10 NOVEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, inzonderheid op de artikelen 2, § 2, tweede lid, ingevoegd bij de programmawet van 22 december 2003, en 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, inzonderheid de artikelen 1, eerste lid, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 maart 2004 en 10 november 2004, 2quater, § 4, eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 januari 2004 en 31 maart 2004, 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 maart 2004 en 10 november 2004 en 8, tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 januari 2004 en 10 november 2004;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de adviezen van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening gegeven op 17 maart 2005 en 7 april 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 juni 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 8 juli 2005;

Gelet op het advies nr. 38.923/1/V van de Raad van State, gegeven op 30 augustus 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2quater, § 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 januari 2004 en 31 maart 2004, wordt aangevuld als volgt : "8° de onderneming die gebruik wenst te maken van dienstencheques in gedematerialiseerde vorm bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid, verbindt zich ertoe om eveneens, integraal en zonder beperking, de papieren dienstencheque te gebruiken."

Art. 2.Artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : "Hij kan een gedematerialiseerde vorm aannemen, goedgekeurd door het Beheerscomité van de R.V.A., en aangekocht en gebruikt worden door middel van een elektronische procedure waarvan het principe en de modaliteiten goedgekeurd worden door dit Beheerscomité."

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende : "De verrichtingen en gegevens betreffende de aankoop en het gebruik door middel van de elektronische procedure, worden gelijkgesteld met de verrichtingen en gegevens betreffende de aankoop en het gebruik van de dienstencheque bedoeld in de artikelen 3 tot 7."

Art. 4.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 20 juli 2001, Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2001; Programmawet van 22 december 2003, Belgisch Staatsblad van 31 december 2003;

Koninklijk besluit van 12 december 2001, Belgisch Staatsblad van 22 december 2001;

Koninklijk besluit van 9 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 15 januari 2004;

Koninklijk besluit van 31 maart 2004, Belgisch Staatsblad van 16 april 2004;

Koninklijk besluit van 10 november 2004, Belgisch Staatsblad van 19 november 2004.