inspanningen ten voordele van de personen die behoren tot risicogroepen; - de werkgeversbijdrage van 0,05 pct. voor de financiering van het plan inzake de actieve begeleiding en opvolging van werklozen; - het systeem van de innovatiepremie; - de vrijstelling van de startbaanverplichting indien de sector een werkgeversbijdrage van 0,15 pct. voorziet voor risicogroepen; - collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 (brugpensioen lange loopbanen); - de financiering en verduurzaming van de overheidstussenkomst in het kader van het 80/20-systeem (tussenkomst werkgever in de kosten voor openbaar vervoer in het woon-werkverkeer via een overeenkomst derde betaler), met een open enveloppe. - De werknemers- en werkgeversorganisaties, die dit akkoord ondertekenen, bevestigen hun gemeenschappelijke wil om alle bepalingen van het onderhavige akkoord te doen naleven. - Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de volgende bijlagen integraal deel uitmaken van dit akkoord en dat ze de partijen binden op dezelfde wijze als het akkoord zelf : 1. Vereenvoudiging banenplannen;2. Lastenverlagingen en herverdeling sociale lasten;3. Invulling van de enveloppe welvaartsvastheid sociale uitkeringen;4. Antwoord op de regeringsvraag inzake tijdskrediet. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 1 april 2009 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor arbeiders

Accord national 2009-2010 pour ouvriers - Nationaal akkoord 2009-2010 voor arbeiders

Hausse salariale récurrente 0,10 EUR Recurrente loonsverhoging

Eco-chèque unique 250 EUR Eenmalige ecocheque 250 EUR

Si adhésion au 2e pilier Indien aansluiting 2e pijler

Impact cct 2011 - 2010 Impact cao 2011-2010

Ja/Oui

Neen/Non

Non conventionnés/Niet geconventioneerden


Salaire minimum/ Minimumloon (+ max 0,10 EUR)

X

X


Autres/Andere

X

X

Conventionnés/Geconventioneerden


Salaire minimum/ Minimumloon (+ max 0,10 EUR) Autres/Andere

X

X


Si avantage unique entre/Indien éénmalig voordeel tussen 0 EUR et/en 250 EUR

X (solde/saldo jusque/tot 250)


Si avantage unique/Indien éénmalig voordeel = 250 EUR

X

Si avantage récurrent entre/ Indien recurrent voordeel tussen 0 EUR et/en 250 EUR

X (solde/saldo jusque/tot 250)


Si avantage récurrent/Indien recurrent voordeel = 250 EUR

X


Accord national 2009-2010 pour ouvriers - Nationaal akkoord 2009-2010 voor arbeiders

Hausse salariale récurrente 0,10 EUR Recurrente loonsverhoging

Eco-chèque unique 250 EUR Eenmalige ecocheque 250 EUR

Si opting out Indien opting out

Impact cct 2011 - 2010 Impact cao 2011-2010

Ja/Oui

Neen/Non

Non conventionnés/Niet geconventioneerden


Salaire minimum/ Minimumloon (+ max 0,10 EUR)

X

X

Autres/Andere

X

X

Conventionnés/Geconventioneerden


Salaire minimum/ Minimumloon (+ max 0,10 EUR)

X

Autres/Andere


Si avantage unique entre/Indien éénmalig voordeel tussen 0 EUR et/en 250 EUR

X

Si avantage unique/Indien éénmalig voordeel = 250 EUR

X

Si avantage récurrent entre/ Indien recurrent voordeel tussen 0 EUR et/en 250 EUR

X

Si avantage récurrent/Indien recurrent voordeel = 250 EUR

X


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^