Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 december 2006
gepubliceerd op 20 december 2006

Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor projecten inzake palliatieve dagverzorging

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006023360
pub.
20/12/2006
prom.
08/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/08/2006023360/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor projecten inzake palliatieve dagverzorging


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 2, eerste lid, 1°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001, en gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 22 mei 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 juni 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 25 juli 2006;

Gelet op het advies 41.177/1 van de Raad van State, gegeven op 21 september 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Onder de hierna vermelde voorwaarden kunnen tussen het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en de Overheden bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet, overeenkomsten worden gesloten waarbij in een bijzondere regeling wordt voorzien voor de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging. Deze overeenkomsten hebben betrekking op geneeskundige verstrekkingen die worden gefinancierd in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, en die worden verleend in het kader van projecten voor palliatieve verzorging overdag van personen die beantwoorden aan de doelgroep zoals bedoeld in de bijlage bij dit besluit.

Deze overeenkomsten worden gesloten vóór 31 december 2006 voor een termijn van maximum drie jaar.

Art. 2.In de overeenkomst kunnen enkel projecten worden opgenomen die op voorhand de te verwachten meerwaarde inzake tenlasteneming en zorg hebben omschreven.

Art. 3.Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten de projecten beantwoorden aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlage van dit besluit.

Art. 4.Het aantal projecten wordt vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, op voorstel van de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet. Daarbij wordt rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 3, onderdelen 3 en 4, van het protocol nr. 3 van 13 juni 2005 gesloten tussen de federale regering en de overheden, bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet, over het te voeren ouderenzorgbeleid.

Art. 5.De tegemoetkomingen worden berekend door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, op basis van de gegevens meegedeeld door de overheden, bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet, rekening houdende met de bepalingen van hoofdstuk 3, onderdelen 3 en 4, van het voormelde protocol nr. 3 van 13 juni 2005, en worden vastgesteld in de in artikel 1 bedoelde overeenkomsten.

Het beschikbare jaarlijkse budget tussen 1 januari 2006 en 31 december 2008 bedraagt voor alle projecten 313.123 euro (spilindexcijfer 102,10 - basis 2004 = 100).

De tegemoetkoming wordt afhankelijk gesteld van het behalen van een minimale bezetting. Rekening houdende met het jaarlijkse budget zoals bepaald in het vorige lid, bedraagt deze minimale bezetting voor het geheel van de projecten in 2006, 2007 en 2008 respectievelijk minstens 4.572, 5.019 en 5.475 dagopnames. In de overeenkomsten zoals bedoeld in artikel 1 dienen de modaliteiten van de financiering die afhankelijk is van deze minimale bezetting te worden voorzien.

Art. 6.Een evaluatie van de projecten wordt uitgevoerd door een werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en van de verzekeringsinstellingen, en de verschillende ondertekenende partijen van het genoemde protocol van 13 juni 2005 worden uitgenodigd om zich daarin te laten vertegenwoordigen.

De doelstellingen van deze evaluatie zijn de volgende : 1° uitwisseling van « goede praktijkvoeringen » onder de verschillende partijen mogelijk maken;2° nagaan of de projecten een meerwaarde inzake opvang en zorg realiseren;3° bepalen welke kostprijselementen moeten worden ten laste genomen door de in artikel 1 bedoelde overheden en welke kosten kunnen worden ten laste genomen door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;4° onderzoeken of het project tot het gehele grondgebied kan of moet worden uitgebreid dan wel of aan de financiering van een project een einde moet worden gemaakt. Het resultaat van deze evaluatie wordt uiterlijk op 30 juni 2008 voorgelegd aan het Verzekeringscomité.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage bij het koninklijk besluit van 8 december 2006 BIJLAGE Voorwaarden waaraan de projecten inzake palliatieve dagverzorging moeten beantwoorden 1. Doelgroep De patiënten die de drie volgende voorwaarden vervullen : Zij hebben een ongeneeslijke, progressieve en dodelijke ziekte, met een gemiddelde levensverwachting van één jaar; Zij worden niet ten laste genomen door een verzorgingsinstelling;

Het multidisciplinaire team moet voorzien in hun zorgbehoeften en daarvoor kunnen gepast verzorgingsmateriaal en passende technische middelen nodig zijn. 2. Personeelsformatie Het project inzake palliatieve dagverzorging moet beschikken over : voldoende loontrekkend of statutair verpleegkundig en verzorgingspersoneel; voldoende bijkomend geschoold personeel voor de taken in verband met reactivering, rehabilitatie en psychosociale ondersteuning.

Er wordt een permanentie verzekerd door ten minste één lid van het verzorgingsteam of door een geneesheer tijdens de uren waarop de patiënten aanwezig zijn. 3. Verstrekkingen die gefinancierd worden In kader van het gesloten budget zoals voorzien in artikel 5, 2de lid, van het koninklijk besluit van ..... en rekening houdende met de fasering van de bezetting zoals bedoeld in hetzelfde artikel 5 dekt de bijzondere tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging : a) in het jaar 2006 1° de verzorging verleend door de verpleegkundigen;2° de kinesitherapieverstrekkingen verricht door daartoe geschoolde zorgverleners;3° de logopedieverstrekkingen verricht door daartoe geschoolde zorgverleners;4° de bijstand in de handelingen van het dagelijkse leven en elke handeling betreffende de reactivering, rehabilitatie en psychosociale ondersteuning, inclusief ergotherapie;5° de ontsmettingsmiddelen die niet terugbetaalbaar zijn ter uitvoering van Bijlage I, hoofdstuk I tot en met IV, van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde produkten, niet-geïmpregneerde verbanden, steriele compressen die niet terugbetaalbaar zijn ter uitvoering van Bijlage I, hoofdstuk V van het voornoemde koninklijk besluit van 17 maart 1997, het subcutaan en/of intramusculair injectiemateriaal (met uitzondering van de insulinenaalden);6° het zwaar verzorgingsmateriaal;7° de opleiding en sensibilisering van het personeel op het vlak van de palliatieve verzorging;8° de werkingskosten;9° de kostprijs van alle activiteiten. Deze kosten mogen niet afzonderlijk worden gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen of aan de rechthebbenden voor de duur van het verblijf. b) in het jaar 2007 en 2008 1° de verzorging verleend door de verpleegkundigen;2° de kinesitherapieverstrekkingen verricht door daartoe geschoolde zorgverleners;3° de logopedieverstrekkingen verricht door daartoe geschoolde zorgverleners;4° de bijstand in de handelingen van het dagelijkse leven en elke handeling betreffende de reactivering, rehabilitatie en psychosociale ondersteuning, inclusief ergotherapie;5° de ontsmettingsmiddelen die niet terugbetaalbaar zijn ter uitvoering van Bijlage I, hoofdstuk I tot en met IV, van het voornoemde koninklijk besluit van 17 maart 1997, niet-geïmpregneerde verbanden, steriele compressen die niet terugbetaalbaar zijn ter uitvoering van Bijlage I, hoofdstuk V van het voornoemde koninklijk besluit van 17 maart 1997, het subcutaan en/of intramusculair injectiemateriaal (met uitzondering van de insulinenaalden);6° het zwaar verzorgingsmateriaal. Deze kosten mogen niet afzonderlijk worden gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen of aan de rechthebbenden voor de duur van het verblijf. Indien er een akkoord is tussen de overheden, bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet en de projecten, kunnen de kosten zoals bedoeld in a), 7°, 8° en/of 9° gedeeltelijk ten laste worden gelegd van de patiënt. 4. Te verzamelen gegevens Door middel van het project wordt de verzameling van de volgende gegevens nagestreefd met het oog op de overdracht ervan aan het RIZIV door de bevoegde overheid : 1° geanonimiseerde gegevens in verband met het patiëntenbestand : de leeftijd; de aandoening van de rechthebbende (op basis van de ICD-10-classificatie); de redenen waarom die patiënt zich tot het project voor palliatieve dagverzorging heeft gericht; het aantal aanwezigheidsdagen, alsook de plaats en de datum van overlijden. 2° gegevens in verband met de verleende verzorging : gegevens betreffende de verstrekkers (kwalificatie, VTE) van palliatieve verzorging en het overleg met hen over de organisatie van de verzorging; gegevens betreffende de verstrekkingen die al dan niet worden gefinancierd. - identiteit van de zorgverlener (naam en Riziv-nummer indien beschikbaar) - patiëntennummer - datum van de verstrekking - identificatie van de verstrekkingen (nomenclatuurcodenummer indien beschikbaar) 3° gegevens betreffende de rol van het project in het globale aanbod van de palliatieve verzorging (eventuele samenwerkingsovereenkomsten met de behandelend geneesheren, de Sp-diensten, de netwerken voor palliatieve verzorging...) Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 8 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Annexe à l'arrêté royal du 8 décembre 2006 ANNEXE Conditions auxquelles doivent répondre les projets de soins palliatifs de jour 1. Groupe cible Les patients qui répondent aux trois conditions suivantes : ils souffrent d'une affection incurable, progressive et létale, avec une espérance de vie moyenne d'un an; ils ne sont pas pris en charge par une institution de soins; leurs besoins en matière de soins doivent être assurés par une équipe multidisciplinaire et, le cas échéant, nécessitent du matériel de soins et des moyens techniques appropriés. 2. Encadrement Le projet de soins palliatifs de jour doit disposer de : suffisamment de personnel infirmier et de personnel soignant, salarié ou statutaire; suffisamment de personnel qualifié supplémentaire qui remplit des tâches de réactivation, de réhabilitation et de soutien psychosocial.

Une permanence est assurée par au moins un membre de l'équipe de soins ou par un médecin durant les heures où des patients sont présents. 3. Prestations couvertes par le financement Dans le cadre du budget fermé tel que prévu dans l'article 5, 2e alinéa, de l'arrêté royal du ..... et compte tenu de l'étalement de l'occupation comme visé au même article 5, 3e alinéa, l'intervention spéciale de l'assurance soins de santé couvre : a) pour l'année 2006 : 1° les soins dispensés par des praticiens de l'art infirmier;2° les prestations de kinésithérapie effectuées par des dispensateurs de soins qualifiés à cet effet;3° les prestations de logopédie effectuées par des dispensateurs de soins qualifiés à cet effet;4° l'assistance dans les actes de la vie journalière et tout acte de réactivation, de réhabilitation et de soutien psychosocial, y compris l'ergothérapie;5° les désinfectants qui ne sont pas remboursables en exécution de l'Annexe Ire, chapitre Ier à IV, de l'arrêté royal du 17 mars 1997 fixant les conditions dans lesquelles l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités intervient dans le coût des préparations magistrales et produit assimilés, les pansements non imprégnés, les compresses stériles qui ne sont pas remboursables en exécution de l'Annexe Ire, chapitre V de l'arrêté royal du 17 mars 1997 précité, le matériel d'injection sous-cutanée et/ou intramusculaire (à l'exception des seringues à insuline);6° le matériel de soins lourd;7° la formation et la sensibilisation du personnel aux soins palliatifs;8° les frais de fonctionnement;9° le coût de toutes les activités. Ces frais ne peuvent faire l'objet d'une facturation distincte aux organismes assureurs ou aux bénéficiaires pour la durée du séjour. b) pour les années 2007 et 2008 : 1° les soins dispensés par des praticiens de l'art infirmier;2° les prestations de kinésithérapie effectuées par des dispensateurs de soins qualifiés à cet effet;3° les prestations de logopédie effectuées par des dispensateurs de soins qualifiés à cet effet;4° l'assistance dans les actes de la vie journalière et tout acte de réactivation, de réhabilitation et de soutien psychosocial, y compris l'ergothérapie;5° les désinfectants qui ne sont pas remboursables en exécution de l'Annexe Ire, chapitre Ier à IV, de l'arrêté royal du 17 mars 1997 précité, les pansements non imprégnés, les compresses stériles qui ne sont pas remboursables en exécution de l'Annexe Ire, chapitre V, de l'arrêté royal du 17 mars 1997 précité, le matériel d'injection sous-cutanée et/ou intramusculaire (à l'exception des seringues à insuline);6° le matériel de soins lourd. Ces frais ne peuvent faire l'objet d'une facturation distincte aux organismes assureurs ou aux bénéficiaires pour la durée du séjour.

S'il y a un accord entre les autorités visées aux articles 128, 130, 135 et 138 de la Constitution et les projets, les frais visés au point a), 7°, 8° et/ou 9° peuvent être mis partiellement à charge du patient. 4. Données à collecter Le projet collecte les données suivantes en vue de leur transmission à l'INAMI par l'autorité compétente : 1° données anonymisées en rapport avec la patientèle : l'âge; l'affection dont souffre le bénéficiaire (sur base de la classification ICD-10); les raisons pour lesquelles ce patient a eu recours au projet de soins palliatifs de jour; le nombre de jours de présence ainsi que le lieu et la date du décès. 2° données en rapport avec les soins dispensés : données relatives aux dispensateurs (qualification, ETP) liés aux soins palliatifs et à la concertation menée avec eux au sujet de l'organisation des soins; données relatives aux prestations qui sont ou qui ne sont pas couvertes par le financement : - identité du prestataire (nom et numéro Inami si disponible) - numéro du patient - date de la prestation - identification de la prestation (numéro de code de la nomenclature si disponible) 3° données en rapport avec le rôle du projet de jour dans l'offre globale de soins palliatifs (conventions éventuelles de collaboration avec les médecins traitants, les services Sp, les réseaux de soins palliatifs...) Vu pour être annexé à Notre arrêté du 8 décembre 2006.

ALBERT Par le Roi : Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, R. DEMOTTE

^