7 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 59quinquies van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op artikel 59quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 285 van 31 maart 1984 en gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 530 van 31 maart 1987 en bij de wet van 10 augustus 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van artikel 59quinquies van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 november 2001 en 31 augustus 2005;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor Arbeidsongevallen van 19 februari 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 maart 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 29 mars 2007;

Gelet op het advies 42.694/1 van de Raad van State, gegeven op 17 april 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister vanWerk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;2° het Fonds : het Fonds voor arbeidsongevallen;3° de verzekeringsonderneming : de verzekeringsonderneming bedoeld in artikel 49 van de wet.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de ongevallen overkomen vanaf 1 juli 2007.

Art. 3.De verzekeringsonderneming bezorgt aan het Fonds het bij artikel 59quinquies, eerste lid, van de wet bedoelde rentekapitaal uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op deze waarin de getroffene de leeftijd van 25 jaar zou bereikt hebben.

In de gevallen waarin de datum van het akkoord of de beslissing, bedoeld bij artikel 24 van de wet, valt na het bereiken van de in vorig lid bedoelde leeftijd, wordt dit kapitaal aan het Fonds bezorgd uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op de maand van genoemd akkoord of van genoemde beslissing.

Art. 4.Het rentekapitaal wordt berekend in functie van de leeftijd van de bloedverwanten in opgaande lijn op de dag volgend op deze waarop de getroffene de leeftijd van 25 jaar zou bereikt hebben overeenkomstig barema E, II A-03 met de volgende karakteristieken : - sterftetafel : ED1 (M) en ED1 (F) zoals gevoegd als bijlage bij het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971; - interestvoet : 3,75 %; - herwaarderingsvoet : 3 %; - beheerslast : 3,5 %; - maandelijkse betaling na vervallen termijn en met achterstal bij overlijden.

Art. 5.Wanneer de bloedverwant in opgaande lijn overlijdt vooraleer de getroffene de leeftijd van 25 jaar zou bereikt hebben, is de verzekeringsonderneming het rentekapitaal voorzien bij artikel 59quinquies, eerste lid, van de wet niet verschuldigd aan het Fonds.

Art. 6.Wanneer de getroffene overlijdt na de leeftijd van 25 jaar te hebben bereikt, wordt het bij artikel 59quinquies, eerste lid, van de wet bedoelde rentekapitaal, dat door de verzekeringsonderneming aan het Fonds verschuldigd is, vastgesteld bij akkoord tussen de verzekeringsonderneming en het Fonds of bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing.

Art. 7.In de gevallen bedoeld bij artikel 6 wordt het rentekapitaal berekend in functie van de leeftijd van de bloedverwanten in opgaande lijn op de dag van het overlijden van de getroffene en overeenkomstig het tarief bedoeld bij artikel 4.

Het rentekapitaal wordt aan het Fonds bezorgd binnen de termijn bedoeld bij artikel 3, tweede lid. Op dit rentekapitaal is van rechtswege interest verschuldigd na verloop van zes maand te rekenen vanaf het overlijden van de getroffene.

Art. 8.De verzekeringsonderneming bezorgt aan het Fonds per kwartaal en per vierde, het bedrag van de bij artikel 59quinquies, tweede lid, van de wet bedoelde jaarlijkse vergoeding, dat op grond van deze wet is verschuldigd.

Art. 9.De verzekeringsonderneming dient bij het Fonds binnen de drie maanden na het verstrijken van ieder dienstjaar een aangifte in, welke omvat : 1° een nominatieve staat van de bloedverwanten in opgaande lijn voor welke het rentekapitaal op grond van artikel 59quinquies, eerste lid, van de wet aan het Fonds verschuldigd is, met vermelding van de elementen van de regeling van het ongeval en van de berekening en storting van genoemd kapitaal;2° een nominatieve staat van de getroffenen, voor welke het bedrag van de jaarlijkse vergoeding op grond van artikel 59quinquies, tweede lid, van de wet aan het Fonds verschuldigd is, met vermelding van de elementen van de regeling van het ongeval en van de berekening en storting van het genoemde bedrag. Dit aangifteformulier wordt door het Fonds aan de verzekeringsonderneming gezonden.

Art. 10.De regularisaties betreffende het rentekapitaal en de jaarlijkse vergoeding, bedoeld bij artikel 59quinquies van de wet, worden door het Fonds aan de betrokken verzekeringsonderneming betekend en uiterlijk binnen drie maanden vanaf de betekening uitgevoerd.

Art. 11.Het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van artikel 59quinquies van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 november 2001 en 31 augustus 2005, wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007.

In afwijking van het eerste lid, blijft het koninklijk besluit van 12 april 1984 nochtans van toepassing op de ongevallen overkomen vanaf 1 april 1984 tot 30 juni 2007.

Art. 13.Onze minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN