10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal, de dagen en de duur van de gewone zittingen van de vredegerechten en van de politierechtbanken van het Rijk

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 66 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 15 juli 1970 tot wijziging van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek en van andere bepalingen;

Gelet op artikel 7 van 27 april 2001 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de gerechtelijke kantons;

Gelet op het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek, meer bepaald artikel 1, vervangen bij de wet van 25 maart 1999 betreffende de hervorming van de gerechtelijke kantons en gewijzigd bij de wet van 27 april 2001, artikel 3, gewijzigd bij de wetten van 25 maart 1999 en 27 april 2001 en artikel 4, vervangen bij de wet van 25 maart 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 november 1970 tot vaststelling van het aantal, de dagen en de duur van de gewone zittingen van de vredegerechten en van de politierechtbanken van het Rijk, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 oktober 1971, 13 februari 1973, 19 april 1973, 29 mei 1974, 29 november 1974, 3 augustus 1976, 15 februari 1977, 28 augustus 1979, 16 juli 1980, 23 februari 1981, 15 juni 1981, 23 juli 1981, 23 november 1982, 4 januari 1983, 4 februari 1983, 8 januari 1987, 25 september 1987, 13 juni 1989, 25 januari 1990, 1 februari 1990, 23 december 1993 en 12 augustus 2000;

Gelet op artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken;

Gelet op de adviezen van de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg, van de procureurs des Konings, van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbanken van het Rijk;

Gelet op de adviezen van de stafhouders van de Orde van advocaten van alle balies van het land;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 31 juli 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dringend de nodige maatregelen dienen genomen te worden ten aanzien van de dagen en de duur van de zittingen van de betrokken rechtbanken, in acht genomen dat de wet van 25 maart 1999 betreffende de hervorming van de gerechtelijke kantons in werking treedt op 1 september 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het aantal en de dagen van de gewone zittingen van de vredegerechten en van de politierechtbanken worden vastgesteld zoals in bijgaande tabellen is aangegeven.

Art. 2.De gewone zittingen van de vredegerechten en van de politierechtbanken duren ten minste drie uur.

Art. 3.Indien de behoeften van de dienst het vergen, kunnen de vrederechters en de rechters in de politierechtbank, zitting houdend in burgerlijke zaken, beslissen bijkomende zittingen te houden op de dagen en de uren die zij vaststellen.

Indien de behoeften van de dienst het vergen, kunnen de rechters in de politierechtbank, zitting houdend in strafrechterlijke zaken, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, beslissen bijkomende zittingen te houden op de dagen en de uren die zij vaststellen.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 6 november 1970 tot vaststelling van het aantal, de dagen en de duur van de gewone zittingen van de vredegerechten en van de politierechtbanken van het Rijk, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 oktober 1971, 13 februari 1973, 19 april 1973, 29 mei 1974, 29 november 1974, 3 augustus 1976, 15 februari 1977, 28 augustus 1979, 16 juli 1980, 23 februari 1981, 15 juni 1981, 23 juli 1981, 23 november 1982, 4 januari 1983, 4 februari 1983, 8 januari 1987, 25 september 1987, 13 juni 1989, 25 januari 1990, 1 februari 1990, 23 december 1993 en 12 augustus 2000, wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2001.

Art. 6.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

Zittingen van de vredegerechten Hof van beroep te Antwerpen Provincie Antwerpen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Ons bekend en goedgekeurd om gevoegd te worden bij Ons besluit van 10 augustus 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN