gepubliceerd op 04 april 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende het conventioneel brugpensioen
10 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende het conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de beursvennootschappen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende het conventioneel brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beursvennootschappen Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1999 Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer 54460/CO/309)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen behoren. Zij heeft tot doel de toegang tot het conventioneel brugpensioen mogelijk te maken voor de personeelsleden van de ondernemingen die beantwoorden aan de algemene voorwaarden bepaald door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992), alsook aan de bijzondere bepaling genoemd in artikel 2 van deze overeenkomst.
Art. 2.Het conventioneel brugpensioen wordt in alle gevallen van ontslag, behalve het ontslag om ernstige reden, toegestaan aan de werknemers die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt. De bedienden die ontslagen werden vóór het afsluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst en waarvan de ontslagtermijn nog loopt, kunnen ook aanspraak maken op de regeling die bij deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald.
Art. 3.De algemene toepassingsmodaliteiten van deze conventionele brugpensioenregeling zijn die welke bepaald zijn door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten voor onbepaalde duur op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling voor aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975.
Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarin wordt voorzien door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 wordt op 65 pct. van het verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsuitkering gebracht.
Art. 4.De deeltijdse werknemers in het systeem van de vermindering van de arbeidsprestaties zoals bepaald in artikel 102 van de herstelwet van 22 januari 1985 zullen aanspraak kunnen maken op een aanvullende vergoeding berekend op voltijdse prestaties, indien zij worden ontslagen na 58 jaar.
Art. 5.De werkgever zal verplicht zijn om de aanvullende vergoeding te betalen slechts voorzover de werknemer de opzeggingstermijn (of de verbrekingsvergoeding) heeft aanvaard die door de werkgever werd betekend en waarvan de duur werd berekend overeenkomstig de bepalingen van respectievelijk artikel 59 en artikel 82 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur van drie jaar en treedt in werking op 26 oktober 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX