gepubliceerd op 14 maart 2003
Koninklijk besluit houdende uitvoering van de programmawet van 24 december 2002 voor wat betreft de vereenvoudiging van de bijdragestructuur van het sociaal statuut der zelfstandigen
7 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de programmawet (I) van 24 december 2002 voor wat betreft de vereenvoudiging van de bijdragestructuur van het sociaal statuut der zelfstandigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op de artikelen 11, 12 en 13, laatst gewijzigd bij programmawet (I) van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 14;
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 33, laatst gewijzigd bij wet van 25 januari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 33, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 1996, op artikel 37, § 1, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 1996, op artikel 40, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 1996 en op artikel 41, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 september 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 41, § 2, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd, inzonderheid op artikel 11;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 januari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 17 januari 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat de nieuwe bijdragestructuur reeds met ingang van 1 januari 2003 op de betrokkenen zal worden toegepast en het feit dat de nodige voorbereidingen dienen te worden getroffen om de betrokken actoren degelijk te informeren;
Op voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister belast met Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 33 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 1996, wordt vervangen als volgt : «
Art. 33.De beroepsinkomsten in de zin van artikel 11, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38 zijn de beroepsinkomsten van het aanslagjaar beoogd in artikel 11, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 38, meegedeeld door de Administratie der Directe Belastingen overeenkomstig artikel 11, § 2, zesde lid, van het koninklijk besluit nr. 38. »
Art. 2.Artikel 37, § 1, tweede en derde lid, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 1996, wordt vervangen als volgt : « De gelijkstelling kan, voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, enkel toegekend worden op voorwaarde dat de beroepsinkomsten, in de zin van artikel 33, geherwaardeerd overeenkomstig artikel 11, § 3, van het koninklijk besluit nr. 38, en die als basis moeten dienen voor de berekening van de bijdragen voor het bedoelde jaar, geen 1.920,48 EUR bereiken voor de onder a) en b) bedoelde personen, en geen 405,60 EUR bereiken voor de onder c) bedoelde personen.
De bedragen 405,60 EUR en 1.920,48 EUR worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 14, § 1, van het koninklijk besluit nr. 38. »
Art. 3.In artikel 40 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 1, 1°, a), wordt het bedrag « 152.777 fr. » vervangen door het bedrag « 3.221,08 EUR »; b) in § 1, 1°, b), wordt het bedrag « 177.562 fr. » vervangen door het bedrag « 3.740,84 EUR »; c) in § 1, 1°, c), wordt het bedrag « 201.125 fr. » vervangen door het bedrag « 4.237,27 EUR »; d) in § 1, 2°, wordt het bedrag « 16.362 fr. » vervangen door het bedrag « 405,60 EUR »; e) in § 1, 3°, wordt het bedrag « 32.724 fr. » vervangen door het bedrag « 811,20 EUR »; f) in § 1, 4°, wordt het bedrag « 152.777 fr. » vervangen door het bedrag « 3.221,08 EUR »; g) in § 2, a), wordt het bedrag « 16.362 fr. » vervangen door het bedrag « 405,60 EUR »; h) in § 2, b), wordt het bedrag « 32.724 fr. » vervangen door het bedrag « 811,20 EUR »; i) in § 2, c) , eerste streepje wordt het bedrag « 16.362 fr. » vervangen door het bedrag « 405,60 EUR »; j) in § 2, c) , tweede streepje wordt het bedrag « 77.472 fr. » vervangen door het bedrag « 1.920,48 EUR »; k) in § 2, c) , derde streepje wordt het bedrag « 152.777 fr. » vervangen door het bedrag « 3.221,08 EUR ».
Art. 4.In artikel 41 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 september 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 3, 2°, wordt het bedrag « 16.362 fr. » vervangen door het bedrag « 405,60 EUR » en wordt het bedrag « 77.472 fr. » vervangen door het bedrag « 1.920,48 EUR »; b) § 5 wordt vervangen als volgt : « Voor de toepassing van §§ 2 en 4 wordt onder beroepsinkomsten verstaan : het bedrag meegedeeld door de Administratie der Directe Belastingen overeenkomstig artikel 11, § 2, zesde lid, van het koninklijk besluit nr.38. »; c) § 6 wordt opgeheven.
Art. 5.In artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het derde lid onder a) worden de percentages « 4,51 pct.» en « 4,28 pct. » respectievelijk vervangen door de percentages « 5,31 pct. » en « 4,94 pct. »; b) in het derde lid onder b) wordt het percentage « 4,51 pct.» vervangen door het percentage « 5,31 pct. ».
Art. 6.In artikel 41, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 1996, worden de percentages « 10,01 pct. » en « 6,56 pct. » respectievelijk vervangen door de percentages « 11,78 pct. » en « 7,57 pct. ».
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Art. 8.Onze Minister belast met Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 februari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS