Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 juli 1999
gepubliceerd op 31 juli 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022803
pub.
31/07/1999
prom.
08/07/1999
ELI
eli/besluit/1999/07/08/1999022803/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JULI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, §§ 1 en 2, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995, 22 februari 1998 en 25 januari 1999 en het koninklijk besluit van 25 april 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikel 7 van de bijlage, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 maart 1999;

Gelet op de voorstellen van de Technische raad voor kinesitherapie geformuleerd op 12 maart 1999 en 30 april 1999;

Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige Controle geformuleerd op 28 mei 1999;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole geformuleerd op 26 mei 1999;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering geformuleerd op 31 mei 1999;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wijzigingen, aangebracht bij dit koninklijk besluit, absoluut noodzakelijk zijn om een correcte toepassing van de op 1 mei 1999 in werking getreden nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen mogelijk te maken, om de continuïteit van de verzorging en het administratief beheer van de verzekering voor geneeskundige verzorging te waarborgen en om op voldoende wijze tegemoet te komen aan de behoeften inzake behandeling van de patiënten met een hersenverlamming.

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 juni 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 7, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 maart 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. In 1° worden de woorden « III.Verstrekkingen, verleend aan rechthebbenden in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats voor mindervaliden. » vervangen door de woorden « III. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden verblijven » en worden de woorden « VI. Verstrekkingen, verleend aan rechthebbenden in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats voor bejaarden. » vervangen door de woorden « VI. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van bejaarden verblijven »; 2. In 2° worden de woorden « III.Verstrekkingen, verleend aan rechthebbenden in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats voor mindervaliden. » vervangen door de woorden « III. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden verblijven. » en worden de woorden « VI. Verstrekkingen, verleend aan rechthebbenden in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats voor bejaarden » vervangen door de woorden « VI. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van bejaarden verblijven »; 3. In 3° worden de woorden « III.Verstrekkingen, verleend aan rechthebbenden in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats voor mindervaliden. » vervangen door de woorden « III. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden verblijven » en worden de woorden « VI. Verstrekkingen, verleend aan rechthebbenden in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats voor bejaarden » vervangen door de woorden « VI. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van bejaarden verblijven. »; 4. In 4° worden de woorden « III.Verstrekkingen, verleend aan rechthebbenden in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats voor mindervaliden. » vervangen door de woorden « III. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden verblijven. » en worden de woorden « VI. Verstrekkingen, verleend aan rechthebbenden in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats voor bejaarden » vervangen door de woorden « VI. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van bejaarden verblijven ».

Art. 2.In artikel 7 van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) § 1, 2°, I.Verstrekkingen, verricht in de praktijkkamer van een kinesitherapeut wordt aangevuld met het volgende lid : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b) § 1, 2°, II.Verstrekkingen, verricht bij de rechthebbenden thuis wordt aangevuld met het volgende lid : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld c) § 1, 2°, III.Verstrekkingen, verricht voor rechthebbend die en in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden verbijven wordt aangevuld met het volgende lid : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld d) § 1, 2°, IV.Verstrekkingen, verleend aan in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden wordt aangevuld met het volgende lid : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.In artikel 7, § 1, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit wordt 3° vervangen door de volgende bepalingen : « 3° Verstrekkingen, verleend aan rechthebbenden die zich in een van de in § 12 van dit artikel omschreven situaties bevinden.

I. Verstrekkingen verricht in de praktijkkamer van een kinesitherapeut.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld II. Verstrekkingen, verricht bij de rechthebbenden thuis.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld III. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden verbijven.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld IV. Verstrekkingen, verleend aan in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld V. Verstrekkingen, verricht in revalidatiecentra met een overeenkomst.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld VI. Verstrekkingen, verricht voor rechthebbenden die in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van bejaarden verblijven.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.In artikel 7, § 10, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. Het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zinnen : « Bij wijze van overgangsmaatregel mogen de verstrekkingen 510252, 510016, 510613, 510414, 510915, 510716 en 513015 die vóór 1 mei 1999 zijn verricht en de verstrekkingen 515115, 515712, 515130, 515734, 515196, 515911 en 515955 in totaal per rechthebbende slechts zestig keer per jaar worden aangerekend.Voor de toepassing van deze overgangsbepaling begint een jaar op de dag waarop de eerste van de verstrekkingen 510252, 510016, 510613, 510414, 510915, 510716 of 513015 is verleend. » ; 2. In de tweede zin van het tweede lid van de Franse tekst wordt het woord « distinct » geschrapt.

Art. 5.In artikel 7, § 11, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit wordt de laatste zin van het eerste lid vervangen door de volgende zin : « Deze verplichting geldt niet indien de rechthebbende zich in de in § 13 vastgestelde situatie bevindt. » .

Art. 6.Artikel 7, § 11, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « De verstrekkingen 516751, 516773, 516795 en 516821 mogen enkel worden aangerekend bij patiënten met een hersenverlamming waarvan de kinesitherapiebehandeling is gestart voor de 7e verjaardag. Die verstrekkingen kunnen slechts éénmaal per dag worden aangerekend en kunnen niet gecumuleerd worden met andere verstrekkingen op dezelfde dag. » .

Art. 7.In artikel 7, § 12, 1°, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit, wordt het laatste lid vervangen door het volgende lid : « Voor de rechthebbenden, hierboven vermeld in a), mag een tweede zitting op dezelfde dag worden aangerekend tijdens de hele duur van het verblijf in die diensten. Voor de rechthebbenden hierboven vermeld in b), mag maximum 14 keer een tweede zitting op dezelfde dag worden aangerekend gedurende de maand die volgt op de dag waarop één van de verstrekkingen vermeld in b) is aangerekend. » .

Art. 8.In artikel 7, § 12, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit wordt 1° vervangen door de volgende bepalingen : « 1° Een tweede zitting mag op dezelfde dag worden aangerekend aan de hand van de verstrekkingen van § 1, 3° : a) voor de rechthebbenden in een als dusdanig erkende dienst voor intensieve verzorging (code 49) of in een dienst NIC voor intensieve neonatalogie (code 27);b) voor de rechthebbenden die opgenomen zijn of geweest zijn in een ziekenhuis en voor wie een van de volgende verstrekkingen werd aangerekend : - van artikel 13, § 1, van de nomenclatuur (reanimatie) : 211046, 211142, 212225, 213021 en 213043; - van artikel 14, k, van de nomenclatuur (orthopedie) : de verstrekkingen met een waarde, gelijk aan of hoger dan N 500, met uitzondering van de verstrekkingen 289015 - 289026, 289030 - 289041, 289052 - 289063 en 289074 - 289085.

Voor de rechthebbenden, hierboven vermeld in a), mag een tweede zitting op dezelfde dag worden aangerekend tijdens de hele duur van het verblijf in die diensten. Voor de rechthebbenden hierboven vermeld in b), mag maximum 14 keer een tweede zitting op dezelfde dag worden aangerekend gedurende de maand die volgt op de dag waarop één van de verstrekkingen vermeld in b) is aangerekend. » .

Art. 9.In artikel 7, § 17, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit worden de woorden « §§ 11, 12 en 13 » vervangen door de woorden « §§ 11 en 12 ».

Art. 10.Artikel 7, § 19, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor de bepaling van het gemiddeld aantal verstrekkingen per dag stemt de verstrekking met een minimumduur van 60 minuten persoonlijke betrokkenheid van de kinesitherapeut overeen met twee verstrekkingen waarvoor een gemiddelde globale duur persoonlijke betrokkenheid van de kinesitherapeut is vereist. » .

Art. 11.In artikel 7, § 20, derde lid, eerste zin, van de Franse tekst van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit worden de woorden « Lorsque le traitement de kinésithérapie, sur plus de 10 séances » vervangen door de woorden « Lorsque le traitement de kinésithérapie porte sur plus de 10 séances ».

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 1999, met uitzondering van de artikelen 2, 3, 5, 6, 8 en 10 die in werking treden op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 juli 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^