7 JULI 1997. Koninklijk besluit tot benoeming van de leden van de Studiecommissie aangaande het lot van de door de leden van de Joodse gemeenschap in België achtergelaten bezittingen bij hun deportatie tijdens de oorlog 1940-1945

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot oprichting van een Studiecommissie over het lot van de door de leden van de Joodse gemeenschap in België achtergelaten bezittingen bij hun deportatie tijdens de oorlog 1040-1945;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Onze Minister van Economie, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Ambtenarenzaken, en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Baron Godeaux, ere-gouverneur van de Nationale Bank van België, wordt tot voorzitter benoemd van de Studiecommissie aangaande het lot van de door de leden van de Joodse gemeenschap in België achtergelaten bezittingen bij hun deportatie tijdens de oorlog 1940-1945.

Art. 2.Worden benoemd tot leden van die Commissie: Mevr. R. Demoustier, adviseur-generaal bij het Bestuur burgerlijke zaken en erediensten bij het Ministerie van Justitie;

Mevr. C. Taquet, hoofd van de Dienst internationale munt- en financiële problemen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

De heer D. De Brone, auditeur-generaal bij de Administratie van de BTW, registratie en domeinen bij het Ministerie van Financiën;

De heer L. Verjus, secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken;

Mevr. C. Barette, Staatscommissaris bij de Dienst voor de oorlogsslachtoffers van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu;

Baron Krings, Emeritus procureur-generaal bij het Hof van Cassatie;

De heer R. van Doorslaer van het Navorsings- en Studiecentrum voor de geschiedenis van de tweede wereldoorlog; de heer J.-Ph. Schreiber, van het « Centre d'histoire des religions », bij de « Université Libre de Bruxelles »;

Professor G. Schneck, voorzitter van het Centraal Israëlitisch Consistorie;

De heer D. Suskind, mede-voorzitter van de Belgische afdeling van de « World Jewish Restitution Organization »;

De heer E. Ringer, mede-voorzitter van de Belgische afdeling van de « World Jewish Restitution Organization ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Economie, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, afwezig De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADT De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT