gepubliceerd op 18 augustus 2004
Koninklijk besluit houdende wijziging van diverse bepalingen inzake het opmaken van de arbeidsongevallensteekkaarten
8 JULI 2004. - Koninklijk besluit houdende wijziging van diverse bepalingen inzake het opmaken van de arbeidsongevallensteekkaarten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op de artikelen 4, § 1, eerste lid en 33, § 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 27, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, inzonderheid op bijlage IV;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 12 december 2003;
Gelet op het advies nr. 37.195/1 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2004 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk en van Onze Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 27, eerste lid, van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wordt vervangen als volgt : "De werkgever zorgt ervoor dat de Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk die met deze opdracht is belast voor elk ongeval dat ten minste vier dagen arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt, een arbeidsongevallensteekkaart opstelt."
Art. 2.Tabel A en Tabel B van de bijlage IV van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, worden vervangen door Tabel A en Tabel B, die als bijlage bij dit besluit zijn gevoegd.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.
Art. 4.Onze Minister van Werk en Onze Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE De Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, K. VAN BREMPT _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; Koninklijk besluit van 27 maart 1998;
Belgisch Staatsblad van 31 maart 1998;
Koninklijk besluit van 27 maart 1998;
Belgisch Staatsblad van 31 maart 1998.
BIJLAGE Tabel A. - De afwijkende gebeurtenis De afwijkende gebeurtenis waarvan het letsel het directe gevolg is, vermelden. Van een hele reeks opeenvolgende oorzaken wordt alleen die aangegeven, welke onmiddellijk aan het ongeval vooraf ging die in de tijd het dichtst staat bij het contact en de verwonding. Ingeval verschillende oorzaken zich gelijktijdig hebben voorgedaan, zal enkel die oorzaak behouden blijven, die het meest doorslaggevend of het meest kenschetsend lijkt.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel B. - Bij de afwijkende gebeurtenis betrokken voorwerp.
Voor de classificatie van het bij de afwijkende gebeurtenis betrokken voorwerp zal alleen het betrokken voorwerp, dat verband houdt met de (laatste) afwijkende gebeurtenis, in aanmerking worden genomen. Indien verscheidene bij de (laatste) afwijkende gebeurtenis betrokken voorwerpen kunnen worden ingeroepen, telt alleen het betrokken voorwerp dat in de tijd als laatste komt (het dichtste, in de tijd, bij het letsel).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 8 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE De Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, K. VAN BREMPT