8 MAART 2001. - **** besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de werving en de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader

**** ****, **** der ****, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, inzonderheid op artikel 21, § 2, derde lid, gewijzigd bij de wet van 20 mei 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de werving en de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader, inzonderheid op artikel 94;

Gelet op het protocol van het **** van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 20 januari 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat de actueel voorziene data voor de aanstelling tot de verschillende graden bepaald werden rekening houdende met een indiensttreding in de loop van september, dat de behoefte aan gediplomeerde officieren het noodzakelijk maakt dat nog in december 2000 een bijkomende bijzondere werving wordt voorzien waarvan de indiensttreding van de aanvaarde kandidaten voorzien is in de loop van december 2000 en de eerste aanstellingen in januari 2001 en dat derhalve de **** dringend dienen te worden aangepast zodat alle kandidaten, onafhankelijk van hun datum van indiensttreding, op een rechtvaardige wijze kunnen worden behandeld;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 13 februari 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

**** de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben **** besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 94 van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de werving en de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader wordt vervangen als volgt : «

Art. 94.De kandidaat-beroepsofficier van de bijzondere werving wordt aangesteld : 1° indien hij houder is van een diploma behaald na een universitaire of gelijkwaardige cyclus van minstens zes jaar : ****) in de graad van sergeant op de eerste dag van de eerste maand volgend op de maand van indiensttreding;****) in de graad van adjudant, op de eerste dag van de vierde maand volgend op de maand van indiensttreding;****) in de graad van onderluitenant, op de achtentwintigste dag van de zesde maand volgend op de maand van indiensttreding;2° indien hij houder is van een diploma behaald na een universitaire of gelijkwaardige cyclus van ten hoogste vijf jaar : ****) in de graad van korporaal op het einde van de militaire ****;****) in de graad van sergeant, op de eerste dag van de vierde maand volgend op de maand van indiensttreding;****) in de graad van adjudant, op de eerste dag van de zesde maand volgend op de maand van indiensttreding;****) in de graad van onderluitenant, op de achtentwintigste dag van de twaalfde maand volgend op de maand van indiensttreding.»

Art. 2.**** besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 3.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te ****, 8 maart 2001.

**** **** **** : De Minister van ****, ****. ****