Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2014
gepubliceerd op 28 mei 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2014022200
pub.
28/05/2014
prom.
25/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/25/2014022200/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2007 pub. 21/09/2007 numac 2007023291 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikelen 57 en 59;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2007 pub. 21/09/2007 numac 2007023291 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 12 juni 2013;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 17 juni 2013;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 juli 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 14 januari 2014;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies 55.439/2 van de Raad van State, gegeven op 19 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De titel van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2007 pub. 21/09/2007 numac 2007023291 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten, tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft, wordt vervangen door de volgende titel : " Koninklijk besluit van 17 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2007 pub. 21/09/2007 numac 2007023291 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's, de loonsverhogingen en tewerkstellingsmaatregelen in bepaalde gezondheidsinstellingen betreft".

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 juni 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2011 pub. 08/07/2011 numac 2011022227 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2012 pub. 18/12/2012 numac 2012022445 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten, wordt het § 3 vervolledigd als volgt : "4° de personeelsleden die onder de toepassing vallen van de bepalingen van artikel 4, § 1, 3° van het koninklijk besluit van 15 september 2006 tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft (de "vervangers"); 5° de vervangers van de werknemers van minstens 50 jaar, die de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan niet genieten, maar die een bijkomend verlof genieten in het kader van het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de sector van de geneeskundige verzorging en dat in 2005 door de Federale Regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers;6° de personeelsleden die gefinancierd worden in het kader van de overeenkomsten gesloten met toepassing van artikel 22 van de wet;7° de referentiepersoon voor dementie die in deel E 3 van het forfait berekend op basis van de bepalingen van het ministerieel besluit van 6 november 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/11/2003 pub. 26/11/2003 numac 2003023017 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden type ministerieel besluit prom. 06/11/2003 pub. 19/11/2003 numac 2003023003 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot vaststelling, voor het jaar 2002, van de parameters per ziekenfonds, ter verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging ingericht door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen voor de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen die vrijwillig zijn toegetreden tot deze dienst voor de andere geneeskundige verstrekkingen dan die voorzien bij de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging welke op hen van toepassing zijn sluiten wordt gefinancierd;8° de personeelsleden die gefinancierd worden in het kader van de maatregelen bedoeld in artikel 4bis; 9° de personeelsleden die gefinancierd worden in het kader van artikel 60, § 7 van de O.C.M.W.-wet; 10° de personeelsleden die werken onder het statuut van een leercontract of een overeenkomst inzake inschakeling in het maatschappelijk en beroepsleven, bedoeld in het Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 juli 1998 betreffende de overeenkomst inzake inschakeling in het maatschappelijk en beroepsleven van de centra voor alternerende opleiding en onderwijs.".

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° § 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/07/2008 pub. 18/07/2008 numac 2008022410 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2011 pub. 08/07/2011 numac 2011022227 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten, wordt vervangen als volgt : " § 2.Voor het geheel van de werkgevers wordt het totale aantal personeelsleden zoals bedoeld : - in artikel 1, 7°, a) voor de openbare instellingen en - in artikel 1, 7°, a) tot en met c) voor de private instellingen, waarvoor de tegemoetkoming bedoeld in artikel 2 wordt gefinancierd, beperkt tot een plafond van 24.882 voltijds equivalenten.

Dit plafond wordt, wat de referentieperiode van 1 juli 2011 tot 30 juni 2012 betreft op basis waarvan de eindafrekening in 2013 gebeurt en op basis waarvan de berekening van de voorschotten gebeurt die worden gestort op 31 januari, 30 april, 31 juli en 31 oktober 2013, verhoogd tot 25.189 voltijds equivalenten.

Dit plafond wordt, wat de referentieperiode van 1 juli 2012 tot 30 juni 2013 betreft, verhoogd tot 25.226 voltijds equivalenten.

