gepubliceerd op 15 mei 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli 2002 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van Titel III van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
8 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli 2002 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van Titel III van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op Hoofdstuk IIIbis ingevoegd in Titel III bij de wet van 5 juni 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2002 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van Titel III van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Gelet op het artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van begroting van 3 april 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat dit besluit uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2003; dat het in aanmerking nemen van de maximumfactuur voor 2003 impliceert dat onverwijld instructies moeten worden meegedeeld aan de verzekeringsinstellingen; dat het derhalve belangrijk is dat dit besluit onverwijld wordt genomen en bekendgemaakt;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 juli 2002 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van Titel III van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden de woorden « in de bijlagen nrs. 13, 13IMP, 13Z, 13YT, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 73 en 74 » vervangen door de woorden « in de bijlagen 1, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 27, 28 ».
Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de in artikel 6, § 4, eerste lid, 3° en 4°, bedoelde categorieën 3 en 4 » vervangen door de woorden « de in artikel 6, § 3, eerste lid, 3°, 4° en 5°, bedoelde categorieën 3, 4 en 5 ».
Art. 3.In artikel 10, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: - in c) wordt de term « E » vervangen door de term « 2° » en worden de woorden « of voor een behandeling bedoeld in artikel 7, § 1, 5° van voormelde nomenclatuur » geschrapt; - d) wordt door de volgende bepaling vervangen: « hij vervult de voorwaarden voor de toekenning van de integratietegemoetkoming, vastgesteld krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, aan de persoon met een handicap waarvan de graad van zelfredzaamheid op ten minste 12 punten is vastgesteld. De personen die niet voldoen aan de inkomensvoorwaarde, opgelegd bij voormeld koninklijk besluit, terwijl zij beantwoorden aan de afhankelijkheidsvoorwaarden, worden in aanmerking genomen »; - e) wordt door de volgende bepaling vervangen : « hij vervult de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, vastgesteld krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, aan de persoon met een handicap waarvan de graad van zelfredzaamheid op ten minste 12 punten is vastgesteld. De personen die niet voldoen aan de inkomensvoorwaarde, opgelegd bij voormeld koninklijk besluit, terwijl zij beantwoorden aan de afhankelijkheidsvoorwaarden, worden in aanmerking genomen »; - in g) worden de woorden « primaire ongeschiktheid of » geschrapt; - h) wordt door de volgende bepalingen vervangen : « hij geniet een forfaitaire tegemoetkoming voor hulp van derden, bedoeld in de artikelen 215bis of 215ter van voormeld koninklijk besluit van 3 juli 1996 en in de artikelen 9bis en 12ter van het voormelde koninklijk besluit van 20 juli 1971 »; - in i) worden de woorden « de dagen waarvoor het bedrag per opnamedag verschuldigd is ingeval van een opname in een chirurgisch dagziekenhuis tijdens welke een verstrekking wordt verricht die is opgenomen in de bijlage 3,6. (lijst A) van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen » ingevoegd na het woord « verzekeringsinstellingen ».
Art. 4.Artikel 19, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt als volgt aangevuld : « De verklaring op erewoord is conform het model dat in de bijlage I is opgenomen ».
Art. 5.In artikel 23 van hetzelfde koninklijk besluit wordt tussen het eerste en tweede lid het volgende lid ingevoegd: « Wanneer de verklaring op erewoord is ingediend tijdens het jaar dat volgt op het jaar van toekenning van de maximumfactuur, zullen alle inkomsten van het jaar van toekenning van de maximumfactuur in aanmerking worden genomen ».
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2003.
Art. 7.Onze Minister van Sociale zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE