Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 2006
gepubliceerd op 20 december 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende toepassing van artikel 1, 3, van de wet van 16 mei 1938 tot regeling van de arbeidsduur in de diamantnijverheid, zoals inzonderheid gewijzigd bij de wet van 13 februari 1998

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006203690
pub.
20/12/2006
prom.
10/11/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende toepassing van artikel 1, 3, van de wet van 16 mei 1938 tot regeling van de arbeidsduur in de diamantnijverheid, zoals inzonderheid gewijzigd bij de wet van 13 februari 1998 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 mei 1938 tot regeling van de arbeidsduur in de diamantnijverheid, inzonderheid op artikel 1, zoals gewijzigd bij de wet van 13 februari 1998;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 26bis, zoals laatst gewijzigd bij de wet van 4 december 1998;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende toepassing van artikel 1, 3, van de wet van 16 mei 1938 tot regeling van de arbeidsduur in de diamantnijverheid, zoals inzonderheid gewijzigd bij de wet van 13 februari 1998.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 mei 1938, Belgisch Staatsblad van 29 mei 1938 Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971.

Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998.

Wet van 4 december 1998, Belgisch Staatsblad van 17 december 1998.

Bijlage Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2000 Toepassing van artikel 1, 3, van de wet van 16 mei 1938 tot regeling van de arbeidsduur in de diamantnijverheid, zoals inzonderheid gewijzigd bij de wet van 13 februari 1998 (Overeenkomst geregistreerd op 26 oktober 2000 onder het nummer 55745/CO/324)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.

Art. 2.In toepassing van artikel 1, 3, van de wet van 16 mei 1938 tot regeling van de arbeidsduur in de diamantnijverheid, die voorziet in een bijzondere regeling van de arbeidsduur, dienen de volgende grenzen in acht genomen te worden : - maximaal 10 uren per dag; - maximaal 49 uren per week.

Art. 3.De ondernemingen die invoering van deze bijzondere regeling willen invoeren, moeten dit éénmalig voorafgaandelijk ter kennis brengen van de vertegenwoordiging van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.

Art. 4.§ 1. De overschrijdingen bedoeld in artikel 2 zijn enkel toegelaten op voorwaarde dat gedurende een referteperiode van één jaar, gemiddeld niet langer dan 38 uren per week, wordt gewerkt. § 2. Deze overschrijdingen van de normale grenzen van de arbeidsduur, geven aanleiding tot inhaalrust. § 3. In de loop van de referteperiode van een jaar, mag op geen enkel ogenblik de totale duur van de verrichte arbeid, de toegelaten gemiddelde arbeidsduur over dat jaar vermenigvuldigd met het aantal weken of delen van een week die reeds in dat jaar verlopen zijn, overschreden worden met meer dan 65 uren. In voorkomend geval dient onmiddellijk inhaalrust toegekend te worden. § 4. Overeenkomstig artikel 26bis van de wet van 16 maart 1971, moet de inhaalrust worden toegekend naar rato van een volledige rustdag per overschrijding die de bij artikel 1.1 van de wet van 16 mei 1938 vastgestelde dagelijkse arbeidsduur bereikt. Zij moet samenvallen met een dag waarop de werknemer normaal zou gewerkt hebben indien hij geen inhaalrust had genomen en telt als arbeidstijd voor de berekening van het gemiddelde.

Art. 5.Deze bijzondere arbeidsregeling kan toegepast worden overeenkomstig de richtlijnen vermeld in het aanwezigheidsregister.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst gaat in vanaf 1 oktober 2000 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan opgezegd worden door elke ondertekenende organisatie, mits het in acht nemen van een opzegtermijn van zes maand. De opzegging gebeurt met een aangetekende brief aan de andere contracterende partijen en aan de Griffie van de Administratie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen. Afschrift van de opzegging wordt overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^