Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 maart 2017
gepubliceerd op 04 april 2017

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het sectoraal akkoord 2015-2016

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2016206296
pub.
04/04/2017
prom.
07/03/2017
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 MAART 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het sectoraal akkoord 2015-2016 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het sectoraal akkoord 2015-2016.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 maart 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Paritair Comité voor de banken Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2016 Sectoraal akkoord 2015-2016 (Overeenkomst geregistreerd op 25 april 2016 onder het nummer 132774/CO/310)

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken vallen. 1. Aanpassing van diverse collectieve arbeidsovereenkomsten 1.1. Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 1977 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (nr. 4827/CO/310)

Art. 4.In artikel 57, 4de lid van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 1977 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden worden de woorden "die definitief in de onderneming is aangeworven" vervangen door "die meer dan 6 maanden in dienst is". 1.2. Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997 betreffende de jaarlijkse gratificatie (nr. 45528/CO/310)

Art. 5.Het eerste lid van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997 betreffende de jaarlijkse gratificatie wordt vervangen door : "De werknemers die meer dan 6 maanden in dienst zijn met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van meer dan één jaar, hebben recht op een jaarlijkse gratificatie die - onder die of enigerlei andere benaming - minstens gelijk is aan de vaste brutobezoldiging van de maand waarvoor de gratificatie wordt uitbetaald, tenzij een ander referentiemaandloon in het bedrijf van toepassing is.". 1.3. Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector (nr. 84243/CO/310)

Art. 6.In artikel 2, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector worden de woorden "en die zich niet meer in de proefperiode bevindt" vervangen door "en die meer dan 6 maanden in dienst is".

Art. 7.In dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt een "Sectie V - Informatie" ingevoerd alsook een artikel 12bis luidend als volgt : "Wanneer wordt vastgesteld dat de werkgelegenheid in het bedrijf met meer dan 5 pct. is afgenomen in vergelijking met het jaar voordien, dan wordt dit meegedeeld aan de ondernemingsraad. Deze berekening wordt jaarlijks uitgevoerd.". 2. Tijdelijke contracten Art.8. Om de evolutie van het aantal tijdelijke contracten te volgen, zullen de sociale partners vanaf 2016 jaarlijks een overzicht krijgen van de evolutie van het aantal arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en het aantal contracten voor uitzendarbeid. 3. Outplacement Art.9. Op 27 mei 2015 sloten de sociale partners een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende outplacement. Die collectieve overeenkomst blijft geldig tot 30 juni 2016.

Het samenwerkingsakkoord met de dienstenverlener voor de sector verstrijkt op 31 december 2015.

De sociale partners komen overeen : - om het lopende samenwerkingsakkoord met de dienstenverlener voor de sector te verlengen tot 30 juni 2016; - de onderhandelingen voort te zetten met het oog op de ondertekening, vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2015, van een nieuw sectorakkoord betreffende outplacement.

Het nieuwe sectorakkoord dat moet worden ondertekend, zal voorzien in de mogelijkheid voor de ondernemingen die ressorteren onder Paritair Comité voor de banken, om te zorgen voor outplacement zoals bepaald in de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 19/06/2002 numac 2002015041 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en de Internationale Organisatie voor Migratie betreffende de voorrechten en de immuniteiten van deze organisatie in België, ondertekend te Londen op 4 december 1996 tot wijziging van het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het Intergouvernementeel Comité voor Europese Migratie, ondertekend te Genève op 2 juli 1973 type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot verhoging van de tewerkstellingsgraad van de werknemers, gewijzigd bij de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut door middel van een nieuw sectorstelsel voor outplacement.

Bij de invoering van dat nieuwe stelsel voor outplacement, zullen de sociale partners een speciale begeleiding voorstellen met daarbij een opleidingsprogramma ter bevordering van de inzetbaarheid van de werknemers. 4. Duurzaam en leefbaar werk Art.10. De sociale partners wensen een ruime beraadslaging te houden over de evolutie van de arbeidsorganisatie in de banksector. Hiertoe zullen ze over de volgende onderwerpen in de loop van 2016 een sectorinitiatief organiseren : § 1. Psychosociale belasting, stress, burn-out De sociale partners zijn van oordeel dat zij voor een overzicht van de situatie in de sector moeten kunnen beschikken over statistieken aan de hand waarvan een analyse kan worden gemaakt van de vormen en de evolutie van het absenteïsme in de sector. Febelfin zal daartoe jaarlijks navraag doen bij haar leden. De resultaten daarvan zullen in Paritair Comité voor de banken worden bekendgemaakt in de loop van het derde trimester van het jaar dat volgt op het jaar waarvoor navraag werd gedaan.

De sociale partners zullen op basis van de resultaten de nodige conclusies trekken en inspanningen leveren met betrekking tot de wijze waarop moet worden omgegaan met de psychosociale belasting in de sector.

Als aanvulling daarop zullen de sociale partners een studievoormiddag of -namiddag organiseren waarop een deskundige terzake als spreker zal worden uitgenodigd en een voorbeeld van "degelijk bestuur in die aangelegenheid" zal worden gegeven.

In het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012229 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012228 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk sluiten betreffende het welzijnsbeleid is bepaald dat de werkgever verantwoordelijk is voor een planmatige en structurele aanpak van het voorkomen van risico's door middel van een dynamisch risicobeheersysteem.

Opdat die verantwoordelijkheid naar behoren kan worden genomen, moet in het dynamisch risicobeheersingssysteem plaats zijn voor preventie en voor de toepassing van het welzijnsbeleid, dankzij een beheersing van de risico's inzake het welzijn van de werknemers via opsporing en analyse van die risico's en het opmaken van een concreet actieplan.

Het dynamisch karakter ervan maakt ook dat het gaat om een ononderbroken evolutie en een voortdurende aanpassing aan de wijzigende omstandigheden.

Een onderdeel van de preventie wordt gevormd door de specifieke opleidingsprogramma's voor werkgevers in het kader van het "Elan +" sectorproject. De sociale partners zullen ervoor zorgen dat die opleidingsprogramma's inspelen op de wisselende behoeften van de sector. § 2. De technologische evolutie en de gevolgen voor de arbeidsorganisatie In het kader van de beraadslaging over de evolutie van de arbeidsorganisatie in de banksector, willen de sociale partners nagaan hoe de arbeidsorganisatie wordt beïnvloed door technologische ontwikkelingen en nadenken over instrumenten die kunnen bijdragen tot een aanpassing ervan met als doel een kader te creëren op sectorvlak, en met oog voor de rechtszekerheid voor zowel het personeel als de werkgevers in de banksector.

Daartoe zal over dat onderwerp een studievoormiddag of -namiddag worden georganiseerd, waarop deskundigen terzake zullen worden uitgenodigd. 5. Levenslang leren Art.11. De sociale partners zijn zich ervan bewust dat voortgezette opleiding een troef is voor zowel de werknemers als de werkgevers en als een gedeelde verantwoordelijkheid moet worden beschouwd.

Ze scharen zich achter de gemeenschappelijke conclusies en aanbevelingen van de Europese sociale partners zoals vermeld in het "EU Social Partners Joint Conclusions & Recommendations of the Lifelong Learning/Enlargement Joint Project" document, dat op 6 november 2015 werd ondertekend.

In het verlengde daarvan wensen de sociale partners het voor de werknemers gemakkelijker te maken om de getuigschriften te bewaren van de diverse opleidingsprogramma's die ze tijdens hun loopbaan hebben gevolgd. Samen zullen zij zich beraden over de invoering van een systeem dat de toegang tot die gegevens moet vergemakkelijken. 6. Functieclassificatie Art.12. Modernisering van de functieclassificatie voor het uitvoerend personeel § 1. De sociale partners zullen een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten waarbij de resultaten van de werkzaamheden van de werkgroep belast met de modernisering van de functieclassificatie, zullen worden overgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 1977 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden. § 2. Die collectieve arbeidsovereenkomst zal in werking treden op een door de sociale partners te bepalen datum. § 3. Deze sectorbepalingen stellen, zoals dat reeds gebruikelijk is, de minimumvoorwaarden vast. De bedrijven die eigen bepalingen hebben in verband met de functieclassificaties, zullen dan ook ervoor zorgen dat die bepalingen blijven stroken met de sectorbepalingen en dat elke categorie binnen hun eigen classificatie kan gelinkt worden aan een categorie van de sectorclassificatie. 7. Remuneratie en commerciële doelstellingen Art.13. De sociale partners hebben kennis genomen van de "Richtsnoeren inzake remuneratie en commerciële doelstellingen" die Febelfin heeft opgesteld.

Die richtsnoeren dienen als leidraad voor compliance officers bij de uitoefening van hun wettelijke opdracht met betrekking tot het remuneratiebeleid van de banken op het vlak van de beleggingsdiensten.

De sociale partners bevelen aan de leden van het paritair comité aan om rekening te houden met die richtsnoeren en met de ontwikkelingen in de regelgeving terzake. 8. Corporate Social Responsability Art.14. De sociale partners sluiten zich aan bij de doelstellingen inzake groei en duurzaamheid voor de banksector in Europa en voor de Europese economie in haar geheel, zoals bevestigd in de gemeenschappelijke verklaring inzake CSR die de Europese sociale partners in de banksector op 31 januari 2014 ondertekenden.

Zij bevestigen dat de sociale dialoog een belangrijke rol te spelen heeft voor het herstel van het vertrouwen en de groei naar duurzame winstgevendheid en werkgelegenheid in de sector.

Sociale dialoog is een win-winsituatie. In hun verschillende rollen en op de verschillende niveaus waarop zij betrokken zijn bij het sociaal overleg, blijven de sociale partners een sleutelelement in een proces dat kan bijdragen tot een herstel van de economische en financiële toestand.

De ondertekenende sociale partners verwijzen naar de verschillende verwezenlijkingen die reeds bestaan op sector- en ondernemingsniveau, op de gebieden vermeld in de gemeenschappelijke verklaring : opleiding, gelijke kansen, "core labour standards", interne communicatie en evenwicht tussen beroeps- en privéleven.

Zij zullen de boodschap van de gemeenschappelijke verklaring ter harte blijven nemen op de verschillende niveaus van het sociaal overleg. 9. Diverse bepalingen Art.15. Artikel 2, punt 3 van de in het Paritair Comité voor de banken gesloten collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1991 betreffende de hervorming van het "Paritair Fonds voor de syndicale en professionele vorming" (nr. 28280/CO/310) wordt vervangen door de volgende bepaling : "De Belgische Vereniging van Banken zal, op basis van een door de vakbondsorganisaties onderling vast te stellen verdeelsleutel, aan de vakbondsorganisaties een bedrag storten van 1 800 000 EUR in 2015 en 2016.

Dat bedrag is bestemd voor de syndicale vorming en de vakbondsactiviteit.

Daarin is een bedrag van 215 000 EUR begrepen dat om historische redenen aan de vakbondsorganisaties toegekend wordt voor de syndicale vorming en de vakbondsactiviteit door de volgende banken : BNP Paribas Fortis NV, KBC Bank NV en Belfius Bank NV.".

Art. 16.De vakbondsorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de banken verbinden zich ertoe, tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, geen bijkomende eisen in te dienen op het niveau van het paritair comité, noch op dat van de banken met betrekking tot de in deze overeenkomst vermelde aangelegenheden.

Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2016.

De bij artikelen 2, 3, 4 en 5 ingevoerde wijzigingen zijn evenwel geldig voor onbepaalde duur.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^