Dit plafond wordt, vanaf de referentieperiode van 1 juli 2013 tot 30 juni 2014, verhoogd tot 25.278 voltijds equivalenten.". 2° § 3, opgeheven bij het koninklijk besluit van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/07/2008 pub. 18/07/2008 numac 2008022410 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten, wordt hersteld als volgt : " § 3.Indien het aantal voltijds equivalenten voor personeelsleden bedoeld hierboven, tijdens de referentieperiode die is bedoeld in artikel 6, § 3, groter is dan het plafond zoals bepaald in § 2, dan worden de bedragen die zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit en betrekking hebben op de betrokken referentieperiode vermenigvuldigd met de factor : [plafond zoals bepaald in § 2/reële aantal vastgestelde voltijds equivalenten voor de in § 2, eerste lid, bedoelde personeelscategorieën].

De personeelsleden die onder de toepassing van de "fiscale maribel" vallen in toepassing van het koninklijk besluit van 13 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/06/2010 pub. 25/06/2010 numac 2010202318 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de in § 2 bedoelde plafonds.".

Art. 4.Artikel 4bis, ingevoegd door het koninklijk besluit van 12 december 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2012 pub. 18/12/2012 numac 2012022445 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten, wordt vervangen als volgt : "

Art. 4bis.§ 1. In het kader van creatie van tewerkstelling zoals overeengekomen in de sociale akkoorden door vertegenwoordigers van werkgevers, van werknemers en door de Federale overheid, hebben bepaalde werkgevers in de hierna vermelde omstandigheden recht op een jaarlijkse financiële tegemoetkoming van 50.000 euro per voltijds equivalent (VTE). 1° In de privésector : a) vanaf 1 oktober 2011 en indien deze tewerkstelling wordt gecreëerd vóór 31 december 2013 : 105 loontrekkend VTE verpleegkundigen of zorgkundigen of personeel voor reactivering;b) vanaf 1 januari 2013 en indien deze tewerkstelling wordt gecreëerd vóór 31 december 2013 : 467,84 loontrekkend VTE verpleegkundigen of zorgkundigen of personeel voor reactivering.2° In de openbare sector : a) vanaf 1 oktober 2011 en indien deze tewerkstelling wordt gecreëerd vóór 31 december 2013 : 60 VTE verpleegkundigen of zorgkundigen of personeel voor reactivering, loontrekkend of statutair;b) vanaf 1 januari 2013 en indien deze tewerkstelling wordt gecreëerd vóór 31 december 2013 : 250 VTE verpleegkundigen of zorgkundigen of personeel voor reactivering, loontrekkend of statutair. Deze voltijdse equivalenten zijn niet begrepen in de maxima aan voltijdse equivalenten, bedoeld in artikel 4, § 2. § 2. Voor zover ze, op basis van de arbeidsovereenkomst waarin wordt verwezen naar een van die maatregelen van creatie van tewerkstelling, aan de Dienst het bewijs kunnen leveren dat ze de nieuwe tewerkstelling creëren waarvoor deze tegemoetkoming is voorzien, is de tegemoetkoming, bedoeld in § 1, 1°, verschuldigd aan de werkgevers van de privésector, waarvan de lijst, opgesteld en beheerd door de Kamer ouderenzorg van het Fonds Sociale Maribel PC 330 met vermelding per werkgever van het aantal VTE, is goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en gepubliceerd op de website van het RIZIV. Deze lijst van werkgevers voldoet aan de volgende criteria : 1° 80 VTE van de 105 VTE zijn toegekend aan de werkgevers die op 13 juli 2011 minstens 15 % van hun patiënten in de afhankelijkheidscategorie Cd hadden ondergebracht én die minstens 15% personeel hadden bovenop de normen vastgelegd in het ministerieel besluit van 6 november 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/11/2003 pub. 26/11/2003 numac 2003023017 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden type ministerieel besluit prom. 06/11/2003 pub. 19/11/2003 numac 2003023003 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot vaststelling, voor het jaar 2002, van de parameters per ziekenfonds, ter verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging ingericht door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen voor de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen die vrijwillig zijn toegetreden tot deze dienst voor de andere geneeskundige verstrekkingen dan die voorzien bij de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging welke op hen van toepassing zijn sluiten.Voor deze verdeling, zijn deze instellingen van groot naar klein gerangschikt in functie van het aantal werknemers. 2° 25 VTE van de 105 VTE zijn toegekend aan de werkgevers waar het sociaal overleg (ondernemingsraad, comité voor bescherming en preventie op het werk, syndicale delegatie) is opgestart vanaf het jaar 2006, en uiterlijk op 13 juli 2011.Deze instellingen zijn gerangschikt van klein naar groot in functie van het aantal werknemers. 3° 467,84 VTE worden toegekend aan de werkgevers volgens de volgende criteria : a) een regionale verdeling op basis van het aantal VTE "zorgpersoneel" in de sector:

Gewest

Percentage

Région

Pourcentage

Vlaanderen

56,38 %

Flandre

56,38 %

Wallonië

33,53 %

Wallonie

33,53 %

Brussel

10,09 %

Bruxelles

10,09 %


b) op instellingsniveau is de doelstelling om in de mobiele equipe het volgend aantal VTE op te nemen, in functie van het aantal VTE zorgpersoneel in de instelling :

Aantal VTE zorgpersoneel

Aantal VTE mobiele equipe

Nombre d'ETP personnel de soins

Nombre d'ETP équipe mobile

15-30

1

15-30

1

31-50

1,5

31-50

1,5

> 50

2

> 50

2


c) de VTE worden prioritair toegekend aan instellingen die reeds een mobiele equipe hebben, om op die manier de doelstelling te realiseren zoals bedoeld onder punt b);d) nadien worden de instellingen die nog geen mobiele equipe hebben gerangschikt volgens het aantal VTE zorgpersoneel, van hoog naar laag. Het saldo van de beschikbare VTE wordt toegekend aan de instellingen die een percentage van meer dan 20% C en Cd profielen in ROB bedden hebben, met een maximum dat overeenstemt met de doelstelling zoals bedoeld in punt b), tot uitputting van het beschikbaar aantal VTE. 4° De in 1° tot 3° bedoelde VTE worden ingezet in mobiele equipes zoals omschreven in de Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2013 van het Paritair Comité 330. § 3. Voor zover ze, op basis van een arbeidsovereenkomst of benoemingsbeslissing waarin wordt verwezen naar een van die maatregelen van creatie van tewerkstelling, aan de Dienst het bewijs kunnen leveren dat ze de nieuwe tewerkstelling creëren waarvoor deze tegemoetkoming is voorzien, is de tegemoetkoming, bedoeld in § 1, 2°, verschuldigd aan de werkgevers van de openbare sector, en waarvan de lijst, op voorstel van het Fonds Sociale Maribel van de overheidssector, is goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en gepubliceerd op de website van het RIZIV. Deze lijst van werkgevers voldoet aan de volgende criteria: 1° 60 VTE zijn toegekend aan de instellingen die, volgens hun eigen verklaringen verzameld tijdens de referentieperiode 2010-2011 minder dan 25 en meer dan 14,274 patiënten hadden ondergebracht in de afhankelijkheidscategorie Cd.2° 0,6 VTE worden toegekend aan elke instelling van de openbare sector, met een maximum van 250 VTE voor het geheel van de werkgevers van de openbare sector.Wanneer dit plafond van 250 VTE is bereikt, kan geen enkel VTE worden toegekend aan nieuwe instellingen, tenzij dat er VTE vrijkomen, zoals bepaald in § 4. 3° De VTE bedoeld in 1° en 2° worden aangeworven als referentiepersoon dementie, waarvan de functie en de kwalificatie gedefinieerd zijn in artikel 28ter van het ministerieel besluit van 6 november 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/11/2003 pub. 26/11/2003 numac 2003023017 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden type ministerieel besluit prom. 06/11/2003 pub. 19/11/2003 numac 2003023003 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot vaststelling, voor het jaar 2002, van de parameters per ziekenfonds, ter verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging ingericht door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen voor de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen die vrijwillig zijn toegetreden tot deze dienst voor de andere geneeskundige verstrekkingen dan die voorzien bij de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging welke op hen van toepassing zijn sluiten, en/of voor een betere tenlasteneming van de patiënten met dementie. § 4. Van de in §§ 2 en 3 bedoelde lijsten zijn zonder opzegging en definitief uitgesloten: a) de werkgevers die uiterlijk op 31 december 2013 de creatie van tewerkstelling niet hebben gerealiseerd volgens de voorwaarden bedoeld in § 2 of § 3;b) de werkgevers voor welke de Dienst de volledige afwezigheid van dit personeel vaststelt tijdens een volledige referentieperiode;c) de werkgevers die zijn gesloten opgeheven na een faillissement. Indien op die manier een aantal VTE vrijkomen, dan worden deze VTE ter beschikking gesteld van de respectievelijke Fondsen Sociale Maribel, die aan het Verzekeringscomité kunnen voorstellen om ze toe te wijzen aan een andere werkgever volgens de criteria zoals bedoeld in § 2, 1° en/of 2° en/of 3° voor wat betreft de privésector, en § 3, 2° voor wat betreft de openbare sector, en ze op te nemen in de lijsten zoals bedoeld in §§ 2 en 3. § 5. In de elektronische vragenlijst, bedoeld in artikel 5, vermelden de werkgevers het personeelslid dat pas is aangeworven of dat een verhoging van het aantal werkuren heeft verkregen in het kader van de maatregel bedoeld in dit artikel, als een personeelslid met een arbeidsovereenkomst/benoemingsbeslissing "jobcreatie 2011-2013". § 6. Indien een personeelslid wordt aangeworven in het kader van de maatregel bedoeld in dit artikel en indien in het kader van dit besluit hiertoe nog geen enkele financiering (voorschot en/of eindafrekening) is toegekend aan de werkgever, kan de werkgever aan de Dienst verzoeken om een voorschot van maximum 45.000 euro per VTE te ontvangen.

Bij de berekening van dit voorschot wordt rekening gehouden met de begindatum van de arbeidsovereenkomst/benoemingsbeslissing, het voltijds equivalent van dat personeelslid en de bepaling in de overeenkomst/benoemingsbeslissing waaruit blijkt dat dit personeelslid is aangeworven in het kader van de "jobcreatie 2011-2013", volgens de voorwaarden zoals bedoeld in § 2 of in § 3.".

Art. 5.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt: 1° § 1 wordt vervolledigd met het volgende lid: "De controle op de inzet van de middelen voor de creatie van tewerkstelling zoals bedoeld in artikel 4bis, § 2, 4°, en in artikel 4bis, § 3, 3°, wordt respectievelijk uitgevoerd door de Kamer ouderenzorg van het Fonds Sociale Maribel PC 330 en door het Fonds Sociale Maribel van de overheidssector.". 2° § 2 wordt vervolledigd als volgt: "5° het gemiddeld aantal bewoners per categorie van zorgbehoevendheid per werkgever;6° het aantal VTE personeelsleden per kwalificatie per werkgever dat is tewerkgesteld in het kader van de "jobcreatie 2011-2013" zoals bedoeld in artikel 4bis;7° het statuut van de werkgever : openbaar, commercieel of VZW; 8° de Gemeenschap/Gewest die de erkenning van de werkgever heeft afgeleverd.".

Art. 6.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervolledigd met het volgende lid: "De in artikel 4bis, §§ 1 en 6, vermelde bedragen van 50.000 en 45.000 euro zijn gekoppeld aan gezondheidsspilindexcijfer 119,62 (1 december 2012, basis 2004).".

Art. 7.De bijlage 2 bij hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang op 1 januari 2013.

Art. 9.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX

^