gepubliceerd op 30 november 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 24 en 110 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
10 NOVEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 24 en 110 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 24, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 april 1999 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000, 13 juli 2001 en 4 juli 2004 en 110, § 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1995 en 12 maart 2003;
Gelet op de adviezen van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 15 juli 2004 en 15 september 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïên, gegeven op 25 februari 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 april 2005;
Gelet op advies 38.523/1 van de Raad van State, gegeven op 16 juni 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 24, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 april 1999, wordt aangevuld als volgt : « en inzonderheid eenmaal per jaar de uitkeringsgerechtigde werknemer met gezinslast en de uitkeringsgerechtigde alleenwonende werknemer herinneren aan diens verplichting een nieuw dossier in te dienen in de gevallen bedoeld in artikel 134; de herinnering wordt overgemaakt met een gewoon schrijven en vermeldt de voorheen aangegeven samenstelling van het gezin; de herinnering moet niet overgemaakt worden indien de werknemer geniet van het brugpensioen of het halftijds brugpensioen; ».
Art. 2.Artikel 110, § 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1995 en 12 maart 2003, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4. De werknemer met gezinslast en de alleenwonende werknemer moet het bewijs leveren van de samenstelling van zijn gezin door middel van het document waarvan de inhoud en het model bepaald wordt door het beheerscomité. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.
Art. 4.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944. Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961.
Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991.
Koninklijk besluit van 22 november 1995, Belgisch Staatsblad van 8 december 1995.
Koninklijk besluit van 30 april 1999, Belgisch Staatsblad van 1 juni 1999.
Koninklijk besluit van 12 maart 2003, Belgisch Staatsblad van 2 april 2003.