10 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikelen 57 en 59;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 18 februari 2008;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 maart 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 15 mei 2008;

Gelet op het advies 44.656/1 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft, wordt vervangen als volgt : « 4° werkgevers : de inrichtingen zoals bedoeld in artikel 34, eerste lid, 11° en 12°, van de wet, met uitzondering van de psychiatrische verzorgingstehuizen. Vanaf 1 oktober 2007 worden ook de instellingen die zonder als rustoord te zijn erkend, de gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van bejaarden uitmaken, uitgesloten; ».

Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Voor het geheel van de werkgevers wordt het totale aantal personeelsleden zoals bedoeld : -in artikel 1, 7°, a) voor de openbare instellingen en - in artikel 1, 7°, a) tot en met c) voor de private instellingen, waarvoor de tegemoetkoming bedoeld in artikel 2 wordt gefinancierd, beperkt tot 24.882 voltijds equivalenten.

Indien het aantal voltijds equivalenten voor personeelsleden bedoeld hierboven, tijdens de referentieperiode die is bedoeld in artikel 6, § 3, groter is dan het plafond, dan worden de bedragen die zijn opgenomen in bijlage bij dit besluit en betrekking hebben op de betrokken referentieperiode vermenigvuldigd met de factor : 24.882/(reële aantal vastgestelde voltijds equivalenten voor personeelscategorieën zoals bedoeld in het vorige lid). »; 2° § 3 wordt opgeheven.

Art. 3.Een artikel 6bis wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : «

Art. 6bis.In toepassing van artikel 4, § 2, tweede lid, en in afwijking van de bepalingen van artikel 6, § 4, wordt een nieuwe afrekening voor de referentieperiode van 1 januari 2004 tot 30 juni 2006, gemaakt tijdens 1ste semester 2008 en betaald ten laatste op 30 juni 2008. De financiële weerslag van deze nieuwe afrekening wordt ten laste gelegd van de globale begroting van financiële middelen van het RIZIV voor het jaar 2007.

In afwijking van de bepalingen van artikel 6, § 4, wordt de definitieve afrekening die betrekking heeft op de referentieperiode van 1 juli 2006 tot 30 juni 2007, betaald tegen 31 juli 2008.

In afwijking van de bepalingen van artikel 6, § 2, c) worden de voorschotten van 31 januari 2008 en 30 april 2008 betaald op 31 januari 2008. Deze zijn gelijk aan 1/10 x [(bedrag van de definitieve tegemoetkoming berekend volgens artikel 6, § 3, 1°) x 1,04].

Na de in het tweede lid bedoeld afrekening, worden de in het derde lid bedoelde voorschotten herberekend volgens de bepalingen zoals voorzien in artikel 6, § 2, c). In geval van een positief saldo, wordt dit betaald ten laatste op 31 juli 2008. »

Art. 4.De bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de hier bijgevoegde bijlage.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang op 1 januari 2006.

Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage Bijlage bij het koninklijk besluit van 10 juli 2008 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 10 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX