gepubliceerd op 24 december 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
10 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikels 15, 17, gewijzigd door de wet van 24 december 1999, 20, vervangen door het koninklijk besluit van 25 april 1997, 21, § 2, 24, gewijzigd door de wet van 24 december 1999, 26, 28 gewijzigd door de wetten van 25 januari 1999, 24 december 1999 en 12 augustus 2000, 29bis , ingevoegd door de wet van 10 augustus 2001, 30 gewijzigd door de wet van 24 december 1999, 140 en 155 vervangen door de wet van 28 december 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid de artikel 5, 10, § 9, 10ter , 31, 41, eerste lid, 52, 62, 67, § 1, 99, 116, eerste lid, 122nonies , § 3, ingevoegd door het koninklijk besluit van 21 december 2001, 298 en 306, § 2;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 8 juli 2002;
Gelet op het advies van de Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 22 juli 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 2 december 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de verkiezingen georganiseerd werden overeenkomstig artikel 211, § 1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; dat de telling gebeurde op 25 juni 2002, dat het van belang is dat de samenstelling van de organen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering waar inzonderheid de vertegenwoordigers van de zorgverleners in zetelen waarvoor de voormelde verkiezingen golden, zonder uitstel dient te worden aangepast; overwegende dat uit artikel 211, § 1 van de voormelde gecoördineerde wet blijkt dat de verkiezingen om de vier jaar worden gehouden; dat het dus van belang is dat in de duur van de mandaten, toegekend aan de zorgverleners, rekening wordt gehouden met dit element; dat het derhalve aangewezen is dit besluit zo snel mogelijk bekend te maken;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De §§ 2 en 3 van artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden vervangen door een bepaling die luidt als volgt : « § 2. De voorzitter, de ondervoorzitters en de leden, bedoeld in § 1, 4°, 5°, 6° en 7° worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar. »
Art. 2.In artikel 10, § 9 van hetzelfde koninklijk besluit, worden de woorden « zes jaar » vervangen door de woorden « vier jaar ».
Art. 3.In artikel 10ter van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 oktober 1998, worden de woorden « zes jaar » vervangen door de woorden « vier jaar ».
Art. 4.In artikel 31 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 21 september 1999, worden het eerste en tweede lid vervangen door een bepaling die luidt als volgt : «
Art. 31.De leden van de Nationale commissies geneesheren-ziekenfondsen en tandheelkundigen-ziekenfondsen worden benoemd voor een termijn van vier jaar. »
Art. 5.In artikel 41, eerste lid van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « zes jaar » vervangen door de woorden « vier jaar ».
Art. 6.Het artikel 52 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 52.De leden van de bij de Dienst voor geneeskundige verzorging ingestelde technische raden worden benoemd voor een termijn van zes jaar. Hun mandaat kan om de drie jaar per helft worden hernieuwd.
Nochtans worden, in afwijking van de bepalingen van het eerste lid, de leden van de Technisch farmaceutische raad, de Technische raad voor kinesitherapie, de Technische raad voor diagnostische middelen en verzorgingsmiddelen en de Technische raad voor bandagen, orthesen en prothesen, benoemd voor een termijn van vier jaar.
Het mandaat van de uittredende leden is hernieuwbaar. Binnen de drie maanden wordt in de vervanging voorzien van ieder lid dat, vóór de normale afloopdatum van zijn mandaat, geen deel meer uitmaakt van zijn raad. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt. »
Art. 7.Artikel 62 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 62.De leden van de Technische geneeskundige en tandheelkundige raden worden benoemd voor vier jaar.
Binnen de drie maanden wordt in de vervanging voorzien van ieder lid dat, vóór de normale afloopdatum van zijn mandaat, geen deel meer uitmaakt van zijn raad. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt. »
Art. 8.Het eerste lid van artikel 67, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 67.§ 1. De leden van de profielencommissies worden benoemd voor vier jaar. »
Art. 9.Artikel 99 van hetzelfde koninklijk besluit, waarvan de huidige tekst § 1 vormt, wordt aangevuld met een § 2 luidend als volgt : « § 2. Nochtans worden de leden van de erkenningsraad voor kinesitherapeuten benoemd voor vier jaar.
Het mandaat van de uittredende leden is hernieuwbaar.
Binnen de drie maanden wordt in de vervanging voorzien van ieder lid dat, vóór de normale afloopdatum van zijn mandaat, geen deel meer uitmaakt van zijn raad. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt. »
Art. 10.Het artikel 116, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, wordt vervangen door een bepaling die luidt als volgt : «
Art. 116.De leden van de Raad voor advies inzake revalidatie worden benoemd voor vier jaar. Het mandaat van de uittredende leden is hernieuwbaar. »
Art. 11.De § 3 van artikel 122nonies , ingevoegd in hetzelfde koninklijk besluit met het koninklijk besluit van 21 december 2001, wordt vervangen door een bepaling die luidt als volgt : « § 3. De leden van de Commissie worden benoemd voor een hernieuwbare periode van vier jaar.
Het mandaat neemt een einde wanneer zij de volle leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt hebben.
Het werkend lid dat zijn mandaat beëindigt of verliest wordt vervangen door zijn plaatsvervanger voor de duur van het mandaat en er wordt onmiddellijk voorzien in de vervanging van deze plaatsvervanger voor de duur van dit mandaat. »
Art. 12.In artikel 298 van hetzelfde koninklijk besluit, worden het eerste en het tweede lid vervangen door een bepaling die luidt als volgt : «
Art. 298.De leden worden benoemd voor vier jaar. »
Art. 13.Het artikel 306, § 2, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door een bepaling die luidt als volgt : «
Art. 306.§ 2. Het mandaat van de voorzitters en van de leden bedraagt vier jaar; het mandaat is hernieuwbaar. »
Art. 14.De mandaten van de leden die benoemd werden in de organen waarop de bepalingen van dit besluit van toepassing zijn, gaan in uiterlijk de laatste dag van de derde kalendermaand die volgt op de datum van de telling van de verkiezingen die georganiseerd werden in toepassing van artikel 211 van de gecoördineerde wet.
Dit geldt ook voor de mandaten van de leden benoemd in de organen, opgesomd in artikel 122bis .
Art. 15.In het artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 maart 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het opschrift vervangen door het volgende opschrift : « F. De Technische raad voor bandagen, orthesen en prothesen. »
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad . Nochtans hebben de bepalingen van artikel 6 met betrekking tot de Technische raad voor diagnostische middelen en verzorgingsmiddelen, uitwerking met ingang van 1 december 2002. De bepalingen van het artikel 15 hebben uitwerking met ingang van 18 april 1997.
De mandaten van de leden benoemd vóór de inwerkingtreding van dit besluit in de organen waarop de bepalingen van dit besluit van toepassing zijn, eindigen op het ogenblik dat de mandaten ingaan van de leden die benoemd worden in toepassing van dit besluit.
Art. 17.Onze Minister van Sociale zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 december 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE