10 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, § 1, vierde lid, en op artikel 153, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en bij het koninklijk besluit van 25 april 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 150 en 152;

Gelet op het advies, uitgebracht door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering op 28 juli 1997;

Gelet op de hoogdringendheid als gevolg van de budgettaire toestand in de sector van de rustoorden voor bejaarden die eist dat de hoogste tegemoetkomingen enkel bestemd zijn voor de rechthebbenden met een grote zorgafhankelijkheid (categorie B en C); dit moet toelaten dat het toekennen van middelen in deze sector evenwichtiger verloopt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 16 september 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 150, streepje « categorie B », van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden de woorden « én zij zijn afhankelijk om zich te verplaatsen en/of naar het toilet te gaan » vervangen door de woorden « én zij zijn afhankelijk om zich te verplaatsen en/of om te eten en/of wegens incontinentie; ».

Art. 2.In artikel 152, § 2 van het genoemd koninklijk besluit van 3 juli 1996, wordt na de eerste alinea, de volgende alinea gevoegd : « De kennisgeving dient vergezeld te zijn van een evaluatieschaal die moet worden ingevuld door de verpleegkundige die de mogelijkheid heeft gehad om de rechthebbende te observeren bij het uitoefenen van de handelingen van het dagelijks leven, of door de behandelend geneesheer; deze evaluatieschaal wordt ingediend aan de hand van een formulier dat is opgesteld door het Verzekeringscomité op voorstel van het Nationaal college van adviserend geneesheren, bedoeld in artikel 120. ».

Art. 3.In artikel 152, § 2, derde lid dat het vierde lid wordt, worden de woorden « eerste en tweede lid », vervangen door de woorden « eerste en derde lid ».

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Behoudens indien de instelling binnen de vijftien dagen na de in het vorig lid vermelde datum een aanvraag om herziening van de afhankelijkheidscategorie indient bij de adviserend geneesheer, worden de wijzigingen van afhankelijkheidscategorie die het gevolg zijn van het toepassen van de bepalingen van artikel 1 van dit besluit ambtshalve doorgevoerd.

Indien de adviserend geneesheer instemt met de door de instelling overeenkomstig de bepalingen van vorig lid ingediende aanvraag om herziening, kan deze de gevraagde herziening toekennen met ingang van de datum waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 1997. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN