gepubliceerd op 16 juni 2006
Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten
10 JUNI 2006. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4, § 2, 1°, vervangen bij de wet van 20 mei 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 december 1998, 5 september 2002, 25 april 2004, 3 augustus 2004, 4 augustus 2004, 10 augustus 2005 en 30 januari 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 mei 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 14 oktober 2005;
Gelet op het protocol nr. 543 van 21 december 2005 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op advies 39.761/3 van de Raad van State, gegeven op 21 maart 2006;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 2, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt 1°bis ingevoegd, luidende als volgt : « 1°bis een bezoldiging voor de carensdag, als bedoeld, naargelang het geval, in artikel 52, § 1, tweede lid, of in artikel 71 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juni 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Ambtenarenzaken, Ch. DUPONT