gepubliceerd op 28 november 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 september 2005 houdende het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
10 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 september 2005 houdende het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, inzonderheid op artikel 270, § 2 en 272;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle van sommige instellingen van openbaar nut, en in het bijzonder het artikel 11;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 februari 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 maart 2006;
Gelet op het protocol n 6 van 26 april 2006 van het Sectorcomité XII - Volksgezondheid;
Gelet op het advies 40.655/3 van de Raad van State, gegeven op 20 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het advies 41.059/1/V van de Raad van State, gegeven op 17 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 22 september 2005 houdende het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg wordt aangevuld met de woorden « en van de voorzitter van zijn raad van bestuur ».
Art. 2.Artikel 1 van het besluit van 22 september 2005 houdende het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg wordt als volgt aangevuld : « Onder voorbehoud van de bepalingen inzake sociale zekerheid die van toepassing zijn op de niet vastbenoemde ambtenaren, zijn de bepalingen van onderhavig besluit tevens van toepassing op de Voorzitter van de Raad van Bestuur van het Kenniscentrum, uitgezonderd de bepalingen inzake selectie, werving, stage, evaluatie, loopbaan, tucht en definitieve ambtsneerlegging. »
Art. 3.De § 1 van artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende paragraaf : « § 1. De bepalingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, en de erin opgesomde besluiten, zijn van toepassing op het personeel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, onder voorbehoud van de afwijkende bepalingen van onderhavig besluit. »
Art. 4.De volgende paragraaf wordt toegevoegd aan artikel 3 van het voornoemde besluit : « § 3. Titel 11 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel organiseert, is niet van toepassing op de personeelsleden die worden bedoeld in artikel 272 van de programmawet (1) van 24 december 2002. »
Art. 5.De § 1 van artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende paragraaf : « § 1. De bepalingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende het geldelijk statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut en de erin opgesomde besluiten, zijn van toepassing op het personeel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, onder voorbehoud van de afwijkende bepalingen van onderhavig besluit. » De volgende paragraaf wordt toegevoegd aan artikel 4 van het voornoemde besluit : « § 3. Inzake toelagen en vergoedingen zijn de volgende besluiten van toepassing op het statutaire en contractuele personeel en op de Voorzitter van de Raad van Bestuur van het Centrum : - koninklijk besluit van 30 januari 1979 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan het personeel van 's lands algemeen bestuur; - koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt; - koninklijk besluit van 26 november 1997 tot vervanging, voor het personeel van sommige overheidsdiensten, van het koninklijk besluit van 30 januari 1967 houdende toekenning van een haardtoelage of een standplaatstoelage aan het personeel der ministeries; - koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot toekenning van taalpremies aan de personeelsleden van het Federaal administratief Openbaar Ambt; - koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten; - koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het KB van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten; - koninklijk besluit van 10 juli 2002 tot toekenning van een Copernicuspremie aan sommige personeelsleden van de rijksbesturen. »
Art. 6.§ 1. Artikel 6 van voormeld koninklijk besluit wordt artikel 6, § 1 ervan. § 2. Aan voormeld artikel 6 wordt een § 2 toegevoegd dat als volgt luidt : « § 2. Het jaarloon van de Voorzitter wordt vastgelegd op 13 356 euro met coëfficiënt 138.01. »
Art. 7.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 9.Onderhavig besluit treedt in voege met terugwerkende kracht op 1 mei 2003, met uitzondering van de loonschalen die worden bedoeld in artikel 6, § 1, dewelke gelden vanaf 1 november 2005, en onverminderd de latere inwerkingtreding van de besluiten waarnaar verwezen wordt in onderhavig besluit. »
Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE