Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 december 1999
gepubliceerd op 12 januari 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1985 tot aanwijzing van de categorieën van werknemers voor wie het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers tussenkomt in de betaling van de aanvullende vergoeding verschuldigd aan ontslagen bejaarde werknemers

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012899
pub.
12/01/2000
prom.
08/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/08/1999012899/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1985 tot aanwijzing van de categorieën van werknemers voor wie het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers tussenkomt in de betaling van de aanvullende vergoeding verschuldigd aan ontslagen bejaarde werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wetten van 22 januari 1985 en 6 juli 1989;

Gelet op de wet van 12 mei 1975 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, inzonderheid op artikel 1, § 2, ingevoegd bij de wet van 22 januari 1985;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1985 tot aanwijzing van de categorieën van werknemers voor wie het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers tussenkomt in de betaling van de aanvullende vergoeding verschuldigd aan ontslagen bejaarde werknemers, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het advies van het beheerscomité van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 juni 1999;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 10 juni 1999 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 september 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1985 tot aanwijzing van de categorieën van werknemers voor wie het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers tussenkomt in de betaling van de aanvullende vergoeding verschuldigd aan ontslagen bejaarde werknemers wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 3.§ 1. Het Fonds is niet gehouden de aanvullende vergoeding te betalen aan de werknemers die er recht op hebben krachtens een buiten een paritair orgaan gesloten collectieve arbeidsovereenkomst die neergelegd is bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid minder dan zes maanden vóór de sluiting.

Het beheerscomité van het Fonds kan nochtans beslissen de aanvullende vergoeding te betalen wanneer de collectieve arbeidsovereenkomst, ten laatste vóór de neerlegging ervan, ondertekend is door een representatieve werkgeversorganisatie of wanneer ze werd goedgekeurd door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, na eenstemmig advies van de Commissie bedoeld in artikel 9, § 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 16 november 1990 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. § 2. Het Fonds is niet gehouden de aanvullende vergoeding te betalen aan de werknemers die er recht op hebben krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten buiten een paritair orgaan en getekend door de curator van de failliete onderneming, die neergelegd werd bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid vanaf de zesde maand die aan de sluiting voorafgaat. ».

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wergelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 25 april 1963, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1963; Wet van 30 juni 1967, Belgisch Staatsblad van 13 juli 1967;

Wet van 12 mei 1975, Belgisch Staatsblad van 6 juni 1975;

Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985;

Wet van 6 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 8 juli 1989;

Koninklijk besluit van 6 mei 1985, Belgisch Staatsblad van 21 mei 1985.

^