Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 september 2012
gepubliceerd op 31 oktober 2012

Koninklijk besluit houdende een toelage aan bepaalde wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde teneinde de wetenschappelijke ondersteuning van de huisartsen in het kader van de uitvoering van het nationale plan 2010-2014 ter bestrijding van intrafamiliaal geweld te ondersteunen tijdens de periode van 1 januari 2012 tot 31 december 2012

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2012024343
pub.
31/10/2012
prom.
07/09/2012
ELI
eli/besluit/2012/09/07/2012024343/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit houdende een toelage aan bepaalde wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde teneinde de wetenschappelijke ondersteuning van de huisartsen in het kader van de uitvoering van het nationale plan 2010-2014 ter bestrijding van intrafamiliaal geweld te ondersteunen tijdens de periode van 1 januari 2012 tot 31 december 2012


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 33 en 121 tot 124;

Gelet op de wet van 16 februari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/02/2012 pub. 01/03/2012 numac 2012003074 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, artikelen 14 en 22;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 juli 2012;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. In het kader van de uitvoering van het nationale plan 2010-2014 ter bestrijding van partnergeweld, uitgebreid tot andere vormen van familiaal geweld, wordt een toelage van honderd dertienduizend euro (113.000 euro) toegekend aan de wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde bedoeld in artikel 2. § 2. Deze toelage is een tussenkomst van de Staat in de werkings- en personeelskosten teneinde de opdrachten bedoeld in artikel 3 te realiseren. § 3. Deze toelage is aan te rekenen ten laste van artikel B.A. 11.3300.03, afdeling 52, van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, begrotingsjaar 2012.

Art. 2.Deze toelage wordt op volgende wijze verdeeld : 1° Domus Medica, Sint-Hubertusstraat, 58, 2600 Berchem (rek.: 733-0100945-95) : 56.500 euro, 2° Société scientifique de Médecine générale d'expression française (SSMG), Zwitserlandstraat 8, 1060 Brussel (rek.: 001-3142233-91) : 56.500 euro.

Art. 3.Deze toelage is bedoeld om het verwezenlijken van de volgende opdrachten toevertrouwd aan de verenigingen vermeld in artikel 2, van 1 januari 2012 tot 31 december 2012, te ondersteunen : 1° de wetenschappelijke ondersteuning van de huisartsen via het opstellen (en bijwerken) van aanbevelingen van goede praktijk betreffende de opsporing, de aanpak en de opvolging van familiaal geweld in het kader van de uitvoering van het nationaal actieplan 2010-2014 ter bestrijding van partnergeweld, uitgebreid tot andere vormen van familiaal geweld;2° het sensibiliseren van huisartsen voor de problematiek van intrafamiliaal geweld, hen aanmoedigen om zich ter zake bij te scholen en om de uitgewerkte aanbevelingen van goede praktijk te hanteren;3° het uitwerken van modules voor voortgezette beroepsopleiding bedoeld voor de huisartsen, met betrekking tot de door de twee in artikel 2 vermelde verenigingen uitgewerkte aanbevelingen, het organiseren van de implementatie en de evaluatie van die opleidingen.

Art. 4.§ 1. Voor de gestelde periode concretiseren de opdrachten van artikel 3 zich meer bepaald via de volgende activiteiten : 1° Voor de SSMG : a) de ontwikkeling van de aanbeveling voor goede medische praktijkvoering voor de bestrijding van ouderenmishandeling;b) de vertaling en de aanpassing van de door Domus Medica gerealiseerde aanbeveling voor goede medische praktijkvoering voor de bestrijding van kindermishandeling;c) de voortzetting van de opleidingen voor de bestrijding van partnergeweld en de evaluatie ervan;d) de voortzetting van de sensibilisatie van de huisartsen in overeenstemming met de acties van het Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (DG1).2° Voor Domus Medica : a) de ontwikkeling van de aanbeveling voor goede medische praktijkvoering voor de bestrijding van kindermishandeling;b) de vertaling en de aanpassing van de door de SSMG gerealiseerde aanbeveling voor goede medische praktijkvoering voor de bestrijding van ouderenmishandeling;c) de voortzetting van de opleidingen voor de bestrijding van partnergeweld en de evaluatie ervan;d) de voortzetting van de sensibilisatie van de huisartsen in overeenstemming met de acties van het Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (DG1). § 2. Teneinde omtrent intrafamiliaal geweld informatie uit te wisselen met andere landen en voordeel te halen uit internationale ervaringen, nemen Domus Medica en de SSMG actief deel aan één of meerdere nationale en internationale bijeenkomsten om de initiatieven die in België ontwikkeld worden, bekend te maken. Die activiteiten worden, voor elke vereniging vermeld in artikel 2, opgenomen in het globaal werkplan en in het definitieve activiteitenverslag zoals bedoeld in artikel 6, 7°, en in artikel 7.

Alle activiteiten vermeld in paragraaf 1 evenals de inhoud van de eventueel gegeven presentaties tijdens nationale en internationale evenementen worden vooraf via de projectcoördinator meegedeeld aan de andere organisatie vermeld in artikel 2 alsook aan het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (DG2).

Art. 5.§ 1. Er wordt een projectcoördinator aangeduid binnen elk van de verenigingen bedoeld in artikel 2. § 2. De projectcoördinatoren worden voorgesteld aan het begeleidingscomité. § 3. De projectcoördinatoren vormen voor elke vereniging het unieke aanspreekpunt met de Dienst Strategische coördinatie van de gezondheidszorgberoepen van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (DG2). § 4. Ze zijn voor hun respectieve vereniging belast met de volgende taken : 1° het beheren en plannen van en het toezicht op de activiteiten bedoeld in artikel 4 en zich vergewissen van de goede uitvoering ervan in het kader van de voorziene termijnen en begroting;2° de identificatie en de opvolging van de risico's verbonden aan het verwezenlijken van de opdrachten en activiteiten bedoeld in de artikelen 3 en 4;en ernaar verwijzen in het begeleidingscomité; 3° de voorbereiding van, de deelname aan en het opstellen van het verslag van de vergaderingen van het begeleidingscomité;

Art. 6.De verenigingen bedoeld in artikel 2 en hun projectcoördinatoren bedoeld in artikel 5 zien erop toe : 1° dat er een nauwe samenwerking tussen alle betrokken actoren van het project tot stand wordt gebracht;2° dat alle elementen die worden verschaft in het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 3 een hoog kwaliteitsniveau halen;3° dat ze een gemeenschappelijke methode, realisatie en presentatie van de verwezenlijkingen bedoeld in artikel 4 aannemen;4° dat er actief overleg is tussen de 2 wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde teneinde de opleidings- en sensibiliseringsmodules bedoeld in artikel 3 op elkaar af te stemmen;5° dat er, indien dat nodig blijkt voor de verwezenlijking van de opdrachten bedoeld in artikel 3, ad-hoc werkgroepen worden opgericht en er deelnemers voor kunnen worden afgevaardigd, onder hun administratieve verantwoordelijkheid.Het doel van elke werkgroep, de samenstelling ervan en het werkplan worden ter goedkeuring voorgelegd aan het begeleidingscomité bedoeld in artikel 9; 6° dat regelmatig wordt deelgenomen aan de vergaderingen van het begeleidingscomité bedoeld in artikel 9;7° dat een globaal werkplan en een definitief activiteitenverslag binnen de termijnen bedoeld in artikel 7 worden ingediend;8° dat de termijnen van het globaal werkplan dat door het begeleidingscomité wordt goedgekeurd, worden nageleefd.

Art. 7.§ 1. In het kader van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3 dienen de in artikel 2 vermelde verenigingen tegen uiterlijk 31 maart 2012 een globaal werkplan voor het jaar 2012 in elektronische versie in bij de Dienst Strategische Coördinatie van de gezondheidszorgberoepen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. § 2. Het globaal werkplan van elke wetenschappelijke vereniging van huisartsgeneeskunde wordt opgesteld op basis van een door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu aangeleverde template en omvat het volgende : 1° de opdrachten;2° de verwachte taken;3° de termijnen;4° het bijbehorende budget voor elke uit te voeren taak en opdracht. § 3. Het globaal werkplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het begeleidingscomité bedoeld in artikel 9. § 4. De uitvoering van opdrachten bedoeld in het door het begeleidingscomité goedgekeurde werkplan wordt gerechtvaardigd in het definitieve activiteitenverslag. De bijbehorende toelagen vermeld in het werkplan kunnen aan de Staat worden terugbetaald. § 5. Tegen uiterlijk 1 februari 2013 dienen de verenigingen bedoeld in artikel 2 een papieren exemplaar en een elektronisch exemplaar van hun definitieve activiteitenverslag voor het jaar 2012 in bij de Dienst Strategische Coördinatie van de gezondheidszorgberoepen van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (Eurostation II, Victor Hortaplein 40, bus 10, 1060 Brussel).

Het definitieve activiteitenverslag beschrijft de uitvoering van de in de artikelen 3 en 4 vastgelegde opdrachten en activiteiten.

Het omvat ten minste het volgende : 1° De jaardoelstellingen opgenomen in het werkplan;2° De daadwerkelijk geconcretiseerde verwezenlijkingen;3° De spreiding van de tijd voor het verwezenlijken van de uitgevoerde opdrachten;4° De spreiding van de toelagen die werden aangewend voor het verwezenlijken van de uitgevoerde opdrachten;5° De in het werkplan voorziene opdrachten die niet werden uitgevoerd alsook de rechtvaardiging van de niet-verwezenlijking ervan;6° Een samenvattende tabel van de bovenvermelde punten. § 6. Het definitieve activiteitenverslag wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het begeleidingscomité bedoeld in artikel 9. § 7. Tegen uiterlijk 1 april 2013 dienen de wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer (DG2) de resultatenrekening van de betrokken wetenschappelijke vereniging voor de door deze toelage beoogde periode, een schuldvordering en de bewijsstukken die betrekking hebben op de totale toelage, alsook de spreiding van het budget naargelang van de verschillende uitgevoerde activiteiten in.

Art. 8.§ 1. Voor elk van de in artikel 2 bedoelde verenigingen kan een voorschot op de toegekende toelage, zoals bedoeld in artikel 1, ten belope van 40.000 euro gestort worden zodra het werkplan goedgekeurd is door het begeleidingscomité bedoeld in artikel 9 en nadat een schuldvordering is ingediend door een van de verenigingen. § 2. Voor elk van de verenigingen bedoeld in artikel 2 wordt het saldo van de toegekende toelage slechts uitbetaald nadat : 1° bij de Dienst Strategische Coördinatie van de gezondheidszorgberoepen van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (Eurostation II, Victor Hortaplein 40, bus 10, 1060 Brussel);a) tegen uiterlijk 1 februari 2013 een papieren en een elektronisch exemplaar van het definitieve activiteitenverslag, b) tegen uiterlijk 1 april 2013 de resultatenrekening voor de door deze toelage beoogde periode, een schuldvordering ondertekend door de verantwoordelijke van de verenigingen en de bewijsstukken die betrekking hebben op de totale toelage, alsook de spreiding van het budget naargelang van de verschillende uitgevoerde activiteiten, zijn ingediend;2° het definitieve activiteitenverslag voorafgaand goedgekeurd werd door het begeleidingscomité, hetgeen bekendgemaakt wordt in een verslag. § 3. Indien het bedrag dat gerechtvaardigd is door de bewijsstukken kleiner is dan het toegekende voorschot, wordt het verschil onverwijld terugbetaald door de betrokken vereniging aan de Staat. § 4. Het niet-verwezenlijken van de opdrachten bedoeld in het globaal werkplan wordt verantwoord door de betrokken vereniging, die de aan die posten toegewezen bedragen terugbetaalt.

Art. 9.§ 1. Er wordt een begeleidingscomité opgericht bij de Dienst Strategische Coördinatie van de gezondheidszorgberoepen van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (DG2), teneinde de werkzaamheden van de verenigingen bedoeld in artikel 2 en de uitvoering door deze laatsten van de opdrachten bedoeld in de artikelen 3 en 4 te evalueren. § 2. Dit comité bestaat minstens uit de volgende leden : 1° de projectcoördinatoren bedoeld in artikel 5.Zij hebben een raadgevende stem. 2° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor Volksgezondheid;3° twee vertegenwoordigers van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (DG2);4° een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (DG1); § 3. Het begeleidingscomité is belast met het evalueren en het goedkeuren voor iedere vereniging, bedoeld in artikel 2, van : 1° het globale werkplan;2° het definitieve activiteitenverslag waarin de uitvoering van de opdrachten en activiteiten bedoeld in de artikelen 3 en 4 wordt aangetoond;3° in voorkomend geval het doel, de samenstelling en het werkplan van elke voorgestelde ad-hoc werkgroep. § 4. Met het oog op de coherentie en de goede coördinatie van de acties die ondernomen worden door de Directoraten-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen (DG1) en Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer (DG2) van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in het kader van de uitvoering van het nationale plan 2010-2014 ter bestrijding van familiaal geweld wordt een gemeenschappelijk begeleidingscomité ingesteld.

Art. 10.§ 1. Worden enkel in aanmerking genomen in het kader van de huidige toelage : de personeels- en werkingskosten, onder meer de vergoedingen, lonen, wedden, sociale lasten, kleine bureaukosten en de kosten van dienstverlening. § 2. In het geval de werktijd van bepaalde personeelsleden wordt verdeeld tussen verschillende beroepsbezigheden, zoals onder andere het onderwijs, onderzoek en de geneeskundepraktijk, wordt slechts dat gedeelte (in tienden berekend) van hun wedden in aanmerking genomen dat overeenkomt met de tijd besteed aan de werkzaamheid die gesubsidieerd wordt krachtens dit besluit.

De overlegging van een op erewoord ondertekend prestatieformulier waarvan het model door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt bezorgd, dient als verantwoording. § 3. Voor elk tewerkgesteld personeelslid dat gefinancierd wordt door deze subsidie, wordt een loonfiche voorgelegd.

De kosten van dienstverlening worden aangetoond door middel van een factuur en de voorlegging van een kostenbegroting, een offerte, een bestelbon of een voorafgaand contract.

De investeringskosten worden niet terugbetaald.

De onkosten voor de terugbetaling van een lening komen niet in aanmerking.

Art. 11.Alle voorgelegde documenten en resultaten worden aan de Dienst Strategische Coördinatie van de gezondheidszorgberoepen van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (DG2) bezorgd in elektronisch formaat, vergezeld van een gedrukte versie.

Art. 12.§ 1. Alle documenten en resultaten die door de verenigingen bedoeld in artikel 2 in het kader van deze toelage worden voorgelegd, zijn eigendom van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

De verenigingen bedoeld in artikel 2 zien erop toe dat elk verslag, elke aanbeveling of elk document dat wordt opgesteld door geheel of gedeeltelijk gebruik te maken van deze toelagen, duidelijke aanwijzingen bevat die aantonen dat de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu eigenaar of partner in het kader van deze werkzaamheden is. § 2. De verenigingen bedoeld in artikel 2 kunnen gebruik maken van de documenten en de resultaten die ze in het kader van deze toelage hebben voorgelegd voor zover dit gebruik geen winstoogmerk beoogt en ze hiervoor de schriftelijke toestemming van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu hebben gekregen.

Dit gebruiksrecht kan op ieder ogenblik door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu worden ingetrokken.

Art. 13.De verenigingen bedoeld in artikel 2 nodigen systematisch minstens twee personen van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu uit op alle manifestaties die zij in het kader van deze toelage organiseren.

Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

Art. 15.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 september 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

^