Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 juli 2003
gepubliceerd op 28 augustus 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddenschalen voor de graden van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2003007231
pub.
28/08/2003
prom.
07/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/07/2003007231/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddenschalen voor de graden van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107 van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, 2°;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 augustus 1976 tot vaststelling van de weddenschalen voor de graden van de burgerlijke ambtenaren van de Dienst militaire veiligheid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 april 2003;

Overwegende dat de loopbaan en de geldelijke bepalingen van de burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid afgestemd worden op die van de personeelsleden van de Veiligheid van de Staat;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 september en 12 november 1999;

Gelet op de akkoordbevindingen van Onze Minister van Begroting van 22 mei 2001 en 26 april 2002;

Gelet op de akkoordbevindingen van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 8 maart 2001 en 2 april 2002;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 6 maart 2003 van sectorcomité XIV;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies 35.313/4 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de burgerlijke ambtenaren bedoeld in het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid.

Art. 2.De weddenschalen verbonden aan de graden van de in dit besluit bedoelde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid worden vastgesteld overeenkomstig bijlage bij dit besluit.

Art. 3.§ 1. In afwijking van de artikelen 7 en 14 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, komen enkel in aanmerking voor de toekenning van de tussentijdse verhogingen, de werkelijke diensten verricht vanaf de leeftijd van 25 jaar door de bekleders van de volgende graden : 1° hoofdcommissaris;2° adjunct-hoofdcommissaris;3° afdelingscommissaris-analist;4° afdelingscommissaris;5° commissaris-analist;6° commissaris. § 2. In afwijking van de artikelen 7 en 14 van hetzelfde koninklijk besluit komen enkel in aanmerking voor de toekenning van de tussentijdse verhogingen de werkelijke diensten verricht vanaf de leeftijd van 21 jaar door de bekleders van de volgende graden : 1° afdelingsinspecteur;2° inspecteur. HOOFDSTUK II. - Weddenschalen

Art. 4.De weddenschaal 2A wordt verbonden aan de graad van inspecteur.

Art. 5.De weddenschaal 2C wordt verbonden aan de graad van afdelingsinspecteur.

Art. 6.De weddenschaal 1A wordt verbonden aan de graden van commissaris-analist en commissaris.

Art. 7.De weddenschaal 1C wordt verbonden aan de graden van afdelingscommissaris-analist en van afdelingscommissaris.

Art. 8.Aan de graad van adjunct-hoofdcommissaris wordt de weddenschaal 1E verbonden.

Art. 9.Aan de graad van hoofdcommissaris wordt de weddenschaal 1F verbonden. HOOFDSTUK III. - Bevorderingen door verhoging in weddenschaal Afdeling I. - Algemene bepaling

Art. 10.De bevordering door verhoging in weddenschaal wordt door de Minister van Landsverdediging verleend op voorstel van de onderstafchef inlichtingen en veiligheid. Afdeling II. - Bevorderingsvoorwaarden

Art. 11.De inspecteurs die ten minste acht jaar graadanciënniteit hebben, worden bevorderd tot de weddenschaal 2B.

Art. 12.Voorzover er vacante betrekkingen zijn, kunnen worden bevorderd tot de weddenschaal 2D, de afdelingsinspecteurs die : 1° een totale graadanciënniteit hebben van ten minste 14 jaar in de graden van inspecteur en van afdelinginspecteur;2° geslaagd zijn voor een bekwaamheidstest voor verhoging in weddenschaal. Om toegelaten te worden tot de bekwaamheidstest bedoeld in het eerste lid, 2°, moeten de ambtenaren uiterlijk op de datum van afsluiting van de inschrijvingstermijn bekleed zijn met de graad van afdelingsinspecteur.

Art. 13.De commissarissen-analisten en de commissarissen, die een graadanciënniteit van ten minste acht jaar hebben, worden bevorderd tot de weddenschaal 1B.

Art. 14.Voorzover er vacante betrekkingen zijn, kunnen worden bevorderd tot de weddenschaal 1D, de afdelingscommissarissen-analisten en de afdelingscommissarissen die : 1° een totale graadanciënniteit hebben van ten minste veertien jaar in de graden van commissaris-analist en afdelingscommissaris-analist of van commissaris en afdelingscommissaris;2° geslaagd zijn voor een bekwaamheidstest voor verhoging in weddenschaal;3° houder zijn van een diploma vereist voor de werving in de graad van respectievelijk commissaris-analist of commissaris. Om toegelaten te worden tot de bekwaamheidstest bedoeld in het eerste lid, 2°, moeten de ambtenaren uiterlijk op de datum van afsluiting van de inschrijvingstermijn bekleed zijn met de graad van afdelingscommissaris-analist of van afdelingscommissaris.

Onder graadanciënniteit en geldelijke anciënniteit dient hetzelfde te worden verstaan als in artikel 45 van het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid.

Art. 15.De bekwaamheidstests bedoeld in de artikelen 12 en 14 worden georganiseerd per graad waarin een bevordering tot een D-weddenschaal mogelijk is. Ze bestaan uit een schriftelijk en een mondeling gedeelte.

Het programma, de organisatie en de samenstelling van de examencommissie voor de bekwaamheidstests worden vastgesteld door de Minister van Landsverdediging. Afdeling III. - Toekennen van bevorderingen

Art. 16.De bevordering tot de weddenschaal 2D wordt toegekend in deze volgorde : 1° aan de geslaagden voor de bekwaamheidstest waarvan het proces-verbaal werd afgesloten op de verst afgelegen datum;2° onder de geslaagden voor dezelfde bekwaamheidstest: a) aan de kandidaat met de meeste graadanciënniteit;b) bij gelijke graadanciënniteit, aan de kandidaat met de meeste dienstanciënniteit;c) bij gelijke dienstanciënniteit, aan de oudste kandidaat.

Art. 17.Voor de bevordering tot de weddenschaal 1D bepalen de cijfers behaald voor de bekwaamheidstest de rangschikking van de geslaagden.

De bevordering wordt toegekend in deze volgorde : 1° aan de geslaagden voor de bekwaamheidstest waarvan het proces-verbaal werd afgesloten op de verst afgelegen datum.2° onder de geslaagden voor dezelfde bekwaamheidstest, aan de geslaagde die het best gerangschikt staat op de bekwaamheidstest. HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen

Art. 18.Voor de commissarissen en inspecteurs die krachtens artikel 45 van het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid, ambtshalve worden benoemd in een nieuw opgerichte graad, wordt de wedde vastgesteld in de schaal die volgens de bij dit besluit gevoegde bijlage overeenstemt met de schaal van de opgerichte graad.

Art. 19.Artikel 14, eerste lid, 3°, van dit besluit is niet van toepassing op de in dit besluit bedoelde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid die krachtens artikel 45 van het bovenvermelde koninklijk besluit benoemd zijn tot commissaris of afdelingscommissaris.

Art. 20.Vrijgesteld worden van het schriftelijk gedeelte van de bekwaamheidstest voor bevordering tot de weddenschaal 2D, de inspecteurs benoemd krachtens artikel 45 : 1° tot de graad van inspecteur en die een graadanciënniteit van ten minste veertien jaar hebben op de datum van inwerkingtreding van dit besluit;2° tot de graad van afdelingsinspecteur. Vrijgesteld worden van het schriftelijk gedeelte van de bekwaamheidstest voor bevordering tot de weddenschaal 1D, de commissarissen benoemd krachtens artikel 45 : 1° tot de graad van commissaris en die een graadanciënniteit van ten minste veertien jaar hebben op de datum van inwerkingtreding van dit besluit;2° tot de graad van afdelingscommissaris.

Art. 21.De eerste bekwaamheidstest voor bevordering tot de weddenschaal 2D, die na de inwerkingtreding van dit besluit wordt georganiseerd, wordt enkel bestemd voor afdelingsinspecteurs en voor inspecteurs die op de datum van afsluiting van de inschrijvingstermijn een graadanciënniteit van ten minste veertien jaar hebben.

De eerste bekwaamheidstest voor bevordering tot de weddenschaal 1D die na de inwerkingtreding van dit besluit wordt georganiseerd, wordt enkel bestemd voor afdelingscommissarissen en commissarissen die op de datum van afsluiting van de inschrijvingstermijn een graadanciënniteit van ten minste veertien jaar hebben.

Art. 22.De afdelingsinspecteurs benoemd volgens artikel 47 van het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid mogen pas deelnemen aan de bekwaamheidstest voor bevordering tot de weddenschaal 2D nadat ze geslaagd zijn voor het tweede deel van de middelbare graad van de School voor Criminologie en Criminalistiek van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie.

Art. 23.Het koninklijk besluit van 13 augustus 1976 tot vaststelling van de weddenschalen voor de graden van bepaalde burgerlijke ambtenaren van de Dienst militaire veiligheid wordt opgeheven.

Art. 24.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid.

Art. 25.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, op 7 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

Annexe à l'arrêté royal du 7 juillet 2003 fixant les échelles de traitement des grades de certains agents civils du département d'état-major renseignement et sécurité Bijlage bij het koninklijk besluit van 7 juli 2003 tot vaststelling van de weddenschalen voor de graden van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid Tableau des échelles de traitements Niveau 1 - Gr. B. Tabel der weddenschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tableau des échelles de traitements Niveau B - Gr. A. Tabel der weddenschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 7 juli 2003 tot vaststelling van de weddenschalen voor de graden van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

^